• WELKOM OP DE LOOPBLOG VAN CEURSTEMONT FRANK
    Foto
    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
    Zoeken in blog

    Inhoud blog
  • Waarom moet het hart zich aanpassen?
  • De zuurbalans
  • Beginner en stretchen
  • Waarom een warming-up?
  • 8 vragen over glutenintolerantie
  • problemen op blog
  • Trainingsleer voor beginners
  • Trainingsvormen
  • Overtraining
  • Periodisering: piektraining
  • Periodisering: de meso- en microcyclus
  • Gezonde vetten
  • Periodisering: de macrocyclus
  • Loperslatijn
  • Voorkomen van blessures
  • Slank en sterk met eiwitten
  • Patella tendinitis, tendinitis Knie: holistische geneeswijzen voor permanente resultaten
  • Ultimate 6 Gebieden
  • Spieren & Pijn - Wat gebeurt er ... Precies
  • Onderarm Pijn
    Laatste commentaren
    MIJN FAVORIETEN LOPERS
  • patrick aerts
  • bartompa
  • natalietijgat
  • joggerke
  • jogger jo
  • runningdanny
    MIJN FAVORIETEN LOPERS
  • dirkjogt
  • henk sipers
  • frankspencer
  • Spencerwoman
  • de reus van vlaanderen
  • marathon-wim
  • devrijeloper
  • Filip Hoornaert
  • jannemanloopt
  • Mijn favorieten lopers
  • Benny's Running Mates
  • Mijn favorieten LOPERS
  • AANTAL KM 2009-2010-2011

      2009 2010 2011
    jan   37,112 81,186
    feb   30,808 86,129
    mrt 17,405 39,276 59,6
    apr 45,382 126,904 116,065
    mei 93,27 147,528 6,224
    jun 98,792 168,965 44,381
    jul 127,229 237,199 50,559
    aug 91,511 202,381  
    sep 114,918 84,405 5,191
    okt 136,073 144,73 10,573
    nov 119,409 104,774  
    dec 89,919 23,257  
    TOTAAL 933,908 1347,339 459,908


    GELOPEN KM MAAND MAART 2012

    datum afstand gem.tempo gem.snelheid gem_hslag
    31/03/2012 2848 8,26/km 7,1/km 124
    31/03/2012 910 7,25/km 8,1km/h 125
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
    TOTAAL 3758      


    persoonlijk record op 10000 m

    03/07/10      57min 2 sec
    onze gemeente PUURS ( RUISBROEK )
  • puurs
  • ruisbroek_sauvegarde
  • historiek coolhem bos puurs
  • TOERISME KLEIN BRABANT
  • beleidsplan 2008-2012 puurs
  • MIJN FOVORIETEN LOOPSITE
  • lopen-startpagina
  • prorun
  • myasics.
  • loopweetjes
  • topsport_ABC
  • trainingszones
  • joggings
  • sportsites
  • RUNTON
  • gezondsporten
    MIJN FOVORIETEN LOOPSITE
  • lactaattest
  • RUNRUN
  • DE HARDLOOPKRANT
  • loopschema's
  • sportjefit.
  • chatnrun -calculator
  • joggers-overmere
  • compressiekous
  • Sportcompressie kousen:
  • voedingswaardetabel
    SITE SPORTBLESSURES
  • blessure aanwijzer
  • Afwikkelfasen VOETSTANDEN
  • HOE DE MEEST GESCHIKTE LOOPSCHOENEN KIEZEN ?
  • PRONATIE - OVERPRONATIE
  • ONDERBEENSPIEREN
  • blessures2
  • voetverzorging
  • blessurevrij
  • Voedingvoorduursport
  • /Gezondheid/Eten-en-drinken/Basislessen
    GEZONDHEID
  • chinesegeneeswijze
  • aminozuren
  • Proteine is Leven
  • Groene thee laat vetcellen krimpen
  • cholesterol & vetten
  • omega3
  • Essentiële Vetzuren
  • Het vitaminen ABC
  • voeding info
  • gezonde voeding
    GEZONDHEID
  • hoge cholesterol
  • cholesterol-wikipedia
  • alles over cholesterol
  • goede en slechte cholesterol
  • auto-intoxicatie
  • zonnegroet
  • bioritme
  • ying & yang
  • ying & yang
  • tai-chi
    GEZONDHEID
  • chakra
  • tai-chi 2
  • klankschalen
  • berekening bioritme2
  • chakra test
  • apotheek online
  • bodyconsult
  • sporgzorg
  • podologisch
  • versterking enkelspieren
    gezondheid & voeding
  • stofwisseling
  • calorielijst
  • http://www.koolhydratentabel.nl/
  • gezondevoeding
  • metabolisme
  • natuurlijkerwijs
  • gezondheidsnet.rnews met video
  • Triggerpoint.
  • aminozuren-gids
  • metabolisme2
    spieren stretchen
  • stretchen
  • Rekken van de belangrijkste spiergroepen voor lopers
  • spieren, Warmteproductie, warmteafvoer,Vocht en prestatie
  • Lage rugklachten als gevolg van een SI-blokkade
  • Eenvoudige oefeningen voor klachten van de heup
  • herstelbevorderende oefeningen bij een chronische liesblessure
  • Buikspieroefeningen bij stoma
  • Lage rug klachten
  • oefeningen voor de bovenbenen
  • Mc_kenzie en spierketens
  • methode mckenzie
  • mckenzie_therapie
  • GEZOND EN PIJNVRIJ BEWEGEN LEERT U BIJ DE OEFENTHERAPEUT
  • rugklachten
  • Rekken in de lichamelijke opvoeding
  • Stretching oefeningen voor het hele lichaam 2
  • ontspanningstherapie
  • Het begin: ontspannen
  • spierziekten
  • triggerpoint
    spieren
  • Soorten rugpijn
  • cooperstest
  • trigger point
  • Trigger Point Grafiek
  • gezondheid & oefeningen
  • 5-tibetans-energy
  • TibetanRites
  • runnings center brugge - hulst
  • anatomie van het lichaam
  • Overzicht van de verschillende soorten mineralen
  • alles over vitamine
  • voedingswaardetabel
  • eten-gezondheid/voedingstoffen/vitamines-en-mineralen
  • goede-voeding/vitaminesenmineralen
  • sportvoeding.
    koolhydraten, gi index en bloedgroep
  • gi index koolhydraten
  • glycemische-index
  • ://bloedsuikerspiegel
  • bioplek
  • bloedgroep
  • Op de begin en eindpunten van de meridianen wordt de energietoestand van de meridianen bepaald
  • Photonen Coherentie Therapie
  • Wat is spininversie?
  • bindweefsel
  • typen-bindweefsel
    Mijn favorieten
  • -alles-over-weefsels
  • Troponine-T-sneltest
  • zenuwstelsel
  • HET ZENUWSTELSEL 2
  • hart - paniek
  • werking hart
  • KI
  • paardenmelk
  • menselijk lichaam zenuwen en spieren werking
  • aandoeningen-van-het-zenuwstelsel
    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • gezondheid van het lichaam
  • Over het zuur-base evenwicht
  • hoe verzuurt je lichaam
  • Bewust ademhalen en loopefficiëntie
  • voedsel
  • Mijn favorieten site
  • MIJ BLOG OVER wijsheden, innerlijke kracht inzicht in jezelf
  • racetimer
  • waarom-kokosolie-en-rode-palmolie
  • chakra
  • groenethee
  • chakratest
  • runners
  • goji-bessen
  • wikipedia
  • routeplanner
    Mijn favorieten magazine
  • clickx
  • pc magazine
  • computermagazine
  • HET WEER
  • weer radar
  • weer per streek
  • WEERONLINE
  • het weer in belgie
  • Mijn favorieten
  • sociale zekerheid
  • belastingsprogramma 2009
  • mayakalender
  • Categorieën
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    sjonfotografie
    www.bloggen.be/sjonfot
    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    Foto

    De elf geboden van de marathontraining

    De ‘elf geboden’ zijn adviezen voor een goede marathonvoorbereiding. Ze zijn bedoeld om u een marathon met plezier en zonder pijn te kunnen laten voltooien. De elf geboden vormen belangrijke richtlijnen bij de uitvoering van uw trainingsschema voor de marathon, dat een periode van achttien weken bestrijkt. Pak daarom de wedstrijdkalender en bepaal zelf wanneer uw schema van achttien weken ingaat.

    1. Lange duurloop
    De lange duurloop is het belangrijkste element van de marathontraining, omdat het een goede voorbereiding is, zowel geestelijk als lichamelijk, op de afstand van ruim veertig kilometer. Het is echter onverstandig om in de eerste trainingsweek al een loop over dertig kilometer te plannen. Gedurende de voorbereiding moet u de afstand langzaam opbouwen. Het marathonschema van uw keuze begeleidt u daarbij.
    Doe deze duurloop op een vrije dag of op de dag waarop u de meeste tijd heeft. Meestal is dat op zaterdag of zondag. Aan de lange duurloop op zondag kan ook invulling worden gegeven door het lopen van een wedstrijd over de voorgeschreven afstand.

    2. Rust
    Het op één na belangrijkste element van ons schema is rust. Rust is belangrijk om gezond te blijven. De opbouw van het aantal kilometers dat vereist is om een marathon te lopen, creëert een soort stress. Deze spanning heeft u ook nodig, maar uitputting moet u voorkomen.
    Het doel van training (in het algemeen) is u zodanig in te spannen dat bij herstel het lichaam steeds sterker wordt. Als u voor dat herstel onvoldoende tijd neemt, komen de problemen. Over het algemeen heeft het spierstelsel na een grote inspanning 48 uur rust nodig. Als het lichaam geen tijd krijgt om te herstellen, kan dit resulteren in vermoeidheid, spierblessures, stressfracturen en ademhalingsklachten. Dit alles gaat ten koste van de training en uiteindelijk de prestatie.
    Beginners raden wij aan om twee niet opeenvolgende dagen complete rust te nemen. Op deze rustdagen geldt absolute rust, ook wat betreft andere sportieve bezigheden. Als wij ervan uitgaan dat in het weekeinde de lange duurloop wordt gedaan, dan kunnen de vrijdag en maandag als rustdagen worden gebruikt.
    Neem door de week een derde rustdag als daar behoefte aan is. De gevorderde en ervaren atleten kunnen op de rustdagen joggen, rekkingsoefeningen doen of misschien gaan fietsen of zwemmen, maar niet te fanatiek. Zelfs topatleten moeten rustdagen nemen.

    3. Cross-training
    Voor de hierboven genoemde extra training geldt: ontspanning door inspanning. U kunt tegelijkertijd zowel uitrusten als trainen met bijvoorbeeld de in de Verenigde Staten populaire cross-training (geen veldloop). Dit is een goede afwisseling op het maken van kilometers, terwijl het hart-longsysteem toch wordt aangesproken. Fietsen en zwemmen zijn hiervoor uitstekende voorbeelden, waaraan u ook stretch- en krachtoefeningen kunt toevoegen. In het schema past een cross-training het beste in het weekeinde. Houd de inspanning tijdens deze training wel beperkt, zodat de langeafstandstraining niet in het geding komt.

    4. Het juiste tempo
    Iedere atleet kan de marathon uitlopen als hij of zij maar het juiste tempo aanhoudt. Met een te hoog tempo stort u in. Als u maar langzaam genoeg start, redt u het. Het maakt niet uit of een atleet per kilometer een tempo van vier of zes minuten loopt. Om de marathon te volbrengen is slechts het juiste tempo noodzakelijk.
    Probeer dat tempo te vinden door te trainen op u eigen (marathon-)niveau. Om dat tempo te bepalen is wel enig vakmanschap vereist. Gemakkelijker is het om formules los te laten op recente tijden op de tien kilometer of de halve marathon. De meest gebruikte en gemakkelijke is het verdubbelen van uw halve marathontijd; tel daar tien procent bij op.

    5. Snelheid
    Lopers die zich voor het eerst voorbereiden op de marathon hoeven niet op snelheid te trainen. De opbouw van het aantal kilometers en training op de lange afstanden is voor hun lichaam al voldoende. Snelheidstrainingen, die een totaal ander effect op het lichaam hebben, veroorzaken bij deze categorie lopers eerder blessures.
    Wanneer u echter al een marathon achter de rug heeft of u wilt uw prestaties verbeteren, kunt u met meer snelheid iets van uw eindtijd afknabbelen. Doe hiervoor één keer per week een intervaltraining, een heuvelloop of een fartlek (vaartspel).
    Denk daarnaast eens aan een snellere duurloop (eenmaal per week), waarbij u onderweg twintig tot dertig minuten loopt in een iets hoger tempo dan het marathontempo. Verhoog het tempo zodanig dat de ademhaling zwaarder is dan bij een normale trainingsloop, maar raak niet buiten adem. Ervaren lopers doen deze snellere duurloop op dinsdag en de snelheidstraining op donderdag, waardoor op woensdag een rustige trainingsloop kan worden gedaan.

    6. Duurloop
    Er blijft in het schema nog genoeg ruimte over om ook een gewone duurloop te doen. Loop eens per week een afstand die de helft is van de lange duurloop, en dat in het zelfde tempo als die lange duurloop.
    Beginners kunnen deze loop het beste in het midden van de week, bijvoorbeeld op woensdag, doen. Op de dag ervoor en erna moet dan wel een korte, rustige duurloop op het programma staan. Als u behoefte heeft aan stretch- en krachttraining, doe dat dan juist op die twee dagen.
    Gevorderden en ervaren atleten moeten ook dagen reserveren voor rustige loopjes. Deze kunnen worden gepland tussen de lange duurloop, de tempo- en de snelheidstraining.

    7. Weektotaal
    Beginners zouden per week twee keer zoveel kilometers als de lange duurloop moeten halen. Als de lange duurloop bijvoorbeeld 24 kilometer bedraagt, komt u die week op een totaal van 48 kilometer. De meer gevorderde atleten maken natuurlijk meer kilometers, maar het mag niet het driedubbele van de lange duurloop overschrijden.
    Als u per week te veel kilometers maakt, loopt u de kans om overtraind te raken. De signalen van overtraining zijn vermoeidheid, zware benen en een gebrek aan plezier in het lopen. Mocht u toch deze symptomen vertonen, neem dan enkele dagen rust en hervat daarna het trainingsschema.

    8. Rustweek
    Rustdagen inlassen is niet voldoende om het gevaar van overtraining te voorkomen. De meeste, succesvolle marathonschema’s bevatten ook rustweken. Hiermee wordt níet bedoeld dat u een week niet loopt. Als daar behoefte aan is, is dat overigens geen probleem.
    In de rustweek doet u in de lange duurloop een stapje terug. Elke derde week moet de omvang van de lange duurloop worden teruggebracht tot ongeveer tweederde. Als het schema een duurloop van vijftien kilometer zou moeten aangeven (elke week plus twee kilometer), dan wordt dat dus tien kilometer. De week daarop moet de progressie op de lange duurloop hervat worden met bijvoorbeeld zeventien kilometer.
    Ook ervaren atleten moeten om de paar weken een stap terug doen om fysiek en mentaal tot rust te komen. Zo’n week werkt ontspannend en zorgt voor de zogenaamde supercompensatie, zodat u daarna op een hoger trainingsniveau terechtkomt.

    9. Ervaring
    Voor beginners is het heel belangrijk om tijdens de voorbereiding op de marathon aan enkele wedstrijden mee te doen. U raakt vertrouwd met wedstrijden en zaken als de warming-up, hoe het voelt om in een massa te lopen, hoe u moet omgaan met de vochtinname, wanneer en wat u moet eten en of uw schoenen blaren veroorzaken.
    U kunt beter de fouten in minder belangrijke wedstrijden maken, zodat u deze niet meer tegenkomt tijdens de marathon. De meeste coaches waarschuwen ervoor om tijdens de voorbereiding op de marathon niet te veel wedstrijden te lopen. Een vuistregel is om eens in de drie tot vier weken een wedstrijd te lopen.
    Probeer twee weken voor de marathon een 10-kilometerwedstrijd te doen. Naar aanleiding van deze wedstrijd kunt u goed bepalen of u er helemaal klaar voor bent en wat het tempo op de marathon zou moeten zijn.

    10. De laatste weken
    Te veel atleten stevenen te enthousiast op de marathon af. Het lichaam moet kunnen herstellen na alle zware trainingsarbeid. In de laatste twee weken voor de marathon moet u daarom het aantal kilometers halveren. In de laatste twee, drie dagen loopt u nauwelijks. Deze rustperiode stelt niet alleen de spieren in staat te herstellen, maar bevordert ook de opslag van de belangrijkste brandstof (koolhydraten) in het spierweefsel.
    De omvang neemt in de laatste twee weken weliswaar af, maar voor de snelheid in de trainingen geldt dat niet. Deze afbouwperiode is een goed moment om het juiste tempo voor de marathon te oefenen, maar dan op veel kortere afstanden. Eén manier om de omvang te verminderen is om op de rustige dagen volledig rust te houden.
    Waarschijnlijk is de behoefte groot om op de dag voor de marathon nog even te lopen. De eventuele nervositeit kan daarmee verdwijnen, zodat een loopje ontspannend werkt. Een duurloopje van slechts enkele kilometers is dan ruim voldoende. Zo verschijnt u op de grote dag uitgerust aan de start.

    11. Motivatie
    Er zijn coaches van wie men zegt dat zij zo goed kunnen motiveren dat ze zelfs een schildpad kunnen laten hardlopen. De motivatie moet echter uit de atleten zelf komen. Sommige mensen onderschatten wat het is om ruim 42 kilometer te lopen. Dat vereist moed, doorzettingsvermogen en toewijding.
    Als het volbrengen van een marathon een fluitje van een cent zou zijn, deed iedereen het. U moet de trainingen koesteren. Als u niet gefixeerd bent op het uitlopen van de marathon, mislukt het. U slaagt ook niet als u niet gemotiveerd bent om u goed voor te bereiden.
    Het lopen en de voltooiing van de marathon is dat wat u ervoor terugkrijgt. Atleten die bereid zijn grondig en gedegen te trainen, ervaren uiteindelijk dat het lopen van een marathon meer plezier dan pijn biedt.

    Om de juiste uitkomst te krijgen moet u het volgende doen:

    Kies een afstand die het beste past bij uw huidige conditie.
    Vul de meest recente tijd op die afstand in.

    (Kies voor een trainingstempo in minuten per kilometer.)

    Klik op ‘Bereken’.

    Lees de aanvullende informatie over de trainingstempo’s.

    Let op: lees ook het gedeelte onder aan de pagina getiteld: In de praktijk.

     

    Trainingstempo

    Hoe snel moet u trainen?
    Het belangrijkste dat iedere loper moet weten is: hoe snel moet ik in mijn trainingen lopen? Met behulp van onze calculator krijgt u een antwoord op uw vraag plus een aantal suggesties voor de training!
    Met de ingevoerde gegevens wordt een voor u ideaal tempo berekend. Met andere woorden, geen onmogelijk tempo dat voor topatleten is bedoeld, maar tempo’s die voor u goed te doen zijn.

    Uw laatste wedstrijd afstand (tot op 1 decimaal, b.v. 16.1):


    Uw tijd (uren:minuten:seconden): : :

    Trainingstempo in:

    Uw rustige trainingstempo: Meer over rustige trainingen
    Uw snelle trainingstempo: Meer over snelle trainingen
    Uw anaërobe trainingstempo: Meer over anaërobe trainingen
    Uw tempo voor snelheidstrainingen: Meer over snelheidstraining
    Uw lange-duurlooptempo: Meer over lange duurlopen
    Uw Yasso's 800s trainingstempo: Meer over Yasso's 800s

    Rustige trainingen

    Toptrainers en wetenschappers zijn van mening dat atleten tachtig tot negentig procent van hun wekelijkse trainingen rustig zouden moeten uitvoeren (dat geldt ook voor uw lange duurlopen, die u in hetzelfde tempo kunt lopen).
    Deze rustige training is goed voor uw aërobe vermogen, uw spierstelsel en het maakt uw botten sterker. Daarnaast helpen ze u meer calorieën te verbranden en te herstellen van een zware training.


    Tempotrainingen

    Deze trainingen helpen u efficiënter te lopen en brengen u in vorm. Ze worden vaak omschreven als een 'snelle maar gecontroleerde' trainingsvorm, en ze zijn een goede voorbereiding voor wedstrijden van 10.000 meter tot en met de marathon. Deze tempotrainingen worden meestal in twee categorieën ingedeeld: tempolopen van drie tot tien kilometer, of lange intervallen met korte rustpauzes.
    Hier is een voorbeeld van zo'n intervaltraining: viermaal twee kilometer met een rustpauze van twee minuten rustig joggen.
    Doe deze trainingsvorm niet vaker dan een keer in de week. Snelheidstrainingen mogen niet meer dan tien tot vijftien procent van uw totale training uitmaken.


    Anaërobe trainingen

    Anaëroob trainen is trainen met zuurstofschuld. Het voornaamste effect van anaërobe trainingen is dat u in wedstrijdvorm komt. U loopt met zuurstofschuld wanneer u harde tempo's of intervallen traint. In de trainingscyclus worden anaërobe trainingen bij voorkeur afgewerkt in de laatste voorbereidingsfase op een 5000-meterwedstrijd of een halve marathon. Grofweg overschrijdt u de anaërobe drempel (van aërobe naar anaërobe training), wanneer u tijdens het lopen niet meer kunt converseren zonder naar adem te snakken.
    Een voorbeeld van een anaërobe training: zesmaal 800 meter in een tempo waarin u verzuurt en zuurstofschuld opbouwt. Om te herstellen kunt u - tussen de herhalingen door - minstens vier tot zes minuten joggen.
    Deze zware trainingsvorm kunt u beter niet meer dan een keer per week toepassen. Anders gezegd: deze mag niet meer dan zes tot tien procent van uw
    totale training uitmaken.


    Snelheidstrainingen

    Deze trainingen helpen u in vorm te komen en maken u uiteraard sneller. Dit zijn vaak ook intervaltrainingen gemaakt om u voor te bereiden op wedstrijden van 800 meter tot 5000 meter.
    Hier is een voorbeeld van een goede snelheidstraining: achtmaal 400 meter in uw snelheidstempo, met drie tot vier minuten jogging als herstelpauze.
    Doe deze trainingsvorm niet meer dan een keer in de week. Snelheidstraining mag niet meer dan vier tot acht procent uitmaken van uw totale training.


    Lange duurlopen

    Zij vormen de basis voor ieder marathontrainingsprogramma. Lange duurlopen zijn niet alleen de basis voor een puike conditie, maar versterken tevens het vertrouwen in uw eigen kunnen, vergroten uw discipline en zorgen voor een goede vetverbranding. Zelfs als u niet in training bent voor een marathon, is het toch aan te bevelen om minstens een lange duurloop in de week in uw trainingsprogramma op te nemen.
    U kunt deze duurlopen het beste in een ontspannen tempo lopen. Langzamer is beter dan sneller in dit geval! Uw lange duurloop kan een langzame training zijn, zodat u de spieren spaart voor andere dagen waarop u misschien tempolopen of snelheidstrainingen gepland heeft. Er zijn vele theorieën over hoe snel of langzaam u een duurloop zou moeten lopen, maar belangrijk is vooral dat u de afstand langzaam uitbouwt en uw lichaam laat wennen aan een training van drie, vier of misschien wel vijf uur.


    Yasso's 800s

    Yasso's 800s zijn genoemd naar Bart Yasso, een atleet die al meer dan vijftig marathons en ultramarathons heeft gelopen. Het is een eenvoudig concept en waarschijnlijk daardoor zo populair bij veel marathonlopers. De methode luidt als volgt: indien u een marathon in 2.45, 3.29 of 4.11 uur wilt lopen, traint u 800 meters in (bijna dezelfde) 2.45, 3.29 of 4.11 minuten.
    Yasso is van mening dat u deze training, als onderdeel van uw marathontraining, een keer in de week kunt doen. Begin bijvoorbeeld met vier keer 800 en bouw dat op tot tien keer 800. Jog tussendoor net zolang als u over uw 800 meter doet.
    Een goede Yasso's 800s-training: zes keer 800 in uw Yasso's 800s trainingstempo, met als herstelpauze joggen (even lang als de 800 meter duurde).

    Tip: Yasso's 800's zijn eigenlijk voor iedere loper een goede (tempo)training.

    In de praktijk

    Omdat er zoveel verschillende trainingen zijn, wil dat nog niet zeggen dat u ze allemaal in een week moet doen. Het is juist beter dat niet te doen. Denk aan het volgende:

    Harde, zware trainingen

    Wij raden beginnende en gevorderde lopers aan om hooguit twee zware trainingen per week uit te voeren. Gevorderde lopers kunnen drie harde trainingen proberen, maar moeten wel oppassen. Onder harde trainingen verstaan we: tempolopen, maximale zuurstof lopen, snelheidstrainingen, Yasso's 800s en lange duurlopen.


    Harde trainingen, rustige trainingen

    Een harde training behoort te worden gevolgd door een rustige training (of nog beter: door twee rustige trainingen). Hieronder vallen natuurlijk ook volledige rustdagen of dagen waarop u een andere sport bedrijft.


    Rustdagen

    Beginners en lopers die pas kort bezig zijn kunnen vier tot zes dagen in de week lopen. Wij raden een tot twee rustdagen aan, waarop u niet traint (of misschien slechts een half uurtje gaat wandelen), en een of twee dagen waarop u een andere vorm van bewegen kiest (bijvoorbeeld fietsen of zwemmen)


    Alternatieve trainingen

    Er zijn ruim voldoende mogelijkheden om op een andere manier dan lopen actief te zijn. Hoewel er geen wetenschappelijk bewijs is dat u er sneller van wordt, wordt u wel sterker, gezonder en heeft u minder kans op blessures als u aan andere sporten doet. Goede alternatieven zijn zwemmen en aquajoggen, krachttraining, fietsen, roeien of inline skaten.

    Klik op de afbeelding om het bericht vergroot weer te geven



    Bron: De Telegraaf, Telesport (Sportmedische rubriek), 12 januari 2008. Door Jos Benders, chef arts Service Medical

    Omdat de voeten het volledige lichaamsgewicht dragen en continu vele krachten moeten absorberen, zijn ze erg gevoelig voor blessures. Bij alle sporten worden de voeten belast en lopen zij risico op een blessure.
    Blessures aan de voeten kunnen op verschillende manieren ontstaan. Een veel voorkomende aandoening is hielspoor, waarbij de aanhechting van de bindweefselplaat onder de voet aan het hielbeen geirriteerd en ontstoken is.
    Vermoeidheids- of stressfracturen kunnen ontstaan van de verschillende botjes in de middenvoet door overbelasting. Fracturen van de middenvoetsbeentjes in de voorvoet ontstaan vaak door ongevallen, bij voetballers is dit een frequente blessure.
    Op de aanhechting van de achillespees aan het hielbeen kan een overbelastingsbeeld ontstaan bij kinderen, die veel aan sport doen, leeftijdsgroep 8-12 jaar (ziekte van Sever, vergelijkbare aandoening als de ziekte van Osgood-Schlatter van de knie) 

    Hielspoor (pijnlijke hak)
    Voetklachten na een periode van immobiliteit

    Hielspoor (pijnlijke hak) 

    Een blessure die vooral veel hardlopers treft is de pijnlijke hak of hiel, in medische termen de fasciitis plantaris. Dit is blessure op de belaste zijde van de voet onder de hak. De pijn daar begint meestal geleidelijk tijdens of na het lopen, maar kan ook plots aanwezig zijn. Het is moeilijk om de pijn te ontlopen, omdat het de plek is waar je je voet het eerst belast. Vooral ’s ochtends bij het opstaan is de pijn irritant; na enige tijd is de scherpste pijn er meestal af, maar blijft wel hinderlijk aanwezig. De oorzaak is een irritatie van het peesblad onder de voet die de voetboog onderhoudt. Bij plotse pijn kan er sprake zijn van een scheuring van dit peesblad. Vaak doet de buiger van de grote teen die er naast ligt ook mee.

    Oorzaak
    De oorzaak van de irritatie is overbelasting van de fasci plantaris. Dit komt door te veel hardlopen zonder voldoende hersteltijd te hebben ingelast. Andere en mede oorzaken van dit ongemak kunnen gezocht worden in verkeerd en/of oud schoeisel en voetstand afwijkingen. Bij te lang doorlopen op schoenen waar de demping uit is, kunnen gemakkelijk deze klachten ontstaan. Met het ouder worden neemt het herstel vermogen van het lichaam af, hetgeen verklaart waarom ik deze blessure vooral zie bij 35+-ers. Hardnekkigheid kenmerkt deze blessure, waarbij je moet denken in maanden als er geen snelle maatregelen worden getroffen. Het zo goed mogelijk ontlasten van het pijnlijke gebied is een vereiste. In het ene geval kan een aangepast hakje voldoende zijn, soms is het beter een op maat gemaakte steunzool te laten aanmeten. Uiteraard dient ook de belasting teruggeschroefd te worden. Om de conditie te onderhouden kunnen alternatieve trainingsvormen aangewend worden, te denken valt aan zwemmen en fietsen (of aquajoggen en crosstrainen).

    Behandeling
    Spierversterkende oefeningen van de voet zijn aan te raden, met daarnaast bij hardnekkige gevallen een nachtspalk, een soort brace die ’s nachts zorgt voor een continue aanspanning van de pees en peesplaat. Een goed en goedkoper alternatief voor de nachtspalk is de strassburg sock, die hetzelfde effect heeft.
    Pas als de klachten volledig zijn verdwenen kan heel voorzichtig de loopbelasting worden opgebouwd.
    Neem als hardloper ook lichte pijnklachten aan de hak serieus en loop daar niet zo maar mee door!

    Terug naar boven

    Voetklachten na een periode van immobiliteit

    De oorzaak van veel voetklachten ligt in een verstoring van de balans die er in de voet zit. Dit kan veroorzaakt worden door een ongeval als een breuk in de voet, maar ook door een breuk wat verder van de voet af als het onderbeen. Doordat gedurende een periode de voet niet belast wordt, zullen de spieren in de voet slapper worden. Ook ontstaat er vaak een stijfheid in de voet door de gipsbehandeling. Dan is na 6 weken de breuk genezen, maar de voet nog niet goed belastbaar vanwege de stijfheid en zwakte van de voetspieren. Vaak ontstaan er in deze periode voetklachten (pijn) welke daarvoor nooit aanwezig waren: afwijkende voetstand als bij voorbeeld platvoeten gaan dan opeens opspelen. Maar ook een verzwikking van de enkel waardoor enkele weken rustig aan moet worden gedaan, kan een pijnlijke voet tot gevolg hebben. Met specifieke oefeningen om de spieren te versterken en los te maken kunnen veel klachten verbeteren. Vaak ook zullen steunzolen al dan niet tijdelijk de voet moeten ondersteunen op weg naar herstel. Een vaak gestelde vraag betreft het nut van steunzolen bij voeten die geen klachten geven. Over het algemeen hebben steunzolen daar geen waarde, soms dan wel bij andere klachten als knie en rugklachten. Goede schoenen kunnen heel veel voetklachten ondervangen, dat heb ik zelf ook gemerkt.

    Bron: V. Rutgers, sportarts

    Terug naar boven

    Trainingsintensiteit

    gevoelswaarden omschrijving hartslagzonde

    Gevoel 1 Slenteren Recuperatie

    Gevoel 2 loslopen / recuperatietraining Recuperatie

    Gevoel 3 lange trage duurloop Laag extensief

    Gevoel 4 normaal lange duurloop – vlot praten tijdens het lopen is mogelijk Extensief

    Gevoel 5 iets snellere duurloop, gevoel iets meer te moeten doen dan gewoon Intensief duur

    rustig lopen – nog niet zwaar – praten vlot mogelijk

    Gevoel 6 snelle duurloop, maar nog niet in het rood – gevoel snel te lopen Tempoduur

    zonder echt af te zien – vlot praten niet mogelijk

    Gevoel 7 randje van in het rood gaan – gevoel overslagpols Extensief interval

    Gevoel 8 in het rood Laag anaëroob

    Gevoel 9 maximaal, goed voor een paar minuten, niet meer Hoog anaëroob

    Gevoel 10 niet te doen – onmogelijk enige tijd vol te houden Maximale HF

    Mensana

    trainingsadvies • Lopen Recreant

    Fase 1: opbouw basisconditie (voorbereidingsfase 1)

    Wie & duur

    I Iedereen

    I Afhankelijk van het uitgangsniveau: minimaal 6 weken tot meerdere maanden

    Trainingsprincipes

    I Verhoog het trainingsvolume indien mogelijk door eerst het aantal trainingen per week te verhogen. Daarna, als dat

    niet hoger kan, de trainingsduur per training

    Als je meer wil en kan trainen, train liever 3 keer per week, dan 2 keer. Zijn meer trainingsdagen niet mogelijk en wens

    je toch meer te trainen, loop dan geleidelijk wat langer bij elke training.

    I Zorg voor voldoende rust tussen de trainingen, zodat je de volgende training volledig fris kan starten

    Aantal trainingsdagen per week

    I Minstens 2, liefst 3

    Opbouw

    In cyclussen van 3 weken:

    I telkens 2 weken oplopend schema en 1 week herstel

    vb. recreant: 20 - 25 - 15 - 25 - 30 - 20 km

    Trainingsvormen

    I recuperatie- of hersteltraining: rustig loslopen. Toe te passen bij het begin of het einde van een zwaardere training of

    als herstel de dag volgend op een zware training

    intensiteit: hartslagzone recuperatie of gevoel 1 – 2 (zie onderaan)

    I extensieve duurtraining: lange rustige training van 20 minuten tot 1u afhankelijk van getraindheid

    intensiteit: hartslagzone extensief duur of gevoel 3 – 4 (zie onderaan)

    aantal: 2 x per week of meer indien mogelijk

    I snelheid: via versnellingen (zie verder) onderhoud je de snelheid op een veilige manier

    Bel of mail naar MENSANA voor vragen betreffende dit schema.

    Piet Van Bastelaere • Bruno Jacobs

    Gentsesteenweg 132 • Sijsele-Damme • 050 72 83 90

    www.mensana.be • info@mensana.be

    Werkwijze

    Werk achtereenvolgens voorbereidingsperiode 2 en 3 af

    I Gedurende 6 tot 9 weken voorbereidingsperiode 2 met trainingen uit het basispakket en intensieve duurtrainingen

    I Gedurende 6 tot 9 weken voorbereidingsperiode 3 met trainingen uit het basispakket, tempoduurtrainingen en extensieve

    intervaltrainingen

    Trainingsvormen

    Alle trainingsvormen, gebruikt bij de opbouw van de basisconditie, blijven aan bod komen.

    Basistrainingen blijven dus:

    I recuperatie- of hersteltraining

    I extensieve duurtraining

    I snelheid

    1 training op 3 wordt, afhankelijk van de voorbereidingsperiode, vervangen door een intensievere vorm van training:

    Voorbereidingsperiode 2:

    I intensieve duurtraining: middellange duurtraining van 30 minuten tot 1u afhankelijk van leeftijd en getraindheid.

    Intensiteit is laag intensief, gevoel 5 (zie onderaan)

    vb: 10 minuten loslopen + 3 versnellingen + 5 x (5 minuten intensief duur gevolgd door 5 minuten extensief duur)

    + 10 minuten loslopen

    Voorbereidingsperiode 3:

    I extensief interval: kort en lang extensief interval aan hartslagen rond het omslagpunt – gevoel 7

    vb: 10 minuten loslopen + 3 versnellingen + 5 x (1000m minuten aan hartslagen rond omslagpunt gevolgd door

    3 minuten loslopen) + 10 minuten loslopen

    I tempo duurtraining: relatief korte duurtraining van 20 minuten tot 50 minuten afhankelijk van leeftijd en getraindheid

    aan vrij hoge intensiteit net onder het omslagpunt – gevoel 6

    vb: 10 minuten loslopen + 3 versnellingen + 3 x (10 minuten tempo duur gevolgd door 5 minuten extensief duur)

    + 10 minuten loslopen

    Voorbereidingsperiode 4:

    I Deze periode wordt niet afgewerkt door en is niet nodig voor een recreant.

    vb. weekschema periode 3:

    ma: rust

    di: rust

    wo: 10 minuten loslopen + 3 versnellingen + 45' extensief duur

    do: rust

    vrij: 45' extensief duur

    za: rust

    zo: 10 minuten extensief duur met 3 versnellingen + 5 x (1000m op omslagpunt gevolgd door 3 minuten extensief)

    + 10 minuten loslopen

    vb. weekschema:

    ma: rust

    di: rust

    wo: 10 minuten loslopen + stretchen + 3 versnellingen – 30 minuten extensief duur

    do: rust

    vrij: rust

    za: 45 minuten extensief duur

    zo: 15 minuten loslopen + 3 versnellingen + 30 minuten extensief duur

    Versnellingen: om de maximale loopsnelheid te onderhouden werk je best met versnellingen. Vanuit stilstand loop je

    100m, waarbij je in de eerste 60m heel geleidelijk de snelheid verhoogt tot bijna sprintsnelheid en die dan korte tijd

    (10m) aanhoudt. Daarna uitlopen, rustig teruglopen naar de startplaats en herhalen.

    Fase 2: Opbouw naar conditiepiek

    Wie

    I Iedereen die voldoende basisconditie heeft en wenst op te bouwen naar een conditiepiek of haar/zijn snelheid wenst te

    verhogen.

    Duur

    I Voorbereidingsperiode 2 en 3 (zie verder): 6 tot 9 weken

    I Voorbereidingsperiode 4 (zie verder): niet voor een recreatief sporter

    Trainingsprincipes

    I Als je harder traint, dan train je best ook minder. Dit geldt zeker als je meer dan 3 x per week traint. Beperk dus het

    weektotaal aan kilometers in voorbereidingsperiode 3.

    I Hoe harder je getraind hebt, hoe langer het herstel duurt. Dus na een zware training neem je best enkele rust- of

    hersteldagen waarop je enkel extensief – gevoel 4 (zie onderaan) traint.

    Aantal trainingsdagen per week

    I Minstens 2 trainingen per week. Meer kan en mag indien mogelijk

    Opbouw

    In cycli van 2 à 3 weken:

    I Bij zeer intensief trainen volgt na 1 zware trainingsweek een herstelweek

    I Bij minder intensief werk kan nog steeds gewerkt worden met cycli van 3 weken, zoals in de periode van opbouw

    basisconditie

    Mijn favorieten
  • zo werkt het lichaam
  • hardlopen.nl
  • .sva-center
  • alle-vitamines-en-mineralen-op-een-rij
  • werking lichaam
  • .zo werkt het lichaam
  • Mijn favorieten
  • joggings
  • joggings2
  • Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    mnmradio
    www.bloggen.be/mnmradi
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    beeseke_love_steven
    www.bloggen.be/beeseke
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    ma_flodder_wordt_50
    www.bloggen.be/ma_flod
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    qkoorts
    www.bloggen.be/qkoorts
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    ma_flodder_wordt_50
    www.bloggen.be/ma_flod
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    trainermarnix
    www.bloggen.be/trainer
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    levensmoeilijkheden
    www.bloggen.be/levensm
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    qkoorts
    www.bloggen.be/qkoorts
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    gedichten_blog
    www.bloggen.be/gedicht
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    liesjetoenoverlevenlevenwerd
    www.bloggen.be/liesjet
    FRANKLOOPT
    --- PUURS - SINT AMANDS--- CEURSTEMONT FRANK - FRANKLOOPT
    hallo iedereen na vele jaren bijna geen sport meer te hebben gedaan , zijn ik al enkele weken terug aan wandelen en opstart lopen , later meer hier over dit proces verloopt traag wat ook normaal is ..... maar terug wat kunnen sporten is al ok het is de bedoeling om mijn ervaringen hier weer te delen voor mezelf mijn info heb terug een Garmin forerunner 255 gekocht later meer ps site zal terug aangepast worden
    01-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trainen in de warmte, waar moet je aan denken?
    Trainen in de warmte, waar moet je aan denken?
    dinsdag 29 juni 2010 Sinds een paar dagen worden we weer met hoge temperaturen geconfronteerd. Hardlopen in deze warme omstandigheden kan uiteraard maar je moet wel enige voorzorg maatregelen nemen om vervelende gevolgen te voorkomen. In dit artikel staan een aantal aandachtspunten op een rij.

    Algemeen
    Train bij voorkeur 's morgens of 's avonds en probeer de hete middag te vermijden. Als u een prestatieloop of wedstrijd wilt gaan doen, train dan op het tijdstip van het komende evenement. Daardoor kan uw lichaam zich aanpassen aan de weersomstandigheden van dat tijdstip. Als de trainingen niet lekker gaan, wees dan zo verstandig om niet deel te nemen.

    Draag luchtige kleding die verdamping van zweet mogelijk maakt, zodat de huid kan afkoelen. Ook de kleur van de kleding is belangrijk. Lichte kleuren zullen de zonnestralen weerkaatsen en daardoor minder warmte opnemen. Donkere kleuren daarentegen absorberen de zonnestralen waardoor ze juist warmte opnemen.

    Probeer geleidelijk te acclimatiseren als het weer plotseling omgeslagen.

    Loop in hitte in een lager tempo dan u gewend bent en loop minder kilometers. Dit is vooral belangrijk wanneer je niet zo goed getraind bent.

    Loop op bosgrond of gras. Dit is aanzienlijk koeler dan lopen op asfalt waar de warmte wordt teruggekaatst.

    Las bij warm weer regelmatig drinkpauzes in, zelfs wanneer u geen dorst heeft. Dorst treedt namelijk pas op als uw lichaam al (te) veel vocht verloren heeft. Wel of geen dorst hebben is dus een slechte graadmeter.

    Een loper zal zich moeten aanleren om tijdens lange duurlopen regelmatig te drinken en niet te wachten tot het dorstgevoel optreedt.

    Trainen met een hartslagmeter
    Bij warm weer liggen de individuele hartslagzones hoger dan normaal. Dit effect is behalve temperatuurafhankelijk, ook afhankelijk van de luchtvochtigheid. Hoe hoger de luchtvochtigheid, des te groter het verhogende effect op de hartslag.

    Door de hogere lichaamstemperatuur gaan de bloedvaten in armen en benen meer openstaan. Hierdoor verplaatst een deel van het totale bloedvolume zich naar de ledematen. Dit geeft een verminderde vulling van het hart, waardoor vervolgens per hartslag ook minder bloed wordt rondgepompt. Om dit te compenseren stijgt de hartfrequentie zodat de hoeveelheid bloed die rondgepompt wordt, gelijk blijft.

    Bovendien treedt bij warm weer sneller uitdroging op doordat veel vocht wordt verloren door een toegenomen zweetproductie. Hierdoor daalt het bloedvolume waardoor de hartslag ook stijgt.

    Het effect van de warmte op de hartslag is niet bij iedereen even sterk. Sommige lopers zullen nauwelijks verschil opmerken terwijl bij anderen sprake is van een 10-15 slagen hogere hartslagzone. Bij koud weer bestaat er een tegenovergesteld effect.

    Mogelijke gevolgen van trainen bij warm weer

    Kramp
    Pijnlijke samentrekkingen van de skeletspieren veroorzaken kramp, meestal in de kuitspier. Dit is het gevolg van extreem vochtverlies, waardoor de balans tussen de zouten in de lichaamscellen (natrium, kalium, calcium) verstoord raakt.

    Collaps
    Een tijdelijk, gedeeltelijk (flauwte) of totaal bewustzijnsverlies (collaps) wordt veroorzaakt door de ophoping van bloed in de onderste extremiteiten. Hierdoor daalt de bloeddruk en volgt verlies van bewustzijn. Personen die gedurende langere tijd in de hitte onbeweeglijk stilstaan, zoals lijnrechters en toeschouwers, lopen risico op deze aandoening

    Zonnesteek
    Symptomen van een zonnesteek (heat exhaustion) zijn ernstige vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn en een huid die kletsnat is van het zweten. Hart en circulatie hebben het zwaar te verduren. Dit komt doordat de huidcirculatie wordt verhoogd om warmte af te kunnen geven, terwijl het circulerend volume verminderd is door het vochtverlies van het zweten.

    Hyperthermie
    Hyperthermie (heat stroke) is een levensbedreigende toestand. Bij het aanblijven van de warmte en het vochtverlies neemt de huidcirculatie af ten gunste van de centrale circulatie. De lichaamstemperatuur kan dan extreem oplopen. Symptomen zijn een hete, droge huid, een snelle pols en irrationeel gedrag. Soms kan het zelfs leiden tot stuiptrekkingen en fatale schade aan het zenuwstelsel en de inwendige organen.

    Tien tips om aandoeningen bij extreem warm weer te voorkomen.

    1. Zweet moet verdampen
    Zweet kan makkelijk verdampen als de kleding gemaakt is van licht, ademend en los geweven materiaal, katoen bijvoorbeeld. Wissel regelmatig van shirt, zodat niet in doorweekte kleding gesport hoeft te worden. Polsbandjes zijn handig om de handpalmen droog te houden en met een hoofdband kun je het zweet uit je ogen houden.

    2. Beschermen tegen de zon
    Ultraviolette stralen (UV), zowel UV-A als UV-B kunnen de ogen beschadigen en huidkanker veroorzaken. Een pet houdt het hoofd koel en beschermt gezicht en nek tegen verbranding. Tegen felle schittering van de zon is een zonnebril of donkere contactlenzen geen overbodige luxe. Op de langere termijn is dit ook beter voor de ogen. De huid kan het best beschermd worden met een zonnebrandcrème met een goede beschermingsfactor (BF) of Sun Protection Factor (SPF). Aangeraden wordt om in Nederland minimaal factor 10 tot 12 te gebruiken. Kleding heeft de voorkeur boven zonnebrandcrème. 's Zomers staat de zon het hoogst tussen 12 en 3 uur en is er meer UV-straling. Het is dus het beste om 's morgens of in de vooravond te sporten.


    3. Wat is de WBGT?
    De Wet Bulb Globe Temperatur (WBTG) is een maat voor de omgevingsstress en wordt berekend uit de temperatuur van de lucht, de vochtigheid, de wind en de straling van de zon. Veel sportbonden houden de WBGT aan als richtlijn om te bepalen of wedstrijden door kunnen gaan of afgelast moeten worden vanwege de verwachte weersomstandigheden. In de regels van de Womens Tennis Association (WTA) en International Tennis Federation (ITF) is bijvoorbeeld opgenomen dat bij een WBGT boven de 28 graden Celsius wedstrijden uitgesteld kunnen worden.

    4. Voldoende vocht
    Zorg ervoor voldoende te drinken. Bij kortdurende inspanningen, bijvoorbeeld een training van een uur, is water drinken een goede manier om vochtverlies aan te vullen

    5. Mineralen en koolhydraten aanvullen
    Bij langere trainingsperioden en tijdens wedstrijden is het verstandig om niet alleen het vocht, maar ook de mineralen en koolhydraten aan te vullen. Isotone dranken zijn hiertoe uitstekend geschikt. Na één à twee uur sporten raken ook de koolhydraatreserves uitgeput en kunnen sportdranken met extra energie de sportprestaties verbeteren. Vermijd het drinken van energiedranken (hypertoon), daar het vochtverlies in het algemeen groter zal zijn dan het energieverlies.

    6. Géén zouttabletten
    Vroeger werden zouttabletten nog wel eens aanbevolen op warme, hete wedstrijddagen. Doe dit echter niet. Hoewel het juist is dat zweet zout bevat, is het gebruiken van zouttabletten vergelijkbaar met het drinken van zeewater als je dorst hebt. Het verergert het probleem alleen maar. Drink ruim vocht en vul het verlies van zouten aan met het natuurlijke zout van je voeding.

    7. Pauze houden
    Tijdens trainingen in de hitte is ruim gebruik van pauzes (dertig minuten spelen, twintig minuten rust) aan te bevelen. Indien je een wedstrijd moet spelen, zoek dan de schaduw op in de rust of tijdens de wissel. Koel het gezicht met koud water. Het lichaam koelt ook af van een natte handdoek in de nek.

    8. Gewichtsverlies peilen
    Weeg jezelf voor en na de training of wedstrijd. Een gewichtsverlies van slechts drie procent (twee liter vocht voor iemand van zeventig kilo) zorgt voor een ernstige afname van de prestatie. Vul vochttekorten binnen 24 uur aan. De tekorten kunnen steeds meer oplopen waardoor bij een wedstrijd van meerdere dagen, een tennistoernooi bijvoorbeeld, op de derde dag problemen kunnen ontstaan.

    9. Kans op herhaling
    Mensen die in het verleden problemen met de warmte hebben gehad, lopen een groter risico op een herhaling en doen er verstandig aan sporten in de zon tot een minimum te beperken. Kinderen, ouderen, zieken en minder fitte mensen lopen een groter risico op warmteaandoeningen. Zij kunnen situaties van extreme en langdurige warmte beter vermijden.

    10. De training opbouwen
    Acclimatiseren is belangrijk, zeker ook als je afreist naar een gebied met een warmer klimaat. Het circulatiesysteem kan de lichaamstemperatuur efficiënter regelen als je de lengte van de trainingen geleidelijk opbouwt. Getrainde sporters zweten bijvoorbeeld meer en sneller bij lagere temperaturen dan ongetrainde. 

    RP© ProRun


    bron:

    01-07-2010 om 08:00 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buikspieren trainen op Swissball is beter (J Bodyw Mov Ther. 2009 Oct;13(4):364-7
       Buikspieren trainen op Swissball is beter (J Bodyw Mov Ther. 2009 Oct;13(4):364-7.)

    Een crunch - tegenwoordig noemen instructeurs hem liever curl up - is effectiever als je hem uitvoert op een Swissball dan als je hem uitvoert op een vaste ondergrond. Tot die conclusie komt bewegingswetenschapper Michael Duncan van de University of Derby in een experiment met veertien studenten. Buikspieren

    Swissball-
    curl-up (1)


    Swissball-
    curl-up (2)

    werken harder als je ze traint op een Swissball.

    Duncan liet zeven vrouwelijke en zeven mannelijke proefpersonen vier buikspieroefeningen uitvoeren terwijl electroden op hun buik verklikten hoe hard de spieren samentrokken. Drie van die oefeningen voerden de studenten uit op een Swissball, eentje - een crunch - op de grond. De Swissballvariant die nog het meest op de crunch lijkt is de Swissballcurl-up. Je ziet hem hiernaast.

    Volgens Duncans metingen spanden de proefpersonen hun buikspieren harder aan als ze de curl-up op de Swissball uitvoerden dan op de grond. Dat vertelt de linkerkant van de figuur hieronder. URA = bovenste buikspieren; LRA = onderste buikspieren.



    Voor drie oefeningen gold dat de bovenkant van de buikspieren harder werkte dan de onderkant. De uitzondering was de Swissball-jackknife. Je ziet hem hieronder.


    Swissball-
    jackknife (1)




    Swissball-
    jackknife (2)

    Als je moeite hebt om je buikspieren goed te trainen, of je buikspieren gewoon wilt trainen op de beste manier, dan zijn Swissballoefeningen dus uitstekend geschikt.

    Of dat voor andere oefeningen ook zo is, dat is nog maar de vraag. In veel gyms is de Swissball zo ongeveer heilig verklaard. Instructeurs laten bezoekers soms zelfs borst-, schouder- en armoefeningen op een Swissball uitvoeren. Daardoor zou je direct ook je buikspieren prikkelen, krijg je dus een veelzijdiger workout. In soortgelijke experimenten als die van Michael Duncan is daar niets van gebleken. Als je bankdrukt op een Swissball, leidt dat dus niet tot een betere activering van de buikspieren dan als je dat op de ouderwetse manier doet.

    [Archief Training]











    bron:
    http://www.ergogenics.org/gezondheid97.html#1

    30-06-2010 om 22:15 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Warm en koud baden achter elkaar versnelt herstel spieren na training (Eur J Appl Physiol. 2008 Mar;102(4):447-55.)

    1 8 - 0 6 - 2 0 0 8

      Warm en koud baden achter elkaar versnelt herstel spieren na training (Eur J Appl Physiol. 2008 Mar;102(4):447-55.) De pijnlijke nasleep van een slopende training met gewichten wordt korter en minder ernstig als je na de training achter elkaar in badkuipen met heet en koud water gaat zitten. Dat schrijven Australische en Nieuw-Zeelandse sportwetenschappers in de European Journal of Applied Physiology. De onderzoekers deden proeven met drie dozijn getrainde krachtsporters.
    Coaches laten hun pupillen na een zware training met gewichten al sinds jaar en dag hete, koude of hete en koude baden nemen. Die hydrotherapie moet het herstel van de training bewerkstelligen.
    Een kwartier in een koud bad van vijftien graden Celsius zitten, met alleen het hoofd boven water, heet in het jargon van bewegingswetenschappers cold water immersion. Doe je hetzelfde in een bad met heet water van 38 graden Celsius, dan heet dat hot water immersion. Stap je gedurende een kwartier zeven keer beurtelings in een bad heet water en in een bad met koud water, dan hebben we het over contrast water therapy. [Je moet wat, als je je onderzoek gefinancierd wilt krijgen - red.]
    De onderzoekers testten alle drie de vormen van hydrotherapie uit op hun krachtsporters. Die moesten eerst vijf setjes op de leg press doen met 120 procent van hun 1RM. Ze deden dus alleen de teruggaande bewegingen, en maakten daarmee tien reps. Als je dat niet gewend bent, ga je na afloop door de grond van de spierpijn.
    Daarna ondergingen de sporters hun hydrotherapie.
    Contrast water therapy [CWT] bleek het meest succesvol. Hieronder zie je met hoeveel gewicht de proefpersonen na de sessie op de leg press nog konden squatten. Gedurende de drie dagen dat de onderzoekers de proefpersonen volgden herstelde de kracht van de contrastgroep sneller dan die van de groep die geen enkele behandeling had ondergaan. [PAS]

    Overigens werkte een heet bad van een kwartier net zo goed als contrast water therapy. Een koud bad had ook een positief effect op het herstel van de kracht, maar het was iets minder dan dat van de andere twee behandelingen.
    Contrast water therapy verminderde ook de spierpijn na de training een beetje. Dat zie je hieronder.

    De andere twee behandelingen hadden geen effect op de spierpijn.
    Wisselbaden helpen krachtsporters dus sneller te herstellen. Hoe dat kan weten de onderzoekers niet. Ze weten eerlijk gezegd ook niet wat de baden in de spieren van de sporters doen. De onderzoekers hebben in het bloed van hun proefpersonen gekeken naar de concentratie van merkers van spierafbraak als creatinekinase, myoglobine en interleukine-6, maar konden geen duidelijk effect van de behandelingen vinden.
    De onderzoekers weten ook niet of sporters soortgelijke effecten kunnen bereiken als ze na een training afwisselend koud en warm douchen.
    [Archief Training]

    More progress with strength training that’s tuned to your hormones

    1 7 - 0 6 - 2 0 0 8

      Meer progressie met krachttraining op hormonale maat (J Strength Cond Res. 2008 Mar;22(2):419-25.) Je had al personalized nutrition [Eten volgens je genen], maar volgens de Journal of Strength and Conditioning Research heb je nu dus ook personalized training. Nieuw-Zeelandse bewegingswetenschappers boekten er in een experiment met zestien rugbyspelers goede resultaten mee.
    Het concept van personalized training gaat ervan uit dat krachttraining de meeste zoden aan de dijk zet als je lichaam tijdens en vlak na de training veel anabole hormonen aanmaakt.
    Testosteron
    De Nieuw-Zeelanders keken daarbij alleen naar good old testosteron. Welk soort krachttraining voor de grootste testosteronpiek zorgt verschilt van individu tot individu. Daarom testten de onderzoekers eerst op alle rugbyspelers vier types training uit, en maten daarbij in hun speeksel de concentratie testosteron. Zo bepaalden ze op welk type krachttraining elke sporter individueel het beste reageerde, en op welk type het slechtst.
    De uitgeteste trainingstypes zie je hieronder. Het laatstgenoemde type betreft geen simpele krachttraining, maar een ballistische training.


    Sets

    Reps

    Belasting

    Rust

    4

    10

    70 procent 1RM

    Twee minuten

    3

    5

    85 procent 1RM

    Drie minuten

    5

    15

    55 procent 1RM

    Een minuut

    3

    5

    40 procent 1RM

    Drie minuten


    De onderzoekers lieten acht spelers trainen volgens het schema dat hun testosteronaanmaak het minste deed stijgen. Acht andere spelers trainden volgens het schema waardoor hun testosteronaanmaak het meeste steeg. Na drie weken maten de onderzoekers hoeveel gewicht de sporters bij de legpress en het bankdrukken omhoog konden krijgen.
    Alle acht sporters die hadden getraind volgens het schema waarbij hun testosteronaanmaak het meeste steeg hadden progressie gemaakt. Van de acht sporters die volgens het schema hadden getraind waarbij hun testosteronconcentratie het minste steeg waren er maar twee vooruitgegaan. De overige zes waren qua kracht blijven steken of zelfs achteruitgegaan.
    [GABA verhoogt afgifte GH na training]
    [Sporters die vroeg in de avond trainen herstellen sneller]
    [Je groeit harder als je traint met een T-shirt extra]
    [Krachtsporters die 's avonds trainen groeien sneller]
    [Intervaltraining ontziet testosteron]
    [Zuurstofschuld veroorzaakt groeihormoonpiek na lange sets]
    [[GH-piek is iets hoger na concentrische training]
    [Koolhydraten tijdens training verlagen cortisol]
    [Verzuring helpt GH-afgifte na training op gang]
    [Archief Training]

    bron:
    http://www.ergogenics.org/gezondheid134.html

    30-06-2010 om 22:08 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Zet je handen dicht bij elkaar voor de beste push-up (J Strength Cond Res. 2005 Aug;19(3):628-33.)
    De push-up is misschien wel de eerste oefening die mensen hebben bedacht om hun lichaam sterker te maken. Sporters die thuis trainen bouwen er verrassend veel kracht mee op. Voor die sporters is het onderzoek dat fysiotherapeuten van Mayo Clinic vijf jaar geleden publiceerden dubbel zo interessant. In dat onderzoek staat dat je meer uit de push-up kunt halen als je je handen dichter bij elkaar op de grond zet.

    De onderzoekers liet 40 proefpersonen een push-up maken nadat ze electroden op hun borstspieren en triceps hadden aangesloten. Zo konden ze de electrische activiteit in die spiergroepen meten. Hoe hoger die activiteit, des te intensiever wordt die spier geprikkeld. Bewegingswetenschappers gebruiken de methode als ze willen vaststellen welke variant van een oefening spiergroepen beter prikkelt.

    De proefpersonen zetten hun handen op 3 verschillende manieren neer: op shoulder width base (SW) (A), wide base (WB) (B) en narrow base (NB) (C).



    Hieronder zie je de totale electrische activiteit tijdens de 3 varianten van de push-up in de triceps en de pectoralis major. Opdrukken met je handen wijd uit elkaar scoort net iets minder goed dan de andere varianten, jezelf opdrukken met je handen bijelkaar scoort juist iets beter.



    De figuur hierboven geeft gemiddelden weer. Bij sommige individuen was het verschil tussen de electrische activiteit bij de oefeningen groter. Zoals de proefpersoon waarvan je hieronder de actviteit van de pectoralis major ziet.



    In populaire fitnessmanuals kun je al lezen dat je met een push-upvariant waarbij je handen dicht bij elkaar op de grond staan je triceps beter isoleert. Dat klopt dus. Maar je doet hetzelfde met je borst. "If an individual uses the push-up as a form of upper-extremity exercise to strengthen the pectoralis major and triceps brachii, we recommend using the narrow base hand position", besluiten de onderzoekers.

    De beste lat pull-down: stang naar je borst, niet in je nek (11-10-2009)
    Buikspieren trainen op Swissball is beter (30-9-2009)
    Bodybuilders krijgen stierennek niet vanzelf (10-9-2009)
    Bankdrukken isoleert borstspier net zo goed als peck-deck (11-5-2009)
    [Archief Training]


    bron:
    http://www.ergogenics.org/gezondheid134.html

    30-06-2010 om 22:06 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nuttige, multifunctionele bal - Het nut van de Swiss Ball

    Een nuttige, multifunctionele bal

        

     

       

                                     

    Het nut van de Swiss Ball

    Meestal worden deze ballen Swiss Balls (afgekort SB) genoemd. Maar ook andere namen kom je tegen, zoals Stability Ball, Thera Ball, Exercise Ball, Gym Ball en Fit Ball. Van origine komen dit type ballen uit Zwitserland en vandaar ook de naam Swiss Balls. Ze zijn al meer dan 40 jaar bekend en worden veel gebruikt in therapeutische settings, zoals fysiotherapie en oefentherapie. SB-training is zeker niet alleen geschikt voor ouderen of mensen met beperkingen. De laatste jaren worden SB in allerlei trainingsprogramma’s toegepast. Ook in menig krachttrainingsprogramma van topsporters kom je de SB tegen.

     Het draait om stabiliteit


    Als je oefeningen uitvoert op een SB dan merk je meteen dat je instabiel bent en dat het moeite kost om je positie vast te houden. Vooral je romp moet zich flink inspannen en dat is juist de kern van het trainen met een SB. Bij vrijwel alle sportbewegingen, maar ook bij alledaagse activiteiten is het belangrijk om je romp stabiel te houden. Angelsaksisch ingestelden noemen het ‘core stability’. Je ‘core’ of romp loopt van je heupen tot aan je oksels. Je kan verschrikkelijk sterk zijn in je armen en benen, als je rompstabiliteit of rompkracht onvoldoende is dan komt die arm- of beenkracht niet tot uitdrukking. Je bent altijd zo sterk als je zwakste schakel.

    Ter verduidelijking: je kunt kniebuigen oefenen met een Leg Press Machine of met een Squat. Bij de Leg Press zit je in een machine waar je ‘klem’ in zit. Het ‘enige’ wat je hoeft te doen is je benen buigen en strekken. De rest wordt gecontroleerd. Bij een echte squat komt er meer bij kijken. Je moet namelijk naast het buigen en strekken ook stabiel blijven. Dat betekent dat de squat moeilijker is, maar dat je wel meer spieren traint.

     

    Meerwaarde Swiss Balls


    SB kunnen dus prima gebruikt worden om je rompstabiliteit te trainen. Daarnaast leent de SB zich goed voor diverse lenigheidsoefeningen. De meerwaarde van SB kun je samenvatten door de vier volgende aspecten:


    1. Hoe instabieler je oefent en traint, hoe meer spieractiviteit je ontwikkelt.
    2. Hoe sterker je romp (‘core’), hoe groter je totale krachtpotentie.
    3. Hoe complexer de beweging, hoe meer je zenuwstelsel wordt getraind.
    4. Hoe groter de bewegingsuitslag, hoe effectiever de bewegingen die je maakt.


    De SB levert al deze voordelen. Verder scoort de SB qua kosten-effectiviteit zeer hoog. Voor weinig geld kun je je training aanzienlijk verbeteren. Ook biedt het de nodige afwisseling en trainen met een SB is leuk. Het traint ook prettiger, omdat je lekkerder op een bal ligt dan op de grond. Met een SB kun je de rug/wervelkolom trouwens prima rekken. Een SB zorgt voor een instabiele omgeving en bereid je zo voor op typische sportomstandigheden. De voordelen in het kort: betere prestaties, betere balans, meer kracht in buik en lage rug, en minder blessures.

     

    Hoe kies je een SB?


    Swiss Balls zijn gemaakt van hoogwaardige kunststoffen en kunnen fors belast worden. Vaak is het maximale gewicht waarmee een bal belast kan worden (‘anti-burst’) aangegeven. Een minimum dat geadviseerd wordt is 300 kg, het maximum ligt momenteel op 1.500 kg en het gemiddelde ligt rond de 500 kg. Let voor je een bal aanschaft op een aantal zaken.

    Allereerst op het formaat. Er bestaan meerdere formaten. De meest gangbare diameters zijn 55, 65 en 75 cm. Maar ook 45 (voor kinderen) en 85 kom je tegen. Het balformaat is onder meer afhankelijk van je lichaamsmaten. Soms is armlengte maatgevend, maar meestal de lichaamslengte. Een surftocht langs verschillende sites laat zien dat er vele soorten indelingen zijn en wie gelijk heeft is lastig aan te geven. De waarden in de tabel zijn daarom indicatief.

     

    Lichaamslengte
    (in cm)

    Armlengte
    (in cm)

    Diameter Swiss Ball
    (in cm)

    < 168

    55 - 66

    55

    168 - 188

    66 - 81

    65

    > 188

    81 - 90

    75



    Een andere indicatie over de juiste maat is de hoek van je knieën als je op de bal zit. Als die zo’n 90 graden is dan is het goed. Het hangt wel af in welke mate de bal is opgeblazen. Een andere factor die meeweegt in de keuze is het gewicht van de sporter. Naarmate je zwaarder bent, is het beter om een grotere SB te kiezen.

    SB zijn in diverse kleuren beschikbaar. Soms verschilt de kleur per formaat. Ook de prijs kan nogal variëren, namelijk tussen de 8 en 25 euro. Let ook op de oppervlakte van de bal. Is dit stroef of glad? Na aanschaf van de SB is meestal een gewoon pompje (bijv. de fietspomp) voldoende om de bal gebruiksklaar te maken.

     

    Enkele kritische noten


    Met name in Amerika is de SB zeer populair geworden en in vrijwel ieder fitnesscentre of gym kom je SB tegen. Echter, het gebruik neigt inmiddels naar overdrijving. Houd altijd het doel waarvoor je traint voor ogen. Ga slim en efficiënt met je training(stijd) om. In België kom je de SB nog niet veel tegen in fitness- en krachttrainingscentra, hoewel de aandacht wel lijkt toe te nemen. In een powerlift- of ander serieus krachttrainingsprogramma moet je de SB zien als een uiterst nuttig hulpmiddel, maar kan het nooit de echte zware training met ijzers vervangen.

    Praktische trainingstips

    • Zorg dat je voldoende ruimte om je heen hebt. Het kan gebeuren dat je je stabiliteit of evenwicht verliest waardoor je van de bal kunt vallen. Voor sommige oefeningen heb je ook behoorlijke ruimte om je heen nodig.

    • Zorg dat je voeten stevig op de grond staan en niet kunnen wegglijden. Leg een stroef matje eronder of gebruik schoenen die niet wegschuiven.

    • Je kunt de oefeningen zwaarder of moeilijker maken door instabielere situaties te creëren of door de externe belasting (m.b.v. dumbbells, elastieken, barbells) te verhogen.

    • Hoe meer lucht in de bal hoe instabieler de bal is. Beginners doen er goed aan de bal niet te hard op te pompen. Heb je meer ervaring of gaan de oefeningen je gemakkelijk af dan doe je er meer lucht bij.

    • De mate van stabiliteit kun je variëren door je standbenen dichter bij elkaar te zetten. Doe bijvoorbeeld een crunch terwijl je op de SB ligt/zit met de voeten een meter uit elkaar en vergelijk dat met de voeten naast elkaar. De voeten naast elkaar is minder stabiel en dus wordt de training moeilijker c.q. beter.

    • Een algemene trainingsregel is om SB-oefeningen te doen na je gewone oefeningen. Belast eerst flink de primaire spieren en doe dan de oefening met de SB om zo de stabiliserende spieren te trainen. Als primaire spieren vermoeid zijn dan train je de stabilisatoren nog beter.

    • Er zijn ringen waardoor je stabieler op de bal kan zitten als je ‘m als stoel wilt gebruiken (advies niet te lang gebruiken). Ook zijn deze ringen handig om de ballen (op elkaar) op te slaan.

             bron:
    http://www.4-fitness.be/swiss.htm

    30-06-2010 om 21:28 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CORE STRENGTH & STABILITY TRAINING; VOOR STERKE BUIKSPIEREN EN RUGSPIEREN

    CORE STRENGTH & STABILITY TRAINING; VOOR STERKE BUIKSPIEREN EN RUGSPIEREN

    Door het trainen van de core spieren word je hele lichaam sterker, je krijgt er een goede houding van en er komt veel minder druk op je wervelkolom te staan, dit verminderd rugklachten aanzienlijk of zal rugklachten voorkomen! Door core strength & stability training ontwikkel je ook sterke buikspieren en sterke rugspieren; kortom je ontwikkeld een zeer sterke romp van waaruit alle bewegingen van het lichaam beginnen en daarnaast zorgen deze spieren er ook voor dat we rechtop

    kunnen lopen en rennen, wanneer deze spieren zwak zijn of worden dan word het steeds moeilijker om een goede rechtopstaande houding te hebben.

    Sterke basis van waaruit alle (explosieve) bewegingen beginnen

    Een perfecte en sterke lichaamshouding

    Sterke buikspieren

    Sterke (onder)rugspieren

     

     

    Wat is de core unit van je lichaam?

    Met de core unit wordt in het algemeen de romp verstaan; meer specifiek het rug-, buik- en bekkengebied.

    Buikspieren; rectus abdominus, obliques internus & externus abdominus, transversus abdominis.

    Rugspieren; erector spinae en de multifidus maar ook de quadratus lumborum, paraspinale musculatuur, rotatoren, lattisimus dorsi en de trapezius.

    Op bovenstaand overzicht zie je alle spieren die betrokken zijn bij core strength training.

    De romp is zowel de drager als initiator van het menselijk bewegen, in dit verband spreken we over rompstabiliteit en rompkracht. Het is het deel van het lichaam waar het lichaamszwaartepunt zich bevind en welke de voorwaarde vormt voor bewegen en verplaatsen. De romp is het platform voor bewegen, voor verplaatsen en handelingen van ledematen. Hierbij dient de romp zowel stabiliteit als mobiliteit te garanderen. Lukt dit niet dan zullen alledaagse activiteiten en sportactiviteiten niet goed uitgevoerd kunnen worden en is er een grote kans op blessures.

     

     

    OVERZICHT VAN DE BUIKSPIEREN

    Rectus abdominis; rechte buikspier

    Transversus abdominus; dwarse buikspier/buikwand

    External obliques; buitenste schuine buikspieren

    Internal obliques; binnenste schuine buikspieren

    Hierboven zie je een overzicht van de buikspieren; hiervan is de rectus abdominus de bekendste, dit zijn namelijk de welbekende blokjes oftewel de six-pack.

    De schuine buikspieren, oftwel de obliques internus en externus, zijn daarnaast uiteraard goed bekend bij de sporters maar deze schuine buikspieren worden bijna altijd op de verkeerde manier getraind. Veelal worden weer de crunches en sit up's gedaan om de schuine buikspieren te trainen maar ook deze varianten zijn erg slecht en zorgen niet voor resultaat.

     

     

    TRANSVERSUS ABDOMINUS

    De twee belangrijkste spieren van de core unit zijn de transversus abdominus (dwarse buikspier) en de multifidus (lage rugspier).

    Deze twee zijn de diepst liggende spieren in de core unit, zij liggen het dichts bij de wervelkolom en zijn beiden stabilisatoren.

    De transversus abdominus en de multifidus zijn interne spieren en liggen onder de rectus abdominus en de externe obliques.

    Deze spieren zorgen voor de ademhaling, de houding en de absolute lichaamskracht.

    Als deze spieren goed aangespannen zijn zorgen ze ook nog eens voor een extra toename van spanning in de borst- en rugomgeving en ze

    vergroten de interne buikspierspanning voor een sterke core.

    De transversus abdominus (dwarse buikspier, oftewel de buikwand) loopt horizontaal via de zijkant om je organen heen naar de voorkant van je buik.

    Daar hechten de twee spieren door een peesplaat aan elkaar vast. Deze buikspier word ook wel de buikwand genoemd en de belangrijkste functie is

    het stabiliseren van het bekken en de onderrug.

     

     

    MULTIFIDUS

    De multifidus is samen met de transversus abdominus de belangrijkste spier van de core unit.

    Het is een bundel van spiervezels die begint bij het heilig been (bekken/heup) en helemaal langs de wervelkolom doorloopt naar de 2e halswervel.

    De multifidus hecht zich aan alle wervels uit de wervelkolom en wanneer je deze spier weg zal halen dan kunnen we niet meer rechtop lopen!

     

     

    ILIOPSOAS EN DE INTERCOSTALES

    Tot slot nog twee belangrijke spieren die meegetraind worden; de iliopsoas en de intercostales.

    De intercostales (tussenribspieren) worden meegetraind bij veel bewegingen, ze zien eruit als de tanden van een vork.

    De andere spiergroep is de iliopsoas (de diepe lendespier) dit is een van de krachtigste spieren in het lichaam en wordt ook wel de heup buiger genoemd.

    De iliopsoas ligt diep verscholen in de buikwand en kan door de anatomische ligging van buitenaf niet gezien worden.

     

     

    EFFECTIEVE CORE STRENGTH TRAINING MET DE SWISS BALL; ONTWIKKEL STERKE BUIKSPIEREN en rugspieren

    De swiss ball als onderdeel van de training is een vrij nieuwe vorm van training maar wel een die zeer effectief is! 

    Door met de swiss ball te trainen krijg je sterke buikspieren, sterke onderrugspieren en sterke bilspieren maar door het onstabiele karakter van de swiss ball worden tijdens het trainen ook met name de houdingsspieren flink aan het werk gezet.

    Met de swiss ball kun je dus veel verschillende oefeningen doen voor met name de buikspieren en onderrugspieren om naast kracht ook balans en coördinatie te trainen. Het trainen met de swiss ball voegt een extra dimensie toe aan de krachttraining en vergroot het atletisch vermogen van sporters.

    Nog een extra voordeel van de swiss ball is dat je een groot aantal oefeningen die je normaal gesproken op een fitness bank uitvoert ook kunt uitvoeren op een

    swiss ball; door het onstabiele karakter van de swiss ball spreek je nog meer spieren aan om je lichaam in balans te houden tijdens het doen van deze oefeningen.

    Meer info

     
    bron:
    http://www.pt-nijmegen.nl/core.htm

    30-06-2010 om 21:20 geschreven door frankloopt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buikspieroefeningen

    Buikspieroefeningen

    Deze buikspieroefeningen kun je prima thuis trainen. Je hebt voor deze buikspieroefeningen geen extra hulpmiddelen nodig. Met dit schema krijg je sterkere buikspieren ook zul je vet gaan verbranden. Die combinatie zorgt er voor dat je door deze buikspieroefeningen een strakkere buik krijgt.

    Schema met buikspieroefeningen

    Schrijf voor je zelf op hoe je jezelf voelt na elke buikspieroefening. Tel ook het aantal herhalingen dat je tijdens een buikspieroefeningen doet. Probeer het record van elke buikspieroefening de volgende training te verbeteren.

      Ademen

      Heup rol

      Normaal

      Bruggen

      buikspieroefeningen 1

      buikspieroefeningen 2

      buikspieroefeningen 3

      buikspieroefeningen 4

      10 x diep ademen

      2 sets van 10 langzame rollen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

      2 sets van 10 keer omhoog komen. Met 20 sec. rust tussen elke set.

      1 set van 10 x langzaam omhoog komen. 3 -5 sec op het hoogste punt vast houden.

      Staand roteren

      handen tussen de knieën

      Zittend knieën optrekken

      Supermans

      buikspier oefeningen 5

      buikspier oefeningen 6

      buikspier oefeningen 7

      buikspier oefeningen 8

      Beide kanten om en om voor 30-45 sec.

      2 sets van 10 keer omhoog komen. Met 20 sec. rust tussen elke set.

      2 sets van 6 tot 10 keer optrekken. Met 20 sec. rust tussen elke set.

      Beide kanten om en om voor 45-60 sec.

       

      Buikspieroefeningen

      Herhalingen

      Sets

      Fitheid

      1

       

       

       

      2

       

       

       

      3

       

       

       

      4

       

       

       

      5

       

       

       

      6

       

       

       

      7

       

       

       

      8

       

       

       

      Probeer deze buikspieroefeningen training ongeveer 2 a 3 keer per week uit te voeren.

      Extra informatie over buikspieroefeningen

      Het gaat er bij buikspieroefeningen niet altijd om veel herhalingen te maken. Wil je sterkere en vooral goed ontwikkelde buikspieren hebben, dan zul je met minder herhalingen moeten gaan trainen en met meer gewicht. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een zware bal of dumbbles tijdens de buikspieroefeningen. Het aantal herhaling moet dan onder de 12 zitten en dan doe je tussen de 3 a 5 series. Doe dit 2 a 4 keer per week en je hebt gegarandeerd resultaat. Train je de buikspieren met meer dan 15 herhalingen, dan ben je vooral de kracht uithoudingsvermogen of snel kracht van je buikspieren aan het trainen. Dit zelfde principe van de buikspieroefeningen geldt ook voor andere fitness oefeningen.

      Extra buikspieroefeningen:

      Buikspieroefeningen met swissbal
      Buikspieroefeningen met zware bal

      Buikspieroefening met swiss bal

      Deze buikspieroefening kun je prima thuis trainen als je een swiss bal hebt. Doormiddel van het gebruik van een swiss bal moet je tijdens het uitvoeren van je buikspieroefening ook veel je balans corrigeren, wat een gunstig effect heeft op het trainen en sterker maken van je buikspieren. Kortom een goed hulpmiddel voor de gevorderde buikspieroefening.

      De buikspieroefening

      Schrijf voor je zelf op hoe je jezelf voelt na elke buikspieroefening. Tel ook het aantal herhalingen dat je tijdens een buikspieroefening doet. Probeer het record van elke buikspieroefening de volgende training te verbeteren.

        Zittende circels

        Borst drukken

        Achterwaartse draai

        Normaal situps

        buikspier oefeningen 1

        buikspier oefeningen 2

        buikspier oefeningen 3

        buikspier oefeningen 4

        15 diepe circels in elke richting

        2 sets van 12-15 herhalingen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 12-15 herhalingen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        3 set van 10 x langzaam omhoog komen. 3 -5 sec op het hoogste punt vast houden.

        Heup rollen

        Bruggen

        Normaal plank

        Zijwaarts plank

        buikspier oefeningen 5

        buikspier oefeningen 6

        buikspier oefeningen 7

        buikspier oefeningen 8

        2 sets van 12 langzame rollen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 12-15 herhalingen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 45 seconden vast houden. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 12-15 langzame herhalingen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        Rug strekken

        Supermans

        Been schaar

        Tillen en draaien

        2 set van 10 x omhoog komen. 3 -5 sec op het hoogste punt vast houden. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 12-15 herhalingen elke kant. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 set van 12 x omhoog komen. 3 sec op het hoogste punt vast houden. Met 20 sec. rust tussen elke set.

        2 sets van 12-15 herhalingen elke kant. 3 sec zijwaarts vast houden.Met 20 sec. rust tussen elke set.

         

        Buikspier oefening

        Herhalingen

        Sets

        Fitheid

        1

         

         

         

        2

         

         

         

        3

         

         

         

        4

         

         

         

        5

         

         

         

        6

         

         

         

        7

         

         

         

        8

         

         

         

        9

         

         

         

        10

         

         

         

        11

         

         

         

        12

         

         

         

          Andere schema’s met buikspieroefeningen:

          Buikspieroefeningen
          Buikspieroefeningen met zware bal



          bron:
          http://www.gewicht-verliezen.nl/buikspieroefeningen.php

          30-06-2010 om 21:09 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.300610_toer_gansbroeckstraat_vaart_wintam_eikenvliet_amer_beemstraat_kater_amer_coolhem_spoor
          hallo

          de mooie omloop in ons prattige klein brabantse





          30-06-2010 om 13:00 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.300610_toer_gansbroeckstraat_vaart_wintam_eikenvliet_amer_beemstraat_kater_amer_coolhem_spoor
          hallo

          vandaag bij mijn eerste verlof dag de laatste loop van de maand juni gedaan , het was een fantastische maand met een totaal van 169km wat voor mijn de goede richting uit gaat

          was van morgend rond 10 uur vertrokken , na 2 vierings dagen in school van de kinderen afscheid van 6 de leerjaar en 3 kleuterklas
          na de feestelijkheden van gisteren avond nog een terrasjes mee gepikt met ons 3 , de jongste bleef in school slapen wat de overstap kompleet maakt naar de groteschool
          de oudste had een heel goed rapport en de jongste mag naar het eerste leerjaar, proficiat aan onze kids

          de eerste km had ik nog een beetje last van de pintjes maar na een tijdje was dat ook weer weg
          deze training was ook weer nodig, langer en trager lopen , de laatste weken zien ik infeiten op tegen dat traag lopen , maar vandaag ging het perfect.

          na met bloempjes naar onze kids te hebben gesmeten , smeet nu de coach naar de atleet frank , omdat het hier ook de goede richting uit gaat

          omdat ik nog in opbouw ben en ik mezelf toch het best ken , zal ik nog zo blijven veder werken , 
          ik geef me zeker nog 1,5 jaar de tijd om alles op te bouwen , spieren pezen kraakbeek enz,

          dan mag en kan er een coach bij komen die me 15 a 30 % kan beter maken
          ik moet eerst  nog werken  aan de kg die er af moeten , op naar de 75 kg ,+- 4 kg eraf

          de 4 trainings dagen op de week worden goed verteerd, nu gaan ik zien wat dit geeft deze maand !!

          HET BELANGRIJKST NU IS, IK LOOP GRAAG EN GENIET VAN IEDERE KM  IN ONS MOOIE KLEIN BRABANTSE


          frank,




          30-06-2010 om 12:55 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          27-06-2010
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.270610_toer_gansbroeckstraat_vaart_wintam_eikenvliet_amer_coolhem_spoor

           







          27-06-2010 om 22:57 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.270610_toer_gansbroeckstraat_vaart_wintam_eikenvliet_amer_coolhem_spoor
          hallo

          van avond ben ik aan mijn 4 de loop begonnen , het was nog 30° , gisteren naar het einde toen was het toch een beetje moeilijk
          ik wist niet wat ik kon verwachten met deze warmte

          vanaf  het begin van de  loop zat ik  direct in een goed ritme wat ik tot mijn verbazing heel de loop heb kunnen aanhouden
          op de dijk ( vaart ) stond een beetje wind dat was wel gekomen, was wel een beetje wind tegen maar heb er niet veel last van ondervonden

          de benen voelde heel dag aan er zat kracht in de benen
          de 13,533km in 1h 26min 30sec in een gem. termpo van 6:24/km en een gem.snelheid van 9,4km/h  bij een gem. hartslag van 132 de mùax was 139
          dit gaat de goede richting uit !!!

          frank



          27-06-2010 om 22:54 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          26-06-2010
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.260610_toer_bos
          Klik op de afbeelding om de link te volgen hallo

          omdat het vandaag zo warm was had ik besloten om nog eens in het bos te lopen , het was me bijna slecht bekomen
          ik ben er bijna gevallen over een boven stekende wortel

          het was toen ik vertrok bij ons in de schaduw 33° als ik terugthuis kwam was het nog 31°
          de test is me goed mee gevallen , ik was vertrokken we zien wel waar we uitkomen , op voorhand wist ik niet hoeveel ik zou kunnen lopen in dit weer, de hartslagen zijn nog heel goed
          op het einde was het wel zwaar toen heb ik een beetje gas bij gegeven om er vanaf te zijn , mijn drinken was ook al op , 3 busjes water en 1 appelsap !!

          morgen is er nog een loop geland

          12,143km in 1h 20min 50sec in een gem. tempo van 6:40/km en gem. snelheid van 9km/h en een gem. hartslag van 134

          frank

          26-06-2010 om 17:45 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.actie foto
          hallo

          heb op een van mijn trainingen een fotogaaf van dienst mee gehad , bij deze wat foto van de prachtige toer langs de vaart, wintam, eikenvliet

          frank









          26-06-2010 om 11:23 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lopen is gezond, maar helaas ook een sport waarbij blessures steeds om de hoek luren

          Lopen is gezond, maar helaas ook een sport waarbij blessures steeds om de hoek luren. Vooral beginnende joggers lopen een groter risico op loopblessures. Hier vind je enkele veelvoorkomende loopblessures.

          Achillespeesontsteking

          Een ontsteking van de achillespees, de pees die tussen de grote kuitspier en het hielbeen loopt, herken je aan een doffe of stekende pijn aan de achterkant van je pees, door stijfheid bij het opstaan en gespannen kuiten. Die pijn kan, als de blessure niet behandeld wordt, steeds erger worden. Als de pees scheurt, hebben we het over een achillespeesscheur of -ruptuur.

          Oorzaak achillespeesontsteking

          Een achillespeesontsteking kan veroorzaakt worden door herhaalde belasting van de pees, door bijvoorbeeld een te snelle toename van de duur en de intensiteit van de training. Vaak wordt de blessure veroorzaakt door lopen op een te harde ondergrond. Ook de stand van de voet kan een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de blessure. De achillespees moet namelijk in een loodrechte lijn staan tegenover de zool wanneer de voer neerkomt.

          Behandeling achillespeesontsteking

          Bij een achillespeesontsteking is het vooral belangrijk rust te nemen. Verminder dus de trainingsomvang en leg regelmatig ijs op de pijnlijke plek. Doe een aantal keer per dag speciale rekoefeningen. Het verhogen van de hak ter hoogte van de belasting kan een goede tijdelijke oplossing zijn. Lopers die de neiging vertonen tot overpronatie, kunnen best schoenen kopen die dit corrigeren. Soms moet de patiënt ontstekingsremmers nemen. In het geval van een achillespeesscheur is een operatie noodzakelijk.

          Hielspoor (pijn onder het hielbeen)

          Deze blessure kenmerkt zich door pijn onder de hiel. De pijn is vaak ’s morgens het hevigst en neemt overdag af. De eerste klachten ontstaan vaak na een zware training of wedstrijd.

          Oorzaak hielspoor

          De pijn ontstaat doordat peesblad (plantair fascie) dat de hiel met de onderkant van de tenen verbindt ontstoken of overbelast is. Dit is de peesplaat die de voet helpt stabiliseren en de tenen buigen. Dat kan komen doordat de gespannen kuiten en achillespezen extra druk uitoefenen op het peesblad. Verminderde beweeglijkheid in de knie, heup en enkel kunnen ook extra druk op het peesblad uitoefenen. Het trainen op een harde ondergrond of het dragen van schoenen met te weinig schokdemping en stabiliteit kunnen er een rol in spelen.

          Behandeling hielspoor

          Gun je voet rust en voer regelmatig rekoefeningen uit. Als de klachten aanblijven, kun je een podoloog raadplegen, die je speciale zooltjes kan voorschrijven.

          Hamstringklachten

          Bij hamstringklachten ervaar je pijn in de spieren aan de achterzijde van het bovenbeen. Deze klachten worden vooral veroorzaakt door sprinten of snelheidstraining.

          Oorzaak hamstringklachten

          Hamstringklachten kunnen het gevolg zijn van onvoldoende opwarming, verstappen of uitglijden, eerdere blessures of een verstoring in de balans tussen verschillende spieren.

          Behandeling hamstringklachten

          In de eerste plaats is het belangrijk rust te nemen, te koelen met ijs en het been omhoog te leggen. Als de blessure zo niet verdwijnt, zal de hulp van een fysiotherapeut noodzakelijk zijn. Bij een volledige afscheuring van de spier zal een operatie noodzakelijk zijn.

          Shin Plints

          Shin plints staat voor klachten rondom de schenen. Die klachten beginnen meestal bij pijnscheuten in de schenen als je loopt. Bij shin plints bestaan de symptomen uit pijn aan de voorkant van het onderbeen of de binnenkant van het scheenbeen.

          Oorzaak shin plints

          Shin plints is een blessure die vooral voorkomt bij beginnende lopers en bij lopers die de intensiteit van hun trainingen sterk vergroten. Het trainen op een harde ondergrond kan de blessure ook in de hand werken.

          Behandeling shin plints

          Omdat de blessure bijna altijd veroorzaakt wordt door overbelasting is rust de beste remedie. Na het lopen kun je je scheenbenen best afkoelen door er ijs op te leggen.

          Lopersknie

          In het geval van een lopersknie ervaar je een brandende pijn rondom en achter de knieschijf. Vaak begint de blessure met een zeurende pijn na het lopen en tijdens het lopen. Maar als de belasting niet wordt verlaagd, kan de pijn ook tijdens het lopen optreden.

          Oorzaak lopersknie

          Deze blessure kan veroorzaakt worden wanneer de knieschijf niet soepel op en neer kan bewegen, bijvoorbeeld wanneer je quadriceps (de spieren aan de voorzijde van je bovenbeen) beter ontwikkeld zijn dan de hamstrings. Ook een plotse toename van de intensiteit of de duur van de training kunnen een lopersknie veroorzaken. Ten slotte kunnen ook het veranderen van ondergrond of het dragen van versleten of verkeerde schoenen leiden tot een lopersknie.

          Behandeling lopersknie

          Je kunt oefeningen doen om de quadriceps en hamstrings sterker te maken, zodat de knieschijf soepel op en neer kan bewegen. Als je de pijn voelt opkomen, is het erg belangrijk rust te houden. Controleer ook eens of je schoenen niet te versleten zijn en of je wel de juiste schoenen draagt. Lopers die overproneren hebben vaker de neiging een lopersknie te krijgen. Het is daarom aan te raden dat ze schoenen dragen die de overpronatie corrigeren.

          bron:
          http://www.ingelicht.be/blessures-bij-het-lopen

          26-06-2010 om 07:34 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het fenomeen rust
           


          Het fenomeen rust

          Door Wim Wouters (bron : Tempo Runner)

          Rust is een belangrijk onderdeel van de training. Vele lopers bekijken rust met een uiterst scheef oog.
          Onze conditie zal er onder leiden, na een rustdag heb ik altijd 'zware' benen...
          Ik heb altijd twee dagen nodig vooraleer ik terug goed op dreef ben, zo verontschuldigt de niet-rustende loper zich.

          Wie regelmatig traint, moet de nodige recuperatie inbouwen. Rust is een vorm van trainen, net zoals uithouding, weerstand of snelheid. Deze welverdiende rust wordt in het schema opgenomen onder twee noemers : de wekelijkse rustdag en de jaarlijkse rustperiode. Ondanks het regelmatig inschakelen van een rustdag stuwt het credo "sneller, hoger, verder" ons op zoek naar onze grenzen.
          Hard trainen en wedstrijden betwisten leiden niet altijd naar besttijden. Overtraining en blessures zijn vaak de prijs die de loper moet betalen. Vooral teveel of te hard trainen zal het verdedigingssysteem van het lichaam verzwakken.
          Rusten dringt zich op, waardoor het geplande trainingsschema niet kan afgewerkt worden.
          Al te verheugd kijken we uit naar de dag dat we terug kunnen herbeginnen. Alle opgekropte energie en frustratie wordt letterlijk weg gelopen. De nefaste gevolgen laten niet lang op zich wachten.
          En de rekening is zwaar : hervallen in ziekte of blessure en dus terug... niet kunnen trainen !
          Ook hier komen de woorden geleidelijkheid en geduld uitstekend van pas. Verder gaan wij situatie per situatie analyseren en enkele zeer concrete tips geven.

          1. De eerste trainingen na ziekte :
            Iedereen wordt helaas wel eens ziek. Wie ernstig ziek is (een griep of een bacteriële infectie), kan beter enkele dagen looprust inlassen. Enkele kilometers gaan strompelen om eens goed te zweten is geen goede aanpak. Het lichaam heeft alle energie nodig om de ziekte te bestrijden en wie net dan gaat lopen put zijn lichaam alleen maar uit.
            De trainingen worden onderbroken voor enkele dagen, bij een hardnekkige infectie twee weken.
            De loper gaan meestal uit van zijn gevoel om terug de training aan te vatten. Vanaf de eerste dag dat men zich goed voelt, vliegt men er terug in. De schade inhalen heet dat.
            Helaas is dit niet de goede manier. Het lichaam is verzwakt uit de strijd gekomen, meestal heeft het spijsverteringsstelsel ook onder de ziekte geleden.
            Vooral na een periode met veel buikloop heeft het lichaam geen energie kunnen opslaan om sportactiviteiten toe te laten. Langdurige of felle inspanningen moet je de eerste dagen dan ook vermijden.
            Ideaal is de volgende aanpak : neem nog twee dagen rust als je jezelf goed genoeg voelt om te gaan trainen. Het lichaam zal hierdoor rustig op kracht kunnen komen. Herneem dan de training met de eerste drie dagen een rustige duurloop van steeds langere duur.
            Worden deze goed verteerd, dan kan je terug in je schema instappen. Op de vraag of je als je ziek bent of nog maar pas halverwege je herstelfase bent een wedstrijd mag betwisten is het antwoord kort : neen. Je zal teveel in je reserves moeten putten en dit voor een mindere prestatie. Beter kan je thuis blijven en enkele uren sakkeren omdat je niet deelgenomen hebt. Het alternatief is slechts frustratie omdat je de wedstrijd niet op waarde hebt gelopen en als negatieve bonus erbovenop duurt je herstel langer.

          2. Herbeginnen na een blessure van kortere duur (2 tot 4 weken) :
            In dit hoofdstuk praten we niet over lichte ontstekingen. Bij ontstekingen onderscheiden we vier gradaties :
            • I. enkel een lichte pijn na de looptraining;
            • II. pijn aan het begin van een training en nadien;
            • III. pijn tijdens de ganse training en na de training;
            • IV. pijn die elke loopinspanning belet.
            Een blessure die zich in de eerste of tweede fase bevindt, kan toch genezen zonder de training helemaal stop te zetten. Wel moeten alle zware trainingen vermeden worden.
            Onder zware trainingen verstaan we : alle snelheids- en weerstandswerk, alle lange duurtrainingen en heuvellopen. Ook wedstrijden kunnen beter geschrapt worden van het programma. Mits een goede verzorging kunnen deze blessures toch genezen. Een beetje lopen zal zorgen voor een betere doorbloeding en het herstel bevorderen.
            Voor blessures in fase III wordt het al heel wat delicater om toch te blijven sporten. Een tijdelijke looprust van enkele weken dringt zich op. Enkel alternatieve trainingen kunnen aangewend worden om de conditie te onderhouden : zwemmen, fietsen of aquajogging.
            Na een trainingsonderbreking van enkele weken is de topconditie weg. De uithoudingsgetrainde atleet zal nog steeds een behoorlijke basisconditie hebben en vertrekt niet terug van nul. De joggers die een constant trainingsritme zonder pieken aanhouden, zullen zelfs zeer weinig verliezen.
            Terug starten met lopen moet progressief opgebouwd worden.
            Start met een 20-tal minuten lopen aan een rustig tempo en dit liefst op een zachte en effen ondergrond (gras). Herhaal dit om de twee dagen waarbij je telkenmale een 5-tal minuten langer loopt. Bedenk wel dat je nooit pijn mag voelen bij dit loslopen. Hinder op de plaats van de blessure duidt op een niet volledig herstel. Langere rust en verzorging zijn dan noodzakelijk.
            Kan je de loslooptrainingen probleemloos uitvoeren, dan heb je de keuze uit volgende alternatieven :
            • A. verhoog geleidelijk het aantal trainingseenheden
            • B. verhoog geleidelijk de duur van de training
            • C. start met een intensiteitsverhoging.
            Zeker als je met een overbelastingsblessure geplaagd zat, opteren wij voor keuze A. Met het verhogen van het aantal trainingen geef je je lichaam de kans om steeds voldoende frisheid op te doen als je aan de volgende training begint.
            Je kan gemakkelijk overgaan op twee trainingen opeenvolgend gescheiden door een dag rust, dan drie.
            Keuze B kan ook mits je zeer rustig opdrijft. Het gevaar hierbij zit hem in het te plotse opdrijven. Spieren en pezen zullen sneller vermoeid zijn, en vermoeide spieren en pezen vangen veel minder goed de schokken op bij het lopen. Slechte schokopvang leidt vlug naar overbelasting !
            Wie aan een intensiteitsverhoging denkt moet de twee andere variabelen (volume en frequentie) constant houden, zoveel is duidelijk. Doch aan de intensiteit moet je de eerste weken niet raken.
            Als besluit kunnen we stellen dat je eerst streeft naar je normaal aantal trainingen per week. Verhoog dan stelselmatig het volume tot je aan 75% van je maximum zit. Hierna kies je voor intensiteit of nog meer volume doch nooit verhoog je beide tegelijk.
            Het aantal weken dat je out was, is tevens een maat voor het aantal weken dat je terug moet opbouwen.

          3. Terugkeren uit een langdurige blessure (enkele maanden) : Lopers die met een zeer zware blessure (gradatie IV : vb. stressfracturen, peesoperaties hebben af te rekenen, dienen zeer voorzichtig op te bouwen.
            Best worden de eerste stappen gezet onder begeleiding van een deskundig persoon. Een geïmmobiliseerd onderste lidmaat (door operatie of breuk) zal onderhevig zijn aan atrofie. Dit wil zeggen dat de spieren, door gebrek aan prikkeling, zullen wegkwijnen. Naast een stevige portie kinesitherapie waar in de eerste plaats de spieren terug sterker gemaakt worden, moet de geblesseerde eerst terug leren stappen.
            Een aantal onder hen kan zijn fysiek op peil houden met aquajogging en fietsen, zij zullen minder tot geen last van spierafbraak ondervinden, waardoor zij sneller zullen revalideren. Eens de spieren terug het gewone krachtniveau bereikt hebben en de stapbeweging terug gekend is, kan de loopbeweging aangepakt worden.
            De eerste trainingen lijken op dit papier belachelijk, doch vallen in werkelijkheid zwaar uit. Er wordt zowat 10-12 minuten getraind. Deze trainingen bestaan uit stukjes van 50 tot 100 m joggen gescheiden door een korte wandelpauze van 50 m. Op een voetbalveld kan je dit gemakkelijk uitvoeren : de lengte joggen en de breedte wandelen.
            Voldoende rusten is noodzakelijk, een training wordt gevolgd door een rustdag.< Verhoog na twee sessies de tijdsduur met twee minuten tot je aan een 25-30 minuten geraakt.
            Eens je zover bent halveer je terug de trainingsduur en begin je te lopen zonder wandelpauze. Terug rustig de duur verhogen en zo kom je in de situatie onder punt 2 terecht. Wees tevreden dat je terug kan lopen in deze fase, en frustreer je niet met te wanhopen over de verloren conditie. Mits standvastig en geduldig op te bouwen, zal de vorm terug op niveau komen. Met de zaak te forceren daarentegen, zal je alleen nog meer rust moeten inschakelen.

          4. Psychologische problemen bij de gedwongen rust :
            Elke loper wordt onwel bij de gedachte alleen al niet te kunnen lopen. Na drie, vier dagen wordt hij zo lastig als een dier in zijn kooi.
            Twijfels liggen op de loer: zal ik nog terug kunnen lopen; ben ik nu al mijn conditie verloren ?
            Hoe langer de rust duurt, hoe erger deze gedachten het lopers leven gaan beheersen. Er zijn leuker dingen in het leven, doch door zulke periode moet je heen. Een aantal denkpistes moet je in zulke situatie vermijden.
            Deze zijn :
            • - jezelf voornemen door de pijn, ziekte heen te lopen;
            • - je zorgen maken over je conditie;
            • - een alles of niets trainingssysteem huldigen;
            • - wegvluchten in voedsel en drank.
            Wie gekwetst is, kan beter meer aandacht aan zijn voeding schenken.
            Enkele weken uit de bol gaan, zorgt gauw voor enkele kilootjes meer. Dit extra-gewicht zal nadien voor een trager conditieherstel zorgen. Welke blessure je ook hebt, meestal kan je toch nog iets trainen. Het eerder genoemde zwemmen, fietsen of aquajoggen kan in de meeste gevallen. In een fitnesszaal kan je nog steeds buikspieren en bovenlichaam trainen. Het is een gezonde manier om je af te reageren.
            Verder lijkt het aangewezen om nog een zekere trainingsroutine te behouden.
            Blijf actief op je dagelijks trainingsuur. Indien je fysiek niet aan de slag kan, concentreer je jezelf op geestelijk vlak. Zo zal je alleszins minder tijd hebben om te piekeren. Tevens is het een uitgelezen tijdstip om je trainingsboek te analyseren.
            Wat is precies fout gegaan, waar is teveel of te hard getraind. Zo zal je de gemaakte fout kunnen vermijden. Pas in een gedwongen rustperiode leer je wat en hoeveel het lopen voor je betekent...

          5. Een wekelijkse rustdag :

            Voor alle niet-topsporters is een dag per week volledige rust een absolute must. Het lichaam kan terug op krachten komen en er komt een portie vrije tijd extra om aan vrienden en gezin te besteden. Wat dit laatste betreft laten wij het oordeel natuurlijk aan de loper.
            Sommigen zullen natuurlijk beweren dat zij na een rustdag last hebben van stramme, verstijfde spieren. Vooral lopers die vrij hard trainen zullen daar inderdaad last van hebben.
            Wie na een dag rust zeer stijf is in de spieren, mag er zeker van zijn dat hij te hard traint en zijn lichaam te weinig tijd gunt om te herstellen.
            Over de herstelprocessen kunnen we iets concreter zijn. We moeten een onderscheid maken tussen het energetisch herstel en het herstel van het spierweefsel. Tijdens een rustdag zullen de energiereserves in de spieren de tijd krijgen om zich terug aan te vullen.
            Door een goed gedoseerde voeding zullen deze processen vrij snel verlopen. Uit onderzoek blijkt evenwel dat een volledig herstel van de energiereserves tussen de 24 en 48 uren in beslag neemt.
            Voor ons, die naast de sport ook nog andere belangrijke zaken rond het hoofd hebben zoals werk en gezin, lijkt een optimale voeding dikwijls niet haalbaar.
            Een tot zelfs twee hersteldagen zijn dan ook noodzakelijk in te bouwen in het schema. Natuurlijk kan je dan de tweede dag een zeer rustige en korte training afwerken.
            Ook de microscopisch kleine spierletsels moeten kunnen herstellen.
            Herstellen gebeurt door twee processen : afbraak van de gekwetste weefsels gevolgd door de heropbouw ervan. Dit biedt ons een logische verklaring waarom een gekwetste loper dikwijls pas na twee, drie dagen de meeste pijn voelt. De afbraakprocessen zijn dan groter dan de opbouw. De invloed van de herstelfase is pas na deze afbraakfase veel groter.
            Wetenschappelijk onderzoek heeft bevestigd dat na elke training uiterst kleine, microscopische letsels optreden. Wie deze kwetsuurtjes nooit de kans geeft om te herstellen, zal vroeg of laat tot rusten gedwongen worden.
            Een rustige, lange duurloop (om toch iets te doen, eigenlijk rust ik hier ook mee, denkt men) zal dan ook niet als rust mogen beschouwd worden.
            Het opbouwproces zal zijn werk niet volledig kunnen doen en zelfs aan een traag tempo creëer je nog steeds dezelfde microtraumata in de spieren. Sommige lopers vrezen dat een dag rust de conditie zal ondermijnen. Zij hoeven gewoon enkele malen een rustdag in te lassen om met de neus op de feiten gedrukt te worden.
            Vooral enkele dagen voor de wedstrijd is een rustdag nuttig. De loper zal veel frisser aan de start verschijnen. Best kan je dan wel de dag voor de wedstrijd lichtjes gaan loslopen. Zo vermijd je stramme spieren.

          6. De grote vakantie :
            Tot voor enkele jaren brachten de meeste joggers indoor hun winter door. Gezeten in de warme huiskamer met een stevige trappist of dito fles wijn binnen handbereik grasduinde hij in zijn vorige trainingsboeken. Het nieuwe trainingsjaar werd verkend en denkend aan lopen in het winterse, barre weer deed enkele rillingen over de wervelkolom lopen. Voor maart werd praktisch geen enkele wegwedstrijd georganiseerd, de behoefte om in de winterperiode te trainen was klein.
            Sinds de opkomst van de kerstcorrida's is nu ook de winter een competitieperiode geworden. Daarenboven zijn de meeste joggers meer prestatiegericht, de gelopen tijd is belangrijker geworden. Dit alles zet veellopers ertoe aan om van de ene wedstrijd naar de andere te draven.
            Planning zal de komende jaren dan ook meer en meer moeten doordringen bij de gewone jogger. Fysiek en mentaal is een wat langere rustperiode (2 tot 4 weken) een absolute must.
            Wekelijks een wedstrijd met daarbij nog enkele zware trainingen per week leiden onherroepelijk tot ernstige blessures. Stressfrakturen en chronische peesontstekingen ontstaan niet van de ene dag op de andere. Het is het laatste signaal dat de loper te veel heeft getraind en te weinig gerust. De lichaamsreacties tijdens de training werden volledig genegeerd. Een heel vervelende, doodse periode van 'gedwongen' rust is het gevolg. En je hebt het enkel aan jezelf te wijten !
            Ook mentaal kan je afknappen. Na een zware trainingsperiode gevolgd door een reeks wedstrijden, kan je het hele loopgebeuren wel eens moe worden. Enkele symptomen : dagen na mekaar met tegenzin trainen, op wedstrijd plots je gezellen laten gaan omdat je je afvraagt waarom, beginnen wandelen op training...
            Een langere rustperiode dringt zich op. Een twee weken durende rust lijkt mij het absolute minimum, elk jaar opnieuw. Vele top lopers breiden deze tijd zelfs uit tot 6 weken waarin zij niet aan hun sport denken. Hoe feller je met je sport bezig bent, hoe langer de rust moet duren.
            Natuurlijk hoef je geen zes weken platte rust te nemen. Alternatieven genoeg, enkele lange wandelingen, fietsen, zwemmen of andere sporten beoefenen. Wel moet je deze activiteiten speels opvatten.
            Veertien dagen mountainbiken als een gek kan je niet beschouwen als een rustpauze voor een andere intense uithoudingssport.

            bron:
            http://www.sparrenweg.info/superrunner/html/rust.html

          26-06-2010 om 07:32 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbelasting van het kraakbeen achter de knieschijf

          Overbelasting van het kraakbeen achter de knieschijf
          ('Chondropathie patellae')


          de knie

          Inleiding


          Een veel voorkomende blessure bij lopen, is een overbelasting van het gewrichtskraakbeen van de knieschijf. Bij deze blessure, ook wel 'chondropathie van de patella' of 'lopersknie' genoemd, is er sprake van niet duidelijk te lokaliseren pijn rondom of achter de knieschijf. Het feit dat deze blessure ‘lopersknie’ wordt genoemd, wil niet zeggen dat springers of werpers deze blessure niet kunnen krijgen! De pijn ontstaat vooral tijdens of ná de training, met name als daarin veel heuveltraining, kracht- of sprongoefeningen worden uitgevoerd. Ook trappen lopen, langdurig zitten met gebogen knieën en het aanspannen van de spieren aan de voorzijde van het bovenbeen (m. Quadriceps) kunnen pijnlijk zijn. Sommige knieën 'kraken' bij bewegen of worden dik na een zware sportbelasting.

          Oorzaken van deze knieklachten


          De voornaamste oorzaak voor deze irritatie van het gewrichtskraakbeen van de knieschijf is overbelasting, met name als er sprake is van:
          • niet (of onvoldoende) uitvoeren van een warming-up.
          • verkorte of stijve spieren. Met name als de rekoefeningen voor de spieren aan de voor- en zijkant van het bovenbeen niet (goed of voldoende) uitgevoerd worden.
          • spieren die niet (voldoende) op kracht zijn, wat vooral van belang is voor de spierkop aan de binnenzijde van het bovenbeen, juist boven de knie.
          • in een korte tijd te veel, te vaak en te snel lopen. Met name aan het begin van het seizoen of na een blessure wordt deze fout gemaakt.
          • eenzijdige trainingsvormen, waarbij met name heuveltraining en sprongkrachttraining berucht zijn.
          • lopen op een harde ondergrond (asfalt, beton).
          • lopen met schoenen die onvoldoende de schokken van de landing absorberen of qua ondersteuning niet aan de voetvorm zijn aangepast.
          • (geringe) standafwijkingen van de knieën (bijvoorbeeld x-stand) of voeten (bijvoorbeeld knik-platvoeten).
          • overgewicht ('te zwaar zijn').
          • niet (of onvoldoende) uitvoeren van een cooling-down.

          Deze blessure komt relatief veel voor bij meisjes in de groeispurt en bij beginnende lopers die de afstand en/of het tempo in een te korte tijd willen opvoeren.

          Hoe voorkom je deze knieklachten?


          Om deze knieblessure te voorkomen, is het raadzaam om onderstaande preventietips na te leven bij het sporten.
          rekkingsoefening zijkant bovenbeen
          rekkingsoefening voorkant bovenbeen
          • Warming-up
            Doe een goede warming-up. Begin met 5 tot 10 tien minuten rustig in te lopen. Veel hardlopers hebben rekoefeningen als vast onderdeel van hun warming-up (en cooling-down) ingebouwd, zodat ze goed kunnen voelen hoe de spieren ‘er voor staan’. Besteedt daarna aandacht aan loopscholing en voer een aantal versnellingsloopjes uit, waarbij de snelheid naar het einde toe steeds meer wordt opgevoerd.
            Als je de rekoefeningen uitvoert, let dan goed op de aangegeven uitgangshouding. Bij het uitvoeren van de rekkingoefeningen mag geen pijn optreden. Hou de rekkingoefeningen zo'n 5 tot 10 seconden vol en herhaal iedere oefening 2 tot 3 maal per been.
          • Goede trainingsopbouw
            Zorg voor een goede trainingsopbouw. Verhoog de intensiteit en omvang van de trainingen niet te snel. Als je de training wilt uitbouwen, verleng dan eerst de duur van de trainingen en pas later het tempo. Ook na een blessure- of ziekteperiode moet de training weer geleidelijk tot het oude niveau worden opgevoerd. Vermijd in ieder geval eenzijdige trainingsvormen (springen!).
          • Spierversterkende oefeningen
            Ook voor lopers is het belangrijk om over een basisniveau aan kracht(uithoudingsvermogen) te beschikken. Vraag je trainer een algemeen spierversterkend programma voor je op te stellen (bijvoorbeeld met handhaltertjes in circuittrainingsvorm). Bij het uitvoeren van deze spierversterkende oefeningen dient een extra accent gelegd te worden op spierversterkende oefeningen voor de spieren aan de voorzijde van het bovenbeen, juist boven de knie.
          • Goede techniek
            Zorg voor een juiste techniek bij het lopen of springen, waarbij het van groot belang is dat de knieën recht naar voren geplaatst worden. Ook bij het uitvoeren van krachtoefeningen, is het belangrijk dat de knieën recht naar voren wijzen. Denk hierbij maar aan het uitvoeren van de krachttrainingoefening 'kniebuigingen', waarbij de knie bij sommige mensen de neiging heeft naar binnen weg te zakken.
          • Ondergrond
            Een harde ondergrond zal eerder aanleiding geven tot deze overbelastingsblessure van het kraakbeen van de knieschijf. Loop liever niet langdurig op een harde ondergrond (asfalt, beton), maar kies een oppervlak met een betere schokdemping (gras of bospad). Vermijd het lopen op een bol/schuin wegdek. Hierdoor kan het effect van knik-platvoeten, waarbij vaak overmatig naar binnen wegzakken tijdens de voetafwikkeling (overpronatie) optreedt, worden versterkt.
          • Sportschoenen
            overpronatie van de voet

            De schoenen dienen een goed schokdempende zool te hebben en een stevige hielkap, waarmee de hiel goed gestabiliseerd wordt. Realiseer je dat de meeste spikes geen enkele schokdemping of ondersteuning geven. Train dus zoveel mogelijk op je gewone loopschoenen. Als je voetafwijkingen hebt, zoals bijvoorbeeld knik-platvoeten, is het raadzaam om daar rekening mee te houden bij de aanschaf van nieuwe sportschoenen. Zo zijn schoenen met een anti-pronatie-wigje aan te bevelen als de voeten bij de afwikkeling te veel naar binnen wegzakken. Een goede sportspeciaalzaak kan je over de aanschaf van de juiste sportschoenen adviseren. Soms is het noodzakelijk om bij standafwijkingen van de voeten of een beenlengteverschil speciale schoenaanpassingen te laten maken door de orthopedisch schoenmaker.
          • Cooling-down
            De cooling-down kan bestaan uit rustig uitlopen en enkele losmakende, ontspannende oefeningen. Ook de beschreven rekkingoefeningen kunnen worden uitgevoerd als onderdeel van de cooling-down.
          • Lichaamsgewicht
            Zorg voor een juist lichaamsgewicht. Als er sprake is van een (te) hoog lichaamsvetpercentage, helpt 'afvallen' zeker mee om overbelasting te voorkomen.

          Wat kan je doen als deze knieklachten (toch) zijn ontstaan?

          • Voer bovenstaande preventietips uit
            Voer, voor zover mogelijk, (alsnog) bovenstaande preventietips uit.
          • Pas de training aan
            Vaak kan het tijdig aanpassen of stoppen van belastende trainingsvormen (heuvel af lopen / springen) al voldoende zijn om een beginnende blessure te laten genezen. Vaak kun je toch nog goed in conditie blijven door andere bewegingsvormen op te zoeken waarbij de knie niet te zwaar belast wordt, zoals fietsen (met een hoog zadel en licht verzet), aqua joggen of steppen.
          • Koelen
            Koelen heeft bij deze blessure niet zoveel zin. Het kraakbeen van de knieschijf zit te diep, om met koelen te kunnen bereiken.
          • Massage
            Als de bovenbeenspieren stijf zijn, laat dan deze spieren masseren.

          • Sportmedisch advies
            Als bovenstaande maatregelen niet binnen twee tot vier weken leiden tot een duidelijke vermindering van de klachten, ga dan naar de huisarts of sportarts. Deze kan dan beoordelen welke behandeling voor jou het beste is en of het aanschaffen van nieuwe sportschoenen of het laten aanmeten van sportsteunzolen door een orthopedisch schoenmaker voor jou zinvol is.
            Je kunt op de website www.sportzorg.nl opzoeken waar bij jou in de buurt een sportarts werkt op een Sportmedische Instelling (SMI).

          Overzicht medische artikelen

          26-06-2010 om 07:28 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          25-06-2010
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.250610_toer_donckstraat_amer_kater_spoor_catharinastraat
          hallo

          ben van avond bij een temperatuur van 27° vertrokken voor een rustig loopje
          de benen voelde heel goed aan en het tempo was redelijk , het was de bedoeling van km te maken

          de 12,090 km in 1h 18 min 30sec ; gem.tempo van 6:30/km en gem. snelheid van 9,2km/h gem. hartslag van 134
          het is de bedoeling van zater en zondag nog te lopen , dan kom ik aan de 4 loop dagen !

          vandaag geen lopers ( sters) tegen gekomen bij dit heel goed loop weertje

          frank




          25-06-2010 om 21:48 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          22-06-2010
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.220610
          Klik op de afbeelding om de link te volgen de mooie omloop langs de vaart in ruisbroek tot in wintam via eikenvliet naar der amer om dan naar het bos van coolhem te lopen en via het spoor terug naar huis


          frank

          22-06-2010 om 21:57 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.220610_toer_gansbroeckstraat_vaart_wintam_eikenvliet_amer_coolhem_spoor
          hallo

          vandaag na een dagje rust zijn ik er terug aan begonnen , heb weer een andere toerke gelopen omdat ik van afwisseling hou
          heb een stuk op de dijk gelopen , heb er veel fietsers en toch wat lopers tegen gekomen , het goede weer zal daar voor iets tussen zitten

          het was weeral genieten van de rust en de mooie omgeving en de dieren onder weg,  de km's gaan zo voor bij
          heb van avond 12,370km gelopen in een gem. tempo van 6:31 en een gem.snelheid van 9,2km/h en een gem. hartslag van 134

          frank



          22-06-2010 om 21:54 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)
          20-06-2010
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De McKenzie therapie
           

          De therapieën

          Inhoud:

          bullet De (Ortho)manuele Geneeskunde

          Het onderzoek
          De behandeling
          Wetenschappelijk onderzoek

          bullet De McKenzie therapie

          De syndromen
          Behandeling
          Zelfbehandeling
          Preventie

          bullet Houdingstherapie

          Observatie
          Vervorming
          Therapie
          Stabilisatietraining

          Y-therapie

          (Op deze pagina worden de meest gebruikte therapieën in de Praktijk OMG Groningen in vogelvlucht besproken. Meer informatie is te vinden op pagina 6- Achtergronden.

          De (Ortho)manuele Geneeskunde     naar boven

          De basis van de Orthomanuele Geneeskunde (OMG) werd in 1965 gelegd door de Nederlandse arts mevrouw M. Sickesz. Zij stelde vast dat klachten van het houdings- en bewegingsapparaat te maken kunnen hebben met zeer kleine, corrigeerbare afwijkingen in het bekken en de wervelkolom. Als criterium voor deze afwijkingen hanteerde zij het principe dat het houdings- en bewegingsapparaat van oorsprong recht en symmetrisch aangelegd is. In de loop van het leven kan dit verstoord raken (vallen, struikelen, vertillen, houdingsproblemen, eenzijdige belasting). Hierdoor kan er spanning ontstaan in spieren, banden, pezen. De druk op bepaalde gedeeltes van gewrichtsvlakjes kan groter worden. Het zenuwstelsel kan geprikkeld raken. Omgekeerd kan de spanning, de druk of de geprikkeldheid ook afnemen. Eén en ander kan leiden tot dysbalans in het houdings- en bewegingsapparaat, en van het zenuwstelsel. Diverse klachten kunnen ontstaan: rug-, nek- en hoofdpijnklachten, klachten van benen en armen, maar ook interne klachten zoals buikklachten, ademhalingsproblemen, e.a..

          Het onderzoek     naar bovenOnderzoek Orthomanuele Geneeskunde

          De arts OMG is met name geïnteresseerd in de stand van de botjes ten opzichte van elkaar, en vooral de stand betreffende het bekken en de wervelkolom. Deze stand wordt vastgesteld aan de hand van nauwkeurige inspectie (kijken), palpatie (voelen), en een enkele test. Röntgenfoto's worden niet gemaakt. Een asymmetrische stand in de positie van de botjes ten opzichte van elkaar (links en rechts worden hierbij met elkaar vergeleken) wordt standafwijking genoemd. Er zijn vele manieren waarop de stand af kan wijken van de normale stand. Deze worden alle in een dossier vastgelegd. Op basis hiervan kan een behandelplan gemaakt worden. Bij elk bezoek wordt dit onderzoek meer of minder uitgebreid gedaan om vast te stellen of de behandeling volgens plan verloopt.

          De behandeling     naar boven

          Met behulp van een aantal kussens wordt de te behandelen persoon in een bepaalde positie gelegd. De arts behandelt de standafwijking door met een vinger of hand een beperkte vibrerende druk uit te oefenen op het betreffende botje of wervel. Hierbij wordt overigens géén knappend geluid gehoord, zoals bij een aantal manuele behandelwijzen. Het lichaam verdraagt een beperkt aantal correcties per keer. Deze correcties moeten bovendien in een zeer specifieke volgorde uitgevoerd worden, anders lukt de behandeling niet. De afzonderlijke behandelsessies vormen dus een eenheid waartussen niet te veel tijd dient te zitten. Daarom is gebruikelijk om eens per week te behandelen. Het aantal zittingen kan variëren van 1 tot 6 keer. In de eerste dagen na de behandeling kan enige napijn of moeheid optreden, ook op plaatsen waar normaal geen klachten waren. Deze extra klachten verbeteren in de regel binnen een week weer. Na de laatste behandeling kan het nog verscheidene weken duren eer de oorspronkelijke klachten verdwijnen. Een controle vindt vaak na 2 tot 3 maanden plaats.
          Behandeling Orthomanuele Geneeskunde
          Wetenschappelijk onderzoek     naar boven

          In 1990 zijn aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam twee artsen (J.W.B. Albers, en E.D. Keizer) gepromoveerd op een onderzoek naar de waarde van orthomanuele geneeskunde. De onderzoekers vonden verbetering bij ruim tweederde van de tweeduizend ondervraagde patiënten. Opvallend was, dat niet alleen rug-, nek-, en hoofdpijn verbeterden, maar ook klachten van andere aard, zoals duizeligheid, hartkloppingen, maag- en buikklachten. Patiënten met een aangetoonde hernia in de onderrug reageerden gunstig: de helft ondervond verbetering. Dit gold zowel voor de patiënten die niet geopereerd hoefden te worden, als voor hen die wel geopereerd waren maar desondanks nog klachten hadden. Later uitgevoerd kleinschaliger onderzoek gaf vergelijkbare resultaten.

           

          De McKenzie therapie     naar boven

          Robin McKenzie, fysiotherapeut te Nieuw Zeeland ontwikkelde in de jaren vijftig een eenvoudige praktische indeling van rug- en nekklachten. Als basis hiervoor hanteerde hij de aard en het gedrag van de klacht op bepaalde belastingen. Hij onderscheidt 3 pijnsyndromen.

          1. Houding syndroom     naar boven
            Klachten ontstaat door overrekking van het bandapparaat van de rug door slechte, meestal uitgezakte houding. Het syndroom is te herkennen doordat er sprake is van niet constant aanwezige plaatselijke pijn, alleen optredend nadat een deel van de rug enige tijd in de uiterste stand staat. Er treedt verbetering op bij verandering van deze houding, en er is geen pijn bij beweging. Bij onderzoek wordt behalve een slechte houding niets bijzonders gevonden.

          2. Dysfunctie syndroom
            Pijn ontstaat door overrekking van verkorte banden of andere weefsels. Deze verkorting is mogelijk ontstaan door vorming van littekenweefsel op basis van een eerdere beschadiging, of langdurige inactiviteit. Het syndroom kenmerkt zich doordat de beweging die pijn oproept tevens beperkt is door de verkorte structuur. Het verschijnsel is telkens weer op te roepen. De pijn is plaatselijk aanwezig, niet constant, en verbetert vaak door activiteit.

          3. Derangement syndroom
            Het syndroom kent een aantal subclassificaties afhankelijk van de plaats van de pijn, de eventueel aanwezige dwangstand van de rug, en de eventuele uitstraling in een been. Het syndroom kenmerkt zich doordat pijnen snel kunnen verergeren en verbeteren door specifieke bewegingen en houdingen. Het derangement syndroom wordt vaak geassocieerd met beschadigingen in de tussenwervelschijven, inclusief hernia's.

          4. Rest groep
            Deze groep hoort weliswaar niet officieel bij de McKenzie indeling, maar is wel van praktisch belang: het zijn de klachten die niet op basis van hun eigenschappen in één van de drie vorige te plaatsen zijn, en dus ook niet met de McKenzie principes te behandelen zijn. 

          Behandeling     naar boven

          De classificatie heeft direct te maken met het type behandeling dat wordt ingesteld. Het houding syndroom wordt uiteraard behandeld met houdingscorrectie. Het dysfunctie syndroom wordt behandeld door het verkorte weefsel op te rekken met oefeningen. Het derangement syndroom wordt behandeld met oefeningen die de klachten direct doen verbeteren.

          Zelfbehandeling     naar boven

          De McKenzie therapie is vaak geschikt voor zelfbehandeling als er een goede classificatie en instructie is geweest. De pagina met instructies over zelfhulp bij acute lage rugklachten bevat hier veel elementen van. Bovendien is een manier in het voorkómen van klachten duidelijk (de preventie). De verantwoordelijkheid van de klachten wordt hiermee weer bij de patiënt gelegd. Hij/zij wordt hiermee onafhankelijk van een arts/therapeut.

          Preventie    naar boven

          Een ander interessant aspect van de McKenzie benadering is de preventie van de behandelde klachten. Zodra een klacht kan worden ingedeeld bij één van de syndromen, staat de preventie vast. Houdingscorrectie speelt bij elk syndroom een rol. Daarnaast kunnen specifieke oefeningen en instructies gegeven worden.

          Houdingstherapie     naar boven

          Houdingstherapie wordt als derde therapie genoemd, maar is bij klachten van het houdings- en bewegingsapparaat één van de belangrijkste therapieën die er bestaan, maar ook één van de lastigst uitvoerbare. Het betreft hier namelijk een gedragsverandering, en niets is zo moeilijk als een persoon veranderen ...

          Observatie     naar boven

          Ga op een mooie dag naar de Grote Markt in Groningen, ga zitten in een stoel, en observeer de houding van de mensen die aan u voorbij trekken of reeds hebben plaatsgenomen. Het zal u opvallen hoe divers de houdingen zijn. Bij nadere bestudering moet u ook opvallen hoeveel mensen er zijn met een voorovergebogen houding: soms slechts waarneembaar door de licht vooruitgestoken kin, soms beter door de gebogen vorm van de rug tussen de schouderbladen, en bij sommigen is het evident door de sterk omlaag gerichte blik, sloffende benen, of uitgezakte zithouding. Misschien is het u ooit opgevallen hoe prachtig de houding van peuters en kleuters is, en met welk gemak zij ongesteund rechtop kunnen zitten. Vermoedelijk gebeurt er iets met het verstrijken der jaren waardoor dit bij veel mensen verloren gaat: slecht meubilair, slechte conditie, weinig sportbeoefening, overgewicht, vermoeidheid door lange werkdagen, enzovoorts. Zo verdwijnt langzaam het gevoel voor een goede natuurlijke houding.

          Vervorming     naar boven

          De consequentie van een dergelijke houding is dat het houdings- en bewegingsapparaat, en met name de rug, biomechanisch langdurig op dezelfde manier belast en uitgeput wordt. Omdat het lichaam zich in de loop van de tijd aanpast aan de belastingen die worden aangeboden (dus ook de houding) vervormt het zich, waarmee de weg terug steeds moeilijker wordt. Het risico op klachten wordt hiermee groter. Het is dus de kunst om houdingsproblemen tijdig te onderkennen, zodat het lichaam zich nog kan herstellen. In het algemeen is tijdens de puberteit de houding nog zeer goed te corrigeren. Daarna nemen de mogelijkheden af, en zal steeds meer binnen de beperkingen van het individu naar een optimale houding gezocht moeten worden.

          Therapie     naar boven

          De therapie zal eerst uit bewustwording moeten bestaan. Waarom zijn er klachten, en hoe zit een goede houding in elkaar? Dan zal duidelijk gemaakt worden hoe een goede houding te bereiken is. Tenslotte zullen er aanwijzingen gegeven worden hoe deze houding het gemakkelijkst te handhaven is. De Praktijk OMG Groningen werkt hierbij met een set eenvoudige oefeningen en instructies, die stapsgewijs worden doorgenomen. Van de bezoeker wordt verlangd dat hij/zij hier intensief mee aan de gang gaat. Alleen door veel en vaak te oefenen kan men zich iets gewennen, en is het mogelijk een bepaald (houdings-)gedrag te doorbreken. Onder optimale omstandigheden is dit traject in 3 sessies te doorlopen.

          Stabilisatietraining    naar boven

          Er is een gezegde: ééns rugklachten, altijd rugklachten, en dat blijkt voor 40-80% van de mensen met ééns rugklachten op te gaan. Een manier om te proberen hier verandering in aan te brengen is te zorgen voor een goede houdingshygiëne en preventie zoals boven reeds aangestipt. Dit betreffen algemene maatregelen die toepasbaar zijn bij veel mensen. Een specifieke en meer individuele vorm van houdingstherapie is stabilisatietraining van de rug laag. Bij deze training gaat het erom de verbindingen tussen de wervels en bekken onderling meer stijfheid te geven, zodat activiteiten als lopen, bukken en tillen uitgevoerd kunnen worden met een zo klein mogelijk risico op beschadiging van de rug, en daarmee het optreden (of blijven) van rugklachten. De therapie verloopt in drie stappen. De eerste stap is bewustwording van de verschillende typen spieren van de rug, waar ze voor nodig zijn, en hoe ze aan te spannen zijn in diverse houdingen. De tweede stap is om dit te combineren met eenvoudige arm- en beenbewegingen. In de derde stap worden zwaardere oefeningen uitgevoerd, eventueel toegespitst op de individuele (werk)omstandigheden. Met name de laatste stap is geschikt om uit te voeren in samenwerking met een fysiotherapeut die de beschikking heeft over fitnessapparatuur. Het hele traject kan, afhankelijk van diverse factoren, weken tot maanden duren.

          Y-therapie

          Ook een specifieke vorm van houdingstherapie is de Y-therapie. De techniek werd door de yogadocent Gert van Leeuwen ontwikkeld. Een aantal yoga-elementen zijn hierin duidelijk terug te vinden, zoals het werken aan bewustwording en ontspanning. Hiervoor worden strekoefeningen gebruikt. Uiteindelijk wordt gewerkt naar een nieuw gevoel voor evenwicht in de wervelkolom: de onderdelen recht en symmetrisch op elkaar gestapeld, maar vrij in beweging. Om deze balans te vinden en te trainen wordt veel geoefend in de omgekeerde houding, steunend op de schouders. Van de deelnemers wordt dagelijks een actieve inzet gevraagd gedurende minimaal 3 maanden.

          naar boven



          bron:
          http://www.rugspraak.nl/de_therapie%C3%ABn.htm

          20-06-2010 om 10:17 geschreven door frankloopt  

          0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
          >> Reageer (0)




          Over mijzelf
          Ik ben ceurstemont frank , en gebruik soms ook wel de schuilnaam fcmont.
          Ik ben een man en woon in puurs () en mijn beroep is elektricien.
          Ik ben geboren op 15/09/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
          Mijn hobby's zijn: lopen, lezen , tuin ,rust in de natuur en gezin .

          E-mail mij

          Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


          Foto

          Hoofdpunten blog fcmont
        • gelukkig zijn
        • KENNIS EN WIJSHEID
        • GEWETEN VOLGEN
        • GEEST TOT RUST
        • GRENZELOOS GEVEN
        • BEPERKING
        • KRITIEK GEVEN
        • OPENEN
        • DINGEN ZIEN
        • TOTDAT JE BEGRIJPT
        • LEEF
        • OASE
        • LEER STIL ZIJN
        • UNIEK MENS
        • BEGRIJPEN
        • ZORGEN ONDER OGEN ZIEN
        • NIET DRUK MAKEN.....
        • STUURLOOS
        • AFHANKELIJK VAN....
        • ERVAART

          Image

          NEDERLANDS TALIG FILM DE 5 TIBETANEN

          http://www.youtube.com/watch?v=4h1hj8JsO-8&feature=player_detailpage

          Bron: Harms-Aris, T. Geerets, 'Sportvoedingswijzer' (Nieuwegein, 2005). ISBN: 90-77072-70-5

          Bewust omgaan met voeding kan je sportieve prestaties enorm verbeteren en het sportplezier aanzienlijk vergroten. Voeding levert sporters de benodigde energie en bouwstoffen. Maar hoe weet je hoeveel energie er nodig is voor een training en wat moet je daarvoor eten? Welke voedingsstoffen zijn voor sporters vooral van belang? Sportdiësten Carlien Harms-Aris en Tiny Geerets komen dit soort vragen dagelijks tegen in hun praktijk. In onderstaande factsheets afkomstig uit hun boek 'Sportvoedingswijzer' vertellen zij je hoe je de optimale balans kunt vinden tussen voeding en sportieve activiteiten.

          Energieleverende voedingsstoffen

          De belangrijkste energieleveranciers zijn koolhydraten en vetten. Naast koolhydraten en vetten,kunnen ook eiwitten en alcohol energie leveren aan het lichaam. In deze interessante factsheet wordt per energieleverende voedingsstof aangegeven wat het precies is, wat de functie ervan is, in welke producten je ze kunt vinden en hoeveel je ervan nodig hebt.
          Download de factsheet Energieleverende voedingsstoffen

          Overige voedingsstoffen

          Een gezonde basisvoeding bevat naast energieleveranciers ook andere voedingsstoffen: vitamines, mineralen en voedingsvezels. In deze factsheet wordt ingegaan op vitamines, mineralen en voedingsvezels.
          Download de factsheet Overige voedingsstoffen

          Vocht

          Vocht is een essentieel onderdeel van een gezonde voeding en veel sporters onderschatten nog steeds het belang van een goede vochtbalans. Toch boek je misschien juist wel door het verbeteren van je drinkgedrag de snelste en gemakkelijkste winst.
          Download de factsheet Vocht

          Eten rondom het sporten & eten rondom de wedstrijd

          Wil je je lichaam optimaal in conditie houden, dan is het belangrijk om de energie die tijdens het sporten verbruikt wordt, weer aan te vullen. De intensiteit en duur van de inspanning bepalen hoeveel je extra moet eten. Je moet echter niet alleen letten op de hoeveelheid, want ook tijdstip van eten en de samenstelling van de voeding zijn van belang.
          Download de factsheet Eten rondom het sporten & eten rondom de wedstrijd

          Herstel na de wedstrijd en training

          Na de wedstrijd en training is het belangrijk om zo snel mogelijk de gebruikte koolhydraten en het vochtverlies weer aan te vullen. Het insulinegehalte in het bloed is dan namelijk nog hoog, waardoor de glycogeenvoorraden in de spieren relatief gemakkelijk kunnen worden aangevuld. Dat bevordert een snel herstel.
          Download de factsheet Herstel na de wedstrijd en training

          Maag- en darmklachten

          Veel sporters, vooral duursporters, zijn ermee bekend: maag- en darmklachten. Het is een verzamelterm voor een breed scala verschijnselen. Misselijkheid, buikpijn, maagpijn, een opgeblazen gevoel, steken in de zij, krampen in het darmstelsel, diarree (mogelijk zelfs met bloed), braken, obstipatie, brandend maagzuur.. Allemaal klachten die vallen onder de noemer maag- en darmklachten. In deze factsheet vind je informatie over het ontstaan van deze klachten en wordt aangegeven wat je ertegen kunt doen.
          Download de factsheet Maag- en darmklachten

          Omega vetzuren

          Omega vetzuren staan de laatste tijd volop in het nieuws. Maar wat zijn het eigenlijk, waar zitten ze in en is suppletie zinvol? In deze factsheet de antwoorden op deze vragen.
          Download de factsheet Omega vetzuren

          Op pad voor de wedstrijd

          Veel sporters reizen voor hun sportbeoefening. Misschien ga je wel eens naar een andere stad voor een competitiewedstrijd, naar de Alpen voor een hoogtetraining of naar Athene voor een toernooi. Een lange vlieg- of busreis, een ander klimaat en andere eetgewoonten zijn allemaal factoren die vervelende problemen kunnen veroorzaken. Hoe je dergelijke problemen kunt verminderen of voorkomen lees je in deze factsheet.
          Download de factsheet Op pad voor de wedstrijd

          Sportvoedingssupplementen

          Het gebruik van voedingssupplementen is even oud als het sporten zelf. Van de oude Grieken en Romeinen is bekend dat ze soms hun toevlucht namen tot .speciale. voedingsmiddelen om prestaties te verbeteren. Ook vandaag de dag wordt in de sportwereld vaak gebruik gemaakt van supplementen. Maar in de praktijk bestaan er veel misverstanden over de invloed van supplementen op sportprestaties. Veel sporters gebruiken onnodig en te veel voedingssupplementen. En dat zou hun prestaties en gezondheid juist wel eens negatief in plaats van positief kunnen beïloeden. Lees hier meer over in deze factsheet.
          Download de factsheet Sportvoedingssupplementen

          Wil je de factsheets downloaden naar je eigen harde schijf, klik dan met je rechtermuisknop op de link en kies ´Doel opslaan als´

          Klik op het logo om gratis Adobe Acrobat Reader te downloaden. Je hebt dit programma nodig om de factsheets te kunnen bekijken.

            Marathon tijden tabel  -- Bereken uw tijd

          km/h 1 km 5 km 10 km 15 km 20 km 21.1 km 25 km 30 km 35 km 40 km 42.2 km

          20.00

          3:00

          15:00

          0:30:00

          0:45:00

          1:00:00

          1:03:18

          1:15:00

          1:30:00

          1:45:00

          2:00:00

          2:06:36
          18.94 3:10

          15:50

          0:31:40

          0:47:30

          1:03:20

          1:06:49

          1:19:10

          1:35:00

          1:50:50

          2:06:40

          2:13:38
          18.00 3:20

          16:40

          0:33:20

          0:50:00

          1:06:40

          1:10:20

          1:23:20

          1:40:00

          1:56:40

          2:13:20

          2:20:40
          17.14 3:30

          17:30

          0:35:00

          0:52:30

          1:10:00

          1:13:50

          1:27:30

          1:45:00

          2:02:30

          2:20:00

          2:27:00
          16.36 3:40

          18:20

          0:36:40

          0:55:00

          1:13:20

          1:17:21

          1:31:40

          1:50:00

          2:08:20

          2:26:40

          2:34:42
          15.65 3:50

          19:10

          0:38:20

          0:57:30

          1:16:40

          1:20:52

          1:35:50

          1:55:00

          2:14:10

          2:33:20

          2:41:44
          15.00 4:00

          20:00

          0:40:00

          1:00:00

          1:20:00

          1:24:23

          1:40:00

          2:00:00

          2:20:00

          2:40:00

          2:48:38
          14.40 4:10

          20:50

          0:41:40

          1:02:30

          1:23:20

          1:27:54

          1:44:10

          2:05:00

          2:25:50

          2:46:40

          2:56:48
          13.84 4:20

          21:40

          0:43:20

          1:05:00

          1:26:40

          1:31:25

          1:48:20

          2:10:00

          2:31:40

          2:53:20

          3:02:50
          13.33 4:30

          22:30

          0:45:00

          1:07:30

          1:30:00

          1:34:56

          1:52:30

          2:15:00

          2:37:30

          3:00:00

          3:09:52

          12.85

          4:40

          23:20

          0:46:40

          1:10:00

          1:33:20

          1:38:27

          1:56:40

          2:20:00

          2:43:20

          3:06:40

          3:16:54

          12.41

          4:50

          24:10

          0:48:20

          1:12:30

          1:36:40

          1:41:58

          2:00:50

          2:25:00

          2:49:10

          3:13:20

          3:23:56

          12.00

          5:00

          25:00

          0:50:00

          1:15:00

          1:40:00

          1:45:29

          2:05:00

          2:30:00

          2:55:00

          3:20:00

          3:30:58

          11.61

          5:10

          25:50

          0:51:40

          1:17:30

          1:43:20

          1:49:00

          2:09:10

          2:35:00

          3:00:50

          3:26:40

          3:38:00

          11.25

          5:20

          26:40

          0:53:20

          1:20:00

          1:46:40

          1:52:31

          2:13:20

          2:40:00

          3:06:40

          3:33:20

          3:45:02

          10.90

          5:30

          27:30

          0:55:00

          1:22:30

          1:50:00

          1:56:02

          2:17:30

          2:45:00

          3:12:30

          3:40:00

          3:52:04

          10.58

          5:40

          28:20

          0:56:40

          1:25:00

          1:53:20

          1:59:33

          2:21:40

          2:50:00

          3:18:20

          3:46:40

          3:59:06

          10.28

          5:50

          29:10

          0:58:20

          1:27:30

          1:56:40

          2:03:04

          2:25:50

          2:55:00

          3:24:10

          3:53:20

          4:06:08

          10.00

          6:00

          30:00

          1:00:00

          1:30:00

          2:00:00

          2:06:35

          2:30:00

          3:00:00

          3:30:00

          4:00:00

          4:13:10

          9.72

          6:10

          30:50

          1:01:40

          1:32:30

          2:03:20

          2:10:06

          2:34:10

          3:05:00

          3:35:50

          4:06:40

          4:20:12

          9.47

          6:20

          31:40

          1:03:20

          1:35:00

          2:06:40

          2:13:37

          2:38:20

          3:10:00

          3:41:40

          4:13:20

          4:27:14

          9.23

          6:30

          32:30

          1:05:00

          1:37:30

          2:10:00

          2:17:08

          2:42:30

          3:15:00

          3:47:30

          4:20:00

          4:34:16

          De lijst geeft een lineaire vertegenwoordiging van de lopende snelheid. Het geeft geen aandacht aan individuele lopende tactiek of organisatie. Voorbeeld: Als u met deze kalender onder 2 uren wilt blijven, moet u gemiddeld per kilometer van 5:40 min lopen.

          Berekening tijden:

          : Tijd per km ingeven!

          km/h 1 km 5 km 10 km 15 km 20 km 21.1 km 25 km 30 km 35 km 40 km 42.2 km

           


          Loop calculator  loopcalculator als je hierop klikt, kan je beginnen rekenen!!



          Info over intensiteit - omslagpunt - hartslag - Hf-Max - trainingzones en snelheidstraining :

          Trainingsintensiteit

          Tussen het looptempo en de hartslagfrequentie bestaat een rechtstreeks verband. Bij het stijgen van het looptempo , stijgt eveneens de hartslagfrequentie. Dit gebeurt in het eerste deel ongeveer rechtlijnig tot een bepaald punt, waar de lijn vlakker wordt. Dit punt noemen we het omslagpunt. Bij een hartslag onder het omslagpunt krijgen de spieren genoeg zuurstof (dit zijn de aërobe trainingen). Boven dit omslagpunt kunnen we niet genoeg zuurstof inademen voor alle spieren (dit noemen we anaërobe trainingen). Om dit gebrek te compenseren gaat het lichaam minder efficiëntie energiebronnen aanspreken om dezelfde prestatie te handhaven. Daarom moeten we vooral onder het omslagpunt trainen.

          Door korrekt te trainen kunnen we dit omslagpunt verder naar omhoog verschuiven. Daardoor kunnen we met een hoger tempo lopen terwijl we toch genoeg zuurstof inademen voor onze spieren. Dit in het aërobe trainingsgebied. Als je te veel boven dit omslagpunt traint, zal er een negatief effekt optreden : het omslagpunt verschuift naar omlaag en in plaats van een verbetering vindt er een prestatiedaling plaats..

          Hoe kunnen we nu dit omslagpunt bepalen ? Een van de methodes is de Conconitest. Volgens de Conconitest moet je in een zekere tijdseenheid een steeds grotere afstand afleggen. De hartslag wordt na elke tijdseenheid genoteerd en daarna gaat het tempo verder omhoog. Dit wordt een aantal keren herhaald. In een grafiek wordt de hartslagfrequentie volgens de tijd opgetekend. Op de grafiek zien we dat de hartslag frequentie rechtlijnig toeneemt tot een bepaald punt, waarna het afbuigt naar de maximale hartslag (Hf-Max). Dat punt, waar de lijn vlakker wordt, is het omslag punt. In onderstaand figuur is een een voorbeeld voor een persoon. Hier merken we dat het omslagpunt op 175 ligt.



          Hartslag frequentie

          Looptrainingen doen we volgens een bepaald tempo. Dit tempo hangt af van onze Hf-Max (maximale hartslag).
          We onderscheiden 5 trainingzones die gebaseerd zijn op onze hartslagfrequentie. Een beter loper zal in een zelfde zone dus sneller lopen (en trainen).
          Normaal moeten we de zones bepalen aan de hand van het omslagpunt, maar omdat niet iedereen de mogelijkheid heeft om dit te laten doen, gaan we uit van de maximale hartslag (Hf-Max).
          Voor een ruwe schatting van deze Hf-Max maken we gebruik van de formule :

          Hf-Max = 220 – Leeftijd (voor mannen)
          Hf-Max = 226 - Leeftijd (voor vrouwen)

          Deze Hf-Max varieert naargelang de sportaktiviteit : voor lopen ligt hij hoger dan bij het fietsen en bij het zwemmen ligt hij lager dan bij fietsen en lopen. Daarom moeten we voor lopen en fietsen de Hf-Max apart bepalen. Voor het zwemmen wordt dit meestal niet gedaan. Daar wordt de snelste zwemtijd over 400 meter als norm genomen.

          Bepaling van Hf-Max voor het lopen :

          - doe deze test als je uitgerust bent
          - doe een opwarming van 15-20 minuten met een polsslag tussen 120-140.
          - start dan de eigenlijke test : begin kalm te lopen en verhoog het tempo elke minuut met 10 procent waarbij je 1 minuut lang hetzelfde tempo aanhoudt.
          - als je niet meer sneller kan doe je nog een korte sprint (enkele tientallen meters).
          - loop daarna 10-15 minuten uit
          - de hoogst gemeten hartslag (normaal tijdens de sprint) is uw Hf-Max

          Trainingszones :

          Nu uw Hf-Max (maximale hartslag) bepaald is kan je de trainingzones bepalen .

          ----------------------------------------------------------------------------
          ZONE         % van Hf-Max      Inspanning
          ----------------------------------------------------------------------------
          zone 1       65-70            hersteltraining, LSD-lopen
          -----------------------------------------------------------------------------
          zone 2a      75-80            trage duurlopen
            extensief
          ----------------------------------------------------------------------------
          zone 2b      80-85            snelle duurlopen
             intensief
          ----------------------------------------------------------------------------
          zone 3       85-92            tempoduurlopen
          ----------------------------------------------------------------------------
          zone 4       92-100           intervaltraining
          ----------------------------------------------------------------------------
          
          
          Zone 1 = voor inlopen, uitlopen + lange, trage duurlopen (vetverbranding) + herstellopen
          Zone 2 = de meeste duurlopen gebeuren in zone 2a, de intensieve duurlopen waarbij we het aeroob systeem trainenen gebeuren in zone 2b.
          Zone 3 = zone die tot aan het omslagpunt gaat. Hier trainen we om de zuurstofopname te vergroten en doen we aerobe snelheidstrainingen
          Zone 4 = zone voorbij het omslagpunt dit tot aan onze VO2-max gaat (de maximale zuurstofopname). Hier doen we intervaltrainingen waarbij de pauze even lang duurt als de belastingstijd. Het hartslag benadert de Hf-Max. De snelheid tijdens de intervallen is 90-95% van het wedstrijdtempo.

          Hoe een snelheidstraining doen ?

          Om monotonie te vermijden gaan we snelheidstrainingen op verschillende manieren doen.

          1. methode van de wisselduur :

          Bij de wisselduur lopen we afwisselend in zone 3 en zone 1. De verhouding tussen belasting (zone 3) en rust (zone 1) 2:1. Bvb: 6 minuten in zone 3, en daarna 3 minuten in zone 1. Dit doen we een aantal maal achter elkaar.
          Later kan u de belastingstijd in zone 3 vergroten (van 2 naar 15 minuten). Doe deze training niet langer als 30 tot 45 minuten.

          Voorbeeld om prograssie te maken:
          Loop 1 : 4 x 15' in zone 3 (tempo) + 4 x 3' in zone 1 (recuperatie) = 32 minuten.
          Loop 2 : 3 x 7' in zone 3 (tempo) + 3 x 4' in zone 1 (recuperatie) = 33 minuten.
          Loop 3 : 4 x 6' in zone 3 (tempo) + 4 x 3' in zone 1 (recuperatie) = 36 minuten.

          2. methode van de climaxlopen :

          Bij een climaxloop wordt er in de eerste drie zones gelopen. We beginnen in zone 1, gevolgd door een kortere periode in zone 2 en daarna in zone 3. De tijd die in iedere zone wordt gelopen varieert. De totale duur : 30 tot 45 minuten.

          Voorbeeld :
          - zone 1 : 20'
          - zone 2 : 10'
          - zone 3 : 5'

          3. methode van het vaartspel (Fartlek) :

          Naargelang het terrein en ons gevoel gaan we met verschillende tempo's lopen, bij voorkeur in een bos en op een heuvelachtig terrein. We varieren in lengte (enkele tientallen meters tot een enkele honderden meters). Afwisselend gaan we rustig lopen of zelfs wandelen, korte versnellingen, al dan niet bergop, wat langere stukken aan een lager tempo,...dit naargelang onze goesting. Hierbij werken we in alle trainingzones (1..4).

          4. methode van de heuvellopen :

          Bij de heuvellopen moeten we erop letten om kortere passen bergop te nemen tegen een hogere tred. Neem niet te steile hellingen omdat het anders teveel kracht vergt en een normaal loopstijl verhinderd. Doe om te starten 3-5 heuvellopen van 100-200 meter. Naargelang de conditie vordert doet u meer herhalingen Bij het naar beneden lopen vergroot u de lengte van uw passen ofwel verhoogt u het loopritme. Zo traint u ook het bergaf lopen.

           

           



           


           
          5 optimale hartslagfrequenties

          .

          Loop ik te snel ? Loop ik te traag ? Het hangt er gewoon van af wat je met je training wil bereiken : gewoon wat conditie houden, een welgemeende poging doen om te vermageren of planmatig trainen om je 10 km-tijd te verbeteren.
          Eén van de mogelijkheden om na te gaan of je binnen je gestelde ambitie blijft, is de controle van de hartfrequentie. De tijd van de meting met het vingertje aan de pols is stilaan voorbij. Met een goede hartslagmeter ben je immers continu op de hoogte van je hartfrequentie.

          "Je kan de hartslagmeter als een toerenteller zien, schrijft Sany Edwards in haar boekje "Trainen met een hartslagmeter". "Met zo'n toerenteller meet je de vooruitgang, de inspanning en de doeltreffendheid van je motor. Net zoals je de motor van je wagen niet aan de kook wil brengen, waak je erover je hart niet in de gevarenzone te jagen. Daarom verdelen we de trainingszones volgens vijf niveaus. Elke zone heeft met een ander stofwisselings- of ademhalingsmechanisme van het lichaam te maken."

          Zone 1 : Gewichtscontrolezone :
          50 a 60 % van je HF-max (of 28 tot 42% van je VO2-max)

          Zone 1 : Fitheidszone :
          60 a 70% (of 42 tot 56% van je VO2-max)

          Zone 3 : Aërobe zone :
          70 a 80% (of 56 tot 70% van je VO2-max)

          Zone 4 : Anaërobe zone :
          80 a 90% (of 70 tot 83% van je VO2-max)

          Zone 5 : Uitputtingszone :
          90 a 100% (of meer dan 83% van je VO2-max)

          1. BEPALEN VAN JE HF-MAX

          De maximale hartfrequentie (HF-max) is dus een onmisbaar gegeven om deze trainingszones vast te leggen. Om deze bij benadering te bepalen, bestaat er een eenvoudige theoretische formule : je trekt je leeftijd van het getal 220 af. Zo zal iemand van vijftig een (theoretische) maximale hartfrequentie hebben van 170 slagen per minuut. Onderzoekers van de Ball State University vonden echter dat deze formule de HF-max te laag inschat voor oudere mensen en te hoog voor jonge mensen. Hun suggestie is als volgt :

          HF-max voor vrouwen = 209 -(0,7).(leeftijd)
          HF-max voor mannen = 214 -(0,7).(leeftijd)

          Volgens deze formule kan een man van vijftig nog een HF halen van 179. Er bestaan daarnaast eveneens enkele hardlooptests, die je zelf met behulp van je hartslagmeter kan uitvoeren.

          a. TEST VAN COOPER :

          Met deze conditietest is het de bedoeling na te gaan hoe ver je na twaalf minuten hard lopen geraakt. Loop na je warming­up gedurende tien minuten in een gelijkmatig en stevig tempo. Voer daarna gedurende twee minuten het tempo op naar de topsnelheid . De HF-max is meestal de hoogste hartfrequentie die op het einde van de test geregistreerd wordt. Met deze test kan je uiteraard ook je eigen progressie meten, door na te gaan welke afstand je tijdens deze twaalf minuten hebt afgelegd. Deze test kan je zo nodig iedere maand herhalen.

          b. De hellingtest

          Zoek een heuvel op waarop je in anderhalve minuut naar boven kan rennen. Loop er na de warming-up viermaal tegenop. Loop telkens weer traag naar beneden. Je begint iedere keer met dezelfde hartslag aan de ren naar boven. De HF-max is meestal die hoogste hart­frequentie die op het eind van de proef wordt geregistreerd .

          c. TEST OP 2.000 meter

          Deze test voer je best op een piste uit. Je baseert je hierbij op je persoonlijk record over 2.000 meter. Na de warming-up start je op die piste tegen een tempo dat één minuut trager ligt dan je record. Verhoog je snelheid langzamerhand tot je in de laatste ronde op topsnelheidi zit. Ga de laatste 200 meter voluit. De HF­max is de hoogste waarde die je hartslagmeter tijdens de laatste 200 meter registreert.

          d. TEST op 800 meter

          Na de warming-up ga je de eerste pisteronde je snelheidd stelselmatig opvoeren tot op 95% van je mogelijkheden. De tweedde rondde loop je alsof je in een wedstrijd zit. De HF-max is de hoogste waarde die je hartslagmeter in de laatste ronde registreert.

          2. GEWICHTSCONTROLE ZONE

          Dit is wenicht één van de belangrijkste trainingszones, maar tegelijk één van de slechtst gewaardeerde. Heel wat mensen ddenken immers dat men echt moet afzien vooraleer men enig succes kan boeken. In deze zone train je uiteraard geen wedstrijdniveau. Het is wel belangrijk dat het lichaam in vorm raakt door meer vet als brandstof te gebruiken dan koolhydraten. Toevallig is dit ook het niveau waarbij de beginnelingen met een loopprogramnma starten. Ook wie het in de eerste plaats om vermageren te doen is, loopt best in deze zone. Trainen in de gewichtscontrole-zone moet heel ontspannen aanvoelen.

          HF-max 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200
          --------------------------------------------------
                  75 77   80  82  85  87  90  92  95  97 10O
                  90 93   96  99 102 105 108 111 114 117 120
          ---------------------------------------------------------
          
          3. FITHEIDSZONE

          Trainen in de fitheidszone versterkt je hart en biedt de mogelijkheid optimaal te werken. De fitheidszone reikt van (60 tot 70% van je HF-max en staat eveneens bekend als de "aërobe fitnessdrempel", omddat je lichaam vanaf dit punt de positieve gevolgen van een aerobe training ondervindt. In deze zone werkt het hart hard genoeg om sterker te worden. Het zal dan ook in staat zijn een regelmatig, niet al te hoog tempo, zonder pijn vol te houden. Deze trainingsvorm is uiterst geschikt voor marathonlopers tijdens hun lange duurtrainingen.

          HF-max 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200
          --------------------------------------------------
                  90  93  96  99 102 105 108 111 114 117 120
                 105 109 112 116 119 123 126 130 133 137 140
          --------------------------------------------------
          
          4. AËROBE ZONE

          Van het trainen in de aërobe zone profiteert niet alleen het hart maar ook de longen. Door het ademhalingssysteem te trainen, neemt ook het uithoudingsvermogen toe. In deze zone versterk je de aërobe kracht, het vermogen om zuurstof naar de werkzame spieren te krijgen en koolzuur af te voeren. De aërobe zone is de standdaardzone voor de progressie op training. Wie in deze zone in staat is om anderhalve kilometer in negen minuten te 1open, zal na enige weken ervaren dat deze inspanning al veel minder tijd gaat kosten. Deze verbetering heet men het trainingseffect. Bij deze intensiteit begin je de eerste ongemakken van het trainingsprogramma te ervaren. Het is geen pijnlijke trainingszone, maar toch zal je de inspanningen die je lichaam verricht, wel degelijk voelen. De winst van trainen in deze zone is buitengewoon. Je verbruikt uiteraard meer koolhydraten dan vetten, maar door intensievere trainingen te verrichten, versterk je ook je hart en je longen. Als je fitter, sneller en sterker wil worden, train dan in deze zone. In deze zone kan je onder meer je tijd den op 10 km verbeteren.

          HF-max 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200
          --------------------------------------------------
                 105 109 112 116 119 123 126 130 133 137 140
                 120 124 128 132 136 140 144 148 152 156 160
          --------------------------------------------------	
          
          5. ANAËROBE ZONE

          In de zone, die van 80 tot 90 % van je HF­max loopt, train je al vlak tegen je anaërobe drempel. De voornaamste winst die je hierbij boekt, is een groter vermogen van je organisme om melkzuur om te zetten, waardoor je harder kan trainen vooraleer je in de pijnzone van zuurstofgebrek en stijgende melkzuurconcentraties terechtkomt. Je hebt hier uiteraard a1 te maken met vrij zware trainingen : vermoeide spieren, een jagende ademhaling en vermoeidheid zijn er de uiterlijke tekenen van. Wie volhoudt, krijgt er in ruil een trainingseffect voor. Je zal in staat zijn om meer en langduriger inspanningen te verrichten bij een lagere hartfrequentie. Trainen in deze zone is vooral nuttig voor mensen die topprestaties willen leveren. Als je conditie je enige doel is, heeft het geen zin hier energie in te stoppen. Vooral 3000 en 5000 meterlopers gebruiken deze zone geregeld.

          HF-max 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200
          --------------------------------------------------
                 120 124 128 132 136 140 141 148 122 156 160
          	   135 140 144 149 153 158 162 167 171 176 180
          --------------------------------------------------
          
          6. ZIGZAG ROND DE ANAËROBE DREMPEL

          Volgende training voor 10 km-lopers is bedoeld om de hartfrequentie van je anaërobe drempel te verhogen. Stel op je hartslagmeter als maximum de HF in waarop je doorgaans je 10 km-races betwist. Neem a1s minimum vijftien tellen minder. Doe eerst een degelijke opwarming. Loop vervolgens enkele minuten ontspannen op de laagst ingestelde grens. Versnel daarna geleidelijk tot het hoogste alarm klinkt. Op dat punt vertraag je geleidelijk aan tot het laagste alarm weer begint te biepen. De rest van de training bestaat uit het zig­zaggen tussen de boven- en ondergrens. Vaak duurt elke verhoging of ver1aging van het tempo één tot twee minuten. Deze training kan je de training rond de melkzuurdrempel noemen. Deze training activeert de verschillende soorten spiervezels.
          De zigzag is tevens een zeer goede specifieke training om de juiste coordinatiepatronen te ontwikkelen die voor een uitstekende 10 kilometer nodig zijn. Hoewel deze training vrij intensief is, is ze ook hee1 ontspannend. Al was het alleen maar omdat je je geen zorgen moet maken over je feitelijke snelheid.
          Beginnende hardlopers hebben tijdens hun eerste training voldoende met acht minuten lopen binnen de zigzagzone. Ervaren lopers blijven vaak 20 tot 25 minuten per sessie bezig. Na deze training volgt het ontspannende uitlopen.

          7. BEPALEN VAN DE ANAËROBE DREMPEL

          Je kan geregeld (om de maand bijvoorbeeld) je anaërobe drempel testen om het intensiteitsniveau van de training aan te passen. De test kan uitgevoerd worden op een piste. Je legt de test-afstand van 5 km af met de hoogste snelheid die je naar je gevoel kan volhouden zonder te vertragen. Na een vijftal minuten zal je hartfrequentie zich stabiliseren. Neem ook je eindtijd op. De hartfrequentie die je bereikt hebt en vastgehouden, is je anaërobe drempel. Doe na de test een goede cooling-down van een kwartier. Je zal dan in je schema je intervaltraining, je heuvelintervals en je tempolopen uitvoeren met een hart­frequentie die één tot tien tenen lager ligt dan deze van je anaërobe drempel.

          8. UITPUTTINGSZONE

          Trainen op 90 tot 100 %, van je HF-max is de meest intensieve training. In deze uitputtingszone wordt de melkzuurdrempel overschreden en werk je met een tekort aan zuurstof. Dit betekent dat je spieren meer zuurstof gebruiken dan je lichaam kan aanvoeren. Je traint door plankgas te geven vooral het stofwisselingstransport van je snelle vezels, niet die van je uithoudingsvermogen (de langzame vezels). Deze training mag alleen uitgevoerd worden door sporters die naar het allerhoogste streven. Vooral halvefondlopers maken gebruik van deze trainingszone.


          De maximale zuurstofopname.

          De maximale zuurstofopname of VO2max bepaalt in belangrijke mate het uithoudingsvermogen voor inspanningen van langer dan enkele minuten. De waarde van de VO2max geeft aan hoe goed het lichaam zuurstof kan opnemen uit de omgeving en met de bloedsomloop naar de spieren kan vervoeren om ze daar te gebruiken voor energieleverende processen. Ze weerspiegelt dus het maximale prestatievermogen van het hart en de bloedsomloop alsook nuttige aanpassingen ter hoogte van de spieren en wordt algemeen beschouwd als de criteriummeting voor de cardiorespiratoire fitheid.

          De duidelijke verschillen in VO2max tussen mensen met een verschillende fitheid zijn voornamelijk het resultaat van een verschil in maximaal hartdebiet (de hoeveelheid bloed die het hart per minuut door het lichaam kan pompen). De waarde van de VO 2max is dan ook sterk gerelateerd aan de functionele capaciteit van de hartspier.

          De VO2max wordt absoluut (in liter zuurstof per minuut) of relatief (in milliliter zuurstof per kilogram lichaamsgewicht per minuut) uitgedrukt. Voor sportdisciplines waarbij de totale lichaamsmassa onderhevig is aan de zwaartekracht (bv. lopen) gaat men eerder de relatieve waarde gebruiken. Wanneer de invloed van de zwaartekracht op de totale lichaamsmassa gedeeltelijk of volledig wordt opgeheven (bv. zwemmen) dan zal men eerder de absolute uitdrukking verkiezen.

          De maximale zuurstofopnamecapaciteit van een individu is sterk genetisch bepaald. De winst die men kan boeken door uithoudingstraining is dan ook eerder beperkt, hoewel dit bij sedentairen kan oplopen tot 40%, omwille van de lage uitgangspositie. Bij reeds goed getrainde atleten situeert de verbetering zich slechts tussen de 5% en 20%.

          De VO2max blijft ongeveer status-quo tot een leeftijd van 30 jaar. Daarna zakt ze geleidelijk tenzij men ze door het sporten onderhoudt. Hierdoor kan een goede VO 2max bewaard worden tot de leeftijd van ongeveer 50 jaar.


          Trainingszones

          Om verstandig te trainen is het belangrijk om eerst je trainingszones te bepalen. Dit zijn gradaties van intensiteit, uitgedrukt in het aantal hartslagen per minuut of in percentages van je maximale hartslag (HRmax). Die maximale hartslag (het aantal keer per minuut dat je hart pompt bij een maximale inspanning) is een individueel gegeven, daarom zijn trainingszones ook individueel verschillend. Je maximale hartslag zakt wel met je leeftijd.

          Er zijn drie verschillende trainingszones, die elk specifieke trainingseffecten en gezondheidsvoordelen opleveren.

          Zone lage intensiteit

          Met een hartslag tussen 60 en 70% van je maximale hartslag train je aan een lage intensiteit. Of je nu een beginneling of een regelmatig sporter bent, heel wat van je trainingsarbeid moet je in deze zone leveren. In deze zone doet je lichaam vooral beroep op vet als brandstof, daarom is ze zo belangrijk voor wie gewicht wil verliezen. Maar dan wel op voorwaarde dat je de inspanning lang volhoudt (minimum een half uur), wat niet evident is voor starters.

          Deze zone voelt prettig aan en is goed om:
          • aan je basisuithouding te werken
          • gewicht te verliezen (bij langdurige inspanningen)

          Zone matige intensiteit

          Ga je een stapje verder naar de zone tussen 70 en 80% van je maximale hartslag, dan werk je aan een matige intensiteit. Deze zone is extreem belangrijk voor wie regelmatig sport, want ze is essentieel voor conditieopbouw. Voor velen is het de hoogste zone waarbinnen ze een inspanning op een comfortabele manier en zonder pijn kunnen volhouden. Koolhydraten vormen meer en meer de brandstof in deze zone. Getrainde atleten kunnen langer een beroep doen op vetten, anderen moeten sneller overschakelen naar koolhydraten.

          De effecten van trainen in deze zone:
          • Je uithouding verbetert (je cardiovasculair systeem -hart en longen- wordt sterker)
          • Je houdt je gewicht onder controle
          • Je went je lichaam aan een hogere intensiteit (hogere snelheden)
          • Je verhoogt de snelheid die je aankan zonder dat je spieren verzuren

          Zone hoge intensiteit

          Aan 80 à 90% van je maximale hartslag werk je aan hoge intensiteit. Het wordt lastig. Je ademhaling versnelt en je gaat hijgen. Je spieren worden moe. Deze zone is enkel aan te raden voor fitte mensen.
          De voordelen van training in deze zone:
          • Je verbetert je capaciteiten om korte, felle inspanningen aan te kunnen
          • Je verhoogt de drempel waarop je spieren beginnen verzuren

          Trainen in de juiste zone is de sleutel tot een aangename sportbeleving en tot sportieve successen, wat je doel ook is. Steek variatie in je trainingen en wissel af. Maar werk altijd langere tijd in de lagere zones. Het is een mythe dat je de hele tijd moet hijgen en puffen om vooruitgang te boeken.

          Noot: deze zones zijn gedefinieerd volgens de aanbevelingen van internationaal gerenommeerde sportwetenschappers. Voor mensen met een zwakke conditie wordt de ondergrens van de zone lage intensiteit soms lager gelegd dan 60%.


          Maximale hartslag voor lopen bepalen

          1 Een inspanningstest in een labo

          De meest correcte manier om je maximale hartslag te bepalen is tijdens een inspanningstest in een labo, meestal op de loopband of op een testfiets en onder begeleiding van een cardioloog en/of een inspanningsfysioloog.

          2 De gekende formule ‘220 min je leeftijd'

          Je kan ook een schatting maken met de gekende formule ‘220 min je leeftijd'. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze formule niet altijd klopt, zeker niet voor mensen die al jaren sporten en voor oudere mensen.

          3 HRmax-p score

          Een meer correcte schatting krijg je met de HRmax-p score, die gebruikt wordt in de meeste Polar loopcomputers. Heb je de voorbije weken voldoende getraind om op een veilige manier maximaal te gaan, kan je als volgt te werk gaan. We raden wel aan om vooraf een dokter te raadplegen en de test nooit alleen te doen.
          Stap 1: warm je 15' op, op vlak terrein en bouw langzaam op naar trainingstempo
          Stap 2: kies een helling of een trap waar je twee minuten voor nodig hebt om boven te raken. Loop één keer naar boven aan een tempo dat je minstens 20' kan aanhouden. Kom terug naar beneden.
          Stap 3: Loop opnieuw naar boven, nu aan een tempo dat je ongeveer 3 km kan aanhouden. Noteer je hoogte hartslag. Je maximum ligt waarschijnlijk nog een tiental slagen hoger.
          Stap 4: Loop terug naar beneden en zorg ervoor dat je hartslag 30 à 50 slagen zakt.
          Stap 5: Loop opnieuw naar boven aan een tempo dat je maar één minuut kan volhouden. Halfweg de helling stop je en noteer je opnieuw je hoogste waarde. Die zal heel dicht tegen je maximale hartslag zitten. Gebruik die waarde om je trainingszones te bepalen.
          Stap 6: Zorg voor een goede cooling down van minimaal 10 minuten.


           

          de vijf tibetanen

           

          De vijf Tibetanen zijn een serie lichaamsoefeningen die op yoga lijken en waarvan men meent dat deze bijzonder goed voor de gezondheid zijn. Ze helpen het lichaam energiek en fit te blijven en ze zouden een verjongende werking hebben. Door dagelijks enkele minuten te oefenen zou je energie toenemen, zou je afvallen, een beter geheugen krijgen, zou je je haargroei stimuleren, je jonger voelen en je spijsvertering verbeteren.

          De oorsprong van de oefeningen is onduidelijk. Men is er niet zeker van dat ze uit Tibet komen. Het verhaal gaat als volgt. De oefeningen zouden afkomstig zijn van Tibetaanse monniken, die ver van de bewoonde wereld leefden in de bergen van de Himalaya, en de oefeningen al eeuwenlang doorgaven aan de volgende generatie. De bewegingsserie bleef een goed bewaard geheim tot een Engelse officier op een reis door de Himalaya bekend raakte met deze kennis en overbracht naar het Westen.

          De oefeningen stimuleren de zenuwstrengen en klieren die langs je ruggengraat liggen. Ook stimuleert het de beweeglijkheid van de ruggengraat zelf. De fysieke druk en de stimulans van de zenuwen hebben een verhoogde energetische activiteit in de zenuwen van de ruggengraat en in de energiebanen tot gevolg. Je wordt je meer bewust van je lichaam.

          Om te beginnen zou je de oefeningen 1-5 keer moeten doen en dit langzaam opvoeren tot je de oefeningen 21 maal kan uitvoeren. Het beste resultaat krijg je als de oefeningen iedere dag uitvoert. De oefeningen zijn vrij zwaar. Als ze moeilijk uitvoerbaar voor je zijn, kan het raadzaam zijn je lichaam eerst sterker en soepeler te maken met yoga of andere oefeningen.


          Oefening 1


          Beschrijving: Strek de armen zijwaarts, houd de handpalmen naar beneden. Houdt de schouders ontspannen en breng armen je armen zijwaarts omhoog tot schouderhoogte. Draai nu op de plaats om je as, met de klok mee. Richt je blik op een vast punt, zodat je niet duizelig wordt en je evenwicht niet verliest. Na het draaien haal je drie keer adem, waarbij je bij het inademen je handen boven het hoofd samen brengt en bij het uitademenen de armen zijwaarts laat zakken.
          Effect: Door het langzaam opbouwen van het aantal draaiingen wordt het evenwichtsorgaan getraind. Bovendien werkt het draaien als een centrifuge op het lichaam en de ingewanden, waardoor onzuivere stoffen verdwijnen.

           


          Oefening 2

          Beschrijving: Ga plat op de vloer liggen met je armen langs je lichaam. Je handpalmen zijn naar beneden gericht. Adem in door je neus en til je hoofd op van de vloer. Til tegelijkertijd je benen op, terwijl je je knieën gestrekt houdt. Terwijl je uitademt laat je eerst je hoofd zakken en vervolgens je benen. Ontspan je spieren even en herhaal de oefening. Als je klaar bent, haal drie keer adem, terwijl je handen op je onderbuik liggen.
          Effect: Met deze oefening worden de rug- en buikspieren getraind. Ook wordt de stofwisseling en de spijsvertering gestimuleerd.

           


          Oefening 3

          Beschrijving: Ga op je knieënn zitten, je heupen boven je knieën. Terwijl je uitademt buig je je kin naar je borst. Bij het inademen buig je langzaam naar achteren en laat je je hoofd naar achteren zakken. Steun met je handen op je billen of dijen. Als je klaar bent met de oefening haal je drie keer diep adem, terwijl je zittend op je knieën voorovergebogen zit of op je rug ligt met je handen op je buik.
          Effect: Met het uitvoeren van deze oefening neemt de energie in de hartstreek toe en wordt het halsgebied geactiveerd. Er worden witte bloedlichaampjes aangemaakt en je krijgt een betere weerstand tegen keelpijn ed.

           


          Oefening 4


          Beschrijving: Ga zitten met je benen gestrekt voor je, armen langs je lichaam en je steunt op je handpalmen. Adem uit en buig je kin naar je borst. Adem dan langzaam in, hef je bovenlichaam omhoog en breng je hoofd naar achteren. Houd even de adem in en span de spieren van je lichaam. Adem uit en keer langzaam terug in de beginpositie. Na afloop ga je liggen en haal je drie keer diep adem.
          Effect: Deze oefening versterkt de seksuele energie en bevordert de verbinding met de aarde.

           


          Oefening 5


          Beschrijving: Begin in kruiphouding. Je zit op handen en knieën. Je schouders houdt je boven je handen, je heupen boven je knieën. Adem in. Til je stuitje op en kom in de omgekeerde V houding, terwijl je inademt. Buig je kin naar je borst. Laat je lichaam naar beneden zakken, krom je rug en buig je hoofd inademend achterover en kijk naar boven. Na afloop ga je liggen en haal je drie keer diep adem.
          Effect: Deze oefening herstelt het evenwicht tussen de verschillende energiecentra en activeert deze.

           

          Oefening 6:

          de geheime Tibetaan

          De vijf Tibetanen zijn niet compleet, zegt men. Er is nog een zesde oefening die we hier afgebeeld zien. Plaats handen op de knieen, buig de knieen, benen wijd. Geheel uitademend met de handen op de knieen de onderbuik volledig intrekken. Adem vasthouden, dus totaal uitgeademd staan en dan de buikspieren heen en weer trekken, alsof je inademend, zodat een soort vacuum ontstaat. Deze beweging met de buikspieren 9 maal herhalen. Dan langzaam inademen.

          Voor al deze oefeningen geldt dat je ze eigenlijk eerst onder leiding moet leren. Doe ze in het begin langzaam en vooral steeds met de volle aandacht, en ga niet over de grenzen van het eigen lichaam!

           

          Bronvermelding: 
          Peter Kelder, De fontein der jeugd. Vijf oude Tibetaanse oefeningen om jong, gezond en vitaal te blijven.


           

           

          Sangha-Reiki is een meditatie en healingscentrum.

          Filips van Cleeflaan nr.71 te 9000 Gent

          webdesign is ontworpen door webmaster Vivianne Bovijn bijgestaan door haar Webmaster en Leraar in Webdesign Tim van den Brande

          Copyricht 2007




          Wat Zijn Triglyceriden?

          Triglyceriden zijn in feite geen onderdeel van cholesterol, maar ze zijn er wel nauw mee verbonden. Een grote
          hoeveelheid triglyceriden in je bloed is ongezond, omdat deze zich net ookl op de bloedvatwanden vastzetten. De
          aanslag die op die manier ontstaat, kan dodelijk zijn.

          Triglyceriden zijn een vorm van vetopslag in je bloed, ze worden door het lichaam als energiebron gebruikt. 95% van de
          vetten in je voeding zijn triglyceriden en het is de meest voorkomende vorm van vet in je lichaam.

          Maar triglyceriden vervullen ook een belangrijke rol in je lichaam. Zo zijn triglyceriden essentieel voor:

          * de opbouw van vetweefsel

          * de productie van cholesterol

          * de energievoorziening

          Je lichaam haalt een hoeveelheid triglyceriden direct uit voeding, maar de lever produceert deze vetten ook zelf. Uit
          de koolhydraten, alcohol, suiker en cholesterol die je eet, worden triglyceriden geproduceerd.

          Het is zeer belangrijk dat je gezond eet, maar het belangrijkste is dat je alles met mate eet. Onderzoek heeft
          namelijk uitgewezen dat een dieet met een zeer laag vetgehalte en een zeer hoog koolhydraatgehalte het aantal
          triglyceriden in het lichaam doet stijgen.

          Wanneer het aantal triglyceriden in je bloed te hoog zijn, is het absoluut nodig om deze te verlagen. Triglyceriden
          zorgen immers voor aanslag in de aderen, wat leidt tot hart- en vaatziekten. De maximale waarde voor triglyceriden in je
          bloed bedraagt 150mg/dl.

          Laat je cholesterol eens testen. Zijn de waarden hoger, onderneem dan direct actie. In de wereld van te hoge
          cholesterol is er geen tijd te verliezen. Het moment is aangebroken om je levensstijl te veranderen!

          Triglyceriden zijn in feite geen onderdeel van cholesterol, maar ze zijn er wel nauw mee verbonden. Een grote
          hoeveelheid triglyceriden in je bloed is ongezond, omdat deze zich net ook op de bloedvatwanden vastzetten.

          De aanslag die op die manier ontstaat, kan dodelijk zijn.

          Triglyceriden zijn een vorm van vetopslag in je bloed, ze worden door het lichaam als energiebron gebruikt. 95% van de
          vetten in je voeding zijn triglyceriden en het is de meest voorkomende vorm van vet in je lichaam.

          Maar triglyceriden vervullen ook een belangrijke rol in je lichaam. Zo zijn triglyceriden essentieel voor:

          * de opbouw van vetweefsel

          * de productie van cholesterol

          * de energievoorziening

          Je lichaam haalt een hoeveelheid triglyceriden direct uit voeding, maar de lever produceert deze vetten ook zelf. Uit
          de koolhydraten, alcohol, suiker en cholesterol die je eet, worden triglyceriden geproduceerd.

          Het is zeer belangrijk dat je gezond eet, maar het belangrijkste is dat je alles met mate eet. Onderzoek heeft
          namelijk uitgewezen dat een dieet met een zeer laag vetgehalte en een zeer hoog koolhydraatgehalte het aantal
          triglyceriden in het lichaam doet stijgen.

          ***********************************************************
          "Verlaag je cholesterol met minstens 27% binnen 60 dagen op
          een veilige, 100% natuurlijke manier zonder het gebruik van
          dure medicijnen"

          Als je je cholesterol op een gezonde, natuurlijke manier wil
          verlagen, is deze pagina waarschijnlijk de belangrijkste die
          je ooit zal lezen.

          => http://www.cholesterolverlagen.com/programma.htm

          ***********************************************************

          Wanneer het aantal triglyceriden in je bloed te hoog zijn, is het absoluut nodig om deze te verlagen. Triglyceriden
          zorgen immers voor aanslag in de aderen, wat leidt tot hart- en vaatziekten. De maximale waarde voor triglyceriden in je
          bloed bedraagt 150mg/dl.

          Laat je cholesterol eens testen. Zijn de waarden hoger, onderneem dan direct actie. In de wereld van te hoge
          cholesterol is er geen tijd te verliezen. Het moment is aangebroken om je levensstijl te veranderen!
           


          De essentiële aminozuren


          Isoleucine
          • Een vertakte keten (BCAA) aminozuur dat makkelijk wordt opgenomen en gebruikt voor energie door spierweefsel
          • Wordt gebruikt om afbraak van spierweefsel tegen te gaan bij verzwakte mensen
          • Essentieel bij het maken van hemoglobine


          Leucine

          • Een vertakte keten (BCAA) aminozuur dat wordt gebruikt voor energie
          • Helpt het afbreken van spierproteïne tegengaan
          • Regelt de opname van neurotransmitter voorlopers door de hersenen, en het vrijgeven van enkephalines, welke de doorgang van pijnsignalen naar het zenuwstelsel tegenhouden


          Lysine

          • Lage concentraties kunnen proteïnesynthese vertragen, wat spier- en bindweefsel kan aantasten
          • Houdt virussen tegen. Wordt gebruikt bij de behandeling van herpes simplex
          • Lysine en vitamine C samen vormen L-carnitine, een biochemisch product dat ervoor zorgt dat spierweefsel zuurstof meer efficiënt kan gebruiken, wat spieruitputting vertraagd
          • Helpt bij botgroei door middel van het helpen bij de vorming van collageen (de vezelachtige proteïne waaruit bot bestaat), kraakbeen en ander bindweefsel


          Methionine

          • Voorloper (begin van) aan cysteïne en creatine
          • Kan anti-oxidantenpeil (glutathione) omhoog brengen en bloedcholesterolpeil omlaag brengen
          • Help om giftige afvalstoffen uit de lever te halen en helpt bij het opbouwen van nieuw lever- en nierweefsel


          Fenylalanine

          • De belangrijkste voorloper van tyrosine
          • Verbetert het leren, het geheugen, je humeur en je oplettendheid
          • Wordt gebruikt in de behandeling van sommige vormen van depressie
          • Is een belangrijk element in de productie van collageen
          • Onderdrukt honger


          Threonine

          • Eén van de amino-ontgifters
          • Helpt om vetopslag in de lever tegen te gaan
          • Belangrijk onderdeel van collageen
          • Vaak op een laag peil bij vegetariërs


          Tryptofaan

          • Voorloper van de belangrijke neurotransmitter (zenuwdoorgever) serotonine, die een kalmerend effect teweegbrengt
          • Stimuleert de afgifte van groeihormonen
          • Is alleen verkrijgbaar in natuurlijke voeding


          Valine

          • Een vertakte keten (BCAA) aminozuur
          • Wordt niet verwerkt in de lever; wordt makkelijk opgenomen in de spieren
          • Beïnvloedt de opname van andere neurotransmitter-voorlopers in de hersenen (tryptofaan, fenylalanine en tryosine



          De semi-essentiële aminozuren


          Arginine

          • Kan de afscheiding van insuline, glucagon en groeihormonen verhogen
          • Helpt bij rehabilitatie na een verwonding, bij het aanmaken van collageen en bij het stimuleren van het immuunstelsel
          • Voorloper van creatine en gamma amino butric acid (GABA: een neurotransmitter in de hersenen)
          • Kan het aantal spermacellen verhogen en de gevoeligheid van T-lymphocyte verhogen


          Cystine

          • Maakt gevaarlijke stoffen onschadelijk in combinatie met L-aspartic zuur en L-citruline
          • Helpt schade door alcohol en tabaksgebruik te voorkomen
          • Stimuleert de activiteit van witte bloedcellen


          Histidine

          • Eén van de belangrijkste stoffen in de huid die ultraviolet opnemen
          • Belangrijk bij het aanmaken van rode en witte bloedlichamen, en wordt gebruikt bij de behandeling van bloedarmoede
          • Wordt gebruikt bij de behandeling van allergie, reumatische gewrichtsontsteking en maagzweren


          Tyrosine

          • Voorloper van de neurotransmitters dopamine, norepinephrine en epinephrine, en ook van thyroide, groeihormonen en melanine (het pigment dat verantwoordelijk is voor huidskleur en haarkleur)
          • Werkt anti-depressief



          De niet-essentiële aminozuren


          Alanine

          • Belangrijk bestanddeel van bindweefsel
          • Belangrijke tussenpersoon in de glucose-alanine cyclus, wat spieren en ander weefsel de mogelijkheid geeft om energie uit aminozuren te halen
          • Helpt het immuunsysteem op te bouwen


          Asparaginezuur

          • Helpt om koolhydraten om te zetten in spier-energie
          • Bouwt immunoglobulines en anti-lichamen voor het immuunsysteem
          • Brengt het ammonia-niveau naar beneden na training


          Cysteïne

          • Draagt bij aan een sterk bindweefsel en weefsel-anti-oxidant acties
          • Helpt bij herstelprocessen, stimuleert witte bloedcelactiviteit en helpt om pijn bij onstekingen te verminderen
          • Essentieel voor het aanmaken van huid en haar


          Glutaminezuur

          • Een belangrijke voorloper van glutamine, proline, ornothine, arginine, glutathione en GABA
          • Een potentiële energiebron
          • Belangrijk bij de stofwisseling in de hersenen en bij het verwerken van andere aminozuren


          Glutamine

          • De meest overvloedig aanwezige aminozuur
          • Speelt een belangrijke rol bij de werking van het immuunsysteem
          • Een belangrijke energiebron, speciaal voor de nieren en ingewanden gedurende restrictie van het aantal calorieën (dieet)
          • Voeding voor de hersenen, dat helpt bij het geheugen en een stimulant is voor intelligentie en concentratie


          Glycine

          • Hept bij het aanmaken van andere aminozuren, en is onderdeel van hemoglobine en cytochromen (enzymen die gebruikt worden bij de productie van energie)
          • Heeft een kalmerend effect en wordt soms gebruikt bij de behandeling van manisch-depressieve en agressieve mensen
          • Maakt glucagon aan, wat glycogeen mobiliseert
          • Kan de behoefte aan suiker verminderen


          Ornithine

          • Kan helpen bij de afscheiding van groeihormonen in hoge doseringen
          • Helpt bij immuun- en leverfuncties
          • Helpt bij helingsprocessen


          Proline

          • Een belangrijk onderdeel bij de aanmaak van bindweefsel en hartspieren
          • Kan meteen gebruikt worden voor spier-energie
          • Belangrijk bestanddeel van collageen


          Serine

          • Belangrijk bij de productie van energie in de cellen
          • Hept bij geheugen- en zenuwstelselfunctionaliteit
          • Helpt het immuunsysteem op te bouwen door het aanmaken van immunoglobulines en anti-lichamen


          Taurine

          • Helpt bij de opname en vernietiging van vetten
          • Werkt waarschijnlijk als een neurotransmitter in sommige gedeelten van de hersenen en de retina


          Meer informatie kunt u vinden in de volgende artikelen:

          Aminozuren

          De Aminozurengids


          Vrije radicalen en Anti-oxidanten

          Vrije radicalen zijn bijprodukten van onze stofwisseling/vetverbranding en kunnen ook ontstaan door milieu verontreiniging, geneesmiddelen, alcohol, stress, roken, zware inspanning, bestrijdingsmiddel op je groente/fruit en straling.

          Vrije radicalen doen veel kwaad in je lichaam en zorgen voor een snellere veroudering, tasten onverzadigde vetzuren aan, kunnen DNA schade veroorzaken (en dus kanker), oxideren cholesterol waardoor aderverkalking kan optreden, slopen de collageen en bloedvaten in je huid, beschadigen belangrijke enzymen in je lichaam. Met andere woorden, de slopers van je lichaam.

          Maar je lichaam kan de schade beperken door de radicalen te vangen met behulp van anti-oxidanten. Zorg dus voor voldoende aanvoer van anti-oxidanten, hiermee kun je een hoop ellende uitstellen en veroudering afremmen. Kies zo veel mogelijk voor de verse natuurlijke vorm.

           

          Top 20 anti-oxidanten

          Fruit Orac waardes
          Goji bes
          Gedroogde pruimen
          Granaatappel
          Rozijnen
          Bosbessen
          Aardbeien
          Frambozen
          Pruimen
          Sinasappels
          Druiven
          30.500
          5770
          4000
          2830
          2400
          1540
          1220
          949
          750
          739
          Groente Orac waardes
          Boerenkool
          Spinazie
          Spruitjes
          Broccoli
          Bieten
          Rode Pepers
          Rode uien
          Mais
          Aubergine
          Wortels
          1770
          1260
          980
          890
          840
          710
          450
          400
          390
          210

           


          LDL oxidatie

          LDL-cholesterol wordt in de volksmond ook wel het slechte cholesterol genoemd. Als deze vorm van cholestrol gaat oxideren dan kan het je vaatwanden beschadigen en voor hart- en vaatziekten leiden. Hoe ga je oxidatie tegen? Door voeding rijk aan anti-oxidanten.

          Anti-oxidanten zijn stoffen die onder meer beschermen tegen oxidatie en het neerslaan van LDL-cholesterol. Rode wijn is rijk aan de polyfenolen catechine en epicatechine. Deze laatste kunnen in vitro (in het lab) omstandigheden de oxidatie van LDL-cholesterol afremmen.

          Geoxideerd LDL-cholesterol kan bijvoorbeeld ook voor aderverkalking zorgen.

          Lycopeen in tomaten heeft een preventief effect heeft op atherosclerosis (aderverkalking) doordat het vetten in het plasma beschermt tegen oxidatie. Een laag lycopeengehalte in het bloed wordt ook geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De dagelijkse consumptie van minstens 40 mg lycopeen (2 glazen tomatensap) is genoeg om de LDL-oxidatie aanzienlijk te verminderen. (Shi en Le Maguer, 2000).

          Ron


          Oleuropeïne en tyrosol in extra virgin olijfolie remmen LDL oxidatie

          Over de krachtige anti-oxidatieve werking van fenolen is herhaaldelijk geschreven. Owen et al. hebben het anti-oxidatieve vermogen van verschillende fenolen in olijfolie geëvalueerd. Zij hebben tevens geconstateerd dat een grote reeks van deze bestanddelen, zoals hydroxytyrosol, tyrosol, cafeïnezuur, vanillezuur, (+)-1- acetoxypinoresionol en oleuropeïne, anti-oxidatieve eigenschappen bezitten). Het is interessant, dat extracten van extra vierge olijfolie, niet van geraffineerde olijfolie, die een combinatie van bekende en onbekende fenolen bevatten bij veel lagere concentraties reeds effect sorteren dan de individueel geteste bestanddelen. Dit geeft aan dat er een synergistisch effect bestaat tussen de individuele bestanddelen dat de anti-oxidatieve werking van die combinatie vergroot. Ook is gebleken dat extracten van extra vierge olijfolie een sterk remmende werking hebben op de xanthine oxidase activiteit. Xanthine oxidase is een enzym dat betrokken is bij de carcinogenese en xanthine oxidase remmers hebben een chemotherapeutisch effect op kankercellen. Soortgelijke waarnemingen zijn gedaan met betrekking tot de ontvankelijkheid van LDL voor oxidatie. Oleuropeïne en tyrosol remmen, naar verluidt, LDL-oxidatie in vitro, een veel sterker effect is echter bereikt met een combinatie van fenolen uit extra vierge olijfolie in vergelijkbare concentraties.

          http://www.fonteine.com/olijfolie.html


          LDL-oxidatie en aderverkalking

          Het proces begint met de hechting van witte bloedcellen aan de cellen van de vaatwand van je aderen. Deze witte bloedcellen kunnen LDL-cholesterol in zich opnemen in grote hoeveelheden, waardoor ze veranderen in zgn schuimcellen (met vetdruppels gevulde cellen), karakteristiek voor atherosclerose. De schadelijkheid van de slechte LDL-deeltjes wordt met name bepaald door de mate waarin het LDL geoxideerd is, aangezien geoxideerd LDL in grote hoeveelheden en snel wordt opgenomen door de witte bloedcellen. Bovendien is geoxideerd LDL schadelijk voor de cellen van de vaatwand en trekt deze weer nieuwe witte bloedcellen aan. In het bloed zijn normaal anti-oxidantia aanwezig die het LDL-deeltje beschermt tegen oxidatie.


          Kurowska en Borradaile onderzochten bij konijnen het invloed van sinaasappelsap en pompelmoessap op een verhoogd LDL-cholesterol. Beide sappen konden LDL-cholesterol respectievelijk met 43 en 32% doen dalen.

          Kurowska EM, Borradaile NM. Hypercholesterolemic effects of dietary citrus juices in rabbits. Nutr Res 2000;20:121-129.


          Extra virgin kokosolie verlaagt cholesterol and triglyceride levels en oxidatie van LDL cholesterol vermoedelijk dankzij de polyfenolen.

          Beneficial effects of virgin coconut oil on lipid parameters and in vitro LDL oxidation.

          OBJECTIVES: The present study was conducted to investigate the effect of consumption of virgin coconut oil (VCO) on various lipid parameters in comparison with copra oil (CO). In addition, the preventive effect of polyphenol fraction (PF) from test oils on copper induced oxidation of LDL and carbonyl formation was also studied.

          RESULTS: VCO obtained by wet process has a beneficial effect in lowering lipid components compared to CO. It reduced total cholesterol, triglycerides, phospholipids, LDL, and VLDL cholesterol levels and increased HDL cholesterol in serum and tissues. The PF of virgin coconut oil was also found to be capable of preventing in vitro LDL oxidation with reduced carbonyl formation.

          CONCLUSION: The results demonstrated the potential beneficiary effect of virgin coconut oil in lowering lipid levels in serum and tissues and LDL oxidation by physiological oxidants. This property of VCO may be attributed to the biologically active polyphenol components present in the oil.

          PMID: 15329324

          Clin Biochem. 2004 Sep;37(9):830-5
          Nevin KG, Rajamohan T.
          Department of Biochemistry, University of Kerala, Kariavattom, Thiruvananthapuram 695 581, India.


                 Naar artikelsArtikels            
          Hartslagfrequentie 
          Formule van karvonen--Tabel met hartslag in rust van 60
          Formule:THF=HFrust+{HFmax-HFrust)x % intensiteit)
          of: THF=HFrust+(HFR X % intensiteit)
          Training in de aërobe zone met 70% tot 80% intensiteit
          Leeftijd Min Max

          Leeftijd

          Min Max
          20 158 172

          51

          136 147
          21 157 171 52 136 146
          22 157 170 53 135 146
          23 156 170 54 134 145
          24 155 169 55 134 144
          25 155 168 56 133 143
          26 154 167 57 132 142
          27 153 166 58 131 142
          28 152 166 59 131 141
          29 152 165 60 130 140
          30 151 164 61 129 139
          31 150 163 62 129 138
          32 150 162 63 128 138
          33 149 162 64 127 137
          34 148 161 65 127 136
          35 148 160 66 126 135
          36 147 159 67 125 134
          37 146 158 68 124 134
          38 145 158 69 124 133
          39 145 157 70 123 132
          40 144 156 71 122 131
          41 143 155 72 122 130
          42 143 154 73 121 130
          43 142 154 74 120 129
          44 141 153 75 120 128
          45 141 152 76 119 127
          46 140 151 77 118 126
          47 139 150 78 117 126
          48 138 150 79 117 125
          49 138 149 80 116 124
          50 137 148

          THF = Training hartfrequentie  

          HFrust = Rust hartfrequentie

          HFmax = Maximale hartfrequentie

          HFR = Hartfrequentie reserve

                 Naar artikelsArtikels   

           


          De fameuze omega-3-vetzuren: we kunnen er vandaag nog moeilijk om heen. Werkelijk alle media hebben het er de voorbije maanden in het lang en het breed over gehad en er één of zelfs meer edities aan gewijd. Er bestaan ook al honderden publicaties over. En weinig scrupuleuze zielen zien er een ware goudmijn in die ze maar al te graag aanboren…

          Desinformatie

          Omega-3-vetzuren staan zo sterk in de kijker dat ze uiteindelijk uit hun globale voedingscontext gehaald worden en vaak aangeprezen worden als producten die op zich hartziekten en depressies kunnen genezen(!).

          Wat vandaag wél vaststaat, is het belang van de kwaliteit van onze voedingsvetten en vooral van het evenwicht tussen omega-3 en omega-6. En het feit dat we minder verzadigde vetzuren moeten eten.

          Om van die 'bescherming' te kunnen profiteren, raden experts aan om ze te combineren met groenten en fruit of peulvruchten, producten die nog al te vaak stiefmoederlijk behandeld worden.

          Veeleer voedingsproduct dan supplement

          Wat moeten we nu vandaag onthouden als het om omega-3-vetzuren gaat?

          Gewoon dat we er meer moeten innemen (wat niet hetzelfde is als ons ermee volproppen). Zet geregeld vette vis op het menu (tonijn, haring, zalm enz.), sommige plantaardige oliën (notenolie, sojaolie, koolzaadolie) om rauwe groenten op smaak te brengen, en ook oliehoudende droge vruchten ((pecan)noten), bepaalde groenten (postelein, spinazie) en peulvruchten (sojabonen, droge erwten), volkorengranen en met omega-3 verrijkte producten (margarine, melkproducten, vlees, …).

          Ook supplementen zijn een mogelijk alternatief, ook al zijn ze veel minder gebruiksvriendelijk. Bovendien stelt zich hier een probleem van stabiliteit waar heel wat distributeurs in alle talen over zwijgen: omega-3-vetzuren zijn uiterst gevoelig voor oxidatie.

          Om die kwetsbaarheid te compenseren, komt het erop aan de juiste dosis antioxidanten te gebruiken in de capsules, en die is heel moeilijk te bepalen. Trouwens, heel wat supplementen bevatten ofwel te veel antioxidanten ofwel te weinig. Dat tast algauw de kwaliteit van het product aan, dat ten andere veel duurder is per kg dan vis…

          Enkele waarheden over omega-3

          Die waarschuwing mag echter niet doen vergeten dat het nut van omega-3-vetzuren onweerlegbaar wetenschappelijk bewezen is. Alleen moeten we aanvaarden dat ze deel uitmaken van een geheel (een evenwichtige voeding) en dat ze niet genezen, maar vaker een preventieve rol vervullen.

          In het licht van de huidige gegevens kunnen we stellen dat ze:

          • noodzakelijk zijn voor de groei en de optimale ontwikkeling van de hersenen van de baby;
          • het geheugen, het concentratie- en het leervermogen bevorderen;
          • waarschijnlijk een rol spelen bij de preventie van dyslexie, bewegingsstoornissen, autisme en depressie;
          • nuttig zijn voor bejaarden, naast andere voedingsstoffen, omdat ze de risico's op dementie en zelfs op de ziekte van Alzheimer verminderen;
          • onze afweer versterken dankzij hun ontstekingswerende eigenschappen;
          • en last but not least een 'hartbeschermende' werking hebben (op voorwaarde dat u uw omega-6-verbruik terugschroeft). Ze verlagen immers het bloedvetgehalte (triglyceriden), verkleinen de kans op hartritmestoornissen, verhinderen de vorming van bloedklonters die de slagaders kunnen dichtstoppen en houden de celmembranen soepel.

          Toch zijn er in tal van domeinen grondiger studies nodig alvorens definitieve conclusies te kunnen trekken.

          Schrijf u gratis in op de newsletter van e-gezondheid !

          Nicolas Rousseau, diëtist en voedingsdeskundige
          18/01/2005
          Bron: www.omega3.be


          Cholesterol

          Cholesterol heeft in onze maatschappij een zeer slecht imago. Voor een gedeelte heeft dat te maken met de verkoop van margarines (lees: Becel), voor een gedeelte met de samenhang (die er wel degelijk is) tussen een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed en een verhoogd risico op hart en vaatziekten. Men wijst cholesterol aan als oorzaak, het is tenslotte verhoogd, maar vergeet te kijken hoe het komt dat het cholesterolgehalte zo verhoogd is.

          Cholesterol is nodig
          Cholesterol is zeker geen overbodige stof voor ons lichaam, het heeft namelijk de volgende zeer belangrijke taken:
          • Grondstof voor cortison, aldosteron, progesteron, testosteron en estradiol;
          • Grondstof voor de aanmaak van galzouten (vetvertering);
          • Grondstof voor de aanmaak van vitamine D uit zonlicht;
          • Activeert de aanmaak van ontstekingsremmende prostaglandines;
          • Heeft neurotransmitter eigenschappen (doorgeven van zenuwboodschappen);
          • Vormt een onderdeel van de celmembranen - zorgt voor flexibiliteit;
          • Is een anti-oxidant.
          Bovendien gebruikt het lichaam cholesterol om voedingsstoffen richting de cellen te transporteren en om overtollige stoffen van de cellen af te transporteren.
          Cholesterol is voor ons lichaam onontbeerlijk. Je krijgt in feite meer klachten door een te laag cholesterolgehalte dan door een te hoog cholesterol gehalte. Dat wil echter niet zeggen dat een te hoog cholesterolgehalte niet schadelijk is.
          Cholesterol via de voeding
          Cholesterol wordt door het lichaam zelf in de lever gemaakt. Een mens krijgt maar 3% van het totale cholesterol gehalte binnen via de voeding. De rest maakt het lichaam zelf aan. Dat geeft eigenlijk al aan hoe belangrijk cholesterol is. En er bestaat een regelmechanisme: de lever maakt minder cholesterol aan als er meer via de voeding binnenkomt en andersom. (Lekkere) dingen laten staan waar cholesterol in zit, zet dus geen zoden aan de dijk. Je cholesterolgehalte daalt daar nauwelijks van, dat moge duidelijk zijn. Het kan ook anders: lees verder.
          LDL en HDL
          We kennen LDL cholesterol en HDL cholesterol. Beide soorten zijn nodig en moeten in een bepaalde verhouding voorkomen.

          Het HDL (hoge dichtheid lipoprotein) cholesterol wordt wel gezien als het gunstige of goede cholesterol. HDL verwijdert het teveel aan cholesterol uit de vaatwanden en de cellen en vervoert dit terug naar de lever. De lever verwerkt dit cholesterol en scheidt het via de gal uit. Bovendien ruimt HDL ook neergeslagen verzadigde vetten op.

          LDL (lage dichtheid lipoprotein) cholesterol brengt cholesterol plus voedingsstoffen richting de cellen en de vaatwanden. LDL cholesterol is rijk aan veresterd cholesterol, dit heeft de neiging zich te hechten aan membranen. Op zich een goede eigenschap omdat zo de vrije cholesterol en de meeliftende voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. Te véél LDL of geoxideerd LDL zorgt voor cholesterolafzettingen aan de vaatwand. LDL cholesterol wordt dan ook wel gezien als het ongunstige of slechte cholesterol.

          Een goede LDL:HDL verhouding = 4:1. LDL neemt dan 80% van het geheel in en HDL 20%. Een hoger HDL percentage is beter dan een hoger LDL percentage.

          Hoe de verhouding zou moeten zijn kun je vinden op de pagina cholesterol meting.

          Vraag en aanbod
          Cholesterol heeft een aantal belangrijke taken te verrichten binnen het lichaam (zie boven). Logisch dus dat bepaalde activiteiten 'vragen' om cholesterol. Stress (verhoogt de vraag naar cortisol), te weinig drinken (verhoogt de vraag naar aldosteron), zwangerschap (verhoogt de vraag naar oestrogeen, progesteron en testosteron), tekort aan vitamine D (je hebt cholesterol nodig om D te kunnen maken), ontstekingen (verhoogt de vraag naar anti-oxidanten), verkeerde vetten (verhoogt de vraag naar extra scharnierpunten om de celwanden soepel te houden) en vrije radicalenschade (zorgt voor oxidatie van LDL cholesterol waardoor deze onwerkzaam worden en verhoogt dus indirect de vraag naar LDL).

          Als we kijken naar het aanbod zien we dat met name de geraffineerde koolhydraten en de transvetten de hoeveelheid LDL doet stijgen.

          Aanmaak
          Zoals bij alle lichaamseigen stoffen is niet alleen de ‘vraag’ bepalend maar ook het al dan niet voorhanden zijn van ‘grondstoffen’. Cholesterol wordt gemaakt van vet en van koolhydraten. Van (de juiste) vetten kan het lichaam HDL én LDL maken, van koolhydraten alleen maar LDL. Bedenk dat de meeste koolhydraten zitten in suiker, snoep, frisdrank en granen (brood, muesley, pizza, pasta etc.)

          En als we weten dat geraffineerde koolhydraten de triglyceride waarden omhoog doet schieten en dat een tekort aan B vitamines de homocysteïne waarden doet stijgen (geraffineerde koolhydraten bevatten geen B maar kosten B bij de verwerking).

          Dat gevoegd bij het feit dat homocysteïne de vaatwand beschadigd en LDL doet oxideren is het dus logisch dat door het gebruik van geraffineerde koolhydraten (al dan niet in combinatie met te weinig of juist de verkeerde vetten) de totale cholesterolspiegel omhoog schiet en dat met name het LDL gehalte stijgt.

          Reguliere interventie
          Je kunt natuurlijk Statines inzetten. Statines werken cholesterol verlagend en worden als lipide (=vet) verlagend middel vaak ingezet bij arteriosclerose. De bekendste statines zijn Zocor, Crestor, Lipitor en Selektine. De cholesterolverlagende werking van statines wordt bereikt door de aanmaak van mevalonaat te te blokkeren. Mevalonaat is de voorloper van cholesterol, coënzym Q10 en selenoproteïnen.

          Door mevalonaat, via een remming op HMG-CoA (3-hydroxy-3-methyl-glutaryl coënzym A - voorloper van mevalonaat), te blokkeren (de HMG-CoA reductase) wordt inderdaad minder cholesterol aangemaakt. Dit is ook meetbaar. Nadeel is dat dan ook de aanmaak van cortison, aldosteron, oestrogeen en testosteron, galzouten en vitamine D geremd wordt omdat deze allemaal worden gemaakt uit cholesterol.

          Door mevalonaat te blokkeren wordt ook de aanmaak van het coënzym Q10 geblokkeert. Q10 is onder andere nodig voor de aanmaak van energie in de hartspiercellen. Door het slikken van statines wordt deze aanmaak met 40% onderdrukt. Het hart kan zijn werk niet meer doen (energietekort) en een chronisch hartfalen kan daarvan het gevolg zijn.

          Door mevalonaat te blokkeren wordt ook de aanmaak van selenoproteïnen geblokkeert. Selenoproteïnen zijn nodig voor de vorming en handhaving van spierweefsel. Pijn aan de skeletspieren, spierzwakte en vermoeidheid zijn de eerste symptomen van een statine geïnduceerde myopathie (atrofie van spierweefsel). Aanhoudende spierpijn na lichamelijke inspanning of lichte sportbeoefening kan duiden op een stoornis in het herstel van spier-schade op microniveau. Een tekort aan selenoproteïnen kan bovendien resulteren in een verminderde aanmaak van het actieve schildklierhormoon T3 en in een verminderde anti-oxidative activiteit van selenium afhankelijke enzymen. Selenium is een sterk werkend anti-oxidant met bewezen anti-kanker werking maar kan alleen zijn werk doen als er selenoproteïnen aanwezig zijn. Dit verklaart de relatie tussen kanker en statinegebruik. Het cholesterol gehalte gaat naar beneden maar het totale sterftecijfer niet omdat kanker een bijkomende doodsoorzaak is.

          Kortom: gebruik statines en sterft met een mooi laag cholesterolgehalte aan hartfalen of kanker. Vergeetachtigheid en disoriëntatie zijn trouwens minder dodelijk maar ook geen fijne bijwerkingen.

          Natuurlijke cholesterolverlagers
          De beste manier om van te hoge cholesterolwaarden en/of een onevenwichtige cholesterol samenstelling af te komen is de aanpassing van het voedingspatroon. Zorg dat je voldoende anti-oxidanten en B vitamines binnenkrijgt, schrap de transvetten en geraffineerde koolhydraten en voer de hoeveelheden groente, fruit, olijfolie en vette vis flink op.

          Cholesterol
           

          Het gunstige effect van voedingsstoffen en kruiden.
           

          Het cholesterolgehalte in het lichaam is één van de factoren die een rol spelen bij de belangrijkste doodsoorzaak in ons land: hart- en vaataandoeningen. Cholesterol is, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, geen lichaamsvreemde stof. Integendeel, cholesterol is een ele­mentaire bouwsteen van alle lichaamscellen en van levensbelang voor onze stofwisseling. Het is onder andere een grondstof voor de cel-wanden, voor galzuren die nodig zijn voor het verteren van vet, voor geslachtshormonen zoals oestrogeen en voor de vorming van vitamine D in de huid.
          Een verhoogd cholesterolgehalte wordt vaak gezien als de veroorza­ker van hart- en vaataandoeningen. Dit is echter een misverstand. Wel is er een bepaalde relatie tussen een verhoogd cholesterolgehalte en hart ­en vaataandoeningen. Hiervoor moet eerst onderscheid gemaakt worden tussen 'goed' cholesterol (HDL) en 'slecht' cholesterol (LDL).
           
          HDL en LDL
          Cholesterol is een lipide stof; dit wil zeggen dat het uitsluitend in vet, dus niet m water, oplosbaar is. Het bloed, een waterige oplossing, ver­voert cholesterol van en naar de cel­len. Om het cholesterol te kunnen vervoeren, moet het daarom gebon­den worden aan transporteurs. Dit zijn veteiwit verbindingen ofwel lipo-proteïnen: LDL en HDL. Het cholesterol dat van de lever naar de cellen vervoerd wordt, is het LDL-cholesterol. Het cholesterol dat van de cellen terug naar de lever wordt getransporteerd is het HDL-cholesterol. In de vorm van geoxideerd cholesterol,   ofwel   oxy-cholesterol, wordt het LDL cholesterol door het lichaam onder meer gebruikt als reparatiemiddel bij vaatwand beschadigingen. Deze vorm van cho­lesterol heeft de neiging samen met andere stoffen, met name eiwitten en calciumzouten, bij te dragen aan de vorming van plaque.
           
          De balans tussen HDL en LDL
          Het totaal cholesterol gehalte is dus niet het meest bepalend als risicofac­tor voor hart- en vaataandoeningen. Een verkeerde balans tussen HDL en LDL wel. Een overmaat aan LDL-cholesterol is een tweemaal betere indicatie dan een verhoogd totaal cho­lesterol gehalte. Over het algemeen kan gesteld worden dat het HDL minimaal een vijfde van het totaal cholesterolgehalte dient uit te maken.
           
          Leefwijze en voeding
          De hoeveelheid cholesterol die wij met de voeding binnen krijgen, draagt meestal in geringe mate bij aan het lichaamseigen cholesterol. Circa 10% van het cholesterol in ons lichaam is direct afkomstig uit de voeding. Dit percentage kan varië­ren, afhankelijk van individuele, vaak erfelijk bepaalde verschillen, de behoefte aan cholesterol en de pro­ductie door het lichaam zelf. Met uitzondering van de hersencellen produceren alle cellen, met name in de lever en de darmwand, zelf cho­lesterol. Ongeveer de helft van het cholesterol in het lichaam is herge­bruikt cholesterol dat opnieuw door de darm wordt opgenomen. De hoe­veelheid cholesterol in het lichaam is dus nauwelijks afhankelijk van het cholesterol uit de voeding; de aan­maak wordt beïnvloed door vele andere factoren.
          Overgewicht speelt bijvoorbeeld een rol. Dit kan een verhoogd niveau van bloedvetten teweeg brengen, alsmede een grotere kans op een hoge bloed­druk. Ook roken heeft een negatieve invloed. Hierdoor kan het lichaam beroofd worden van noodzakelijke micronutriënten zoals vitamine C en daarnaast kan schade aan bloedvatwanden ontstaan. Een positieve invloed gaat uit van voldoende bewe­ging. Beweging versterkt de spieren alsmede (hart) en vaatwanden, ver­betert het zuurstoftransport, verlaagt de bloeddruk, stimuleert de verbran­ding van vetten, stimuleert de aan­maak van HDL en beweging kan ontspannend (antistress) werken.
          Daarnaast kan, door middel van voedingsmaatregelen, de verhouding tussen het goede en het slechte cho­lesterol beïnvloed worden. Bepaalde voedingsstoffen en kruiden kunnen, in combinatie, ondersteuning bieden hij het verbeteren van de verhouding tussen het HDL gehalte ten opzichte van het LDL gehalte en kunnen daarnaast helpen voor komen dat LDL cholesterol oxideert en zich afzet in de bloedvaten. Van een aantal voedingsstoffen en kruiden is aangetoond dat deze een gunstig effect op de cholesterol-huishouding of een beschermende werking hebben. Preparaten met combinaties van dergelijke stoffen verdienen de voorkeur.
           
          Gugulipid
          Gugulipid, bekend uit de traditionele Indiase geneeskunde: de Ayurveda, blijkt volgens onderzoek in staat om de aanmaak van cholesterol in de lever te verminderen, de uitscheiding van galzuren en cholesterol via ontlasting te verhogen en ook de afbraak van LDL cholesterol in de lever te verhogen. Tevens is aange­toond dat het thermogene eigen­schappen bezit die resulteren in een versnelde stofwisseling en gewichts­verlies. Dit is behulpzaam bij mensen die met overgewicht en hart­klachten kampen.
           
          Tocotriënolen
          Tocotriënolen zijn verbindingen die verwant zijn aan de tocoferolen (vita­mine E). Uit meerdere onderzoeken blijkt dat tocotriënolen een belangrij­ke rol spelen bij het reguleren van de omzetting van cholesterol in de lever. Bij vergelijkend onderzoek tussen tocotriënolen en tocoferolen blijkt dat tocotriënolen effectiever zijn dan tocoferolen bij het verlagen van zowel het totale, als het LDL cholesterol gehalte. Beide stoffen bieden bescher­ming tegen schade aan de wanden van de slagaderen. Tocotriënolen heb­ben echter een veel effectiever cho­lesterol verlagend effect.
           
          Fosfatidyl-choline
          Fosfatidyl-choline is een belangrijk deel  van vetdeeltjes  in  het bloed(HLD, LDL en dergelijke) en maakt het transport van vetten in het bloed mogelijk.
           
          Isoflavonen uit soja
          Meerdere onderzoeken tonen de positieve werking aan van soja-isoflavonen bij atherosclerose. Diverse werkingsmechanismen van soja zijn in staat om het LDL gehalte te laten dalen en oxidatie van LDL in de slagaderen tegen te gaan. De isoflavo­nen uit soja en mogelijk soja-eiwit, laten het cholesterol gehalte dalen door ervoor te zorgen dat de herop­name wordt verminderd en door ervoor te zorgen dat er meer wordt uitgescheiden door het lichaam. Bovendien zijn de isoflavonen in staat om klonteringen in het bloed (platelet aggregatie) te verminderen, een effect dat kan helpen bij het ver­minderen van de opbouw van pla­que in de slagaderen.
           
          Pantethine
          Pantethine is de co-enzymatische (actieve) vorm van pantotbeenzuur (vitamine B5). Pantethine speelt een belangrijke rol bij het terugdringen van het totale cholesterol gehalte,
          het LDL cholesterol en triglyceriden en daarnaast het verhogen van het HDL cholesterol. Pantethine kan de omzetting van cholesterol verhinde­ren en daarnaast bevorderen dat vet gebruikt wordt als energiebron in het lichaam.
           
          Druivenpit extract
          Druivenpit extract (OPC) heeft krachtige anti-oxidatieve eigen­schappen en bestrijdt vrije radica­len. Vetten en vooral cholesterol zijn gevoelig voor schade door vrije radicalen. Als vetten en cholesterol worden beschadigd door oxidatie, vormen zij giftige substanties (lipide peroxides) die schade aanrichten aan cellen en ziekte aan hart en bloedvaten in gang zetten. OPC's hebben volgens onderzoek de moge­lijkheid om de vorming hiervan tegen te gaan. In Frankrijk staan extracten van druivenpitten gere­gistreerd als medicijn.
           


          Yin en yang

          Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

          (Doorverwezen vanaf Yin en Yang)
          Ga naar: navigatie, zoeken

          Symbool naam: Taijitu
          Naam (taal-varianten)
          Traditioneel 陰陽
          Vereenvoudigd 阴阳
          Hanyu pinyin yīn yáng
          Wade-Giles yin yang

          Taoïsme

          Dao
          Scheppingsverhaal
          Daodejing
          Zhuangzi
          Liezi
          Daozang
          yin en yang
          wu wei
          belangrijkste goden
          Drie Pure
          Jaden keizer
          Xi Wangmu
          Ba Xian
          Fu Lu Shou
          Cai Shen
          Guan Di
          Lei Gong
          Tudi Gong
          Keukengod
          filosofen
          Laozi
          Zhuang Zi
          Zhang Daoling
          Zhang Jiao
          Ge Hong
          Chen Tuan
          tempels

          Yin en yang zijn Chinese begrippen. Yin en yang zijn de twee tegengestelde elementen van het universum.

          Het universum, alles wat er is, dus ook wat er niet is, wordt TAO genoemd. De TAO is niet te kennen of te begrijpen, maar toont zich in 2 tegengestelde waarden: yin en yang. Het zijn geen absolute polen zoals goed en kwaad; beide begrippen bestaan alleen in relatie tot elkaar. Dit wordt duidelijk uit het volgende voorbeeld:

          • Yin wordt in verband gebracht met de donkere maan (die afgekeerd is van de zon) en staat voor de vrouwelijke natuur.
          • Yang wordt in verband gebracht met de heldere zon en komt overeen met de mannelijke natuur

          Een modern voorbeeld zou zijn:

          • Yin: het verkeerslicht (het stilstaan)
          • Yang: het verkeer dat langs het verkeerslicht rijdt (de beweging)

          Sommige Chinese, Koreaanse en Japanse plaatsnamen weerspiegelen de volgende betekenis:

          • Yin: de noordzijde van de berg, de zuidzijde van de rivier.
          • Yang: de zuidzijde van de berg, de noordzijde van de rivier.
          Yin Yang en I Tjing

          Yin Yang toont zich (manifesteert zich) volgens een aantal principes:

          • Yin en Yang is geen statisch fenomeen; het is een dynamisch proces, dat nooit stopt of gestopt kan worden.
          • Alle verschijnselen in het universum zijn gebonden aan de dynamiek/beweging van het Yin en Yang principe.
          • Iets heeft altijd een Yin èn een Yang kant; wanneer iets Yin genoemd wordt, is ook Yang aanwezig. Het absolute Yin of absolute Yang bestaat niet. Er bestaat geen absoluut donker of licht; in de nacht wanneer het donker is, kunnen wij toch zien en overdag zijn er altijd schaduwen.
          • Iets is pas Yin of Yang wanneer je het vergelijkt met iets anders.
          • Yin en Yang zijn onderling afhankelijk, wanneer een waarde te groot wordt, dan remt de ander af.
          • Yin is de veroorzaker van Yang; hetgeen in het symbool tot uitdrukking komt door de witte stip in donkere Yin.
          • Yang is de veroorzaker van Yin; hetgeen in het symbool tot uitdrukking komt door de zwarte stip in het lichte Yang.


          Je kan dus stellen, dat Yin en Yang de te onderscheiden delen van de TAO zijn, die elkaar veroorzaken en in stand houden.

          Hoewel yin staat voor vrouwelijkheid en yang voor mannelijkheid komen in het lichaam van beide seksen beide elementen voor. Een verstoring van de balans in de yin-yangverhouding kan volgens dit beeld ziekte veroorzaken. Dit wil niet zeggen dat iedereen precies voor 50% uit yin moet bestaan en voor 50% uit yang. Elke persoon heeft een unieke eigen verhouding van yin en yang, dat door het leven verstoord kan raken. Er zijn verschillende componenten die het proces van Yin en Yang negatief kunnen beïnvloeden; de constitutie, het klimaat, het seizoen, de bezigheden en de emotionele omgeving. Alle componenten beïnvloeden elkaar constant; het werkt als een netwerk. Het geheel vormt een dynamisch proces. Zelfs indien iemand in perfecte gezondheid verkeert, moet hij in staat zijn zich aan te passen aan onvermijdelijke veranderingen van het leven. Leven is bewegen!

          yin yang
          onder boven
          koud warm
          water vuur
          vrouwelijk mannelijk
          maan zon
          zwart wit
          donker licht
          vet spieren en bot
          haat liefde

          De symbolische kleuren van yin en yang zijn respectievelijk zwart en wit. Ze worden gecombineerd in een cirkel die symbool staat voor de TAO; Taoïsme, het Taijitu (太極圖), ook bekend als het T'ai Chi-symbool.

          Het Taoïsme en alle daaruit voortkomende filosofie wordt gebruikt om de complexiteit van het menselijk lichaam te begrijpen (in de Chinese geneeskunst) of de complexiteit van de menselijke persoonlijkheid (in de Chinese astrologie).

          Niets in het universum is volledig yin of volledig yang. Wanneer je door de cirkel van het Yin-Yang symbool een verticale lijn tekent, dan zie je dat in de ene waarde ook de andere aanwezig is (de halve cirkel). De twee stippen geven aan dat het ene het begin van het ander is, dat Yang het begin is van Yin en Yin het begin van Yang. De lijn die de 'scheiding' tussen yin en yang aangeeft, wordt niet als een rechte verticale lijn getekend. Het is een 'S' waarmee wordt aangegeven dat een en ander een dynamisch proces is.

          Een voorbeeld van het gebruik van yin en yang in de Chinese geneeskunst is de lever, waarvan men zegt dat deze yang bevat binnen het yin. Omdat de lever bloed opslaat, heeft de lever de yangkwaliteit van vasthouden. Maar omdat de lever ook het Qi beweegt, heeft hij ook de yinkwaliteit van beweging. De lever is dus zowel een yin- als een yangorgaan.

          Een andere taoïstische leerstelling is dat het ene extreem altijd zal omdraaien in zijn tegenpool. Het extreme yang verandert dan in yin en vice versa. Dit wordt in het yin-yangsymbool gesymboliseerd door de twee vormen, die lijken te bewegen, de ene lijkt bij de andere naar binnen te gaan. Dit geeft aan dat yang en yin ook de onbalans in verschillende richtingen representeren: op en neer, links en rechts, voor en achter. Maar ook de eigenschappen vol en leeg, hard en zacht enz. Eeuwenlang heeft de studie van dit principe geleid tot verschillende vormen van zelfverdediging in oostelijk Azië.

          Inhoud

          [verbergen]

          [bewerken] Geschiedenis

          De oorsprong van yin en yang ligt duizenden jaren in de vergetelheid. Het principe wordt voor het eerst genoemd in de I Ching, die stamt van ongeveer 700 tot 1000 jaar voor Chr. Men vermoedt dat in een poging het leven te begrijpen men uiteindelijk de bewegingen in de natuur als uitgangspunt heeft genomen.

          Daarvoor trachtte men het leven te voorspellen, door op bepaalde tijden een schouderblad van een schaap in het vuur te houden, dat dan door de hitte brak en de vorm van de breuk aangaf wat men van de goden kon verwachten. In die tijd gebruikte de Chinees het schrift om met de goden te kunnen praten en aldus schreef men 'de uitkomst van de breuken' op het betreffende bot, die werden bewaard. Uiteindelijk ontdekte men dat het leven niet door breuken in een bot te voorspellen was, maar dat het de ene keer goed en de andere keer mis ging.

          [bewerken] Geen dualiteit

          Yin Yang vissen
          Yin Yang

          En zo ontdekte de Chinees, dat de Tao (het Alles) zich manifesteert in twee tegengestelde waarden die geen dualiteit vormen. Yin (het éne) is niet beter dan Yang (het ander) of andersom, ze zijn even-waardig aan elkaar. Evenwaardig betekent in deze gelijk èn toch verschillend! (Het is opvallend dat het woord evenwaardig in onze taal niet bestaat; wij kennen alleen gelijkwaardig en dat is totaal iets anders.)

          Het is beweging, het proces/de dynamiek tussen Yin en Yang die een verstoring tussen Yin en Yang kan veroorzaken. Yin of Yang kunnen dus NOOIT verdwijnen of ontbreken. Het is de mens die het Yin of het Yang van zijn leven een te groot accent geeft waardoor er klachten, "ontregelingen" ontstaan. De begrippen Yin en Yang komen altijd in wederzijdse betrekking/relatie voor: water (Yin) - stoom (Yang) - ijs (Yin). Het is dus niet zinvol om te zeggen dat yin = water en yang = boven.

          Deze wijze van denken is voor de westerse mens lastig. Dit komt omdat de taal, waarin wij ons uitdrukken geen beeld- maar een lineaire taal is. Hierdoor kan de essentie van zaken niet altijd eenvoudig worden weergeven; zo zegt ons woord: 'arm' niet of het om een ledemaat gaat of dat wij geen geld hebben. Onze lineaire uitdrukkingsvorm geeft ons ook de mogelijkheid het ene een meer waarde te geven boven het andere (dualiteit).

          In dit kader is het opvallend dat het Yin-Yang symbool, zoals het meestal in de westerse wereld wordt weergeven, waarbij wit links is en zwart aan de rechterkant staat. Immers er staat nu Yang - Yin / licht - donker, in plaats van donker - licht / Yin - Yang. Omdat de Chinees van boven naar onder leest vindt je in authentieke Chinese literatuur Yin (donker) boven en Yang (licht) onder. Ook wordt Yin niet in het zwart weergeven, maar in het rood. In het Westen is gemakshalve het symbool van 'horizontaal' naar 'verticaal' gekanteld en het donkere (rood) in de kleur zwart veranderd, waardoor de essentie van de Yin-Yang filosofie nog maar moeilijk te begrijpen is.


           
           
           

             


           

          De Tai-Chi cirkel wordt bruikt om Yin en Yang te symboliseren. Het vertegenwoordigt niet goed of slecht, leven of dood... maar goed en slecht, leven en dood... in evenwicht. De twee delen moeten altijd aanwezig zijn.

          Yang

          yinyang.gif (2208 bytes)

          Yin

          Actief

          Passief

          Warm

          koud

          Leven

          Dood

          Zomer

          Winter

          Man

          Vrouw

          Dag

          Nacht

          Oneven

          Even

          Zon

          Maan

          Vuur

          Water

           

           

          Start ] Omhoog ] Agnosticisme ] Atheïsme ] Zen ] [ Yin en Yang ] Tao ] Copyright ]

             aanwezig 

           © 2001-2008*copyright


          home Wat is Tai Chi? de oorsprong van Tai Chi informatie over de geschiedenis van Tai Chi beoefening van Tai Chi informatie over de lessen praktische informatie

          Tai Chi vormen
          Pushing hands en San Shou
          Chi Kung
          Ademhaling

          Tijdig inschrijven:
          Deferm Erwin: 0484 95 63 61
          Bellen van maandag tot vrijdag: 14u tot 18u
          e-mail: taichi.erwin@gmail.com


          Lessen

          Ademhaling.

          Buikademhaling.

          De ademhaling is heel voornaam bij zowel Chi Kung als bij Tai Chi Chuan. De meeste mensen doen de spontane ademhaling, ook wel de natuurlijke ademhaling genoemd. Deze ademhaling gebeurt zonder na te denken en is maar oppervlakkig. Meestal 18 keer per minuut. De ademhaling die wij proberen te bereiken is ontspannen, diep en regelmatig. Meestal 3 à 6 keer per minuut. Deze zorgt voor een goede Chi in het lichaam.
          Bij de Tai Chi bewegingen gaan we ons in het begin nog niet te veel met de ademhaling bezig houden. Omdat we anders de ademhaling te veel gaan dwingen en dit kan schadelijke gevolgen hebben. De ademhaling komt er wel automatisch bij in een later stadium. Dan loopt de ademhaling gelijk met de bewegingen van de vorm.
          Bij de Chi Kung oefeningen houden we ons in het begin bezig met een buikademhaling, ook wel nageboorteademhaling genoemd. Zoals een kind dat pas geboren is. Hierbij gaan we de capaciteit van de longen vergroten, de spieren tussen de ribben versterken en het middenrif soepel maken. Bij het inademen zet de onderbuik uit naar alle kanten. Als er lucht in de longen stroomt en we houden met de ribspieren het uitzetten van de borstkas lichtjes tegen, dan zal het middenrif naar onder gedrukt worden. Hierdoor gaan de ingewanden naar alle kanten in de buik drukken. Maak de druk in de buik niet te groot, blijf altijd zacht. Anders ga je de bekkenbodem kwetsen (urine verlies). Bij het uitademen gaat de lucht naar buiten, het middenrif gaat naar boven en onderbuik terug naar binnen. Deze oefening proberen we langzaam, ontspannen, diep en regelmatig te doen. Oefen in het begin niet langer dan 10 minuten, anders gaat de ademhalingsspier overspannen worden. Oefen altijd stap voor stap en regelmatig. Deze buikademhaling geeft ons een ontspannen en rustig gevoel. Het middenrif (verbinding van de borstkas en de ribben naar de buik) wordt hierdoor soepel gemaakt, waardoor de spanning op de borstkas gaat verminderen, ingewanden worden gemasseerd, de longcapaciteit wordt vergroot, er kan meer verse lucht ingeademd worden en meer koolstofdioxide uitgeademd worden, de kwaliteit van het bloed verbeterd hierdoor en het is beter voor het hart. Dit is omdat de buikademhaling een opwaartse druk maakt, waardoor het bloed beter rond kan gepompt worden.

          Omgekeerde ademhaling.

          Als we deze buikademhaling goed ontwikkeld hebben en we voelen ons er goed mee, gaan we van hieruit naar de omgekeerde ademhaling. Deze wordt ook de voorgeboorteademhaling genoemd. Dit is zoals een kind dat nog in de buik van de moeder zit. Het kind krijgt voeding via de navelstreng (inademen, buik in) en geeft afvalstoffen terug af via de navelstreng (uitademen, buik uit). Deze ademhaling is net het omgekeerde van de buikademhaling. Bij deze ademhaling kan men nog meer lucht in en uit de longen drukken. Bij het inademen trekt alles in de buik naar binnen en het middenrif wordt zacht naar boven gedrukt. De lucht komt via de longen naar binnen hierdoor gaat het middenrif naar onder drukken. Bij het uitademen gaat de lucht naar buiten, het middenrif gaat naar boven en onderbuik terug naar buiten waardoor het bekken naar beneden beweegt. Nu ontstaat er een vacuüm in de buik, daar waar ons dantianpunt ligt. De lucht die we inademen is Yin energie . Het vacuüm in de buik is Yang energie. Dus bij deze ademhaling gaan we de Yin en de Yang energie samen brengen en terug scheiden. We gaan hierdoor energie aanmaken in het dantianpunt. Als we deze ademhaling eerst zouden gaan oefenen voor de buikademhaling, dan kan de spanning op de borstkas vergroten en dit is zeer slecht voor het hart (hart kloppingen en/of overslag ook hartritme stoornissen genoemd). Oefen deze ademhaling in het begin niet langer dan 3 minuten. Oefen altijd stap voor stap en regelmatig.

          Schildpaddenademhaling.

          Na de omgekeerde ademhaling komen we na verloop van tijd automatisch in een schildpaddenademhaling. Hieruit kunnen dan plotse explosieve Fa-Jings bewegingen uit voort vloeien. Deze worden in de gevechtstoepassing gebruikt.
          Men gebruikt hierbij ook twee klanken (woorden):

          • Hun of heng voor het inademen. Is gelijk verschrikken, alles in zowel buik, borstbeen als ademhaling en we voelen onze spieren spannen, laden.
          • Ha voor het uitademen. Is gelijk lachen, buik en ademhaling uit, borstbeen en spieren ontspannen, ontladen.

          Je zou dit moeten zien als een boog of zweep. Inademen is boog spannen, spieren zacht spannen. Uitademen is boog los laten, spieren ontspannen. Men blijft hierbij wel aan de buitenkant van het lichaam ontspannen, zoals Yang Cheng-Fu zegt, zacht aan de buiten kant en ijzersterk aan de binnen kant van het lichaam. Oefen de ademhaling in het begin altijd onder begeleiding, kinesist, dokter, therapeut of een ervaren leraar.

             

          Wat is 
          Tai chi CHUAN

          Je zou Tai Chi Chuan een stresshanteringsvorm kunnen noemen, waarbij het lichaam als invalshoek wordt gebruikt. Isabelle Schuurman is Tai Chi docente, heeft een lespraktijk in het centrum van Amsterdam en geeft regelmatig workshops in het bedrijfsleven. Zij omschrijft Tai Chi als volgt: ‘Tai Chi Chuan, in het kort ook wel Tai Chi genoemd, roept mogelijk een beeld op van mensen in China die ’s morgens voor het werk in het park hun oefeningen doen. Tai Chi wordt echter ook in het Westen meer en meer ontdekt als een manier om te ontspannen en in het bedrijfsleven is hiervoor een opvallend groeiende belangstelling waar te nemen. Het is niet alleen een eeuwenoude Chinese vechtkunst maar ook meditatie in beweging en een gezondheidsoefening, waarbij een energiestroom ontstaat die heilzaam inwerkt op lichaam en geest. Tai Chi kan zowel individueel als met een partner worden beoefend. 

          Uitgangspunt is het bewaren van de harmonie in het conflict. Het is de kunst om ontspannen te reageren op het ‘duwen en trekken’ van buitenaf (de hectische wereld waarin we leven) en van binnenuit (de opgebouwde spanningen in onszelf). 

          Tai Chi Chuan betekent letterlijk ‘het meest verhevene’, waarmee wordt verwezen naar een ultiem evenwicht.  

          De geschiedenis van Tai Chi Chuan

          Er zijn veel legendes over het ontstaan van Tai Chi. Het zogenaamde ‘Shaolin-boksen’ is de voorloper van Tai Chi. Het verhaal gaat dat monniken van het beroemde boeddhistische Shaolin-klooster in China (omstreeks 500 na Chr.) lichamelijk te zwak waren om zich te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf en geneigd waren om in slaap te vallen tijdens de ceremonieën en meditaties. Er werd een vechtkunst ontwikkeld op basis van bewegingen van dieren; door de oefeningen verkregen de monniken een gezond lichaam, een grotere vitaliteit en het vermogen zich te verdedigen tegen bendes.
          Chang San Feng (1279–1368), een taoïstische priester, wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de ‘zachte’ Tai Chi-school. Chang San Feng vond dat er bij de toenmalige vechtkunsten te veel uiterlijke kracht werd gebruikt en dat ze daarom niet in evenwicht waren. Hij kreeg een visioen van een kraanvogel en een slang die met elkaar in gevecht waren en constateerde dat de terugtrekkende en meegaande bewegingen van de slang een zeer grote waarde hadden in het gevecht. Dit inzicht sloot aan bij de taoïstische levensvisie dat eigenschappen als meegeven, zachtheid en het benutten van de energie die overal voorhanden is meer harmoniëren met de natuur dan het gebruik van alleen grote spierkracht.

           Yin en yang

          Een bekend taoïstisch symbool is het cirkelvormige yin-yang symbool. Yin staat hier voor het zachte, ontvankelijke en meegaande. Yang staat voor het naar buiten gerichte, het actieve handelen en het felle. De beoefening van Tai Chi brengt deze twee polen in een vruchtbaar evenwicht, dat alleen in voortdurende verandering kan bestaan en dus niet statisch van aard is. In het symbool draagt het zwartkleurige yin het witkleurige yang als een oog in zich mee en andersom. Het gaat dus om het vinden van een juiste balans tussen yin en yang. Mensen die de neiging hebben om vanuit een sterke wilskracht te handelen en ‘alles-moet-snel’ gedrag vertonen, met andere woorden ‘te yang’ door het leven gaan, komen meer in balans door de langzame, rustige en ontspannen bewegingen van Tai Chi. Mensen die zich te weinig manifesteren en neigen tot ‘binnenvetters’ gedrag, met andere woorden ‘te yin’ zijn, komen juist meer in balans door de aandachtige bewegingen en het ontwikkelen van energie. Dit vergroten van het innerlijke evenwicht vermindert de spanning in lichaam en geest, terwijl je ook beter in staat bent om rustig te reageren in conflictsituaties. In de Tai Chi worden principes gebruikt zoals die bijvoorbeeld ook bij het zeilen gebruikt worden; laveren blijkt hierbij uiteindelijk gemakkelijker en boekt meer resultaat dan het recht tegen de wind in zeilen.  Dit staat haaks op de westerse zienswijze dat ‘de aanval de beste verdediging is.’ De herkenning en acceptatie van een stressor of conflictsituatie zijn echter wel van belang; de ‘aanval’ kan dan immers veel beter en behendiger beantwoord worden. 

          Tai Chi als stresshantering

          Tai Chi is een weg om stress bij jezelf te voorkomen en om stressvolle situaties vaardig te hanteren. Mentale en fysieke ontspanning zijn hierbij een belangrijk uitgangspunt. We zijn opgegroeid met het idee dat we eerst hard moeten werken en dan pas toe zijn aan een welverdiende pauze. Bij de Tai Chi wordt dit in feite omgedraaid. Je wordt geadviseerd eerst uit te rusten en te ontspannen. Vanuit de ontspanning ontstaat (zo nodig) de actie; actie en ontspanning vormen een harmonieus geheel.

          We zijn geconditioneerd om met angst en spanning te reageren op een bedreigende of stressvolle situatie; de stresshormonen gaan werken. Tai Chi is een proces van deconditioneren, waarbij je in plaats van het aanspannen van spieren leert om te ontspannen en te ‘zinken in het moment.’ 
          Vanuit deze toestand van rust en ontspanning kun je situaties namelijk veel beter (en objectiever) inschatten en kun je de meeste kracht genereren. 

          Een adequatere reactie op de bron van stress is het gevolg. Ook tijdens de actie wordt gestreefd naar een minimum van spierspanning en wordt gebruik gemaakt van een zachte, effectieve levenskracht, die ook wel chi  wordt genoemd.  Deze energie stroomt steeds door je heen als je met aandacht de vloeiende Tai Chi-bewegingen uitvoert en dit werkt ontspannend voor lichaam en geest. Het is een voortdurende afwisseling tussen ontspannen en activeren, uitademen en inademen. 

          Helaas geven grote inspanningen lang niet altijd ook een beter resultaat. Een voortdurende fysieke paraatheid en (spier)spanning zorgen voor een productie van onnodig veel stresshormonen en kunnen door overbelasting en gebrek aan hersteltijd uiteindelijk leiden tot ernstige vermoeidheid of overspannenheid. Hierdoor is er weer minder ruimte om nieuwe bedreigingen of bronnen van stress het hoofd te bieden. Volgens de taoïstische leer is het dan ook veel minder effectief om vanuit spanning naar actie - en dus naar een nog grotere spierspanning - te gaan dan vanuit een ontspannen basishouding naar actie. Er is wél sprake van een voortdurende oplettendheid, een ontspannen mentale aanwezigheid in het hier en nu. Hierdoor reageer je niet impulsief maar vanuit een bewustzijn. 

          Dit heldere bewustzijn geeft een psychische bescherming, waarbij je je niet gauw identificeert met of laat meeslepen door de agressie (of problemen) van de ander. 
          Je blijft ontspannen aanwezig en kunt de bron van stress daardoor op een vaardige manier beantwoorden. Het gevolg is een grotere harmonie in lichaam en geest.  

          Beoefenaars aan het woord

          Isabelle: ‘Desgevraagd vertelden een aantal beginnende beoefenaars me wat voor effecten het beoefenen van Tai Chi had op hun stresshuishouding. Eén leerling vertelde dat ze zich na de les (van ruim een uur) twee dagen lang meer ontspannen had gevoeld en zich in haar werk als kok op de dag na de les niets meer aantrok van de drukte om zich heen en daar niet zoals gebruikelijk door werd meegesleept. Een ander vertelde: ‘Je komt moe binnen, je hebt je naar de les toe moeten slepen en bent dan blij dat je gegaan bent omdat je je daarna vitaler voelt.’

          Veel beoefenaars ervoeren een geleidelijke vermindering van mentale en lichamelijke spanning; sommigen voelden lichamelijke spanning al tijdens de les wegebben. Andere reacties waren ‘Een beter humeur en vrolijkheid na de les’, ‘Minder piekeren’, ‘Beter geaard zijn’, ‘Meer bewust van mijn lichaamshouding’, ‘Ik ben in staat om overbodige spierspanning los te laten’, ‘De energie gaat beter stromen’, ‘Spanningen vloeien weg’ en ‘Het voelt aan als een weldadige douche van binnen.’

           

          Home


          Marathon training

          Wat is uw ervaring met marathontraining? De meeste hardlopers zien het belang in van

          lange duurlopen en wekelijkse toename van het aantal kilometers. Maar dan blijven er een

          aantal vragen over. Hoe lang moeten de duurlopen zijn? Hoe snel moet je ze lopen? Welke

          andere trainingsvormen moet je toepassen?

          Zodoende ben je op zoek naar een trainingsprogramma. Er zijn er verschillende in omloop.

          Ze werken over het algemeen allemaal, als je ze kan aanpassen aan je eigen behoeften en

          mogelijkheden. En daar komt de kink in de kabel. Sommige trainingsprogramma’s bieden

          zulke algemene informatie, dat het moeilijk is om uit te maken, wat je van dag tot dag moet

          doen. Andere programma’s kunnen erg specifiek zijn met op details ingevulde schema’s

          voor de beginnende, gevorderde en ervaren lopers.

          Maar wat moet je dan doen, als de geen beginner meer bent, maar ook nog geen

          gevorderde loper? En hoe bepaal je in de eerste plaats, op welk niveau je je bevindt. Het

          kan erg verwarrend zijn zowel voor de beginneling als voor de loper, die al enige marathons

          heeft gelopen en op zoek is voor een programma, waarmee hij zich kan verbeteren.

          Hier een mogelijke oplossing! Een blauwdruk voor marathon training, die iedereen van

          staartloper tot toploper gemakkelijk kan aanpassen aan zijn of haar mogelijkheden en

          planning. Twaalf weken uitgewerkt van dag tot dag. De verschillende trainingsvormen en de

          planning daarvan. Alles wat je moet doen is het invullen van de kilometerafstanden en de

          snelheden, die goed voor je zijn. Deze snelheden kan je vinden in de snelhedentabel.

          Maar voordat we bij het actuele van-dag-tot-dag programma komen, kijken we eerst naar de

          componenten van marathon training en de verschillende trainingsvormen, die je kunt doen.


          De kilometerafstanden

          Hoeveel kilometers je loopt in de marathon training hangt van je ervaring af en van het

          aantal trainingen, dat je per week uitvoert. Ervaren lopers of lopers, die erg veel tijd hebben,

          lopen meer. Neem die beslissing voor je zelf.

          Je moet opbouwen. Vermeerder je kilometerafstand elke week met 10 tot 15% totdat je de

          afstand van je topweek bereikt. Je gaat van bijvoorbeeld van 50 km naar 55, 60, 65, 70, 75

          en 80 km. Zo wordt de beoogde afstand in 6 weken bereikt.

          Hou in de gaten dat deze maat van progressie slechts een richtlijn is. Als je oververmoeid

          raakt of ergens klachten krijgt, moet je je training gedurende een week sterk reduceren en

          dan weer opnieuw gaan opbouwen. Maar nu minder snel.


          De onderdelen

          Lange duurlopen en meer kilometers maken zijn de 2 sleutelbegrippen van marathon

          training. Maar als je je tijd van 5 uur, 4 uur of 3 uur over de marathon wilt verbeteren om je

          te kwalificeren of als je eenvoudig je beste tijd wilt verbeteren, moet je ook snellere

          loopvormen in je training inbouwen. De diverse loopvormen worden hieronder beschreven.


          Lange duurlopen

          De sleutel van marathon training is uithoudingsvermogen gevormd door lange duurlopen. Je

          moet de afstand kunnen overbruggen. Toch zal je in het schema van 12 weken geen

          afstand van 42 km tegenkomen. De lange duurlopen bereiden je echter wel op die afstand

          voor. Loop daarom elke week een lange duurloop op een lager tempo dan de beoogde

          snelheid voor de gehele marathon. Dat tempo kun je afleiden uit je tijd op de 5 km, 10 km,

          halve of hele marathon volgens de snelhedentabel.

          Speciaal voor minder ervaren lopers is het beter behoudend te zijn met lange duurlopen om

          trainingsletsels te vermijden.

          Drempellopen

          Met drempellopen verbeter je je snelheid. Bij deze vorm van training loop je een beetje

          sneller dan de snelheid, waarmee je de hele marathon zou lopen. Het worden drempellopen

          genoemd, omdat je ze loopt juist onder snelheid, waarbij je grote hoeveelheden melkzuur

          zou gaan stapelen. Je drempelsnelheid hangt af van de niveau van fitheid en training. Je

          vindt de juiste snelheid in snelhedentabel.

          De meeste drempellopen lijken op intervallopen. Ze bestaan uit het lopen op

          drempelsnelheid afgewisseld met het lopen op de snelheid van de lange duurlopen. Begin

          dergelijke training altijd met een warming-up bestaande uit enkele kilometers rustig inlopen,

          rekkingsoefeningen en 5 of 6 tempo's van 20-30 seconden op de snelheid van een 1000

          meter wedstrijdloop. Beëindig de training met een cooling-down bestaande uit enkele

          kilometers rustig uitlopen, rekkingsoefeningen en voetgymnastiek.


          Rustige duurlopen

          Naast een lange duurloop en een drempelloop vul je de week verder met rustige duurlopen.

          Dit betekent een rustige training op een langzamer tempo dan je marathonsnelheid of een

          dag vrij. Rustige duurlopen moeten tussen twee kwaliteitstrainingen in liggen om je lichaam

          de gelegenheid tot herstel te bieden. Als je je rustige training afwisselend en interessant wil

          houden, moet je afstanden variëren. Je zou de dag na een lange duurloop bijvoorbeeld een

          5 km kunnen plannen en de dag daarop een 10 km rustige duurloop.


          Training op marathonsnelheid

          De final touch van je training is het lopen op je marathonsnelheid. Dit doe je een aantal keer

          in de plaats van een lange duurloop. Je loopt dan 25 km of 2 uur op de snelheid, waarop je

          de marathon verwacht aan te kunnen. Deze trainingen plan je in de buurt van je marathon.

          En vergeet daarbij niet het drinken tijdens het lopen te trainen.


          Wedstrijden

          Door af en toe een wedstrijd te lopen kun je er achter komen hoe je training loopt. Het is een

          fitheidstest en het biedt de mogelijkheid tot een kwaliteitstraining. Voorafgaand aan de

          wedstrijd train je 2 of 3 dagen rustig en zak je in week vooraf in intensiteit tot drempellopen.

          Na de wedstrijd loop je per 3 km wedstrijdafstand een dag rustig (dus na een 10 km

          wedstrijd 3 dagen). Dus verplaatst in de week na de wedstrijd de eerste kwaliteitstraining

          (gewoonlijk een lange duurloop) naar de dag, dat je normaliter je tweede kwaliteitstraining

          zou doen. Daarna pak je het reguliere schema weer op.


          De combinatie

          Hoe moet je nu al deze elementen tot een definitief plan combineren?

          Dat is uitgewerkt in diverse maandschemata op 3 niveaux. Bepaal zelf waartoe je behoort.

          Nu ben je klaar om de training te beginnen. Een belangrijk punt nog: hoewel je de afstanden

          en snelheden voor elke dag vindt opgeschreven, blijf flexibel in de toepassing. Als je je niet

          goed voelt, of als het weer slecht is, pas de afstand of de snelheid aan. Wees niet bang om

          een vrije dag te nemen. En probeer die niet weer in te halen.

          Zorg voor voldoende rust, vocht en voeding, zowel in de training als in de wedstrijd. Deze

          factoren bepalen mede het resultaat. Succes.



          http://www.artsinbeweging.nl/nycm/page1/files/marathon%20training%20AIB.pdf


          Trainingsvormen Afdrukken E-mail
          Er zijn verschillende manieren om een training op te bouwen. Een trainingsschema bevat bij voorkeur trainingen variëren in opbouw. Daarover lees je meer onder het kopje "trainingsschema's". Hieronder worden de afzonderlijke trainingsvormen toegelicht.
           
          Extensieve duurtraining
          Vorm van training waarbij het verbeteren van het duurvermogen voorop staat. De intensiteit van de training is relatief laag, maar de tijd / afstand die men loopt, relatief lang / groot.
           
          Intensieve duurtraining
          Vorm van training waarbij het verbeteren van het duurvermogen gecombineerd met snelheid voorop staat. Je loopt nog niet op volledige wedstrijdsnelheid, maar wel aanzienlijk harder dan tijdens een extensieve duurtraining.
           
          Wisselduurloop 
          Dit is vorm van duurlopen waarbij je verschillende tempo's afwisselt. In zekere zin is het dus een soort van extensieve intervaltraining.
           
          Climaxduurloop
          Dit is een variatie op de duurloop waarbij je het tempo tijdens de training twee keer verhoogt. Je begint in een rustig tempo, maar halverwege zet je een versnelling in. Die hou je vast tot je op driekwart van je training bent. Dan versnel je nogmaals en dat hou je dan vol tot het einde van de training. Op deze manier boots je de opbouw van een wedstrijd na, al zul je daar wat sneller van start en zal het tempoverschil minder groot zijn.
           
          Intervaltraining 
          Vorm van training waarbij je een periode intensief hardlopen afwisselt met een periode rustig (hard)lopen. Je kunt variëren in de duur en intensiteit van de intervals. Daarnaast kun je ervoor kiezen om twee intervals te laten afwisselen (bijvoorbeeld telkens twee minuten intensief lopen en één minuut rustig) of je kiest ervoor om wat meer variatie aan te brengen: je loopt één minuut intensief, gevolgd door één minuut rust en daarna loop je twee minuten intensief, gevolgd door één minuut rust en vervolgens loop je drie minuten intensief, gevolgd door...etc. Op die manier kun je een mooie pyramide maken: 1-2-3-4-3-2-1 minuten intensief lopen met telkens een minuut rust tussen twee intensieve intervals. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden.
           
          Fartlek of vaartspel
          Vorm van training waarbij je op speelse wijze kortere afstanden snel aflegt. Het lijkt op intervaltraining, maar het verschil is dat het wat spontaner is: je kunt bijvoorbeeld besluiten om tot aan het voorrangsbord in de verte je longen uit je lijf te rennen en dan een minuutje al dribbelend op adem te komen. Daarna kun je tot aan het bushokje waarvan je weet dat het nog ongeveer 3 minuten lopen is, een iets hoger tempo aanhouden om vervolgens weer een stukje rustig aan te doen. Deze vorm van hardlooptraining heet daarom ook wel "vaartspel". Het effect en het plezier van een fartlek-training worden vergroot als je met een partner loopt en om beurten een nieuw punt en bijbehorend tempo kiest.
           
          Rust
          Een zeer belangrijk onderdeel van je training. Wellicht gaat het wat ver om het echt een "trainingsvorm" te noemen, maar omdat het zo'n wezenlijk deel is van je totale programma, wordt het hier toch vermeld. Rust is niet alleen "niks doen". Het betekent dat je je lichaam klaarmaakt voor de volgende (zware) inspanning. Het omvat dus: op tijd naar bed gaan, voldoende tijd nemen om van een blessure te herstellen of van een zware training te bekomen, voldoende en passende voeding tot je nemen.
           
          Steigerungen
          (Bron: Runner's World - Juni 2007 - p39)
          "Steigerung" is Duits voor "versnellingloop". Het is, in tegenstelling tot een intervaltraining of een fartlek, een versnelling over een hele korte afstand: 80 tot 100 meter. Gedurende deze 100 meter wordt per 20 meter het tempo iets verhoogd, waarbij men in de laatste fase vrijwel op maximale snelheid loopt. Er zijn drie varianten:
           
          1. Steigerungen vlak voor een intensieve inspanning (een tempotraining of wedstrijd)
          Na ongeveer tien minuten warmlopen voert men vier á vijf steigerungen uit. Gedurende de laatste fase is het tempo aanzienlijk hoger dan tijdens de tempotraining of wedstrijd. Aansluitend houdt men zichzelf, indien nodig, warm met dribbelen tot aan de start.
           
          2. Steigerungen na een langzame duurloop
          Na een duurloop kan men desgewenst vijf minuten rust nemen en dan zes tot acht steigerungen uitvoeren. Op deze manier wordt de langzame tred van de duurloop op aangename wijze onderbroken. Bijkomend voordeel is dat men het lichaam voorbereidt op een eventuele eindsprint in een wedstrijd. 
           
          3. Steigerungen als aparte training 
          Steigerungen zijn voor beginners een goede voorbereiding op intervaltrainingen. Voor gevorderde lopers kan een sessie steigerungen een aangename en nuttige afwisseling zijn. Na tien tot vijftien minuten warmlopen legt men zes tot twintig steigerungen á 100 meter af. Tussendoor dribbelt men 200 meter. De training wordt afgesloten met een cooling down van tien minuten.
           

          Blog tegen de wet? Klik hier.
          Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs