Foto
Foto
Filesofische gedachtensprokkels

Elke week een nieuwe column,
als het even kan...

"Filesofie:
een
samenstelling van de griekse woorden voor wagenrij en voor wijsheid.
Een beoefenaar van de filesofie wordt een
filesoof of wagendromer genoemd."
Anonymus.

Jarenlange files naar Brussel , uren in luchthavens, op de Thalys en in andere treinen gaven me de tijd om te filesoferen, jeugdherinneringen neer te pennen en gewoon wat te mijmeren.
Die tijd is voorbij, nu zijn het jarenlange files rond Aalst en Wetteren, maar de pennevruchten blijven...

Martin Steelandt

 

Een goede column moet zijn zoals een minirokje:

kort genoeg om de aandacht te trekken

en lang genoeg om de essentiële inhoud te dekken.

 

(naar meester Wilfried Criquelion,
speech naar aanleiding
van
40 jaar oudercomité,  
Tollembeek 13 april 2008)


Knappe blogs
  • Sprokkels: fijne verhaaltjes uit het leven gegrepen
  • Leven met ADHD
  • Het leven bij het openbare vervoer in A'pen. De moeite van het ontdekken waard.
  • Cursiefjes, een fijne kijk op de wereld. Een beetje filesofie ?

  • Link met het thuisfront, van een jonge avonturier in Canada
  • Follow the blue line
  • Filesofie

    Cursief durven denken.


    29-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuster Zurulfa

    Liever afdrukken en op papier lezen ?
    Klik dan hier, zo krijg je het in .pdf formaat.
    Eén pagina A4, perfect formaat om af te drukken.





    Zuster Zurulfa.

    Haar naam zal ik nooit vergeten. Zuster... het was toch Zurulfa ? Ik denk het toch. Hoe kan je zo'n naam vergeten? Waarschijnlijk heette ze vroeger Madeleine of Clothilde, maar toen ze in het klooster stapte werd ze Zuster Zurulfa. In 't West-Vlaams dan nog wel. Je spreekt het goed uit als het doffer klinkt dan Zuuruulfaa en scherper dan Zeureulfa. Er bestaat geen enkele letter in 't alfabet die deze klank goed weergeeft. Maar ja, West-Vlaams is dan ook speciaal. Welk ander dialekt kan het woordje "ja" vervoegen? "Joak, Joag, Joaij, Joam, Joag, Jaons" (Ja ik..., Ja jij..., Ja hij...enz.). En het woordje "nee"? "Njink, Njeig, Njeinj ... Best mogelijk dat dit nog in ander dialekten kan. Maar kunnen die "nee" ook op een tweede manier vervoegen? Probeer eens "Ja-ke-'ndoe, Ja-ge-'ndoet, Ja-je-'ndoet, Ja-me-'ndoen, Ja-ge-'ndoet, Ja-ze-'ndoen". Beluister de pure engelse invloeden: yes, I don't, yes you don't, yes he doesn't!

    Dit allemaal om uit te leggen dat "zuster Zurulfa" moeilijk exact gespeld kan worden, en dat ik haar nooit zal vergeten.

    Zij behoort tot één van de diepste in mijn geheugen gebrande herinneringen. Waarom, dat weet ik niet, want alleen haar naam is scherp in mijn gedachtenkronkels blijven hangen, al de rest is vaag. Een oude klasfoto roept flarden herinneringen op aan vrienden, aan dichte en verre buren en aan het laatste jaar in de meisjesschool. Een jaar later waren wij, de jongens, groot en dan mochten we naar de jongensschool, bij de meesters. Zuster Zurulfa sloot een eerste fase van ons leven af, en misschien heeft ze net daarom de juffen van het eerste en het tweede kleuterklasje uit mijn geheugen verdrongen. De eerste en de tweede waren goede juffen want ze hebben een veilig gevoel nagelaten. Ze waren wat ze moesten zijn: een stukje surrogaatmoeder die ons de eerste stappen in de wereld leerden zetten waarna we weer snel, elke middag en elke avond naar onze echte mama konden terugkeren.

    Zuster Zurulfa was ook een goede juf, maar ze kon geen surrogaatmoeder zijn.

    Hoe kon dat ook, met haar lange zwarte kleren, haar zwarte kap en daaronder dat wit, hard gesteven randje waardoor haar aangezicht definitief haarloos leek? En trouwens, ze had ook geen papa, ze kon dus geen mama zijn. Vanuit kinderogen gezien dan: mijn mama had een papa: mijn papa. Zuster Zurulfa had geen papa want ze was niet getrouwd. Ze was dus "iets speciaals". Ze was geen mama, maar toch was ze zacht. Denk ik.... Allez, ik zou wel willen dat ze zacht was.... Misschien... tja, de herinnering is vaag... Maar een andere flard jeugd komt bovendrijven, haarscherp nu.

    De geschiedenis van de verschrikkelijke gele lijn.

    Bij het binnenkomen van de school moest je eerst een zwaar metalen hekken voorbij. Dat hekken stond er om de mama's van de kindjes van de eerste kleuterklas toe te laten gedurende de eerste schooldag stilletjes te staan wenen terwijl de kindjes in de klas waren, en om ‘s avonds weer gelukkig te lachen wanneer de school gedaan was. Natuurlijk was onze mama daar niet bij, want wij zaten al bij zuster ... juist!. Net veertig centimeter na dat hekken begon ze, die gruwelijke gele lijn. Ze omzoomde de volledige speelplaats, je vond ze op veertig centimeter van de muren, op veertig centimeter van de lage vensterdorpels en op veertig centimeter van de deuren. Het was ten strengste verboden om die grens te overschrijden, tenzij om in de klas te gaan, om naar huis te gaan of om met toestemming van de juf naar het toilet te gaan. Het geraffineerde sadistische bestond erin dat er veertig centimeter achter die lijn zoveel lage vensterdorpels waren waar je zo lekker op kon zitten als je wat moe was.

    O jongens, wat hebben we dat zitten vlug afgeleerd!

    In geen tellen stond zuster directrice er om ons met een ijskoude blik, bliksemflitsen in de ogen, de wenkbrauwen in een donderwolk samengetrokken, mondhoeken vlijmscherp naar beneden, van heel hoog op ons neerkijkend en met een priemende, knarsende stem duidelijk te maken dat dergelijk lui en duivelsverzoekend gedrag niet gewenst was in deze school. We wisten nog niet wat duivelsverzoekend betekende, maar we begrepen wel dat die blik, die bliksemschichten, die stem en dat afschuwelijk wezen daar hoog boven ons al aardig dicht in de buurt kwam. Even toch, want zo snel we konden schuimden we de speelplaats opnieuw af om toch stiekem op de vensterbanken te zitten wanneer de zuster even niet keek.

    Beter noch: wanneer we ons verveelden speelden we het allerleukste kleuterspelletje: “directrice spelen”.

    We zochten een slachtoffertje dat durfde op een vensterbank te zitten, en benaderden het een ijsblokjesblik, mini bliksemschichtjes in de ogen, de wenkbrauwen in een fronsje getrokken, mondhoekjes wat naar beneden en van zo hoog mogelijk op het arme kind neerkijkend probeerden we het duidelijk te maken dat ze niet achter de gele lijn mochten vertoeven. Natuurlijk lukte dit niet en daarom grepen we snel naar het echte spul : de peuter moest oprotten of we zouden het aan zuster directrice zeggen. Wist die veel dat we zelf te bang waren om naar de zuster te stappen? Na dit leuke maar vruchteloze spelletje gingen we er dan uiteindelijk maar zelf bij zitten, een paar meters verder. Dat was uiteindelijk veel spannender, want het echte spul kon elk ogenblik opdagen. Met banbliksem in de ogen. En het volgende jaar zouden we ze toch niet meer zien, want dan gingen we lekker naar de jongensschool.

    Helaas. Want dan zagen we zuster Zurulfa ook niet meer.


    » Reageer (0)
    21-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Filesoof

    Liever afdrukken en op papier lezen ?
    Klik dan hier, zo krijg je het in .pdf formaat.
    Eén pagina A4, perfect formaat om af te drukken.





    Het was mijn dag.

    Echt waar, ze hebben het nog op de radio gezegd. Op mijn zender, op Studio Brussel, de zender voor pubers van 7 tot 77 jaar. Voor mij dus. Het was de dag van de filesoof. De presentator wist het te vermelden en hij vroeg om wat filesofische gedachten door te mailen. Meteen sprong me die eerste, prangende vraag voor ogen, die vraag waar ik graag het antwoord op zou krijgen, liefst proefondervindelijk bewezen.

    Als je vooraan in de file staat, sta je dan wel in de file?

    En zo niet, vanaf welke positie sta je dan wel in de file ? Als je op de autostrade in Rotterdam de brug over de Rijn net voor jouw neus ziet ophalen en er na jou kilometers voertuigen stilvallen, dan heb je inderdaad een file. Maar jij staat daar met voor jouw neus een opgehaalde brug. Door die voorruit is geen auto te zien, alleen massa’s water. Aan de overkant waren er eerst auto’s, maar die rijden van het water weg en zijn heel snel verdwenen. Je zal me natuurlijk zeggen dat ik dan toch in de file sta. Maar wat dan als je met jouw wagen op de zeedijk gaat staan? Met de neus naar de zee. En je blijft daar een kwartiertje of een half uurtje zitten. Door de voorruit is geen auto te zien, alleen water. Massa’s water. En ergens, duizenden kilometer verder, misschien in New York, rijden er ik weet niet hoeveel auto’s van het water weg. Die zijn in geen tijd verdwenen. Tenzij ze daar in de file staan natuurlijk. Maar jij, sta jij daarom in de file ?

    Begrijp je dat ik blij was dat mijn dag gevierd werd, de dag van de filesoof?

    Ik wou die diepgaande gedachten direct naar Studio Brussel mailen, maar helaas, het kon niet want ik stond in de file. Voor mij, achter mij, naast mij, zo ver ik kon kijken: auto’s. Dus heb ik maar even rondgekeken. De meneer voor mij zat zijn krant te lezen. Die naast mij zat verhuiswagentje te spelen in zijn neus. Vinger in de neus, de meubeltjes er uit halen, een neuskeuteltje maken, eventjes aan ruiken om te zien of het nog goed vers is en dan het bolletje tussen duim en wijsvinger door het open raam wegschieten. Plats. De keutel blijft natuurlijk aan zijn carrosserie plakken want hij had niet lang genoeg gedraaid zodat ie niet droog genoeg was. Tja, je bent expert of je bent het niet. En dan het volgende neusgat. Opnieuw de meubeltjes uithalen, nog een beetje, nog... bwèèèk, daar hangt nog een klodder vers snot aan, hoe krijgt die dit nu opgelost?

    Ik heb het niet gezien want net op dat moment ging zijn file een paar tientallen meters vooruit. Ik zag hem nog vertwijfeld zijn versnellingspook vastpakken, zijn handen aan het stuur houden, de keutelvinger stijfjes omhoog, het streepje vers snot trillend, glibberend over de volledige lengte van die vinger, en weg was hij.

    De krant voor mij had geen zin om op te schuiven, dus bleven wij staan. Dan even gespiegeld.

    De dame achter mij was druk bezig met haar normale morgenritueel. Spiegel frontaal naar het aangezicht gericht. Kammetje en borsteltje uit de handtas, en we zijn vertrokken: de haren eerst even in de war met de vingertoppen, dan er met het steeltje van de kam wat in zitten frunnikken, daarna de borstel erdoor en vervolgens een halve minuut met de spuitbus bestuiven. Ik zag een tijdje niets meer in die wagen, of toch: plaatselijke mist. Ze moet daarna het zijvenstertje opengedraaid hebben want langzaam vloog er een enorme wolk buiten. Tijd voor de volgende stofwolk: poederdoos en hopsakee, de wangen onder stof. Oesje, het mantelpakje ook. Geen paniek: zakdoekje uit het tasje, veegje hier, veegje daar en ze was weer in orde. Daarna de lippenstift. Hoezo, lippenstift op de wangen ? En daarna openwrijven ? Ha ja, voor het blosje. Wedden dat ze al een blos had voor ze dat poederstof op haar wangen veegde ? Zo gaat dat dus bij vrouwen: eerst poeder op de wangen om de blos de laten verdwijnen en daarna lippenstift op dat poeder doen om een mooi blosje te krijgen. Maar kijk, de krant heeft besloten om toch maar wat vooruit te rijden. Gelukkig, want naast mij staan ze weer stil en daar was er al een sportkar aan ’t proberen om van file te veranderen.

    Ik herken de neuskeutel aan het bolletje op zijn carrosserie.

    Hij heeft een zakdoek in zijn hand en zit zijn stuur te poetsen. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat de sportkar zich tussen twee wagens heeft kunnen wringen, net na de lippenstift. Oeie, ’t is wel even gevaarlijk: ze zit haar lippen te stiften terwijl ze langzaam vooruit rijdt. Hopelijk blijft ze niet op het één of ander rimpeltje geconcentreerd want ’t zou de eerste niet zijn die dan vergeet te remmen. Die sportkar heeft trouwens nog niet veel files gevreten: van strook veranderen dient tot niets.

    In mijn file telt de wet van Murphy niet.

    Tja, zo begint een in Brussel werkend mens na een tijdje te denken: ‘mijn’ file. De mijne is zo’n vijftien kilometer lang en Murphy’s wet, diegene die zegt dat de andere file altijd sneller is, werkt hier niet. Een kilometer of vijf voor het begin van mijn file steek ik meestal een paar wagens voorbij of word ik voorbijgestoken. En aan mijn afrit vind ik altijd dezelde wagens terug, eender welke filestrook ik volgde. Conclusie: niet zenuwachtig worden, neuskeutelen, lippen stiften of krantje lezen, je geraakt er toch altijd even traag uit.

    Dit wou ik mailen, maar ik stond dus in de file. En toen hoorde ik het opnieuw, duidelijker deze keer: het was de dag van de filosoof!


    » Reageer (0)


    Foto

    Foto

    Lees ook:

    Dringend
    Taxi driver
    Anesthesie


    Inhoud blog
  • Stress
  • Opi
  • Dringend
  • Worst
  • Orka
  • Crap
  • Badjas
  • Schwester
  • Koekoek
  • Catgut
  • Alfa
  • Donkerder blauw
  • Blond
  • Taxi driver
  • Betrapt
  • Baby blues
  • Madrid
  • Italië
  • Schoolstrijd
  • My Generation
  • Perfect
  • Lausanne
  • Nieuwjaar
  • Writer's Block
  • Groot Dictee
  • Anciens
  • Sinterklaas
  • Gebakken peren
  • Sint Maarten
  • Schoolfeest
  • Oud-strijder
  • Fawlty Towers
  • Marketing
  • Sorry
  • Instinkers
  • Lotto
  • Boek
  • Anesthesie
  • Chatten
  • All in
  • Ha !
  • Paardrijden
  • Spieken
  • Tuinieren
  • Kort
  • My car
  • Carpooltunnelsyndroom
  • Bredene
  • Comme chez soi
  • B.V.
  • Nooit...
  • Venetië
  • Zuster Zurulfa
  • Filesoof

    Foto

    Gastenboek
  • Eef op blogronde
  • Bezoekje Eef!
  • Op visite na de tropische bui!
  • vriendelijk bezoekje aan deze zeer mooie blog
  • Kunst

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    chihuahualiefhebber
    www.bloggen.be/chihuah
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    we_it
    www.bloggen.be/we_it

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Bloggen.be, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!