"Ben je sterk in rekenen ?" vroeg de man met een fijn glimlachje rond zijn mond.
Ik was heel geconcentreerd aan het werk en zei dus, gewoon om ervan af te zijn "Nee hoor, helemaal niet !" Toen keek ik even op en ik zag de ontgoocheling in zijn ogen. Nee, dat kon ik hem niet aandoen. Waarschijnlijk had hij al zo'n plezier gehad bij het idee om mij een hersenbreker voor te schotelen, en nu zou ik dat zomaar teniet doen. Dat kon dus niet. "Maar allez, vertel het toch maar, ik zie dat het niet eenvoudig is." zei ik dus.
Het werd een lang verhaal.
"Wel kijk, drie vrienden gaan bij 'Comme chez soi' eten, je kent dat wel, dat chique restaurant in Brussel." En of ik het ken, waarschijnlijk even goed als hij. Helemaal niet dus. Of beter gezegd: ik ken het van reputatie maar ik ben er nog nooit geweest. Veel te duur. "Die mannen eten daar hun buikje rond, smullen van de beste gerechten en drinken van de beste wijnen, kortom, het was een echt festijn." "Goed voor hen," zei ik "het kan niet lekker genoeg zijn, rekening houdend met de prijs." "Juist ja, maar daar knelde nu precies het schoentje. De ober kwam met de rekening. Ze was niet weinig gepeperd, het leek eerder alsof iemand ze de ganse nacht in de peper gemarineerd had. Vijftienhonderd euro, en dan nog zonder de dranken want die rekening was nog aan het marineren.
Ze haalden hun portefeuille boven en toen bleek dat elk slechts tien euro op zak had.
Geen cheques, geen Visa of MasterCard, laat staan American Express Gold. Alleen maar tien schamele euro. Drie mannen met elk tien euro, hoeveel is dat dan ?" vroeg hij me. Ha, dacht ik, daar komt het rekenen ! "Dat is dertig euro." Poepsimpel. Gewoon die man even tonen dat ik toch nog iets of wat kan rekenen. "Heel correct. De ober zei die mannen dus dat het hem niets kon schelen, dat het zijn zaak niet was en dat hij niet voor de gevolgen kon instaan wanneer hij hun probleem aan de patron zou voorleggen. Hij nam de dertig euro en trok ermee naar de eigenaar.
Nu bleek Pierre Wynants, da's de alom gekende baas van 'Comme chez soi', in een ontzettend goede bui te zijn.
Hij zei tegen de ober om vijfentwintig euro aan te rekenen en om hen vijf euro terug te geven zodat ze nog een goeie pint konden gaan pakken. De ober dacht Als de patron zo gul is, dan mag er wel twee euro in mijn zak, ze krijgen dan nog altijd één euro per man terug. Al bij al hebben zij toch goed gegeten en gedronken en ik heb hier mijn peren afgedraaid. Een beetje drinkgeld kan geen kwaad. En dus stak hij twee euro in zijn zak en ze kregen elk één euro terug." Tot zover kon ik alles goed volgen. "Dus moet je nu eens goed rekenen," zei de man "ze kregen elk één euro terug. Juist ? " "Ja". Hoeveel hadden ze dan elk gegeven ?" "Negen euro. " "Correct. Elk negen euro, maal drie, dat is dus ... ?" "Zevenentwintig euro." zei ik. "Goed. Maar nu heeft de ober twee euro in zijn zak gestoken.
Zeventwintig plus twee, da's negentwintig euro, nietwaar ? Waar is die ene euro dan gebleven????"
Groot mysterie. Voor hem althans. Aan het fijne glimlachje op zijn gezicht te zien genoot hij al bij voorbaat van het vooruitzicht op mijn gepijnigde hersenen, slapeloze nachten en kwade dagen om dit enigma op te lossen. Waar is die ene euro naar toe? Waar is hij naar toe ? Groot was dan ook zijn ontgoocheling toen ik hem uitlegde waarom zijn rekening niet klopte. Hij geloofde me niet want hij had al lang naar die euro gezocht en hem nog niet gevonden. Tekst en uitleg konden niet baten, alles propertjes op het bord tekenen hielp geen zier: zij hadden zevenentwintig euro betaald en de ober had er twee in zijn zak gestoken, dat maakt dus negenentwintig en er blijft één euro zoek.
Ten langen laatste bleef er maar één oplossing over: het probleem opnieuw schetsen, maar dan op een andere manier.
Ik begon er aan. "Die drie mannen zitten dus met hun buikje lekker bol gesmuld van een heerlijk cognacje te nippen, met een dikke Havana tussen de lippen, wanneer de ober met de rekening komt. Vijftienhonderd euro en nog wat blabla, en in de portefeuilles steekt opnieuw slechts tien euro. De ober zegt dat het zijn probleem niet is, dat hij het hogerop zal voorleggen en neemt de dertig euro mee. Hij geeft ze aan de chef de salle en legt de situatie uit. "Zwzwzwzw vijftienhonderd zwzw slechts dertig zwzwzw...".
De chef de salle werpt een vernietigende blik op het tafeltje van de bewuste sigarenrokers, draait zich hooghartig om en stapt naar de maître d'hôtel.
Zelfde tafereeltje met "zwzwzwzw" en "zwzwzwzw" waarna de maître d'hôtel luid snuift en met de neus in de lucht naar Pierre Wynants trekt. Pierre is vandaag in een heel lollige bui, en zegt "Och god, laat die mannen vijftien euro betalen en geef ze de rest terug, dan kunnen ze ergens echt lekker gaan eten. Hahaha!" De maître d'hôtel lacht groentjes mee en denkt "Vijftien euro teruggeven ? Mij niet gezien. Hier zie, vijf euro in de pocket. Kwestie van het gezichtsverlies goed te maken." De chef de salle moet twintig euro aanrekenen, maar die zag het briefje van vijf in het bovenzakje van de maître d'hôtel steken.
"Wat mijn chef mag, mag ik ook" denkt hij en hopla, er verdwijnt vijf euro in de zakken.
De ober heeft dat niet gezien, maar er verdwijnt ook twee euro drinkgeld in de broekzak. De drie mannen krijgen dus elk één euro terug. Correct ?" "Euhm... even tellen. Euh... juist, ja." "Goed zo. Dan kunnen we nu verder blijven rekenen. De mannen kregen elk één euro. Hoeveel hebben ze dan elk betaald ?" "Euh... negen euro." "Juist. Samen is dat dan... ?" "Zeventwintig euro!" zei hij trots. "Goed zo. En de twee euro van de ober ?"
Nu kwam hij op gekend terrein.
Zonder aarzelen werd het "negentwintig euro!" Het glimlachje verscheen weer op het gezicht. Triomfantelijk. Ik zou er niet aan uit geraken. Hij voelde het aan zijn kleine teen. Die euro ontbrak in zijn verhaal en in het mijne ontbrak hij ook ! Het rekenraadsel bleef een raadsel. "En voeg daar nu nog eens de vijf euro van de chef de salle aan toe, en daarna de vijf euro van de maître d'hôtel. Aan hoeveel kom je dan?" "...?... Negenendertig euro ?! " "Juist ja. Vertel me nu eens, waar komen die negen extra euro vandaan ?"
Ik vermoed dat die man een paar slapeloze nachten tegemoet gaat.
|