Als beginnend wielrenner,mountainbiker of veldrijder is het niet simpel om precies te weten wat je nu moet doen om beter te worden. Daarom hieronder 6 stappen die je helpen om een betere wielrenner te worden en er voor te zorgen dat je met succes op de weg verderkomt.
1.
Zorg dat iedere training een doel heeft
Zelfs een eenvoudige warming-up of hersteltraining moet een specifiek doel hebben. Op je fiets klimmen en “maar een beetje fietsen” heeft geen nut. Als je bijvoorbeeld een interval training op je programma hebt staan zorg er dan voor dat je weet wat je doet en waarom je het doet.
Tijdens een warming-up of herstel training kun je altijd nog een extra oefening inlassen als bijvoorbeeld bochten techniek of dicht langs een randje rijden. Het is misschien simpel maar als je de bochten techniek goed beheerst heb je al zeer veel gewonnen.
2.
Zorg dat alles in het teken staat van je doel
Zorg dat je een doel stelt en werk daar continu aan. Als je nog geen prijs hebt gereden is het een goed doel om te zorgen dat je minimaal 5 keer in een seizoen prijs rijdt. Zorg er voor dat je alles doet wat in je mogelijkheid ligt om dat doel te bereiken. Fiets dus niet als een dolle door het peloton maar bekijk de koers rustig en hoe je rustig.
Onthoud dat als het seizoen is afgelopen dat je juist in de winter de basis legt voor het volgende seizoen. Pak je rust maar zorg er voor dat je in de wintermaanden je conditie op peil houdt. Werk aan je fysiek, ga minimaal 2 keer per week naar de sportschool om er voor te zorgen dat je flexibel blijft, dat je sterker wordt door met gewichten te oefenen en om een goede conditie te krijgen.
Wees inventief in de winter en ga op onderzoek uit in andere sporten. Het kunnen sporten zijn zoals schaatsen en veldlopen. Ik heb een aantal goede renners die in de winter ook schaatsen , martial arts beoefenen en gaan zwemmen. Zorg er voor dat je naast deze sporten altijd blijft fietsen want de beste training is altijd de sport die je beoefent!
3.
Wees actief, wacht niet af
Als je een goed wielrenner wilt worden moet je verantwoordelijkheid nemen. Als iets niet lukt, een sprint of een complete training, is het gemakkelijk om iets, of een ander de schuld te geven. Doe dat nooit, neem je verantwoordelijkheid en zorg er zelf voor dat de sprint de volgende keer wel goed gaat en dat je zorgt dat die bepaalde training wel goed gaat. Neem dus een pro-actieve houding aan. Neem actie, als je een heuvel op gaat en het gaat niet zoals jij wilt, keer dan om boven en doe hem opnieuw. Is er een bepaalde bocht die je niet lekker neemt, doe hem dan een keer of vijf na elkaar, net zo lang tot het wel goed gaat.
Verantwoordelijkheid opnemen wil ook zeggen, de negativiteit uit je systeem halen. Heb je wel eens renner gehoord die moest afstappen tijdens een koers? Het ligt overal aan maar nooit aan hem zelf! Neem je verantwoording en zoek juist de oorzaak waarom je moet afstappen, zorg er altijd voor een reactie na een actie. Wees positief en neem actie, dus: zoek het probleem bij jezelf en los het op.
Als je iedere keer actie onderneemt na een wedstrijd of training die niet goed is gegaan zorgt dat er voor dat je positief blijft omdat je weet dat je iets gaat ondernemen om het de volgende keer wel tot een succes te maken.
4.
Zorg dat je mentaal sterk bent
Je kunt fysiek wel top zijn maar als er geen goede kop op staat schiet je nog niks op. Op een bepaald moment traint iedere renner even veel, het is tussen de oren waar dan het verschil ligt tussen winst en verlies. Mentaal sterk betekent dat je ook een tik kunt incasseren als het is een keer niet mee zit.
Zeer belangrijk is dat je er voor zorgt dat je niet van je doel wordt afgeleid. Als het wat minder gaat, de uitslagen zijn niet zoals jij wilt of je hebt een paar keer pech gehad dan moet je mentaal sterk zijn om gewoon je eigen weg te volgen en je niet af te laten leiden. Kortom; met mentale weerbaarheid kom je een heel eind.
5.
Lees artikelen, boeken en tips over de training
Als je veel gaat trainen en wedstrijden gaat rijden heb je op een bepaald punt inspiratie en input nodig. Lees dan op internet of in boeken en tijdschriften en op deze blog hoe je moet trainen, goed en gezond moet eten en hoe je jezelf kunt verbeteren. Er zijn talrijke manieren om je doel te bereiken, je zult een weg moeten kiezen, artikelen en boeken kunnen je daarbij helpen. Neem dan de manier of de weg die jou het beste past en blijf die volgen.
Lees auto-biografieën en verhalen over renners, trainers en coaches. Niet alleen over wielrenners maar over alle sporters, je raakt er door geïnspireerd. Ben je een ervaren lezer dan kun je via internet ook heel veel wetenschappelijke artikelen lezen over trainingsleer, spier opbouw en alles wat je een beter wielrenner maakt.
Luister veel naar renners, coaches, trainers en wetenschappers, daar leer je heel veel van. Onthoud wat belangrijk is voor je of wat je interesseert en test eens een aantal suggesties uit. Als iemand je een tip geeft over training, techniek of wat dan ook , probeer het eens en als het logisch klinkt en makkelijk is te integreren in je eigen trainings opbouw.
6.
Neem een vriendelijke trainer/coach!
Er zijn veel renners die prima zonder trainer/coach kunnen of die genoeg hebben aan de club trainer maar er zijn er nog veel meer die goed geholpen zij met een trainer of coach omdat ze vaak door de bomen het bos niet meer zien, omdat ze gewoonweg geen zin (of tijd) hebben om zelf bijvoorbeeld training schema’s te maken of omdat ze gewoonweg vertrouwen op de kunde van een trainer/coach.
Een trainer/coach is niet alleen om trainingsschema’s te maken. Het moet wel klikken en je moet elkaar goed vertrouwen want het is belangrijk dat je een klankbord hebt. Wielrenners en zowat alle sporters zijn bijna altijd onzeker over de prestaties of de vorderingen en dan is het goed om iemand te hebben die je positieve feedback geeft en er voor zorgt dat je doel ook echt bereikbaar is. Vergeet niet dat het lastig is om alles zelf uit te zoeken en ook nog te zorgen dat je gemotiveerd en gefocust blijft.
Er zijn lrenners die dit kunnen maar de meeste hebben behoefte aan een trainer/coach. Aarzel dus niet om een coach en trainer in te zetten.
Sneller fietsen is en betekent dat je vaker, langer, verder, frisser of via een mooiere route kunt fietsen.
Hier zijn enkele tips om sneller en langer te fietsen
1. Verlaag dat frontaal oppervlak
De meeste energie verbruik je met in de wind ploegen dus maak je klein, dan ga je sneller. Bij de aanschaf van een fiets is het goed te weten dat diep zitten je sneller maakt en dat merk je overigens niet als je de fiets in de winkel op een hometrainer uitprobeert. Zet het stuur zo laag mogelijken weet met een triatlon opzetstuur zit je ook een stuk dieper. Op de racefiets scheelt het wel drie kilometer per uur als je je handen onder in de beugels houdt. Een ligfiets is snel vanwege het kleine frontale oppervlak. Kies een waar je goed achterover ligt en dat is is zo'n drie à zes kilometer per uur sneller dan een racefietser die dieper in de beugels fietst.Draag geen wapperende kleding en beperk de omvang van fietstassen.
2. Verlaag de rolweerstand
In het rollen van de banden gaat veel energie zitten, met name bij lage snelheid. De Rolweerstand kun je op drie manieren verlagen:
Pomp de banden goed op. Een harde band veert minder en verliest minder energie. Maar een te harde band dempt ook de trillingen minder goed. Meer trillen betekent minder comfort en extra energieverlies. Kies de ideale druk. Daarvoor is een pomp met een goede drukmeter en ventielkoppeling handig.
Neem wel soepele buitenbanden want hoe soepeler de band hoe minder het rubber wordt vervormd.
Neem liever dunnere binnenbanden. Uit een meting van Schwalbe bleek dat dunnere binnenbanden een opmerkelijke besparing opleveren van zes watt bij een snelheid van ruim twintig kilometer per uur.
3. Haal een hoger rendement uit je onderdelen
Door wrijving in ketting en kogellagers, gaat energie tussen de trappers en band verloren. Je verliest minder bij een goed gesmeerde fiets met derailleurversnelling en wel tot 5 procent maar bij een fiets met versnellingsnaaf is het verlies nog hoger. En zit een verschil tussen de naven onderling? Dat is nooit goed gemeten. Daar komt echter verandering in, de Fietsersbond ontwikkelt een instrument om het rendement van de diverse aandrijvingen te kunnen meten.
4. Fiets in de slipstream van iemand anders
De beste manier om harder te fietsen is kleven. Fiets je lekker in iemands wiel dan verbruik je ongeveer dertig procent minder energie. Kleven heeft óók voor de fietser voor je een klein aerodynamisch voordeel. Het slimst fietst de wielrenner die middenin een peloton kleeft. Verborgen tussen de renners bespaart hij vijftig procent energie ten opzichte van de eenzame vluchter. Strak in het wiel rijden vereist alertheid en zeer goede beheersing van je fiets.
5. Word lichter
Je zou denken dat gewichtsbesparing op de fiets dé manier is om een fiets sneller te maken. Drie kilo gewichtsbesparing op je racefiets maakt je op een vlakke weg 0,1 kilometer per uur sneller dat is zeer gering. Bergop levert een lager gewicht echter wel veel op, dat bepaalt bijna geheel de weerstand. Een lichte fiets geeft vooral voordeel bij het stallen en het optrekken. Het maakt wel uit of je een zware stadsfiets van 25 kilo in een bovenrek moet plaatsen of een lichtgewicht van 17 kilo. De meest efficiënte manier om gewicht kwijt te raken, is om zelf af te vallen.
6. Wees gestroomlijnd
Het werelduurrecord fietsen staat op bijna 87 kilometer per uur, gereden op een fiets omhuld door een gestroomlijnde kuip. Het werelduurrecord voor een gewone racefiets bedraagt vijftig kilometer per uur. De Luchtweerstand wordt mede bepaald door een aerodynamische vorm. Die van het menselijk lichaam en standaard fietsonderdelen zijn niet zo gunstig. Spaken en framebuizen kun je druppelvormig maken, maar de winst is gering. De snelste fiets voor dagelijks gebruik is de Quest. Dit is een driewieler met gestroomlijnde carrosserie die 10 kilomerter sneller is dan een gewone fiets. Bij open ligfietsen levert het plaatsen van een gestroomlijnd bagagepuntje een snelheidstoename van minstens 3 km per uur op.
7. Verbeter je conditie
Door gerichter te trainen en bewuster te eten kun je sneller fietsen, maar de winst in pure snelheid is gering. Het voordeel is dat je een inspanning langer kunt volhouden en dat je veel sneller herstelt. Een erg nuttig hulpmiddel om je conditie en inspanningen te controleren is de hartslagmeter. Cafeïne is één van de weinige stoffen die sportprestaties meetbaar verbeteren,volgens professor Martijn Katan, in zijn boek Wat is nou gezond? Daarom staat cafeïne op de dopinglijst. Eén kop koffie levert honderd tot honderdvijftig milligram cafeïne. Een kop thee veertig milligram. De werking van veel voedingssupplementen is nooit echt goed onderzocht. De meeste supplementen die wel zijn onderzocht, blijken meestal niks uit te halen.
8. Trap efficiënter
Zorg ervoor dat de benen optimaal kunnen draaien. Zet het zadel dus op de goede hoogte. Bij veel fietsers staat het zadel iets te laag. Probeer uit wat het lekkerste zit. Kleine of grote mensen kunnen baat hebben bij kortere of langere cranks. Gebruik de versnellingen voor een prettig tempo van de benen . Schoenen met stijve zolen fietsen aangenamer dan schoenen met slappe zolen. Met klikpedalen zitten je voeten vast aan de trappers waardoor je veel meer ontspannen fietst.
9. Fiets assertief
Met zeer flink in de remmen duiken verlies je enorm veel energie waarmee je twintig seconden had kunnen fietsen. Zorg er dus voor dat je zo min mogelijk moet remmen. De beste tactieken zijn:
anticipeer op het verkeer,
ver van te voren inschatten of je moet remmen zodat je kan freewheelen,
de bochten goed inschatten
liever sturen dan remmen.
10. Pleit voor goede fietsinfrastructuur
Als fietser ben je afhankelijk van de kwaliteit van de infrastructuur. Glad asfalt fietst sneller dan hobbelige tegels, rechtsaf slaan gaat makkelijker dan linksaf oversteken, slecht afgestelde stoplichten laten je onnodig wachten, beschut heb je minder last van wind dan op een open vlakte en op smalle fietspaden heb je meer last van andere fietsers dan op brede paden, pleit daar voor een goede en goed onderhouden fietsinfrastructuur om het fietsen comfortabel en veilig te maken voor alle wielrenliefhebbers.
Een kwart van alle verplaatsingen en een derde van alle verplaatsingen tot 7,5 kilometer, gaat met de fiets. Dat zijn jaarlijks ruim 4,5 miljard fietsritten. Er word 15 miljard kilometer afgelegd. Gemiddeld maakt een Nederlander ieder jaar 300 fietsritten goed voor ruim 900 kilometer.
In totaal leggen Nederlanders in eigen land jaarlijks bijna 200 miljard kilometers af. 75% daarvan in de auto, 9% in de trein, 8% op de fiets, 3% in bus, tram en metro, 2% lopend en 3% anders (brom/snorfiets, motor e.d.)
Wie fietsen er in Nederland?
In Nederland fietst bijna iedereen: jong en oud, mannen en vrouwen, arm en rijk, autobezitters en autolozen. 13,5 miljoen Nederlanders (84%) hebben een fiets, of meerdere. Vrouwen fietsen vaker dan mannen, autochtonen veel vaker dan allochtonen.
Wanneer wordt er gefietst in Nederland?
Nederlanders fietsen eigenlijk altijd veel. Wel wordt in de lente en de zomer meer gefietst dan in de herfst en de winter. Ook gedurende de week zijn er verschillen. Op een doordeweekse dag maken ongeveer 5 miljoen mensen gemiddeld ruim 14 miljoen fietsritten, op maandag en donderdag 1 miljoen meer dan op de andere dagen. Op een zaterdag worden 11,5 miljoen fietsritten gemaakt en op een zondag 6,5 miljoen. Doordeweeks tussen 8.00 uur en 18.00 uur worden gemiddeld per uur meer dan 1 miljoen fietsritten gemaakt, met als hoogtepunt tussen 8.00 en 9.00 uur met 1,75 miljoen fietsritten. In dat uur wordt er veel naar werk en school gefietst. Onder andere in dat uur rijden er meer fietsen dan auto’s.
Fietsen op een doordeweekse dag
08.00 uur.
Al 750.000 fietsritten gemaakt. De meeste naar het werk.
08.30 uur.
De meeste kinderen zitten op school. Dat zijn dus 1,2 miljoen fietsritten erbij.
09.00 uur.
De meeste mensen zijn op hun werk en ook de studenten gaan aan de slag. De teller staat op 2,5 miljoen fietsritten.
12.00 uur.
Nog eens 2,5 miljoen fietsritten erbij. In de ochtend zijn er veel verschillende motieven waarom de fiets wordt gepakt. De teller staat op 5 miljoen fietsritten.
13.00 uur.
1,5 miljoen ritten erbij. Veel basisschoolleerlingen die snel naar huis gaan voor een boterham. De teller staat op 6,5 miljoen fietsritten.
14.00 uur.
Nog 1,2 miljoen fietsritten erbij.
16.00 uur.
De meeste scholieren zijn uit. Fietsen naar vrienden, naar de sportclub etc. In de afgelopen twee uur 2,5 miljoen fietsritten. De teller staat boven de 10 miljoen.
17.00 uur.
Nog 1,2 miljoen fietsritten erbij. De avondspits is begonnen en veel mensen doen hun boodschappen, kinderen gaan naar de sportclub.
18.00 uur.
De meeste mensen zijn thuis. Weer 1,2 miljoen fietsritten erbij.
24.00 uur.
Nog 1,75 miljoen fietsritten erbij gekomen. Veel clubsporters, cursisten, vergaderaars en mensen die uitgaan.
5 miljoen fietsers hebben ruim 14 miljoen fietsritten gemaakt.
Waar wordt er gefietst?
Binnen de bebouwde kom wordt overduidelijk meer gefietst dan daarbuiten. Daarnaast zijn er grote verschillen in fietsgebruik tussen gemeenten variërend van rond de 50% op de kortere afstanden (tot 7,5 kilometer) in bijvoorbeeld Zwolle, Groningen, Veenendaal en Goes tot nog geen 25% in bijvoorbeeld Waalwijk, Rijswijk, Rotterdam en Lelystad.
Hoe ver fietsen we?
Een gemiddelde fietsrit is gemiddeld ruim 3 kilometer en kost ons een klein kwartier. Driekwart van de fietsritten is korter dan 3,7 kilometer. Tussen de 1 en 4 kilometer is de fiets het belangrijkste vervoermiddel. Tot 1 kilometer wordt het meest gelopen en bij meer dan 4 kilometer wordt de auto het meest gebruikt. Tot 20 kilometer wordt er meer gefietst dan met de trein of bus gereden.
Ben je in de stad per fiets sneller?
In de stad is de fietser gemiddeld 5% sneller op de bestemming dan de automobilist, in de grotere steden (vanaf 100.000 inwoners) zelfs meer dan 10% sneller. Bij verplaatsingen met afstanden tot 3 kilometer wint de fiets bijna altijd, vanaf 4 kilometer meestal niet. Dat is dan inclusief parkeren en lopen naar de ingang van je bestemming (Bron: Fietsersbond Fietsbalans-2).
Waarvoor gebruiken we de fiets?
De fiets gebruiken we vooral voor alledaagse verplaatsingen: naar de winkel, school, werk, familie, vrienden, horeca of cultuur. Minder dan 10% van alle fietsritten zijn recreatief of sportief.
Afrodisiaca zijn middelen die de geslachtsdrift zouden stimuleren en of opwekken.
De naam afrodisiaca is afgeleid van de Griekse godin van de liefde, lust en schoonheid "Aphrodite". Er zijn wel duizenden oude beschrijvingen van drankjes, poedertjes, vruchten, kruiden en zelfs groenten en fuit die het libido bevorderen en die lustopwekkend zouden zijn.
Geschiedenis
Er zijn rotstekeningen waarop de geslachtsdelen van afgeschoten wild worden verwijderd en opgegeten. Het gaat dan vooral om dieren die bekend staan als potent en vruchtbaar
Soms ging het meer om de vorm zoals bij asperges,avocado, wortelen en tomaten. Columbus nam de tomaten mee naar Europa als ‘liefdesappel’ maar zocht verder naar de door Marco Polo aanbevolen kruidnagel.
De Azteken aten veel chocolade maar voor het gewone volk was het onbereikbaar. Dee romeinse keizer Nero at veel prei maar ook knoflook en uien. In de middeleeuwen was chocolade verboden maar ook het eten van bonenkruid in kloosters, want deze middelen zouden het libido van de kloosterlingen te zeer verhogen, zo werd toen gedacht.
Afrodisiacum ilussie
Vaak wordt beweerd dat het nemen van een afrodisiacum alleen een placebo-effect heeft. Wanneer je alleen maar denkt aan het libido verhogend effect dan doet het middel dat.
In ieder geval werkt een afrodisiacum lustopwekkend,maar de mate waarinligt aan de persoon en de omstandigheden.
Werkt een afrodisiacum?
Veel middeltjes die als een afrodisiacum worden gezien bevatten vaak stoffen die lustverhogend zouden kunnen werken. In oesters zit bv. veel zink en zink zou het libido van mannen verhogen.
In ananas zit veel bromelaïne, datt bevordert de bloedsomloop en in bananen zit veel vitamine B, zeer goed voor het testosteronniveau.
In chocolade zit fenylethylamine dit maakt je lichaam zelf aan maar zit ook in chocolade (en rode wijn), fenylethylamine is een stof die bij verliefdheid een rol speelt.
Je krijgt er alleen niet voldoende van binnen en bij chocolade is het zelfs onduidelijk of de werkzame stof de hersenen bereikt. De mythe gaat dat een Azteekse koning 50 bekers cacao per dag dronk en vaak was dat niet eens voldoende.
Maar wetenschappelijk bewijs voor de werking van afrodisiaca is er niet. Onderzoek naar de positieve effecten op het libido is vrijwel niet gedaan. Daarnaast is ‘lust’ nu eenmaal moeilijk te meten. Wat geschreven wordt over afrodisiaca is volkswijsheid en geschiedenis.
Spaanse vlieg
Bedrijven beweren dat Spaanse vlieg het beste lustopwekkend middel van dit moment is. Je raakt ontremd en wordt gevoeliger voor seksuele toenadering. Het werkt door het prikkelen van het slijmvlies van de geslachtsorganen. Bij mannen veroorzaakt dit echter een slappe erectie en bij vrouwen een staat van ongecontroleerde gevoelens.
Spaanse vlieg is een reukloze en smaakloze vloeistof. Een fors aantal druppels zijn vaak niet genoeg om de liefde echt aan te wakkeren. Enkele minuten na inname ervaart de gebruiker een warm gevoel in de onderbuik en de gebruiker wordt overwelmd door gevoelens en chaos.
De gebruiker krijgt behoefte aan fysiek contact. Vaak uit zich dit in kussen, strelen en omstrengelen maar een echt liefdemiddel is het nooit geweest en dat is ook nimmer bewezen.
Van oudsher werd Spaanse vlieg gemaakt van de verpulverde overblijfselen van de canthariskever (cantharis vesicatoria), beter bekend als de Spaanse vlieg. Tegenwoordig wordt Spaanse vlieg in diverse vormen aangeboden maar is over het algemeen een slappe imitatie van het oude recept.
De Spaanse vlieg geniet bekendheid omdat één van de bestanddelen ervan populair is als afrodisiacum. Meestal wordt het verkocht in poedervorm of als liefdesdrank die de man die het inneemt een grotere seksuele potentie zou verschaffen. Het middel bevat de stof cantharidine, dat gewonnen wordt uit de gemalen kever, een kever bevat ongeveer 1% van deze stof.
De "lustopwekkende werking" wordt in werkelijkheid veroorzaakt door de bijtende stof die bij excretie de urineleider irriteert, zodat meer bloed naar de schaamstreek stroomt. Dit maakt het inderdaad makkelijker om een erectie te krijgen. In de oudheid werd het middel gebruikt als urineafdrijver.
Cantharidine is echter een giftige stof waarvan de grens tussen een werkzame dosis en een gevaarlijke dosis erg nauw is. De stof kan priapisme veroorzaken; een permanente erectie die kan leiden tot zeer ernstige schade aan de penis.
Het veroorzaakt bij een te hoge dosis ernstige maag- en nierproblemen, die tot de dood kunnen leiden. Cantharidine werd vroeger zelfs gebruikt om mensen te executeren middels de gifbeker.
Kruiden als afrodisiacum
Kruiden worden vaak gebruikt als versterkers in diverse liefdesdrankjes en zalfjes. Saffraan, peper en kruidnagelen werden beroemd maar dichter bij huis werd het bonenkruid verboden en de rozemarijn geteeld.
Knoflook: Voor mannen zou knoflook de bloedcirculatie stimuleren en de mannelijke vruchtbaarheid bevorderen.
Gember: stimuleert net als knoflook de bloedcirculatie en dat is goed voor het libido.
Bonenkruid: In de kloostertuinen mocht het niet worden verbouwd omdat het sinds de Romeinse tijd al bekend stond als afrodisiacum.
Basilicum: Het sedert de Griekse en Romeinse tijd belangrijkste libidoverhogend kruid en nog steeds populair in de landen langs de Middellandse Zee. Je adem ruikt in ieder geval beter ruiken dan bij knoflook.
Gember: Gember stimuleert de bloedcirculatie en werkt libidoverhogend.
Tijm: Thijm werkt rustgevend en helpt ook goed tegen verkoudheid.
Rozemarijn: De Egyptenaren zagen het al als een sterk, magisch kruid dathet libido stimuleert en het geheugen verbetert.
De vorm van afrodisiacum
Bij veel afrodisiaca zou het puur en allee om de vorm gaan. Oesters zouden lijken op de vrouwelijke geslachtsorganen en hierdoor de geslachtsdrift verhogen.
De hoeveelheid zink in schelpdieren is een aanrader. Zonnebloempitten bevatten ook veel zink.
Bananen, asperges, appels, uien, vijgen, selderij, avocado en nog veel meer, horen in deze gezonde categorie.
In asperges zit aardig vewel fosfor wat lustopwekkend is, in selderij androsteron en in avocado phenylethylamine. De Azteken noemden de avocado daarom ‘ahuacatl’, testikel.
Natuurlijke afrodisiaca
Honing: Het oestrogeenniveau bij vrouwen zou verhoogd worden door het eten van honing. Honing werd ook gebruikt voor het maken van de beroemde ‘godenwijn’ mede. In het oude Perzië dronk een bruidspaar in de eerste maand van het huwelijk alleen honing, dit zou een gezond en meer dan vruchtbaar huwelijk opleveren.
Vanille: Het gaat met name om de geur van vanille die een geruststellend en veilig gevoel geef maar het is is niet direct lustopwekkend maar het helpt wel mee.
Rode wijn: Door een goed glas wijn worden de aderen iets verwijd, het hart gaat sneller stromen, je word ontspannen en remmingen verdwijnen.
Truffels: Ze werden populair door de liefdes verhalen van Casanova. De hoeveelheid proteïnen geeft echter wel een flinke energiestoot maar echt lustopwekkend zijn ze niet.
Venkel: Venkel is een van de oudste afrodisiaca en sedert de Egyptenaren al eeuwen geprezen om de lustopwekkende werking en bron van natuurlijke oestrogenen.
Zoethout: Het gebruik van zoethout als afrodisiacum komt uit China waar het al veel generaties hiervoor met neme door vrouwen wordt gebruikt.
Anijs: Vanuit de ‘volkswijsheid’ wordt gezegd dat anijs de lust opwekt.
Noten: Alle noten hebben lustopwekkende eigenschappen. In ieder geval bevatten de meeste noten veel zink en hebben hierdoor dezelfde werking als oesters. De geur van amandelen is vooral opwindend voor vrouwen.
Viagra
Wat is Viagra?
Viagra is een receptgeneesmiddel voor de behandeling van een erectiestoornis. We hebben het over een erectiestoornis wanneer de penis niet stijf (genoeg) wordt of niet lang genoeg stijf blijft om bevredigende seks te hebben. Viagra/Sildenafil (de werkzamestof) ontspant indirect de bloedvaten in de penis. Zo kan er makkelijker bloed in de penis stromen als je seksueel opgewonden wordt, waardoor je gemakkelijker een erectie krijgt. Je krijgt bij het gebruik van Sildenafil alleen een erectie wanneer je sexueel opgewonden bent; dus niet spontaan door het slikken van een pilletje.
Viagra is geen hormoonpreparaat maar een middel dat de bloedsomloop naar de penis bevordert. Er kunnen medische bezwaren tegen het gebruik van Viagra. Het is verstandig om naast ons online-consult wat u in een van de bestelstappen krijgt, ook de bijsluiter aandachtig door te lezen.
Hoe ziet Viagra eruit?
Viagra filmomhulde tabletten zijn blauw en hebben een diamantvorm met afgeronde randen. Aan 1 kant staat PFIZER en aan de andere kant staat VGR (of VGR 50, of VGR 100). De tabletten zijn verkrijgbaar in blisterverpakkingen met 1, 4, 8 of 12 tabletten. Sommige verpakkingen zijn mogelijk niet in Nederland beschikbaar. In Nederland is een verpakking van 4 gebruikelijke en meervouden hiervan.
Wanneer moet u Viagra niet innemen?
Neem deze erectiepil niet in als u geneesmiddelen gebruikt die nitraten bevatten of stikstofmonoxide afgeven, zoals amylnitriet (poppers). Deze geneesmiddelen worden vaak ter verlichting van angina pectoris (pijn op de borst) gegeven. Sildenafil kan een belangrijke toename van de effecten van deze geneesmiddelen veroorzaken. Vertel uw dokter dat u deze geneesmiddelen gebruikt. Wanneer u dit niet zeker weet, vraag het dan aan uw arts of apotheker.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Afrodisiaca voor hogere prestaties in de liefde Tags:Afrodisiaca voor hogere prestaties in de liefde
Fietsen heb je in allerlei soorten vormen en maten maar welke fiets is precies geschikt voor u en wat zijn precies de voor en nadelen en de verschillen?
Stadsfietsen
De stadsfiets herken je aan een wat langere wielbasis, veelal grote 28 inch wielen en een sterk naar voren gebogen voorste vork. Ze zijn vooral gebouwd op rechtuit rijden en hun comfort is doorgaans prima. De standaarduitrusting in deze categorie kan enorm verschillen. Stadsfietsen zijn er met terugtraprem, trommel- en velgremmen en in elk geval zit er een kettingkast, jasbeschermer, verlichting en een stevige bagagedrager op. Ze zijn er zonder en met versnellingen, afhankelijk van de prijsklasse uitgevoerd met 3 tot 8 opties. Ze kunnen doorgaans tegen een stootje en zijn stevig genoeg om er een kinderzitje en bagage op mee te nemen. Het accent ligt op degelijkheid en duurzaamheid, daardoor is het gewicht van de stadsfiets vrij hoog (18 à 22 kg).
Hybridefietsen
De hybridefiet is heel goed voor recreatief gebruik over korte en lange afstanden. Ze zijn herknaar aan een rechte voorvork met vering en zijn gebouwd met comfort als uitgangspunt. Van oneffenheden in de wegen hebben ze weinig last. Hybridefietsen beschikken in de regel over een 8 versnellingsnaaf of over een derailleurschakeling met 24 tot 27 versnellingen. Om binnen het segment van hybridefietsen tegemoet te komen aan lichtere fietsen bieden fabrikanten ‘lite’ of lichterfe modellen die zo’n 5 tot 6 kilo minder zwaar zijn dan de gangbare modellen.
Crossoverfietsen
Crossoverfietsen hebben zowel de kenmerken van een racefiets als die van een mountainbike. Doorgaans hebben deze fietsen grote (28 inch) wielen en minimaal 27 versnellingen. Het stuur is recht of licht gebogen. Aangezien de crossoverbike vooral op de weg wordt gebruikt, zijn de banden in de regel behoorlijk smal.
Vakantiefietsen/Trekkingfietsen
Een combinatie van verschillende soorten fietsen zijn de bekende trekking modellen en dat zijn vakantiefietsen bij uitstek. Ze zijn bedoeld voor de lange afstand en omdat er veel bagage mee kan, lenen ze zich prima voor de fietsvakanties. De prijs is vaak aan de hoge kant, omdat er lichtere en duurdere onderdelen worden gebruikt. De vakantiefiets is in veel gevallen ook voorzien van een voorbagagedrager.
Mountainbikes
Mountainbikes worden gewoon MTB genoemd; soms ook wel ATB (All Terrain Bicycle). Ze zijn ontworpen voor onverharde wegen en bergroutes ,maar u kunt er vanzelfsprekend ook de weg mee op, al is de rolweerstand van de (brede) banden wel groter en hebben de banden een fors profiel. Mountainbikes hebben 26 inch wielen en meestal een flink aantal schakelmogelijkheden. 24 of meer versnellingen is de standaard. Het soort gebruik is van invloed op het frame en de uitrusting. Frame en voorvork zijn doorgaans vrij robuust en de naven zijn stof en waterdicht.
Een variant op deze terreinfiets is de stads- of city-MTB. Deze herkent u aan de spatborden, verlichting en bagagedrager die op MTB’s ontbreken en bovendien is het profiel van de banden minder grof, waardoor ze lichter lopen.
Racefietsen
Racefietsen zijn speciaal gebouwd voor de sportieve prestaties. Door hun constructie en materialen zijn ze zeer licht en stevig. Racefietsen beschikken al gauw over zo’n 30 versnellingen en alle voorzieningen die niet strikt nodig zijn, zijn omwille van het gewicht en de snelheid weggelaten.
Ligfietsen
Ligfietsen komen weinig voor want door hun geringe hoogte vallen ze minder goed op en bieden minder overzicht in het verkeer. Voor recreatief gebruik liggen de zaken genuanceerder. Zo zijn allerlei voorzieningen op de ligfiets aan te brengen om bijvoorbeeld meer bagage mee te nemen. De geringe hoogte en het kleine frontale oppervlak zorgen dat de luchtweerstand aanmerkelijk minder is dan bij de gewone fietsen. Met relatief weinig inspanning haalt u hoge snelheden. Ligfietsen zijn er in soorten en maten en er is een grote variatie in constructies en worden doorgaans ambachtelijk gemaakt waardoor ze iets duurder zijn maar het voordeel is wel dat u de fiets naar eigen inzicht kunt laten afwerken en uitrusten.
Vouwfietsen
Vouwfietsen zijn zeer geschikt voor kleine afstanden, ze zijn vooral handig voor treinforenzen die vanaf het station naar hun werkplek (c.q. huis) fietsen. Qua rijcomfort is vouwfietsen een vermoeiende ervaring. U kunt hem gemakkelijk in de kofferbak van de auto of op de boot meenemen maar besteed in dat geval bij aanschaf extra aandacht aan de kwaliteit en de roestgevoeligheid van de vouwfiets.
Meenemen in het openbaar vervoer kan ook al gaat dat minder makkelijk en moet je voor lief nemen dat het draagcomfort niet altijd goed is en dat het inklappen vaak lastig is en vooral in de spits kan het moeilijk zijn om een plaatsje voor de fiets te bemachtigen,en er snel mee in en uit te stappen.
Tandems
Een tandem is voor liefhebbers, en je moet er met z’n tweeën voor zijn. Door de lengte is de tandem minder goed wendbaar. Het rijden vraagt een goede samenwerking en dat maakt een tocht tot een bijzondere ervaring. Het lastige is dat u er een geschikte berging voor moet zien te vinden en laat hij zich moeilijk vervoeren, omdat een fietsimperiaal doorgaans niet lang genoeg is. Op een fietsrek steekt hij vaak te veel aan weerszijden uit. Op een tandem kan ook niet veel bagage mee en voor fietsvakanties heb je een fietsaanhanger nodig. Een lichtgewichttandem met derailleurversnellingen is voor een vakantie dan wel de beste keus.
Kinderfietsen
Een goede veilige kinderfiets lijkt eenvoudiger dan het is. Doorslaggevend bij de aankoop van een kinderfiets is meestal de prijs. Bij fietsen die binnen een paar jaar al weer te klein zullen zijn, wordt over kwaliteit minder goed nagedacht. Deze kwaliteit bepaalt echter in hoge mate de veiligheid.
Een kinderfiets verdient net zoveel aandacht als een fiets voor een volwassene: minimaal moet hij een stevig frame en een goed werkende rem hebben. Heeft de kinderfiets velgremmen, dan zijn daar twee (op elk wiel een) van noodzakelijk. Een goede kinderfiets is niet te groot.Uw kind moet met het zadel in de laagste stand met beide voeten de grond kunnen raken.
Voor peuters tot circa 4 jaar zijn er driewielers waar remmen en andere voorzieningen op zijn weggelaten. Zij mogen daar niet de openbare weg mee op. Voor kleuters komen fietsjes tot een wielmaat van 20 inch in aanmerking.
De openbare weg is voor dit soort fietsjes geen verboden terrein, maar het is niet verstandig om kinderen zonder begeleiding te laten rijden.
Vanaf circa 7 jaar tot plusminus 14 jaar zijn kinderen toe aan een stevige jeugdfiets. Deze heeft een wielmaat van 20 to 26 inch. Crossfietsen zijn bij kinderen ook erg populair, maar voldoen in de praktijk vaak niet aan de wettelijke eisen op het gebied van reflectie.
Mentale begeleiding is een fenomeen want alle prestaties, zowel in de sport als in het dagelijks en zakelijk leven, staan of vallen met hoe het zit tussen de oren. Als het in de kop niet goed zit dan willen ook de benen niet, of niet zoals jij het zou willen. Als je in de finale zit van een koers en je hebt de avond ervoor thuis ruzie gehad met vrouw/ vriend of man, zonder dat je het hebt uitgepraat, denk je dan dat je 100% geconcentreerd bent op de koers?
Als je in het peloton zit tijdens een koers in oktober en er is een groep weg van pakweg 35 man, en je plaats in de ploeg voor volgend jaar is nog niet zeker, rijd je dan 100% geconcentreerd en zit je dan vol zelfvertrouwen?
Zo kun je diverse oorzaken bedenken waardoor je niet altijd even geconcentreerd en vol zelfvertrouwen actief bent.
Al deze problemen zijn herkenbaar en denk dan niet dat het even gemakkelijk is om aan te nemen dat je mentaal zo geholpen kan worden dat je in de aangegeven situatie’s wel 100% bent geconcentreerd omdat je weet dat je mental coach je precies heeft aangegeven hoe je met die lastige situaties moet omgaan en juist die kleine situaties beslissen over winst of verlies.
Mental coaching is dus je kijk te veranderen op bepaalde situatie’s en leert je hoe je jezelf geestelijk moet voorbereiden op welke actie dan ook ,het seizoen of op een wedstrijd. Het helpt je orde te brengen in de chaos en zal je helpen op weg naar succes.
We gaan nu de belangrijkste onderdelen van mental coaching in 4 stappen behandelen die je inzicht geven in hoe je een seizoen of wedstrijd mentaal het beste kan voorbereiden.
Mental Coaching
Mental Coaching is goed voor elke renner; recreant, topsporter, mountainbiker, wegrenner of baanrenner, iedereen heeft er baat bij
Je zou een mental coach kunnen zien als een vertrouwens man/vrouw. Je mental coach werkt zeer nauw samen met je trainer, het is een twee-eenheid. Natuurlijk geldt dit vooral voor de topsporter maar ook voor de recreant is het van belang.
Je kunt je mental coach zien als een klankbord, als iemand bij wie je terecht kunt als het sportief en mentaal eens tegen zit. Een goede mental coach moet iets afweten van psychologie, neurologie, levenservaring, een groot inlevingsvermogen hebben en affiniteit met de sport..
Psychologie spreekt voor zich, je moet weten hoe een sporter reageert bij een bepaalde prestatie, hoe een sporter reageert bij het oplopen van een blessure of bij een probleem in de privé sfeer.
Neurologie is belangrijk. Als een mental coach niet weet hoe de chemische processen werken in de hersenen is het moeilijk om goed te anticiperen op een sporter die bijvoorbeeld bepaalde uitspraken doet direct na een gewonnen wedstrijd. (Pumping adrenalin reaction). Of zijn stress reactie op het niet halen van een vooraf gesteld doel.
Het inlevingsvermogen in een sporter is voor de sporter van groot belang. Als een mental coach zich niet kan inleven in wat hem of haar voor ogen staat is het moeilijk, zoniet onmogelijk, om die sporter te begeleiden.
Goed kunnen luisteren (empathie) is zeer belangrijk en affiniteit met de sport of het gestelde doel praat makkelijk. Als een wielrenner of mountainbiker bijvoorbeeld, sport eigen taal spreekt is het inderdaad handig als zijn mental coach weet wat hij/zij bedoelt.
Tussen de mental coach en bv een biker ontstaat als het goed is een vertouwens band.
Tussen de twee moet een harmonieuze sfeer van acceptatie motivatie vriendschap en vertrouwen ontstaan. Nog steeds zijn er trainers bij wedstrijden aanwezig die hun pupil naar prestaties proberen te schreeuwen of zelfs schelden en die het nodig achten hun pupil en plein public in de grond te boren als diezelfde pupil minder heeft gepresteerd. Dat zijn praktijken die niet thuis horen in de sport.
Recreatie wielrenner en topsporter
Er is een verschil tussen een mental coach voor een recreatie sporter en een mental coach van een topsporter.
De recreatie fietser kan al baat hebben bij mentale begeleiding via email en twee of driemaal maal per maand telefonisch contact.
Veel kun je ook opsteken bij mental coaches die lezingen geven.
Een wedstrijd sporter heeft bijna dagelijks telefonisch contact en of twee of drie maal per week treffen ze elkaar.
Na elke wedstrijd is het van belang om met je trainer te evalueren en daarna met je mental coach. Techniek, trial, downhill, sprinten, klimmen, alles moet je leren. Denk je dan werkelijk dat je het mentaal zelf wel weet?
Soms zijn het de kleine praktische tips die een mental coach je kan aanreiken waarvan je zelf niet had gedacht dat dit kon.
-Wist je bijvoorbeeld dat als je met een muziekdrager (MP3 speler) op je training afwerkt, dat 70% van de effectiviteit van die training verloren gaat? (Psychology Magazine USA).
-Wist je dat als je in bed ligt en een mentale voorstelling maakt van een jump over een flinke boomstronk of een laatste 200 meter op de baan, je spieractiviteit toeneemt met een vermogen dat precies genoeg is om over die boomstronk te komen of die 200 meter? (Visualisatie)
Zo zijn er nog meer onderwerpen die een mental coach je kan bijbrengen om je te helpen je doel te bereiken.
Mentaal trainingsschema
Zoals een trainer je voorziet van het beste trainingsprogramma zo geeft een mental coach je de juiste gedachtes en de motiverende woorden.
Als je een blessure oploopt waardoor je een tijd niet kan trainen helpt een mental coach je om mentaal door de moeilijke tijd te komen door je een mentaal trainingsschema te geven.
Dat wil zeggen de juiste woorden en overdenkingen die je nodig hebt om weer positief tegen de komende uitdaging aan te kijken.
In een discipline als de marathon en wegwedstrijden is mental coaching ook heel belangrijk. Wolfram Kurschart gaf als reden dat hij in de marathon van Grafschaft op gaf uit verveling omdat als de vermoeidheid gaat toeslaan je gedachten op hol slaan, op zo’n moment is het van groot belang dat je geleerd hebt hoe je moet denken en waar je aan moet denken en wat je tegen jezelf moet zeggen (self-talk) om jezelf scherp en alert te houden. Dit kan iedereen leren door te trainen.
Mentaal gezien is alles te bereiken.
De Amerikanse mental coach Robert Kyosaki zei het zo:
“je huidige situatie is het exacte spiegelbeeld van je huidige denken”.
Stappen
Het zijn de vier stappen waar je succes op rust.
SUCCES
4) Visualisatie
3) Positief denken
2) Zelfvertrouwen
1) Doelen stellen
1) Doelen stellen
Het is net als in het gewone leven als je geen doel stelt ben je doelloos en weet je niet welke kant je op moet. Doelen geven structuur aan het seizoen, je weet waar je je op moet richten. Een seizoen duurt lang en het is onmogelijk om iedere wedstrijd waaraan je deelneemt te winnen, letterlijk en figuurlijk.
Aan het begin van het seizoen zoek je vier, hooguit vijf marathons of wedstrijden uit waarin je echt wilt scoren.
Op deze vier of vijf marathons, rittenwedstrijden of klassiekers richt je je vizier en zijn dus piek momenten. Alle andere wedstrijden staan in het teken van de grote drie. Het moeten ook grote drie zijn.
Als je internationale mountainbike marathons rijdt zou je kunnen kiezen voor in het voorjaar de “marathon der marathons” in Riva, in de zomer het EK en in het najaar voor de Roc d’Azur.
In het voorjaar kan je gaan voor de Raid du Sart Tilman, in de zomer de Filip Meirhaeghe in Vielsalm en in het najaar de Grand Raid Godfroy.
Voor wegrenners en baanrenners zijn er andere doelen. Voor wegrenners is het slim om piekweken te kiezen. Bijvoorbeeld 3 weken in maart/april, drie weken in juni/juli en drie weken in het na seizoen. Als je denkt dat je het hele jaar door kan pieken heb je het echt mis, dat lukt niemand en daar komen steeds meer profs achter, gelukkig!
Heb je jouw doelen uitgezocht, schrijf ze dan op een vel papier en hang dat op.
Zorg dat je iedere dag je doelen ziet zodat je ze vast zet in je geheugen. 75% van de doelen die worden opgeschreven worden behaald, 20% die niets opschrijft haalt die doelen niet.
Richtlijnen voor het stellen van doelen voor komend seizoen
1)Doelen moeten realistisch zijn. Als je nog nooit een marathon hebt gereden kun je niet als doel stellen om gelijk de eerste keer te winnen.
2)Doelen moeten meetbaar zijn. Doelen zijn helder en overzichtelijk. Als je doelen stelt, dan moeten die op de een of andere manier succesvol zijn. Je moet kunnen zeggen: Ik heb mijn gesteld doel bereikt.
3)Doelen moeten uitdagend zijn. Je doelen moeten je inspireren en je tot grotere hoogten aanzetten. Doelen stellen is jezelf helpen verbeteren. Als ze niet eens uitdagend zijn verlies je al snel uit verveling de motivatie.
4) Doelen moeten jouw doelen zijn. Veel wielrenners maken de fout om een doel te stellen van een andere renner of hun trainingsmaatje. Je doelen moeten jou helpen, jou kunnen motiveren als je in de nattigheid of in de kou je kilometers maakt. Als je naar de doelen toewerkt die een ander heeft en die jou niet dienen dan ben je verkeerd bezig.
Je mental coach zal je helpen om de doelen continu te blijven stellen. Samen stippelen jullie een weg uit waarmee je uiteindelijk je ultieme doel bereikt. Dat ultieme doel is uiteindelijk waar je naar streeft.
Het zal niet altijd gemakkelijk zijn en je zult vaak een omweg moeten nemen of een tijdelijke zijweg moeten inslaan maar houdt altijd het ultieme doel voor ogen! Mocht jemaar even twijfelen dan is het aan je mental coach om je te helpen.
Natuurlijk moet je zelf de motivatie hebben om er voor te gaan maar samen met een trainer en een mental coach zul je dat doel veel eerder bereiken.
Opdracht:
Voor Mountainbikers: schrijf 3 of 4 marathons (wedstrijden) op waar je volgend seizoen wil presteren, hang dit op een voor jou goed zichtbare plaats en zorg dat je dit iedere dag leest om het goed in je lange termijn geheugen te prenten.
Voor wegrenners: schrijf 3 maal 3 a 4 weken van het seizoen op waarin je wilt pieken, hang dieop een goed zichtbare plaats zodat je het iedere dag ziet en leest.
Wijze woorden
‘Het is belangrijk om een doel voor ogen te hebben. Geloof in wat je wilt bereiken en laat je door niemand ontmoedigen. Als je écht iets wilt, dan kan je het!’Peter Mueller
Zelfvertrouwen is de weerslag van de wijze waarop je naar jezelf kijkt. Als gevolg hiervan is zelfvertrouwen dus de mate waarin je doet wat je wilt en werkelijk wilt wat je doet.
Het Zelfvertrouwen daalt door geestelijke vermoeidheid en lichamelijke vermoeidheid en het is dus geen vaststaand feit, het is meer een fictie, een machtig spook. Zelfvertrouwen is een bedenksel maarh hoe betrouwbaar zijn de bedenksels over jezelf?
Zijn de gedachten over jezelf en je capaciteiten wel juist? Hoe belangrijk is een gedachte? Het is niet meer dan logisch dat maar heel weinig mensen zelfvertrouwen hebben. Het wordt ons niet bepaald aangeleerd.
Voor we 15 jaar zijn hebben we al meer dan 7000 keer iets negatiefs te horen gekregen. Hoe vaak heb je iets positiefs te horen gekregen in die tijd; nog geen 200 keer! Je aangeboren enthousiasme en zelfvertrouwen worden langzamerhand vervangen door een meer “aangepast” negatief gedrag. Dit aangepaste gedrag is precies zoals op scholen bij vele anderen: middelmatig, saai, suf, en gewoon.
Als je het wielrennen of mountainbiken creatief gebruikt met de nadruk op plezier, goed gebruik vangestelde doelen, en zorgt voor het behalen van die doelen dan draagt de sport bij tot het ontwikkelen van een goed zelfvertrouwen.
Zelfvertrouwen stelt je in staat om risico’s te nemen omdat je realistisch vertrouwen hebt in je eigen capaciteiten.
Risico’s moet je nemen om grensverleggend bezig te zijn. Zelfs als er onderweg iets fout gaat stelt je zelfvertrouwen je in staat om door te gaan en de overtuiging te behouden dat je het toch echt wel gaat redden.
Zelfvertrouwen dient niet gebaseerd te zijn op dromen en hersenspinsels maar op waarneembare realiteiten.
Hoe zit het met jouw zelfvertrouwen?
Woorden van zelfvertrouwen Pablo Picasso
“als je soldaat wordt zul je generaal worden; als je monnik wordt, zul je als paus eindigen”. “In plaats daarvan werd ik schilder en eindigde als Picasso”.
3) Positief denken
De belangrijkste stap in je persoonlijke groei is om positief te denken.
Een positieve levensinstelling wil niets anders zeggen dan dat je ieder mens in zijn waarde laat, je probeert om in ieder mens het goede boven te halen en dat je zorgt dat je iedere dag voor ogen houdt dat het leven er is om te leven en dat je van ieder moment mag genieten.
Zorg ervoor dat de negatieve gedachten geen kans krijgen om de kop op te steken.
Heel veel mensen kampen lopen op alles en iedereen te vitten. De laatste wetenschappelijke ontwikkelingen duiden erop dat negatieve gevoelens zoals angst, haat en woede een cumulatief effect hebben op het lichaam.
De kracht van positief denken wordt echter steeds nog enorm onderschat.
Op de fiets weten we daar tijdens een marathon, cyclo of lange wegwedstrijd alles van.
”Ik ga kapot, het gaat voor geen meter, ik haal mijn vooraf gestelde tijd (plaats) nooit, komt die verzorging nooit, mijn benen voelen als lood, dat wordt lopen bij de volgende steile klim”.
Zorg er dus voor dat je dit soort gedachten tijdens een wedstrijd nooit tot je door laat dringen. Blijf altijd positieve gedachten houden. Zelfs al rijd je voorin de wedstrijd mee en je rijd lek, hoe moeilijk het ook is blijf positief. Negativiteit zorgt er alleen maar voor dat je nog dieper wegzinkt.
Een positieve instelling kun je aanleren. Als je gewoon bent om vaak iets negatiefs te zoeken achter een opmerking of een handeling verander dat dan door er objectief tegen aan te kijken en er een positieve draai aan te geven.
In plaats van negatief tegen iemand aan te kijken kun je die persoon altijd het voordeel van de twijfel geven. Het is alleen al een geweldig gevoel om op je fiets te zitten of een wedstrijd te kunnen fietsen, negatieve gevoelens horen daar niet bij.
Krijg je een inzinking denk dan aan de aankomst, blijfpositief en herhaal in jezelf dat je al zover bent gekomen dus dat het logisch is dat je de finish haalt. Is het moeilijk voor je om positief te denken (niet zo gek als je dat nooit geleerd hebt) negeer dan gewoonweg negatieve gevoelens, zodra er een negatieve gedachte bij je opkomt moet je daar direct een sterkere positieve gedachte tegenover zetten.
Schiet het bijvoorbeeld in je gedachten dat plotseling de benen niet meer willen, denk dan direct: “maar ze hebben me wel al tot hier gebracht en de finish halen is dus geen probleem”.
Een van de meest sterke positieve invloeden krijg je als je het woord “proberen” voortaan uit je woordenschat schrapt. Dit wordt nog altijd zwaar onderschat. Het woord “proberen” bestaat niet. Zodra je een opdracht gaat uitvoeren en je gaat dat proberen calculeer je al in dat je eigenlijk gaat falen.
Je doet iets of je doet iets niet.
Je kunt niet proberen te eten, je kan niet proberen te schrijven. Je eet of je eet niet, je schrijft of je schrijft niet. Zo is het met de wedstrijd ook. Je gaat je wedstrijd fietsen of je gaat hem niet fietsen, je kan niet proberen om hem te fietsen. Als je al vertrekt met de gedachte; “vandaag ga ik een goede wedstrijd rijden”, dan ga je ook een goede wedstrijd rijden. Dat is heel wat anders dan om te proberen een goede wedstrijd te rijden. Kortom; schrappen dat woord “proberen”.
Wijze woorden
Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden
4) Visualisatie
Visualisatie is een prachtig instrument van de mentale training. Het is sporten in je verbeelding, een warming-up voor de geest want je stelt je in gedachten situaties voor die zich in de wedstrijd voor kunnen doen.
Visualisatie is vooral belangrijk bij technische passages, lastige afdalingen en op lange klimmen.
De technische passages en de afdaling zul je wel begrijpen. Dat ik lange klimmen erbij noem heeft te maken met het feit dat als je vermoeid raakt dat vooral zal gebeuren op een lange klim. Zelfs verveling kan toeslaan, op dit soort momenten heb je visualisatie nodig. Vóór het moment dat de vermoeidheid toeslaat moet je in je onderbewustzijn visualiseren hoe je de volgende afdaling aan gaat pakken of hoe je een volgende technische passage te lijf gaat.
Je moet zo sterk visualiseren dat vermoeidheid geen kans kan zien om zich te manifesteren. Natuurlijk worden je benen zwaar maar zolang jij jezelf geen kans geeft om daaraan toe te geven zal je brein dat niet toestaan.
En zoals ik in het eerste hoofdstuk al zei; het getrainde lijf volgt het ongetrainde brein. Visualisatie is zo sterk dat in Amerika vooral turners, motorcrossers, hoogspringers en kunstrijders op de schaats uren trainen op visualisatie van hun oefening en/of sprong.
En heb je downhill skiërs wel eens gezien tijdens hun warming-up? Pure visualisatie.
Visualiseren is niet alleen goed om bijvoorbeeld technieken te oefenen maar ook bij spierkracht. Bij proefpersonen is onderzocht of verandering in spieractiviteit optreed als men zich voorstelt om een gewicht te heffen van 4,5 kg dan wanneer men zich voorstelt een gewicht te heffen van 9 kg. De resultaten toonden aan dat er inderdaad een toename van spieractiviteit was bij het inbeelden van het heffen van een gewicht van 9 kg. dat groter was als de spieractiviteit bij de verbeelding van het tillen van 4,5 kg!
Zo is ook gebleken bij proefpersonen dat bij bijvoorbeeld een danspas de snelheid van inbeelden effect heeft op de eigenlijke uitvoering: in gedachten de beweging snel uitvoeren leidde tot een snelle uitvoering, in gedachten de beweging langzamer uitvoeren leidde tot een langzame uitvoering dus is het raadzaam een beweging tijdens de mentale training op de snelheid voor te stellen waarop men de beweging vervolgens in het echt wenst uit te voeren.
Visualisatie tips
1)gebruik visualisatie bij taken waarmee je al bekend bent.
2)betrek zoveel mogelijk zintuigen bij je visualisatie.
3)visualiseer op de ware snelheid.
4)visualiseer dat je slaagt. Lukt dat niet, bedenk dan welk onderdeel je moet verbeteren om het wel te laten lukken. Visualiseer zo perfect mogelijk..
Nog een paar uitspraken van groten in de sport:
“Ik zie geen dambord voor me, ik denk in bewegingspatronen”
Ton Sijbrands in Psychologie Magazine (November 200)
“The real race is not on the hot, paved roads, the torturous off-road course or the smooth-surfaced velodrome. It is in the electrochemical pathways of your mind”.
Alexi Grewal, Olympisch kampioen op de weg.
“Zolang als ik adem, val ik aan”
Bernard Hinault
Samenvatting
Mental coaching is hetzelfde als fysiek trainen alleen dan met je hersens. Het is alleen niet ingeburgerd in de wielersport, maar dat komt wel. Gebruik je hersens dus om je lichaam te sturen. Zoals ze in Amerika zeggen: “de body follows the brain”
Klimmen is en blijft een echte uitdaging en het aantal Nederlandse deelnemers in de cyclo’s in de Alpen of Pyreneeën bewijst dat wel. Wielers voelen zich altijd een beetje Contador of Schleck, al klimmen we maar een pukkeltje op. Als we het over klimmen hebben komen we direct bij de vraag die het wielrennen al bezig houdt zolang ze bestaat: zitten of staan….
Zitten, zo lang mogelijk
Wetenschappelijk is bewezen; staand klimmen ontwikkeld meer kracht omdat je het voordeel hebt van het gewicht van je bovenlichaam, echter je verbruikt ook ongeveer 10 tot 12% meer energie tegenover zittend klimmen. Dat heeft vooral te maken met het gebruik van de armen en de rugspieren. Kortom, zittend klimmen is efficiënter. We spreken wel over klimmen die langer duren als ongeveer 7,800 meter. Op korte klimmen verschiltstaand klimmen weinig met zittend klimmen. Op de lange klimmen kun je beter blijven zitten, zo lang je dit kunt, en een toerental draaien van tussen de 80 en 85.
Dat geldt vooral voor renners die zwaarder zijn als gemiddeld. Als je dan gaat staan rust het gewicht van je bovenlichaam veel meer op je beenspieren. Zittend klimmen geeft de volgende voordelen:
je verbruikt veel minder energie,
je hartslag is ongeveer 8% lager tegenover staand klimmen
je gebruikt vooral de lage onderrug spieren en heupspieren.
Techniek zittend klimmen
Het is slim om tijdens het zittend klimmen iets naar achteren op je zadel te gaan zitten, zo duw je als het ware tegen je pedalen aan en gebruik je een grotere hefboom.
Zodra echter een tempo versnelling komt schuif je iets meer naar voren op, iets wat bijna automatisch gebeurt als de klim steiler wordt. Een ander zeer belangrijk punt bij zittend klimmen is het stil houden van het bovenlichaam.
Veel renners zie je klimmen met een zwabberend bovenlichaam, rukkend en trekkend aan het stuur maar doe dat niet want dit verbruikt veel te veel energie die je hard genoeg nodig hebt om boven te komen.
Stil zitten, handen ongeveer 5 cm vanaf de stuurpen. De linkerhand trekkend aan het stuur op het moment dat het rechterbeen naar beneden gaat en trekkend met de rechterhand aan het stuur op het moment dat je linkerbeen naar beneden gaat.
Houd de schouders naar achteren en de borst open voor zoveel mogelijk zuurstof.
Techniek staand klimmen
Als je staat moet je leg je de kracht legt in de trekkende en de duwende beweging. Dat helpt om een mooie ronde trapbeweging te geven.
Houdt je fiets recht. Je ziet zoveel klimmers staand klimmen terwijl hun lichaam recht blijft en de fiets van links naar rechts wordt gesmeten. Niet doen, iedere beweging van de fiets naar links en rechts remt af en verlies je energie. Het lichaam iets voorover, de achterkant van je dijen net voor het zadel, handen op de remgrepen en het lichaam recht houden evenals de fiets, alles moet in een streep rechtdoor, op deze wijze verlies je bijna geen energie.
Voor je gaat staan moet je zeker een of twee tanden opschakelen anders trap je in het luchtledige. Je moet er wel voor zorgen dat je deze versnelling een tijd lang staand kan volhouden. Bij de korte klimmen, tot 3,400 meter, kun je de Ullrich methode toepassen; staand en met de handen in de beugels op een grote versnelling. Dat kost gigantisch veel kracht maar daar krijg je ook wel wat voor terug, er zullen er niet veel meer in je wiel zitten als je dit goed en lang kan volhouden!
Staand of zittend klimmen
Klimmen moet je altijd doen net onder je overslagpols, liefst een slag of 3,4 zodat je altijd iets over hebt om in de laatste kilometer nog alles te geven. Zorg dat je in je eigen tempo komt, laat je niet gek maken door iemand die net iets harder fietst, je komt jezelf dan afschuwelijk tegen.
Hou het beentempo mooi boven de 75 tpm. anders raak je te snel in het rood. Zoek een tempo en ritme waarin je desnoods de hele dag kan klimmen. Als je weet dat je een minder begaafd klimmer bent zorg er dan voor dat je voorin de groep aan de klim begint. Als je mazzel hebt kun je boven bij de laatste aanpikken en zit je nog mooi in de grote groep. Let tijdens de klim vooral op je adem.
Zorg er voor dat je niet gehaast gaat ademen, als het ware bovenin je keel, maar zoveel mogelijk door je borst en buik. Rustig blijven ademen, luisteren naar je lichaam is een noodzaak als het lang bergop gaat. Let er op dat je bij lange klimmen, meer dan 7,8 kilometer, goed eet en drinkt. Niet te veel tegelijk want dan klotst het in je maag of het komt weer terug naar buiten. Ieder kilometer een paar flinke slokken en een paar happen is goed.
Iedereen weet dat hoe lichter je bent hoe makkelijker je bergop rijdt, hoe minder kilo’s je mee naar boven neemt, hoe beter het voor jou is want bergop scheelt iedere gram. Het is een raadsel dat verzorgers hun renners bidons en eten aangeven net voor de klim van flinke bergen!
Zorg als renner dat je, net voor de klim begint, genoeg gegeten en gedronken hebt en laat de verzorging pas aangeven als je tenminste al een kilometer of 4, 5 geklommen hebt.
Dan het liefst een kleine bidon waarmee je net de top kunt halen. Bovenop kun je dan weer van alles aanpakken want hoe zwaarder je bent bergaf, hoe beter!
Resumerend
Zittend of staand, iedereen heeft wel zijn eigen voorkeur, zittend is toch efficiënter maar als je ziet hoe Contador naar boven danst! denk je wel anders
Zorg er dus voor dat je klimt op de manier die jou het beste bevalt.
Iedere wedstrijd renner kent het wel; het seizoen barst los in maart en je wilt koersen en nog meer koersen. Liefst twee in het weekend en als het uitkomt pikken we er doordeweeks ook nog een mee.
Maar is veel koersen wel een goede planning als je kijkt naar de lange termijn? wn gaat het bij de meeste renners niet om korte termijn denken en kwantiteit boven kwaliteit?
Wat is veel koersen?
Als we stellen dat het seizoen duurt van maart t/m half oktober zitten we aan ongeveer 33 weken.
Als je 2 wedstrijden in de week fietst zit je aan de 66 koersen per jaar. Iedereen weet dat een hele hoop renners makkelijk aan de 70 tot 80 koersen per jaar komt. Er zijn er zelfs genoeg bij die de 90 halen. Dat is veel, sterker nog, dat is heel veel! maar is dat te veel?
In het wielrennen is het al van oudsher dat er veel wordt gekoerst zoals in de amateur periode makkelijk 90 wedstrijden per jaar. Maar is dat wel slim?
De een zal zeggen, waarom niet en de ander zegt: gek!
Als je een renner bent die veel koersen aan kan en ook nog eens in de criteriums goed voor weet te koersen dan ben je snel geneigd om te zeggen dat het geen enkel probleem is maar ik weet dat er heel veel renners zijn die veel koersen maar in het seizoen twee tot driemaal een flinke dip krijgen en dat is niet meer dan logisch want als je soms tot driemaal per week moet koersen wordt het een nine-to-five job in plaats van de serieuze top bezigheid.
Waarom veel Koersen
De wiel wereld is een zeer behoudende tak van sport dus als eenmaal iets normaal wordt gevonden ,blijven we dat tot in de lengte der jaren doen.
Als je tot driemaal per week koerst kun je echter nooit je batterijen helemaal opladen, mentaal niet en fysiek ook niet. Er zijn renners die zelfs twee klassiekers in een weekend rijden en dat enkele weken (maanden) achter elkaar. Dat gaat goed, sommigen rijden week in week uit korte uitslagen.
Een beroepsrenner die een carriere in het vooruitzicht heeft moet er vel voor doen maar degene die geen prof ambities heeft en alleen als elite fietst en daar zoveel mogelijk korte uitslagen in wil rijden,moet maar veel koersen, prima. Dat kan en is geen probleem.
Een jonge renner die prof wil worden zit bv in een nationale ploeg of zelfs een continentale ploeg. Daarin moet ie het waarmaken want anders krijg hij geen kans om grote wedstrijden te rijden.
Er zijn een aantal kleinere nationale ploegen die goede renners hebben die week in week uit klassiekers rijden, soms twee in een weekend, en tussendoor “gewone” wedstrijden of criteriums.
Als je negentien of twintig jaar oud bent is dat geen enkel probleem. Je bent nog sterk, goed in vorm en rijdt regelmatig een mooie korte uitslag. Aan het eind van je eerste jaar als belofte heb je 70 tot 80 koersen gereden. En nu? En volgend seizoen? Ga je er nog meer rijden? Kortom; et is meer van hetzelfde? Als je op deze manier koerst dan worden wedstrijden regelmaat en gewoonte.
Als je er een niet uitrijdt of je wordt gelost is het jammer en dan morgen weer een kans maar op als je op deze wijze blijft denken en koersen is een koers eigenlijk niet meer als een baan waar je heen gaat, je doet je ding en de volgende dag weer en weer en dan krijg je sleur en kwantiteit boven kwaliteit.
Kwaliteit boven kwantiteit
Als je dat zo een jaar of drie doet vanaf je negentiende dan ben je pas 21,22 en heb je al meer dan 250 koersdagen! Als je echt prof wil worden is dat natuurlijk niet slim want je wordt koersmoe.
Je kunt als jonge gast niet jaar in jaar uit blijven koersen. Je moet een plan hebben. Een lange termijn planning en dat is wat ontbreekt bij negen van de tien jonge renners. Koersen, koersen en nog eens koersen. Maar als je prof wil worden is het juist de bedoeling dat je op je top bent vanaf een jaar of 24,25. Dan heb je nog een lange weg vanaf je negentiende! Wat je moet doen is dus plannen. Waar wil ik goed zijn en welke koersen pik ik er uit om me te laten zien. Kijk eens naar de profs, dan doen de meeste jongeren maar wat graag. Hoeveel koersdagen heeft Cancellara en hoeveel Contador en Gesink. Juist, alleen op die dagen dat het er echt toe doet.
Als de grote klassiekers er zijn (Cancellara) of de grote rondes (Contador en Gesink) Tussendoor is het trainen, kwalitatieve trainingen. Het liefst in stages. Doseer dan ook je wedstrijden en laat je niet opjagen door je ploegleider of trainingsmaatjes.
Ik ken beloftes die tot op de dag van vandaag al meer dan 15 klassiekers hebben gereden, dat is meer dan welke prof dan ook! Nu is het misschien appels met peren vergelijken maar voor een jonge belofte is de Omloop van de Kempen net zo belangrijk als voor een prof de Ronde van Vlaanderen.
Als je een koers of tien hebt gereden met twee of drie klassiekers en het gaat niet zo als je wilt moet je na gaan denken. Niet gewoonweg maar blijven koersen maar je afvragen waarom het niet goed gaat. Een stop inlassen en zorgen dat je door middel van de juiste trainingen weer op het goede pad komt. Zorg er voor dat kwaliteit altijd voor kwantiteit gaat. Je kunt beter vijf koersen in een maand rijden waarvan drie op het podium, dan tien koersen in een maand waarvan acht tussen de eerste tien.
Kilometers moeten maken is geen probleem maar heel vaak speelt het weer parten; kou, sneeuw, ijzige wind, we komen het allemaal tegen. Wat kun je er tegen doen en is het wel verstandig om er maar doorheen te gaan.
Koude en kou
Als het rond het vriespunt is, dan is dat geen probleem. Maar: grijze lucht, koude noordoosten wind, nattigheid en dan rond het vriespunt is wat anders als je fietst want dan daalt de gevoelstemperatuur al zeer snel enkele graden maar als je renner wil worden zul je toch veel moeten trainen
Je kunt op een spinningbike gaan zitten, op de rollen zitten of je gaat er gewoon door heen. De spinningbike en de rollen zijn een geweldig goed alternatief maar als je een duurtraining hebt gepland van 3 of 4 uur moet je mentaal toch erg sterk in de schoenen staan om dan op de spinningbike of de rollen te gaan stappen.
Je goed kleden
Aankleden is dus de remedie, je goed aankleden. en als je toevallig warmbloedig geboren bent heb je geluk, dan kun je goed tegen de kou en dat is perfect maar ben je een koukleum dan heb je een probleem.
Het begint al vaak bij de voeten, als die eenmaal koud worden is het over en uit. Er zijn een aantal opties die goed werken
Winterschoenen zijn perfect, vooral diegene met Gore Tex. Ze zijn lekker warm en je houdt de nattigheid buiten. Koop een halve maat groter als je normale race/mountainbike schoenen wil want dan kun je er ook nog Gore Tex sokken in aan.
Als die te dik zijn is een goede skisok ook een oplossing. Warmte zalf is aan te raden, je poriën gaan er van open staan maar na een uurtje of twee worden je voeten (tenen) alsnog steenkoud. Zooltjes die warmte afgeven werken prima. Het dragen van een winterbroek is absoluut aan te raden, het zijn de benen die het werk moeten doen dus is het nodig om de beenspieren goed warm te houden.
Een doodgewone trainingsbroek is veel te schraal en dun, maar je kunt er wel kniestukken onder dragen. De bovenkleding gewoon het drie-lagen systeem, onderhemd tussenlaag en een winterjack.
Heb je genoeg aan normale handschoenen, prima maar de meeste van ons moeten toch echt goede winter-handschoenen aan. Onder je helm draag je een helmmuts, dit is heel erg belangrijk, want 80% van de warmte verlies je via je hoofd, draag dus bij temperaturen onder de 5 graden altijd een helmmuts onder je helm.
Als je op deze manier goed gekleed bent kun je het lang uithouden als het droog weer is, valt er nattigheid dan moet je extra bescherming. Zorg er wel voor dat je overschoenen aan doet en een goed ademend regen jack. Als je slim bent monteer je in de winter gewoon spatbordjes.
Alternatief
Mocht het heel erg koud zijn en je hebt een duurtraining van 4 uur gepland dan kun je het een en ander combineren. De meesten renners kunnen makkelijk 45 tot 60 minuten op de rollen zitten. Ga dan een uur op de rollen, in de garage met de deur open, of in ieder geval in een zeer goed geventileerde ruimte waar het zweet weg kan.
Na dat uur stap je af, trek een droog onderhemd aan, helemaal aankleden en naar buiten voor 2 uur. Als je terugkomt, uitkleden tot op je ondershirt en voor het laatste uur weer op de rollen. Hoe koud het buiten ook mag zijn, je zit niet meer als twee uur buiten terwijl je toch keurig je duurtraining van 4 uur hebt afgewerkt.
Beschouw het eerste en laatste uur als warming up en cooling down, dan kun je in de twee uur buiten lekker doorfietsen tegen je bovenste duurvermogen grens aan.
Mocht het nu zo verschrikkelijk weer zijn dat je er zelfs geen renner door stuurt dan kun je je training op de rollen in twee verdelen. Een eerste maal anderhalf uur op de rollen en in de middag of avond weer anderhalf uur. Het is niet leuk maar je kunt er wel gelijk een mentale oefening van maken. Hou jezelf voor waar je het voor doet, dat je op weg bent naar een doel en als daar 3 uur voor op de rollen nodig is dan moet dat, klaar.
Eten en drinken
Een ander groot voordeel om het zo te organiseren is het feit dat je gewoon kan eten en drinken als je op de rollen zit. Als je naar buiten gaat heb je voor die twee uur niet zoveel nodig en als je het laatste uur op rollen en kun je weer voldoende eten en drinken.
Zeker in de winter moet je tijdens de training gewoon blijven eten en drinken, net zoveel als in de zomer. Je verliest in de winter veel vocht dus je moet wel blijven drinken. Dubbelwandige bidons houden je drinken redelijk op temperatuur. Zet je trainingstocht anders uit in een acht, dan kun je verse bidons pakken als je langs huis komt.
Mocht het erg moeilijk zijn om in de kou genoeg te drinken zorg er dan voor dat je na de training minimaal een halve tot een liter drinkt, liefst hersteldrank en dan maar hopen dat het voorjaar lekker vroeg komt!
Fietsers, die moeiteloos heuvels op fietsen met comfortabele elektrische trapondersteuning
Een fiets met elektrische trapondersteuning is voor iedereen die weinig moeite wil of kan doen,
een uitkomst.
Een E-bike werkt niet anders dan een normale fiets maar het grote verschil zit in de accu die in het frame is verstopt. Deze accu voedt een motor, die met u meetrapt. Als een fietser de pedalen ronddraait, ondersteunt het elektrische systeem deze beweging. Met een sensor wordt de beweging van de fietser gevolgd en daarmee de elektrische kracht geregeld. Gaat u hard de dijk af, geeft de E-bike extra power. Stopt u, dan zal de motor automatisch afslaan.
Goed voor het milieu
Accus hebben een langere levensduur en actieradius van 40 tot 60 tot kilometer. Met een elektrische fiets haalt u makkelijk 25 km per uur, en bent u eerder op de plek van bestemming. Dat heeft grote voordelen voor bijvoorbeeld woonwerkverkeer want u kunt op een milieuvriendelijke grote afstanden afleggen, zonder uzelf in het zweet te werken en ook voor recreatieve tochten biedt de E-bike mogelijkheden want u komt verder, ziet meer, met een zondagse inspanning!
Praktisch
E-bikes kennen veel voordelen. U kunt ze simpelweg opladen via het stopcontact, thuis of onderweg. En sinds 1 januari 2007 wordt een E-bike volgens de wet niet meer gezien als een motorvoertuig. Dat betekent geen verzekeringsplicht, geen helm, geen kenteken en geen minimumleeftijd. Bovendien kunt u de E-bike meenemen in de trein.
Nadelen.
E-bikes zijn aanzienlijk duurder dan gewone fietsen omdat de techniek en de accus de nodige kosten met zich meebrengen. E-bikes kosten tussen de 1.000 en 3.000 euro per stuk. Ook is de fiets door de techniek wat zwaarder dan een gewone fiets maar daar merk je weinig van, omdat de motor stevig meetrapt.
Oplaadpunten
Heeft u een elektrische fiets en wilt u weten waar de zogenaamde oplaadpunten zijn? Neem dan eens kijkje op de site van Sparta waar u door heel Nederland ION® oplaadpunten terug kunt vinden!
Een fiets kiezen Fietsen heb je in allerlei soorten vormen en maten maar welke fiets is precies geschikt voor u en wat zijn precies de voor en nadelen en de verschillen?
Een fiets kiezen
Fietsen heb je in allerlei soorten vormen en maten maar welke fiets is precies geschikt voor u en wat zijn precies de voor en nadelen en de verschillen?
Stadsfietsen
De stadsfiets herken je aan een wat langere wielbasis, veelal grote 28 inch wielen en een sterk naar voren gebogen voorste vork. Ze zijn vooral gebouwd op rechtuit rijden en hun comfort is doorgaans prima. De standaarduitrusting in deze categorie kan enorm verschillen. Stadsfietsen zijn er met terugtraprem, trommel- en velgremmen en in elk geval zit er een kettingkast, jasbeschermer, verlichting en een stevige bagagedrager op. Ze zijn er zonder en met versnellingen, afhankelijk van de prijsklasse uitgevoerd met 3 tot 8 opties. Ze kunnen doorgaans tegen een stootje en zijn stevig genoeg om er een kinderzitje en bagage op mee te nemen. Het accent ligt op degelijkheid en duurzaamheid, daardoor is het gewicht van de stadsfiets vrij hoog (18 à 22 kg).
Hybridefietsen
De hybridefiet is heel goed voor recreatief gebruik over korte en lange afstanden. Ze zijn herknaar aan een rechte voorvork met vering en zijn gebouwd met comfort als uitgangspunt. Van oneffenheden in de wegen hebben ze weinig last. Hybridefietsen beschikken in de regel over een 8 versnellingsnaaf of over een derailleurschakeling met 24 tot 27 versnellingen. Om binnen het segment van hybridefietsen tegemoet te komen aan lichtere fietsen bieden fabrikanten ‘lite’ of lichterfe modellen die zo’n 5 tot 6 kilo minder zwaar zijn dan de gangbare modellen.
Crossoverfietsen
Crossoverfietsen hebben zowel de kenmerken van een racefiets als die van een mountainbike. Doorgaans hebben deze fietsen grote (28 inch) wielen en minimaal 27 versnellingen. Het stuur is recht of licht gebogen. Aangezien de crossoverbike vooral op de weg wordt gebruikt, zijn de banden in de regel behoorlijk smal.
Vakantiefietsen/Trekkingfietsen
Een combinatie van verschillende soorten fietsen zijn de bekende trekking modellen en dat zijn vakantiefietsen bij uitstek. Ze zijn bedoeld voor de lange afstand en omdat er veel bagage mee kan, lenen ze zich prima voor de fietsvakanties. De prijs is vaak aan de hoge kant, omdat er lichtere en duurdere onderdelen worden gebruikt. De vakantiefiets is in veel gevallen ook voorzien van een voorbagagedrager.
Mountainbikes
Mountainbikes worden gewoon MTB genoemd; soms ook wel ATB (All Terrain Bicycle). Ze zijn ontworpen voor onverharde wegen en bergroutes ,maar u kunt er vanzelfsprekend ook de weg mee op, al is de rolweerstand van de (brede) banden wel groter en hebben de banden een fors profiel. Mountainbikes hebben 26 inch wielen en meestal een flink aantal schakelmogelijkheden. 24 of meer versnellingen is de standaard. Het soort gebruik is van invloed op het frame en de uitrusting. Frame en voorvork zijn doorgaans vrij robuust en de naven zijn stof en waterdicht.
Een variant op deze terreinfiets is de stads- of city-MTB. Deze herkent u aan de spatborden, verlichting en bagagedrager die op MTB’s ontbreken en bovendien is het profiel van de banden minder grof, waardoor ze lichter lopen.
Racefietsen
Racefietsen zijn speciaal gebouwd voor de sportieve prestaties. Door hun constructie en materialen zijn ze zeer licht en stevig. Racefietsen beschikken al gauw over zo’n 30 versnellingen en alle voorzieningen die niet strikt nodig zijn, zijn omwille van het gewicht en de snelheid weggelaten.
Ligfietsen
Ligfietsen komen weinig voor want door hun geringe hoogte vallen ze minder goed op en bieden minder overzicht in het verkeer. Voor recreatief gebruik liggen de zaken genuanceerder. Zo zijn allerlei voorzieningen op de ligfiets aan te brengen om bijvoorbeeld meer bagage mee te nemen. De geringe hoogte en het kleine frontale oppervlak zorgen dat de luchtweerstand aanmerkelijk minder is dan bij de gewone fietsen. Met relatief weinig inspanning haalt u hoge snelheden. Ligfietsen zijn er in soorten en maten en er is een grote variatie in constructies en worden doorgaans ambachtelijk gemaakt waardoor ze iets duurder zijn maar het voordeel is wel dat u de fiets naar eigen inzicht kunt laten afwerken en uitrusten.
Vouwfietsen
Vouwfietsen zijn zeer geschikt voor kleine afstanden, ze zijn vooral handig voor treinforenzen die vanaf het station naar hun werkplek (c.q. huis) fietsen. Qua rijcomfort is vouwfietsen een vermoeiende ervaring. U kunt hem gemakkelijk in de kofferbak van de auto of op de boot meenemen maar besteed in dat geval bij aanschaf extra aandacht aan de kwaliteit en de roestgevoeligheid van de vouwfiets.
Meenemen in het openbaar vervoer kan ook al gaat dat minder makkelijk en moet je voor lief nemen dat het draagcomfort niet altijd goed is en dat het inklappen vaak lastig is en vooral in de spits kan het moeilijk zijn om een plaatsje voor de fiets te bemachtigen,en er snel mee in en uit te stappen.
Tandems
Een tandem is voor liefhebbers, en je moet er met z’n tweeën voor zijn. Door de lengte is de tandem minder goed wendbaar. Het rijden vraagt een goede samenwerking en dat maakt een tocht tot een bijzondere ervaring. Het lastige is dat u er een geschikte berging voor moet zien te vinden en laat hij zich moeilijk vervoeren, omdat een fietsimperiaal doorgaans niet lang genoeg is. Op een fietsrek steekt hij vaak te veel aan weerszijden uit. Op een tandem kan ook niet veel bagage mee en voor fietsvakanties heb je een fietsaanhanger nodig. Een lichtgewichttandem met derailleurversnellingen is voor een vakantie dan wel de beste keus.
Kinderfietsen
Een goede veilige kinderfiets lijkt eenvoudiger dan het is. Doorslaggevend bij de aankoop van een kinderfiets is meestal de prijs. Bij fietsen die binnen een paar jaar al weer te klein zullen zijn, wordt over kwaliteit minder goed nagedacht. Deze kwaliteit bepaalt echter in hoge mate de veiligheid.
Een kinderfiets verdient net zoveel aandacht als een fiets voor een volwassene: minimaal moet hij een stevig frame en een goed werkende rem hebben. Heeft de kinderfiets velgremmen, dan zijn daar twee (op elk wiel een) van noodzakelijk. Een goede kinderfiets is niet te groot.Uw kind moet met het zadel in de laagste stand met beide voeten de grond kunnen raken.
Voor peuters tot circa 4 jaar zijn er driewielers waar remmen en andere voorzieningen op zijn weggelaten. Zij mogen daar niet de openbare weg mee op. Voor kleuters komen fietsjes tot een wielmaat van 20 inch in aanmerking.
De openbare weg is voor dit soort fietsjes geen verboden terrein, maar het is niet verstandig om kinderen zonder begeleiding te laten rijden.
Vanaf circa 7 jaar tot plusminus 14 jaar zijn kinderen toe aan een stevige jeugdfiets. Deze heeft een wielmaat van 20 to 26 inch. Crossfietsen zijn bij kinderen ook erg populair, maar voldoen in de praktijk vaak niet aan de wettelijke eisen op het gebied van reflectie.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Welke fiets is precies geschikt voor u? Tags:Een fiets kiezen Fietsen heb je in allerlei soorten vormen en maten maar welke fiets is precies geschikt voor u en wat zijn precies de voor en nadelen en de verschillen?
Veilig je dure fiets parkeren Das sicherste Fahrradschloss der Welt (TV-Spot)
Veilig je dure fiets parkeren
Als we het reclamefilmpje van de Duitse electronica website Conrad mogen geloven, hoef je nooit meer bang te zijn dat je carbon raspaardje gestolen wordt.
Het volgens Conrad 'veiligste fietsslot' ooit is in ieder geval innovatief te noemen. Als je de afstandsbediening maar niet kwijtraakt!
Blijf altijd op de hoogte van de ontwikkelingen op KimTube.nl. Krijg als eerste te horen wanneer er nieuwe filmpjes van Kim en haar geile vriendinnen online zijn!
klik Gratis Kim Holland Film en vul jouw email-adres in en je krijgt een gratis Kim Holland film kado!