Gecoördineerde aanpak nodig Elektrisch rijden kan een uitstekende kans en opportuniteit voor ons land zijn om de automotive industrie een impuls te geven, de productie van alternatieve energie uit te vergroten en een nieuwe mobiliteits-industrie te realiseren.
Elektrisch rijden is weliswaar erg actueel maar de initiatieven zijn (nog) erg gefragmenteerd, te klein van schaal en te weinig gecoördineerd in de Europese landen. De federale overheid en onze Gewesten hebben voldoende kennis en mogelijkheden in huis om nieuwe elektrische voertuigproductie met nieuwe toeleverindustrie (al dan niet geïmporteerd) te initiëren.
Duurzame invoering van elektrische voertuigen PLATFORM VOOR ELEKTRICH RIJDEN
25-05-2012
UNIFORME LAADSTEKKER IN VLAANDEREN VOOR PUBLIEKE OPLAADINFRASTRUCTUUR ELEKTRISCHE VOERTUIGEN
Om het voor de gebruiker van een elektrische wagen zo gemakkelijk
mogelijk te maken om op te laden bij de publieke oplaadpunten in Vlaanderen, is
het belangrijk dat dit overal met dezelfde laadkabel kan gebeuren. Een
standaard stekker is één van de eerste belangrijke stappen die nodig zijn om
van elektrisch rijden een succes te maken.
De platformen uit de Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen hebben,
onder begeleiding van het Programme Office, gezamenlijk besloten dat Mode 3 laden
met de IEC62196-2 Type 2 stekker de standaard keuze wordt voor het opladen van
elektrische wagens in de publieke oplaadinfrastructuur in Vlaanderen.
De Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen wenst, naast
het stimuleren van innovatie rond elektrische mobiliteit, de invoering en
adoptie van elektrische voertuigen in Vlaanderen te versnellen. Hiervoor keurde
de Vlaamse Regering, op voorstel van minister van innovatie Ingrid Lieten,
afgelopen zomer vijf proeftuinplatformen goed die op dit moment een open
real-life testinfrastructuur aan het opbouwen zijn. De installatie van een
publieke oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen vormt hierin een
belangrijk onderdeel. Meer dan 600 oplaadpunten zullen in het publieke domein
of op parkings van deelnemende bedrijven geplaatst worden. Een aantal van deze
parkings, zoals bv. parkings aan de stations beheerd door de NMBS-Holding, zijn
publiek toegankelijk. Deze laadinfrastructuur is dan ook zeer interessant voor
alle gebruikers van elektrische voertuigen, mits deze open en vlot toegankelijk
is. Duidelijke keuzes en afspraken zijn echter cruciaal voor een verdere
efficiënte uitrol en gebruik van deze laadinfrastructuur.
Het Programme Office heeft daarom samen met de 5 platformen
een werkgroep interoperabiliteit opgestart. In gezamenlijk overleg wordt
besproken op welke manier interoperabiliteit tussen de 5 platformen onderling
kan worden verwezenlijkt. Het Programme Office is verheugd met de reeds
gemaakte vorderingen dankzij de constructieve samenwerking tussen de 5
platformen onderling. De keuze voor een uniforme laadstekker is hiervan het
eerste concrete resultaat.
De uniforme laadinfrastructuur vloeit ook voort uit het
internationale normalisatiewerk door de technische commissies IEC TC69 en
SC23H. Het zogenaamde Mode 3 laden combineert een zeer hoge graad van
veiligheid met veelzijdige mogelijkheden voor het beheer van het laadproces en de
integratie in het smart grid. De Type 2 Mennekes stekker is zowel geschikt
voor standaard laden als voor semi-snel laden en is in de meeste Europese
landen als standaardstekker aangenomen.
België was op dit moment echter nog een van de weinige
Europese landen die nog geen duidelijke keuze had gemaakt rond het type stekker
in de publieke oplaadpunten. Met dit eerste resultaat van de proeftuin willen
we dan ook duidelijkheid scheppen naar alle lokale betrokkenen in elektrische
mobiliteit : de eindgebruikers, de autoconstructeurs, de lokale laadpaalleveranciers
en laadpaalexploitanten, de overheden, Een uniforme keuze is belangrijk voor
het uiteindelijke gebruikerscomfort maar ook voor het efficiënt inplannen van
verdere investeringen binnen de regio. Achtergrondinformatie
Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen
De Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen wenst, naast
het stimuleren van innovatie rond elektrische mobiliteit, de invoering en
adoptie van elektrische voertuigen in Vlaanderen te versnellen. Hiervoor keurde
de Vlaamse Regering, op voorstel van minister van innovatie Ingrid Lieten,
afgelopen zomer vijf proeftuinplatformen goed voor een totaal subsidiebedrag
van 16,25 miljoen euro. Binnen deze vijf platformen hebben bedrijven de
mogelijkheid om innovatieve technologieën, producten, diensten en concepten omtrent
elektrische mobiliteit te testen via een representatieve testpopulatie in een
echte leef- en werkomgeving.
De vijf proeftuinplatformen EVA, iMOVE, Olympus, EVTecLab
en Volt-Air krijgen via het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en
Technologie (IWT) investerings- en werkingssubsidies om meer dan zeshonderd
elektrische voertuigen en laadpalen in het straatbeeld te brengen om dergelijke
open testinfrastructuur op te bouwen. Deze laadpalen zullen in het publieke
domein of op parkings van deelnemende bedrijven geplaatst worden. Een aantal
van deze parkings, zoals bv. parkings aan de stations beheerd door de
NMBS-Holding, zijn publiek toegankelijk. De laadinfrastructuur binnen de
Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen is dan ook zeer interessant voor alle gebruikers van elektrische
voertuigen en de platformen staan dan ook open om zoveel mogelijk gebruik te
laten maken van hun infrastructuur. Op deze manier kunnen de investeringen
optimaal benut worden en kan er nog meer real-life ervaring opgebouwd worden.
Werkgroep Interoperabiliteit
Een publiek toegankelijke laadinfrastructuur is een van de
puzzelstukken om een vlotte uitrol van elektrische mobiliteit mogelijk te
maken. Deze laadinfrastructuur dient echter aan tal van eisen te voldoen : open
en vlot toegankelijk voor de eindgebruiker, veilig, niet te duur, flexibel naar
toekomstige functionaliteiten zoals koppeling met slimme electriciteitsnetten,
Interoperabiliteit speelt hierin een belangrijke rol, zowel voor het comfort
van alle eindgebruikers als voor de bedrijven die investeringen wensen te maken
in een laadinfrastructuur netwerk of bijhorende producten of diensten.
Duidelijke keuzes en afspraken zijn cruciaal voor een verdere efficiënte uitrol
en gebruik van deze laadinfrastructuur.
Het Programme Office Elektrische Voertuigen heeft daarom
samen met de 5 platformen een werkgroep interoperabiliteit opgestart. Hierin
zijn de 5 platformcoördinatoren en/of een door hen aangeduide expert uit hun
platform vertegenwoordigd : Eandis (EVA platform), Infrax (iMOVE platform),
Blue Mobility/NMBS Holding (Olympus platform), Punch Powertrain (EVTecLab
platform) en Siemens/Westlease-Elexys (Volt-Air platform). In gezamenlijk
overleg wordt besproken op welke manier interoperabiliteit tussen de 5 platformen
onderling, en liefst ook daarbuiten, kan worden verwezenlijkt.
Platformen kiezen uniforme laadstekker voor publieke
laadinfrastructuur
Het Programme Office faciliteert deze werkgroep en is
verheugd met de reeds gemaakte vorderingen dankzij de constructieve
samenwerking tussen de 5 platformen en hun duidelijke wil om voluit te streven
naar interoperabiliteit. Tijdens de vorige werkgroep is dan ook een eerste
mijlpaal bereikt nl. een duidelijk keuze voor een uniforme type stekker voor de
publiek toegankelijke laadinfrastructuur binnen de ganse proeftuin : Type 2
Mode 3.
Deze keuze is deels gebaseerd op de eigen interne kennis en
visie vanuit de werkgroep interoperabiliteit, maar is natuurlijk ook gebaseerd
op studies en reeds gemaakte keuzes op Europees niveau. Want interoperabiliteit
stopt niet aan de landsgrenzen. Tal van standaarden zijn beschikbaar of in
voorbereiding, maar sommige standaarden laten lang op zich wachten of laten
meerdere type stekkers toe wat de keuze niet eenvoudig maakt. We zien echter
dat de meeste Europese landen een keuze hebben gemaakt richting Type 2 Mode
3 zodat deze stekker op dit moment een de-facto standaard aan het worden is.
In de EURELECTRIC Position Paper Facilitating e-mobility: EURELECTRIC views on
charging infrastructure (maart 2012) staat België nog vermeld als een van de
weinige Europese landen die nog geen duidelijke keuze omtrent het type stekker
heeft gemaakt.
Met dit eerste resultaat van de proeftuin willen we
duidelijkheid scheppen naar alle lokale betrokkenen in elektrische mobiliteit :
de eindgebruikers, de autoconstructeurs, de lokale laadpaalleveranciers en
laadpaalexploitanten, de overheden, Een uniforme keuze is belangrijk voor het
uiteindelijke gebruikerscomfort maar ook voor het efficiënt inplannen van
verdere investeringen binnen de regio.
Nog maar het begin
De keuze van
een uniforme laadstekker is nog maar het begin. De werkgroep interoperabiliteit
zal nog actief verder werken aan het vastleggen van de volgende belangrijke
afspraken omtrent o.a. authenticatie van de gebruikers, betalingsmodellen, open
dienstenplatformen, want uiteindelijk dient de laadinfrastructuur in een
breder e-mobility framework ingebed te worden waarin tal van nieuwe producten
en diensten de eindgebruiker van elektrische voertuigen dagdagelijks
ondersteunen. Meer informatie hierover volgt late