Wanneer een naaf niet zo soepel meer loopt, ben je meestal te laat om deze te smeren. Vaak is de conus ingesleten. Nieuw vet en nieuwe kogels helpen alleen als de loopbaan van de kogels nog intact is.
Zitten er putjes of een diepe groef in de conus, dan moet deze vervangen worden. Dit is geen probleem als je een gangbare naaf hebt. Hiervoor zijn losse conussen te krijgen. Maar als je een wat oudere naaf hebt (10 jaar) of een naaf van een minder bekend merk, dan wordt het erg lastig. Je kunt proberen om bij de fietsenmaker een conus te vinden van een ander merk die past. Let hierbij op de diameter, lengte en vorm van de radius.
Mocht het niet lukken, dan kun je proberen de oude conus te slijpen.
Conus in de boormachine plaatsen.
Met behulp van de as en contramoer zet je de conus vast op het uiteinde van de as. De as klem je in de boormachine.
Dremel
In een hobbymachine plaats je een schuur-rolletje. Een slijpsteentje is namelijk te grof. Eventueel in combinatie met een flexibel verlengstuk zodat de kop wat makkelijker te hanteren is.
Slijpen
Laat zowel de boormachine als de dremel tegelijk draaien. Dan met de dremel de conus glad slijpen totdat er geen putjes meer in het loopvlak zitten.
Polijsten
Er zullen door het gebruik van de Dremel schuur sporen zichtbaar zijn. Deze kun je makkelijk met een schuurpapiertje glad maken.
Zet de boormachine aan, en houd een schuurpapiertje tegen de conus. Met voldoende geduld kom je tot een zeer glad resultaat.
Deze vraag krijgen wordt ons regelmatig gesteld en er is slechts een antwoord: De band die aan jouw eisen voldoet.
De een vind bijvoorbeeld antilek eigenschappen belangrijk, de ander rolweerstand of levensduur. De ideale band bestaat (nog) niet, dus wordt het een compromis.
Er zijn twee soorten grip. Op asfalt en op onverharde ondergrond. Op asfalt heeft een slick (gladde band) het meeste grip. Er is immers zoveel mogelijk contact met het asfalt. Eventueel zijn er aan het rubbercompound (rubber mengsel) nog toevoegingen gedaan om de grip te verhogen.
Op onverharde ondergrond geeft het profiel grip. Hoe losser de ondergrond, hoe groter de noppen moeten zijn. Voor vakantiefietsen is een band die hier tussen in zit het meest geschikt. Een beetje profiel voor grip op losse ondergrond (of bladeren ed) maar toch glad genoeg voor op het asfalt.
Bedenkt ook dat je op fietsvakantie nog zo'n 20 kg bagage aan je fiets hebt hangen. De noodzaak voor een grof profiel wordt dan ook een stuk minder.
Het profiel bepaalt de grip en een gedeelte van de rolweerstand. Hoe gladder het profiel, hoe lichter de band rolt. Ook hier moet de gulden middenweg gevonden worden, en is per gebruiksdoel verschillend.
Er is trouwens geen profiel nodig bij een fietsband om het water af te voeren. Het zogenaamde aquaplaning ontstaat bij een fietsband pas bij ca 200 km/u. Dit komt door de smalle en ronde vorm van een fietsband.
Wrijving is de grip van de band en niet de rolweerstand.
Ter verduidelijking:
Wanneer je bijvoorbeeld over het ijs fietst is er minder wrijving. Dit merk je met optrekken, remmen en door de bocht gaan. Maar de band rolt niet lichter dan over asfalt.
Bij normale slijtage wordt het loopvlak van de band afgesleten. Het profiel wordt minder en de lekbestendigheid wordt door het dunnere rubber ook minder. Op ten duur zal de band moeten worden vervangen. De gebruikte rubbercompound bepaald hoe snel dit gaat.
Falen van de zijwanden. Door uitdroging en door zware belasting slijten de zijwanden. Deze kunnen het begeven lang voordat bijvoorbeeld het profiel op is. Fietsen op te zachte banden versnelt dit proces.
Verminderen van de antilek eigenschappen. Na verloop van tijd verzamelen zich stukjes glas, steentjes e.d in het loopoppervlak van de band. Deze veroorzaken gaatjes en scheurtjes in de toplaag. De band wordt poreus. De band is versleten op het moment dat je vind dat hij te vaak lek gaat. Het profiel kan dan nog intakt zijn.
Dun kevlar versterkt rubber. (Bijvoorbeeld Schwalbe Marathon) Deze laag biedt een matige antilek bescherming. Rijeigenschappen en gewicht worden matig beinvloed.
Dikke caoutchouc (natuurrubber) van ca 5 mm. (Bijvoorbeeld Schwalbe Marathon Plus) Deze laag biedt de beste lekbescherming. De dikke laag voorkomt dat doornen, glas of rubber doordringen en de binnenband kunnen raken. De band wordt wel veel zwaarder en rijeigenschappen worden beinvloed.
Kevlar weefsel (dichtgeweven) (Bijvoorbeeld Schwalbe Marathon Supreme en XR) Ook hierin een verschil tussen dicht en zeer dicht geweven. Het laatste is beter. Rijeigenschappen en gewicht worden nauwelijks beinvloed. Zorgt voor een goede lekbestendigheid.
Schwalbe Marathon - Schwalbe Marathon Plus - Schwalbe Marathon XR
Hier bedoel ik comfort en wegligging mee. Hoe gedraagt de band zich wanneer je schuin door de bocht gaat? En stugge zijwanden (wangen) verminderen bijvoorbeeld het comfort.
De opbouw van de band (karkas), rubbercompound, antileklaag en profiel hebben alle invloed op de rijeigenschappen.
De rolweerstand is de kracht die nodig is om het wiel te laten rollen, en hangt af van de vervorming (indrukking) van de band:
Druk waarmee de band is opgepompt. Hoe harder de band is opgepompt, hoe minder vervorming.
Maat van de band. Hoe groter en breder een band is, des te ronder wordt het contact oppervlak met de weg. Een rond contactoppervlak heeft een kleinere omtrek dan een ovaal contactoppervlak, dus minder vervorming.
Opbouw en materialen van de band. De opbouw van de band bepaalt hoeveel energie het kost om de band te vervormen. Een dunwandig soepel bandje vervormt makkelijker dan een stugge band.
Profiel. Profiel zorgt voor extra rolweerstand. Niet alleen de band vervormt in zijn geheel, maar ook het profiel zelf vervormt. Denk maar eens aan de noppen van een mountainbike band. Deze buigen om, zodra ze contact met het rijvlak maken.
De prijs van banden varieren van 2 tot 50 euro. Het is heel goed mogelijk om een paar duizend kilometer te kunnen fietsen met een band van twee euro. Dit levert ongetwijfeld de laagste prijs per kilometer op. Maar de lekbestendigheid, sterkte van de band of rolweerstand zullen niet te vergelijken zijn met duurdere varianten. Je hebt dus wat meer geluk nodig met een goedkope band.
Vragen:
Brede banden roller lichter dan smalle banden. Is dit waar?
Ja. Bij gelijke druk rollen brede banden lichter dan smalle banden. De vervorming van de brede band is namelijk kleiner dan de vervorming van de smalle band.
Voorbeeld:
We nemen een fietser van 70 kg, bagage achterop 15 kg en een fiets van 15 kg. Nu draagt het achterwiel een last van ca 60 kilo.
De brede band (50 mm) en de smalle band (32 mm) zijn beide opgepompt tot een druk van 4 bar.
Beide banden hebben namelijk hetzelfde contactoppervlak:
4 bar = 4 kg per vierkante centimeter. 60 kg / 4 = 15 vierkante centimeter.
De brede band hoeft dus veel minder te vervormen. Het vervormen van de band kost energie en dit is de rolweerstand.
Overige voordelen brede banden:
Meer grip.
Meer comfort.
Je kunt makkelijker over onverharde wegen rijden.
Minder kans op snakebite.
Bandenspanning is minder belangrijk dan bij smalle banden.
Banden gaan langer mee.
Waarom rijden wielrenners dan niet op brede banden?
Dat doen ze ook. Vroeger reden ze op 18 mm banden, tegenwoordig op 23 mm. Er zijn echter ook een aantal beperkingen voor de breedte:
Brede banden kunnen niet zo hard worden opgepompt. Als je met 9 bar wilt fietsen, heb je weinig keuze.
Brede banden hebben meer luchtweerstand. De luchtweerstand wordt een belangrijke factor boven de 25 km/u.
Brede banden zijn zwaarder. Accellereren kost meer tijd en energie.
Zijdelingse stabiliteit wordt minder. Als je met 40 km/u plat door de bocht gaat, zul je dit merken.
Klimmen is en blijft een echte uitdaging en het aantal Nederlandse deelnemers in de cyclo’s in de Alpen of Pyreneeën bewijst dat wel. Wielers voelen zich altijd een beetje Contador of Schleck, al klimmen we maar een pukkeltje op. Als we het over klimmen hebben komen we direct bij de vraag die het wielrennen al bezig houdt zolang ze bestaat: zitten of staan….
Zitten, zo lang mogelijk
Wetenschappelijk is bewezen; staand klimmen ontwikkeld meer kracht omdat je het voordeel hebt van het gewicht van je bovenlichaam, echter je verbruikt ook ongeveer 10 tot 12% meer energie tegenover zittend klimmen. Dat heeft vooral te maken met het gebruik van de armen en de rugspieren. Kortom, zittend klimmen is efficiënter. We spreken wel over klimmen die langer duren als ongeveer 7,800 meter. Op korte klimmen verschiltstaand klimmen weinig met zittend klimmen. Op de lange klimmen kun je beter blijven zitten, zo lang je dit kunt, en een toerental draaien van tussen de 80 en 85.
Dat geldt vooral voor renners die zwaarder zijn als gemiddeld. Als je dan gaat staan rust het gewicht van je bovenlichaam veel meer op je beenspieren. Zittend klimmen geeft de volgende voordelen:
je verbruikt veel minder energie,
je hartslag is ongeveer 8% lager tegenover staand klimmen
je gebruikt vooral de lage onderrug spieren en heupspieren.
Techniek zittend klimmen
Het is slim om tijdens het zittend klimmen iets naar achteren op je zadel te gaan zitten, zo duw je als het ware tegen je pedalen aan en gebruik je een grotere hefboom.
Zodra echter een tempo versnelling komt schuif je iets meer naar voren op, iets wat bijna automatisch gebeurt als de klim steiler wordt. Een ander zeer belangrijk punt bij zittend klimmen is het stil houden van het bovenlichaam.
Veel renners zie je klimmen met een zwabberend bovenlichaam, rukkend en trekkend aan het stuur maar doe dat niet want dit verbruikt veel te veel energie die je hard genoeg nodig hebt om boven te komen.
Stil zitten, handen ongeveer 5 cm vanaf de stuurpen. De linkerhand trekkend aan het stuur op het moment dat het rechterbeen naar beneden gaat en trekkend met de rechterhand aan het stuur op het moment dat je linkerbeen naar beneden gaat.
Houd de schouders naar achteren en de borst open voor zoveel mogelijk zuurstof.
Techniek staand klimmen
Als je staat moet je leg je de kracht legt in de trekkende en de duwende beweging. Dat helpt om een mooie ronde trapbeweging te geven.
Houdt je fiets recht. Je ziet zoveel klimmers staand klimmen terwijl hun lichaam recht blijft en de fiets van links naar rechts wordt gesmeten. Niet doen, iedere beweging van de fiets naar links en rechts remt af en verlies je energie. Het lichaam iets voorover, de achterkant van je dijen net voor het zadel, handen op de remgrepen en het lichaam recht houden evenals de fiets, alles moet in een streep rechtdoor, op deze wijze verlies je bijna geen energie.
Voor je gaat staan moet je zeker een of twee tanden opschakelen anders trap je in het luchtledige. Je moet er wel voor zorgen dat je deze versnelling een tijd lang staand kan volhouden. Bij de korte klimmen, tot 3,400 meter, kun je de Ullrich methode toepassen; staand en met de handen in de beugels op een grote versnelling. Dat kost gigantisch veel kracht maar daar krijg je ook wel wat voor terug, er zullen er niet veel meer in je wiel zitten als je dit goed en lang kan volhouden!
Staand of zittend klimmen
Klimmen moet je altijd doen net onder je overslagpols, liefst een slag of 3,4 zodat je altijd iets over hebt om in de laatste kilometer nog alles te geven. Zorg dat je in je eigen tempo komt, laat je niet gek maken door iemand die net iets harder fietst, je komt jezelf dan afschuwelijk tegen.
Hou het beentempo mooi boven de 75 tpm. anders raak je te snel in het rood. Zoek een tempo en ritme waarin je desnoods de hele dag kan klimmen. Als je weet dat je een minder begaafd klimmer bent zorg er dan voor dat je voorin de groep aan de klim begint. Als je mazzel hebt kun je boven bij de laatste aanpikken en zit je nog mooi in de grote groep. Let tijdens de klim vooral op je adem.
Zorg er voor dat je niet gehaast gaat ademen, als het ware bovenin je keel, maar zoveel mogelijk door je borst en buik. Rustig blijven ademen, luisteren naar je lichaam is een noodzaak als het lang bergop gaat. Let er op dat je bij lange klimmen, meer dan 7,8 kilometer, goed eet en drinkt. Niet te veel tegelijk want dan klotst het in je maag of het komt weer terug naar buiten. Ieder kilometer een paar flinke slokken en een paar happen is goed.
Iedereen weet dat hoe lichter je bent hoe makkelijker je bergop rijdt, hoe minder kilo’s je mee naar boven neemt, hoe beter het voor jou is want bergop scheelt iedere gram. Het is een raadsel dat verzorgers hun renners bidons en eten aangeven net voor de klim van flinke bergen!
Zorg als renner dat je, net voor de klim begint, genoeg gegeten en gedronken hebt en laat de verzorging pas aangeven als je tenminste al een kilometer of 4, 5 geklommen hebt.
Dan het liefst een kleine bidon waarmee je net de top kunt halen. Bovenop kun je dan weer van alles aanpakken want hoe zwaarder je bent bergaf, hoe beter!
Resumerend
Zittend of staand, iedereen heeft wel zijn eigen voorkeur, zittend is toch efficiënter maar als je ziet hoe Contador naar boven danst! denk je wel anders
Zorg er dus voor dat je klimt op de manier die jou het beste bevalt.
Iedere wedstrijd renner kent het wel; het seizoen barst los in maart en je wilt koersen en nog meer koersen. Liefst twee in het weekend en als het uitkomt pikken we er doordeweeks ook nog een mee.
Maar is veel koersen wel een goede planning als je kijkt naar de lange termijn? wn gaat het bij de meeste renners niet om korte termijn denken en kwantiteit boven kwaliteit?
Wat is veel koersen?
Als we stellen dat het seizoen duurt van maart t/m half oktober zitten we aan ongeveer 33 weken.
Als je 2 wedstrijden in de week fietst zit je aan de 66 koersen per jaar. Iedereen weet dat een hele hoop renners makkelijk aan de 70 tot 80 koersen per jaar komt. Er zijn er zelfs genoeg bij die de 90 halen. Dat is veel, sterker nog, dat is heel veel! maar is dat te veel?
In het wielrennen is het al van oudsher dat er veel wordt gekoerst zoals in de amateur periode makkelijk 90 wedstrijden per jaar. Maar is dat wel slim?
De een zal zeggen, waarom niet en de ander zegt: gek!
Als je een renner bent die veel koersen aan kan en ook nog eens in de criteriums goed voor weet te koersen dan ben je snel geneigd om te zeggen dat het geen enkel probleem is maar ik weet dat er heel veel renners zijn die veel koersen maar in het seizoen twee tot driemaal een flinke dip krijgen en dat is niet meer dan logisch want als je soms tot driemaal per week moet koersen wordt het een nine-to-five job in plaats van de serieuze top bezigheid.
Waarom veel Koersen
De wiel wereld is een zeer behoudende tak van sport dus als eenmaal iets normaal wordt gevonden ,blijven we dat tot in de lengte der jaren doen.
Als je tot driemaal per week koerst kun je echter nooit je batterijen helemaal opladen, mentaal niet en fysiek ook niet. Er zijn renners die zelfs twee klassiekers in een weekend rijden en dat enkele weken (maanden) achter elkaar. Dat gaat goed, sommigen rijden week in week uit korte uitslagen.
Een beroepsrenner die een carriere in het vooruitzicht heeft moet er vel voor doen maar degene die geen prof ambities heeft en alleen als elite fietst en daar zoveel mogelijk korte uitslagen in wil rijden,moet maar veel koersen, prima. Dat kan en is geen probleem.
Een jonge renner die prof wil worden zit bv in een nationale ploeg of zelfs een continentale ploeg. Daarin moet ie het waarmaken want anders krijg hij geen kans om grote wedstrijden te rijden.
Er zijn een aantal kleinere nationale ploegen die goede renners hebben die week in week uit klassiekers rijden, soms twee in een weekend, en tussendoor “gewone” wedstrijden of criteriums.
Als je negentien of twintig jaar oud bent is dat geen enkel probleem. Je bent nog sterk, goed in vorm en rijdt regelmatig een mooie korte uitslag. Aan het eind van je eerste jaar als belofte heb je 70 tot 80 koersen gereden. En nu? En volgend seizoen? Ga je er nog meer rijden? Kortom; et is meer van hetzelfde? Als je op deze manier koerst dan worden wedstrijden regelmaat en gewoonte.
Als je er een niet uitrijdt of je wordt gelost is het jammer en dan morgen weer een kans maar op als je op deze wijze blijft denken en koersen is een koers eigenlijk niet meer als een baan waar je heen gaat, je doet je ding en de volgende dag weer en weer en dan krijg je sleur en kwantiteit boven kwaliteit.
Kwaliteit boven kwantiteit
Als je dat zo een jaar of drie doet vanaf je negentiende dan ben je pas 21,22 en heb je al meer dan 250 koersdagen! Als je echt prof wil worden is dat natuurlijk niet slim want je wordt koersmoe.
Je kunt als jonge gast niet jaar in jaar uit blijven koersen. Je moet een plan hebben. Een lange termijn planning en dat is wat ontbreekt bij negen van de tien jonge renners. Koersen, koersen en nog eens koersen. Maar als je prof wil worden is het juist de bedoeling dat je op je top bent vanaf een jaar of 24,25. Dan heb je nog een lange weg vanaf je negentiende! Wat je moet doen is dus plannen. Waar wil ik goed zijn en welke koersen pik ik er uit om me te laten zien. Kijk eens naar de profs, dan doen de meeste jongeren maar wat graag. Hoeveel koersdagen heeft Cancellara en hoeveel Contador en Gesink. Juist, alleen op die dagen dat het er echt toe doet.
Als de grote klassiekers er zijn (Cancellara) of de grote rondes (Contador en Gesink) Tussendoor is het trainen, kwalitatieve trainingen. Het liefst in stages. Doseer dan ook je wedstrijden en laat je niet opjagen door je ploegleider of trainingsmaatjes.
Ik ken beloftes die tot op de dag van vandaag al meer dan 15 klassiekers hebben gereden, dat is meer dan welke prof dan ook! Nu is het misschien appels met peren vergelijken maar voor een jonge belofte is de Omloop van de Kempen net zo belangrijk als voor een prof de Ronde van Vlaanderen.
Als je een koers of tien hebt gereden met twee of drie klassiekers en het gaat niet zo als je wilt moet je na gaan denken. Niet gewoonweg maar blijven koersen maar je afvragen waarom het niet goed gaat. Een stop inlassen en zorgen dat je door middel van de juiste trainingen weer op het goede pad komt. Zorg er voor dat kwaliteit altijd voor kwantiteit gaat. Je kunt beter vijf koersen in een maand rijden waarvan drie op het podium, dan tien koersen in een maand waarvan acht tussen de eerste tien.
Blijf altijd op de hoogte van de ontwikkelingen op KimTube.nl. Krijg als eerste te horen wanneer er nieuwe filmpjes van Kim en haar geile vriendinnen online zijn!
klik Gratis Kim Holland Film en vul jouw email-adres in en je krijgt een gratis Kim Holland film kado!