Gecoördineerde aanpak nodig Elektrisch rijden kan een uitstekende kans en opportuniteit voor ons land zijn om de automotive industrie een impuls te geven, de productie van alternatieve energie uit te vergroten en een nieuwe mobiliteits-industrie te realiseren.
Elektrisch rijden is weliswaar erg actueel maar de initiatieven zijn (nog) erg gefragmenteerd, te klein van schaal en te weinig gecoördineerd in de Europese landen. De federale overheid en onze Gewesten hebben voldoende kennis en mogelijkheden in huis om nieuwe elektrische voertuigproductie met nieuwe toeleverindustrie (al dan niet geïmporteerd) te initiëren.
Duurzame invoering van elektrische voertuigen PLATFORM VOOR ELEKTRICH RIJDEN
05-11-2012
Lidl laat klanten elektrisch rijden tot 2015 voor 5 euro
Wie bij Lidl Sint-Niklaas gaat shoppen kan voortaan zijn elektrische fiets of auto opladen. Kostprijs om dagelijks te tanken tot eind 2015 is 5 euro.
Begin oktober nam Supermarktketen Lidl in haar filiaal in Sint-Niklaas twee laadpunten voor elektrische wagens en fietsen in gebruik. Beide laadpunten zijn gekoppeld aan zonnepanelen op de daken van de supermarkt. De productie van die zonnepanelen is hoog genoeg om maar liefst tien maal de wereld rond te rijden per jaar, zegt woordvoerder Pieterjan Rynwalt. Het systeem is eenvoudig. Wie komt winkelen koopt aan de kassa een laadpas voor 5 euro en met die kaart kan je tot eind 2015 één uur per dag stroom komen tanken. Dat geldt zowel voor wagens, scooters als fietsen. Eén uur tanken is ongeveer goed voor 120 autokilometers, of 70 fietskilometers.
Wereldwijd heeft Lidl 9.000 winkels waarvan bijna 300 in België en Luxemburg, met 4.500 werknemers. Onder het moto op weg naar morgen maakt de supermarktketen werk van haar duurzaamheidsbeleid. Het gebruik van groene stroom, een doorgedreven afvalsortering en het permanent sensibiliseren van de medewerkers zijn daarbij kerntaken. Verder worden alle moderne winkels energiezuinig ingericht qua verwarming, verlichting en koeling. En de producten die men aankoopt voldoen waar mogelijk aan de strengste duurzaamheidscertificaten, zoals duurzame visvangst, verantwoord beheer van bosgebied en duurzame kweek van cacao en koffiebonen. Verder beschikt Lidl over een door Max Havelaar-gecertificeerd eigen merk: Fairglobe. ( Bron: Nieuwsblad)
UNIFORME LAADSTEKKER IN VLAANDEREN VOOR PUBLIEKE OPLAADINFRASTRUCTUUR ELEKTRISCHE VOERTUIGEN
Om het voor de gebruiker van een elektrische wagen zo gemakkelijk
mogelijk te maken om op te laden bij de publieke oplaadpunten in Vlaanderen, is
het belangrijk dat dit overal met dezelfde laadkabel kan gebeuren. Een
standaard stekker is één van de eerste belangrijke stappen die nodig zijn om
van elektrisch rijden een succes te maken.
De platformen uit de Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen hebben,
onder begeleiding van het Programme Office, gezamenlijk besloten dat Mode 3 laden
met de IEC62196-2 Type 2 stekker de standaard keuze wordt voor het opladen van
elektrische wagens in de publieke oplaadinfrastructuur in Vlaanderen.
De Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen wenst, naast
het stimuleren van innovatie rond elektrische mobiliteit, de invoering en
adoptie van elektrische voertuigen in Vlaanderen te versnellen. Hiervoor keurde
de Vlaamse Regering, op voorstel van minister van innovatie Ingrid Lieten,
afgelopen zomer vijf proeftuinplatformen goed die op dit moment een open
real-life testinfrastructuur aan het opbouwen zijn. De installatie van een
publieke oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen vormt hierin een
belangrijk onderdeel. Meer dan 600 oplaadpunten zullen in het publieke domein
of op parkings van deelnemende bedrijven geplaatst worden. Een aantal van deze
parkings, zoals bv. parkings aan de stations beheerd door de NMBS-Holding, zijn
publiek toegankelijk. Deze laadinfrastructuur is dan ook zeer interessant voor
alle gebruikers van elektrische voertuigen, mits deze open en vlot toegankelijk
is. Duidelijke keuzes en afspraken zijn echter cruciaal voor een verdere
efficiënte uitrol en gebruik van deze laadinfrastructuur.
Het Programme Office heeft daarom samen met de 5 platformen
een werkgroep interoperabiliteit opgestart. In gezamenlijk overleg wordt
besproken op welke manier interoperabiliteit tussen de 5 platformen onderling
kan worden verwezenlijkt. Het Programme Office is verheugd met de reeds
gemaakte vorderingen dankzij de constructieve samenwerking tussen de 5
platformen onderling. De keuze voor een uniforme laadstekker is hiervan het
eerste concrete resultaat.
De uniforme laadinfrastructuur vloeit ook voort uit het
internationale normalisatiewerk door de technische commissies IEC TC69 en
SC23H. Het zogenaamde Mode 3 laden combineert een zeer hoge graad van
veiligheid met veelzijdige mogelijkheden voor het beheer van het laadproces en de
integratie in het smart grid. De Type 2 Mennekes stekker is zowel geschikt
voor standaard laden als voor semi-snel laden en is in de meeste Europese
landen als standaardstekker aangenomen.
België was op dit moment echter nog een van de weinige
Europese landen die nog geen duidelijke keuze had gemaakt rond het type stekker
in de publieke oplaadpunten. Met dit eerste resultaat van de proeftuin willen
we dan ook duidelijkheid scheppen naar alle lokale betrokkenen in elektrische
mobiliteit : de eindgebruikers, de autoconstructeurs, de lokale laadpaalleveranciers
en laadpaalexploitanten, de overheden, Een uniforme keuze is belangrijk voor
het uiteindelijke gebruikerscomfort maar ook voor het efficiënt inplannen van
verdere investeringen binnen de regio. Achtergrondinformatie
Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen
De Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen wenst, naast
het stimuleren van innovatie rond elektrische mobiliteit, de invoering en
adoptie van elektrische voertuigen in Vlaanderen te versnellen. Hiervoor keurde
de Vlaamse Regering, op voorstel van minister van innovatie Ingrid Lieten,
afgelopen zomer vijf proeftuinplatformen goed voor een totaal subsidiebedrag
van 16,25 miljoen euro. Binnen deze vijf platformen hebben bedrijven de
mogelijkheid om innovatieve technologieën, producten, diensten en concepten omtrent
elektrische mobiliteit te testen via een representatieve testpopulatie in een
echte leef- en werkomgeving.
De vijf proeftuinplatformen EVA, iMOVE, Olympus, EVTecLab
en Volt-Air krijgen via het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en
Technologie (IWT) investerings- en werkingssubsidies om meer dan zeshonderd
elektrische voertuigen en laadpalen in het straatbeeld te brengen om dergelijke
open testinfrastructuur op te bouwen. Deze laadpalen zullen in het publieke
domein of op parkings van deelnemende bedrijven geplaatst worden. Een aantal
van deze parkings, zoals bv. parkings aan de stations beheerd door de
NMBS-Holding, zijn publiek toegankelijk. De laadinfrastructuur binnen de
Vlaamse Proeftuin Elektrische Voertuigen is dan ook zeer interessant voor alle gebruikers van elektrische
voertuigen en de platformen staan dan ook open om zoveel mogelijk gebruik te
laten maken van hun infrastructuur. Op deze manier kunnen de investeringen
optimaal benut worden en kan er nog meer real-life ervaring opgebouwd worden.
Werkgroep Interoperabiliteit
Een publiek toegankelijke laadinfrastructuur is een van de
puzzelstukken om een vlotte uitrol van elektrische mobiliteit mogelijk te
maken. Deze laadinfrastructuur dient echter aan tal van eisen te voldoen : open
en vlot toegankelijk voor de eindgebruiker, veilig, niet te duur, flexibel naar
toekomstige functionaliteiten zoals koppeling met slimme electriciteitsnetten,
Interoperabiliteit speelt hierin een belangrijke rol, zowel voor het comfort
van alle eindgebruikers als voor de bedrijven die investeringen wensen te maken
in een laadinfrastructuur netwerk of bijhorende producten of diensten.
Duidelijke keuzes en afspraken zijn cruciaal voor een verdere efficiënte uitrol
en gebruik van deze laadinfrastructuur.
Het Programme Office Elektrische Voertuigen heeft daarom
samen met de 5 platformen een werkgroep interoperabiliteit opgestart. Hierin
zijn de 5 platformcoördinatoren en/of een door hen aangeduide expert uit hun
platform vertegenwoordigd : Eandis (EVA platform), Infrax (iMOVE platform),
Blue Mobility/NMBS Holding (Olympus platform), Punch Powertrain (EVTecLab
platform) en Siemens/Westlease-Elexys (Volt-Air platform). In gezamenlijk
overleg wordt besproken op welke manier interoperabiliteit tussen de 5 platformen
onderling, en liefst ook daarbuiten, kan worden verwezenlijkt.
Platformen kiezen uniforme laadstekker voor publieke
laadinfrastructuur
Het Programme Office faciliteert deze werkgroep en is
verheugd met de reeds gemaakte vorderingen dankzij de constructieve
samenwerking tussen de 5 platformen en hun duidelijke wil om voluit te streven
naar interoperabiliteit. Tijdens de vorige werkgroep is dan ook een eerste
mijlpaal bereikt nl. een duidelijk keuze voor een uniforme type stekker voor de
publiek toegankelijke laadinfrastructuur binnen de ganse proeftuin : Type 2
Mode 3.
Deze keuze is deels gebaseerd op de eigen interne kennis en
visie vanuit de werkgroep interoperabiliteit, maar is natuurlijk ook gebaseerd
op studies en reeds gemaakte keuzes op Europees niveau. Want interoperabiliteit
stopt niet aan de landsgrenzen. Tal van standaarden zijn beschikbaar of in
voorbereiding, maar sommige standaarden laten lang op zich wachten of laten
meerdere type stekkers toe wat de keuze niet eenvoudig maakt. We zien echter
dat de meeste Europese landen een keuze hebben gemaakt richting Type 2 Mode
3 zodat deze stekker op dit moment een de-facto standaard aan het worden is.
In de EURELECTRIC Position Paper Facilitating e-mobility: EURELECTRIC views on
charging infrastructure (maart 2012) staat België nog vermeld als een van de
weinige Europese landen die nog geen duidelijke keuze omtrent het type stekker
heeft gemaakt.
Met dit eerste resultaat van de proeftuin willen we
duidelijkheid scheppen naar alle lokale betrokkenen in elektrische mobiliteit :
de eindgebruikers, de autoconstructeurs, de lokale laadpaalleveranciers en
laadpaalexploitanten, de overheden, Een uniforme keuze is belangrijk voor het
uiteindelijke gebruikerscomfort maar ook voor het efficiënt inplannen van
verdere investeringen binnen de regio.
Nog maar het begin
De keuze van
een uniforme laadstekker is nog maar het begin. De werkgroep interoperabiliteit
zal nog actief verder werken aan het vastleggen van de volgende belangrijke
afspraken omtrent o.a. authenticatie van de gebruikers, betalingsmodellen, open
dienstenplatformen, want uiteindelijk dient de laadinfrastructuur in een
breder e-mobility framework ingebed te worden waarin tal van nieuwe producten
en diensten de eindgebruiker van elektrische voertuigen dagdagelijks
ondersteunen. Meer informatie hierover volgt late
De federale overheidsdienst economie legt momenteel de laatste hand aan een
Nationaal Masterplan voor het stimuleren van elektrische mobiliteit in België.
Dat plan kwam tot stand in overleg met vertegenwoordigers van de gewesten,
administraties en sectororganisaties. Het plan schuift doelstellingen en acties
naar voor om een impuls te geven aan elektrische mobiliteit en om een goed
gecoördineerde strategie hierrond uit te zetten. Als de federale overheid het
plan bekrachtigt, en de regionale overheden het steunen, kan het er mee voor
zorgen dat er meer elektrische voertuigen op de baan komen.
Barrières en 13 actiedomeinen omschreven Het masterplan
beschrijft de barrières voor elektrische mobiliteit en bespreekt 13
actiedomeinen met ideeën voor verschillende maatregelen. Deze gaan van
financiële stimuli bij de aankoop van een elektrisch voertuig over scholing voor
garagisten tot nieuwe businessmodellen. Veel maatregelen zijn eerder technisch
van aard, maar illustreren wel de noodzaak aan coördinatie, bijvoorbeeld rond de
inplanting van publieke laadinfrastructuur. Voor andere maatregelen moeten
nog centen gezocht worden. Zo bevat het masterplan een lijst van voorstellen om
personen, bedrijven en (lokale) overheden te ondersteunen in de aanschaf van
elektrische wagens. Onderzoek toont aan dat de hoge aankoopprijs - naast de
beperkte actieradius en het ontbreken van aangepaste laadinfrastructuur -
vandaag een belangrijk obstakel is voor de doorbraak van elektrische
voertuigen.
Stap vooruit naar nieuw mobiliteitsconcept Bond Beter
Leefmilieu ziet de mogelijke doorbraak van de elektrische voertuigen vooral als
een opstap naar de uitbouw van nieuwe mobiliteitsconcepten. Zo kan een
elektrisch voertuig gebruikt worden voor korte ritten tot bij een knooppunt van
publiek transport. We gebruiken een elektrische wagen voor dagdagelijkse
verplaatsingen maar huren of delen een klassieke wagen voor langere ritten. De
elektrische wagens leiden er aldus toe dat we meer beroep gaan doen op
mobiliteitsdiensten en autodelen.
Milieuvriendelijker met hernieuwbare elektriciteit
Naast de kans voor nieuwe mobiliteitsconcepten, wees Bond Beter Leefmilieu
ook op milieuaspecten gerelateerd aan elektrische mobiliteit. Zo vergroot een
versnelde uitbouw van hernieuwbare energie het milieuvoordeel van elektrische
wagens. Hoewel elektrische wagens bij gebruik geen luchtvervuiling veroorzaken
en mee een oplossing kunnen zijn voor de povere luchtkwaliteit in Vlaanderen, is
hun klimaatimpact beduidend beter als ze aangedreven worden door hernieuwbare
energie.
Omgekeerd levert een elektrische wagen die rijdt op stroom van kolencentrales
nauwelijks of geen klimaatvoordeel op. Bij de huidige Belgische
elektriciteitsmix stoot een elektrische wagen minstens 40% minder CO2uit dan een
vergelijkbare conventionele auto, bij de Europese elektriciteitsmix is dat
klimaatvoordeel voorlopig nog kleiner.
Masterplan is een goed signaal voor de elektrische
mobiliteit
Via onze LinkedIn-groep liet Philippe Decrock, woordvoerder van
Federauto, weten dat men blij is dat er een masterplan aankomt: "De commissie
FEDERAUTO ELECTRIC MOBILITY binnen de beroepsorganisatie FEDERAUTO is altijd
vragende partij geweest voor een masterplan naar analogie met de buurlanden. Het
belangrijkste zal zijn dat het plan politiek gevalideerd wordt door de Federale
regering en de Gewestregeringen en dat er een permanente werkgroep actief wordt
die de uitvoering van het plan coördineert. Wij kijken daar dan ook naar uit.
Ook voor de andere milieuvriendelijke brandstoffen zoals gebruik van bio-gassen
en CNG wordt een gelijkaardig masterplan verwacht."
Test met Belgische vloot Golf Blue-e-Motion van start
Van 16 februari tot en met 31 december van dit jaar gaat in België een
intensieve vloottest van start met 10 exemplaren van de Volkswagen Golf
Blue-e-Motion. Dat is een 4,199 meter lange, 1,786 meter brede en 1,48 meter
hoge vijfdeurs elektrische wagen, die aan vijf inzittenden plaats biedt.
"Na een geslaagde vloottest met 80 voertuigen in Duitsland vorig jaar, zetten
we in 2012 ons testprogramma voort met voertuigen in Oostenrijk (15 stuks),
België (10 stuks), Frankrijk en de Verenigde Staten", verklaart dr Rudolf Krebs,
die binnen de Volkswagen-groep verantwoordelijk is voor de elektrische
aandrijving.
In 2013 volgt na de start van de e-Up! de commercialisering van de Golf
Blue-e-Motion. "De Belgische vloottest vormt een nieuwe etappe in ons
omvangrijke ontwikkelingsproces, aangezien ze ons zal toelaten om intensief
ervaring op te doen met de wagen in stedelijk verkeer", vervolgt dr
Krebs. "Precies in die omstandigheden kan de elektrisch aangedreven Golf
sterk scoren."
iPhone
Alle deelnemers streven hetzelfde doel na: zoveel mogelijk kilometers
afleggen en het gebruik van de Golf Blue-e-Motion in dagelijkse omstandigheden
zo gedetailleerd mogelijk evalueren.
Dankzij een bij elke auto meegeleverde iPhone kunnen de testpersonen met
behulp van speciaal ontwikkelde applicaties gegevens van hun voertuig opvragen
over de laadtoestand van de batterijen, de temperatuur in en buiten de wagen,
gegevens met betrekking tot de afgelegde afstand etc. Bovendien kunnen ze vanop
afstand eveneens het binnenklimaat van het voertuig sturen (verwarmen of
koelen).
Drie rijmodi
Onder de motorkap van het studiemodel schuilt een elektromotor van 85 kW (115
pk), die de wagen geruisloos aandrijft. 0-100 km/u duurt 11,8 seconden en de
topsnelheid bedraagt 135 km/u. De motor haalt zijn energie uit een lithium-ion
accu met een capaciteit van 26,5 kWh. Zoals alle elektromotoren stelt ook die
van de Golf onmiddellijk een zeer hoog maximumkoppel ter beschikking (in dit
geval 270 Nm). De wagen doet verder ook aan energierecuperatie; hij zet
kinetische energie in elektriciteit om.
Afhankelijk van de rijstijl en de gebruiksomstandigheden (bv. klimaatregeling
en verwarming al dan niet ingeschakeld) kan de autonomie van de Golf
Blue-e-Motion oplopen tot 150 km. Uitlaasgassen zijn er uiteraard niet.
De Golf Blue-e-Motion biedt de keuze uit drie rijprofielen: 'Normal',
'Comfort +' en 'Range +'. Het profiel 'Comfort +' maakt gebruik van het totale
beschikbare vermogen (85 kW) en maakt een topsnelheid van 135 km/u mogelijk. In
de modus 'Normal' wordt het vermogen begrensd op 65 kW en de topsnelheid op 115
km/u. In de modus 'Range +' stelt de motorsturing slechts 50 kW ter beschikking,
voor een topsnelheid van 105 km/u. Tegelijk wordt de klimaatregeling volledig
uitgeschakeld. Het geselecteerde profiel wordt weergegeven via het
multifunctiescherm.
In 2013 moet de wagen in verkoop gaan. ( Bron: autokanaal.be)
De exploitanten achter de netwerken Blue Corner (België), e-laad (Nederland) en ladenetz.de (Duitsland) ontwikkelen een gemeenschappelijk Europees clearing house voor de elektromobiliteit. E-clearing.net fungeert als centrale interface en maakt de uniforme autorisatie, de clearing en een rijke set aan meerwaardediensten voor elektromobiliteit mogelijk, zo heet het.
Als centrale interface voor elektromobiliteit zal e-clearing.net de activiteiten van verschillende producenten en exploitanten van laadstations en aanbieders van stroom in binnen- en buitenland bundelen. Doel is om elektromobiliteit over heel Europa gemakkelijk toegankelijk te maken.
Om deze grensoverschrijdende toegang tot openbare laadstations voor elektrische voertuigen uit te bouwen, sloten de drie initiatiefnemers - ladenetz.de, Blue Corner en e-laad - vorig jaar reeds een overeenkomst inzake landenoverschrijdende e-roaming.
Het nieuwe e-clearing net gaat evenwel nog een stap verder. Het systeem zal als een open platform worden opgezet, waarop een nieuw open protocol zal worden ontwikkeld.
Het moet de interoperabiliteit in de elektromobiliteit nog vergemakkelijken en deze duurzaam vorm geven. Naast het opslaan en beheren van de activiteiten aan de laadstations omvat het systeem een lijst van alle (financiële) overeenkomsten tussen de deelnemende actoren.
Deze overeenkomsten kunnen voor bedragen per kWh, per eenheid, vaste tarieven, gelden.
Vanuit de combinatie van deze twee functies kan een verslag over de noodzakelijke financiële compensaties onder de deelnemers van het clearing house worden opgesteld.
Naast het uitwisselen van transacties aan laadstations, biedt het e-clearing.net-platform een waaier aan meerwaardediensten, zoals de integratie van navigatiesystemen en het reserveren van laadstations door een intelligente auto.
De ontwikkeling van e-clearing.net steunt op empirische gegevens en actuele onderzoeksresultaten.
Het gebruikte platform zal zich baseren op de actuele processen en dito informatiesysteem van de partners Blue Corner, ladenetz.de en e-laad.
Dankzij een web service en het nieuwe open protocol, het Open Clearing House Protocol (OCHP), krijgen de deelnemers de mogelijkheid om hun eigen systeem aan e-clearing.net te koppelen. Daarvoor moet enkel het protocol in het eigen systeem worden geïmplementeerd.
De eerste realisatie moet in juni 2012 klaar zijn voor gebruik.
Het zal in het kader van het onderzoeksplan tijdens de eerste jaren gratis ter beschikking van de verschillende partners worden gesteld.
Het klinkt best verfrissend, een auto-ontwikkeling waarvan het uitgangspunt niet is dat het elektrisch moet zijn, maar dat het praktisch moet zijn. Vooral in de zin van betaalbaar, waarop het jonge Duitse bedrijf Innovative Mobility Automobile het ontwerp van de Colibri heeft gebaseerd. Dankzij investeerders en een flinke slok subsidie moet het idee in 2014 productierijp zijn. Een goed idee, die éénzits Colibri?
Met durfkapitaal werd afgelopen voorjaar, na drie jaar voorbereiding, het bedrijf Innovative Mobility Automobile GmbH opgericht. De Duitse staat heeft ze via het ministerie voor onderwijs en onderzoek nu als projectleider geaccepteerd om elektro-autotechniek te ontwikkelen. Goed voor 2,8 miljoen euro aan subsidie, op een budget van vijf miljoen, om in twee jaar hun Colibri-idee uit te ontwikkelen. Al helemaal doorgerekend, maar nu kan een echt proefmodel gebouwd worden, dat over een jaar klaar moet zijn.
Super lichtgewicht
Kern van de zaak, meent bedrijfsdirecteur Thomas delos Santos, is dat alleen met extreme gewichtsbesparing een betaalbare elektrische auto valt te maken. Dan kun je toe met een kleine elektromotor, en vooral ook een heel bescheiden accupakket. Daarom weegt de Colibri maar 280 kg, doet hij het met een accupakket van ongeveer 5 kWh capaciteit, en zou de prijs op 7.900 euro komen. Waar dan wel 49 euro per maand bijkomt voor accuhuur, het maar 50 kg zware lithium-ijzerfosfaat batterijpakket zit niet in de prijs. De Colibri zou op een acculading 100 km uit de voeten kunnen, en in minder dan twee uur thuis weer volgeladen kunnen worden. Aan een laadpaal zou in 20 minuten al 80% lading binnen zijn.
Puur stadsvervoer
Een laag gewicht is om te beginnen bereikt door de Colibri niet groter dan nodig te maken. Verder bestaat de opbouw uit een magnesium spaceframe en kunststof carrosserie. Volgens berekeningen zou het wagentje de Euro NCAP-test doorstaan, al blijft vaag of daar dan minstens één ster verwacht wordt, of vijf sterren. Met maar 1 meter 12 breedte zal parkeren in elk geval makkelijk zijn. Er is één stoel aan boord, met een soort hefinrichting voor makkelijk instappen. Daartoe zijn verder twee verticaal openende vleugeldeuren beschikbaar. Onder een derde deur biedt de Colibri zelfs 240 liter bagageruimte, zoiets als een Fiat Panda of Volkswagen Polo.
22 gram per kilometer
Een mini-elektromotor voor de achteras vergt erg weinig ruimte. Hier werd een dubbele Twin Drive motor van het ook nog jonge bedrijf CPM gekozen. Twee parallele motortjes leveren op één uitgaande as 12 kW vermogen en 40 Nm koppel. De berekeningen leren dat op basis van de gemiddelde stroommix een Colibri in bedrijf maar 22 g/km CO2-uitstoot meebrengt.
Zeven autoconstructeurs hebben akkoord bereikt over een gemeenschappelijk laadprotocol voor elektrische voertuigen. Tot op heden gebruikt elke constructeur een eigen laadsysteem maar een gemeenschappelijke aanpak komt de compatibiliteit van laadsystemen uiteraard ten goede en bevordert de ontwikkeling van het toekomstige slimme' laadnetwerk.
Audi, BMW, Daimler, Ford, General Motors, Porsche en VW zullen in de toekomst onder meer gebruik maken van een gelijkaardig laadsysteem. Dat is alvast compatibel met het Amerikaanse en Europese stroomnetwerk en kan ook gebruikt worden met de J1772 standaard die in de VS reeds gebruikt wordt en de Europese IEC 62196 Type 2 richtlijn.
De Japanse autoconstructeurs hebben de overeenkomst niet ondertekend.( bron: auto55)
In het kader van een groene fiscaliteit komt er niet alleen een
verdere beperking van de aftrek van autokosten. Er zijn ook enkele positieve
maatregelen genomen, meer specifiek om de aankoop en het gebruik van elektrische
auto's aan te moedigen. De meeste van die voordelen zijn echter maar
tijdelijk.
In de eerste plaats komt er een aanzienlijke belastingvermindering voor de
aankoop van een elektrische auto door een particulier. De vermindering bedraagt
30% van de aankoopprijs van de auto, met een maximum van 9000 euro.
Daarbij moet men wel in gedachten houden dat de enige elektrische auto die
momenteel in serie geproduceerd wordt (de i-MiEV van Mitsubishi), wellicht niet
veel minder dan 50000 euro zal gaan kosten als hij eind 2010 in Europa op de
markt komt (in Japan kost hij omgerekend 34000 euro). Het gaat dan om een
miniscuul stadsautootje met bescheiden prestaties, wat dus wil zeggen dat men
voor de elektrische aandrijving een meerprijs van ongeveer 40000 euro betaalt.
Daar weegt een belastingvermindering niet echt tegen op.
De belastingvermindering van 30% geldt alleen voor personenwagens
(inbegrepen stationwagens en minibussen) en alleen voor de jaren 2010, 2011 en
2012.
Na 2012 blijft de belastingvermindering wel bestaan, maar ze wordt verlaagd
tot 15% van de aankoopprijs, met een maximum van 4540 euro. Het jaar waarin er
effectief betaald is, is bepalend.
Voor elektrisch aangedreven motorfietsen en driewielers geldt vanaf het
begin alleen de belastingvermindering van 15%. Bovendien bedraagt het maximum
voor die categorie slechts 2770 euro.
Oplaadpunt
Een elektrische auto kopen heeft natuurlijk weinig zin als je nergens
elektriciteit kunt tanken. Daarom komt er een belastingvermindering voor
particulieren die een oplaadpunt voor elektrische auto's installeren aan de
buitenkant van hun huis. De belastingvermindering bedraagt 40% van de totale
installatiekosten, met een maximum van 250 euro (bedrag dat geldt voor 2010).
Men kan overigens maar één keer een fiscaal voordeel krijgen voor een
oplaadpunt. Dus wie de kosten meerekent voor de woonbonus, of ze al op een
andere manier in aftrek brengt, komt niet meer in aanmerking voor de specifieke
belastingvermindering.
Verhoogde aftrek voor vennootschappen
Alle tot nu toe genoemde maatregelen betreffen de personenbelasting en
belangen dus alleen particulieren aan. Maar bedrijven blijven ook niet in de kou
staan.
Want 120% van de kosten van een elektrische auto worden aftrekbaar in de
vennootschapsbelasting. De wet spreekt overigens in dat verband niet expliciet
van een elektrische auto maar van een auto die geen CO2 uitstoot (de
CO2-uitstoot door elektriciteitscentrales telt niet mee).
Bovendien is er nu een tweede uitzondering op de beperkte aftrekbaarheid van
autokosten voor auto's die 60 gram of minder CO2 per kilometer uitstoten. Voor
die categorie zijn de autokosten voortaan volledig aftrekbaar. De auto's die
daaronder vallen, zijn voornamelijk zgn. plug-in hybride wagens. Dat zijn
elektrisch aangedreven auto's (vandaar plug in: stekker insteken) die ook een
benzinemotor hebben om de batterij weer op te laden als de bestuurder niet op
tijd een oplaadpunt kan bereiken. Momenteel zijn er zo geen modellen op de
markt, maar begin 2011 start Opel met de verkoop van zijn Ampera, die naar
schatting een officiële CO2-uitstoot van 40 g/km zal hebben en dus in aanmerking
komt voor de nieuwe 100% aftrek van autokosten. De prijs is overigens nog een
geheim, maar zal zeker richting 30000 euro gaan. Of 10000 euro meer dan een
vergelijkbare diesel- of benzineauto.
En nog oplaadpunten...
En als bedrijven een oplaadpunt voor elektrische auto's installeren, krijgen
ze een verhoogde investeringsaftrek van 13,5% (tarief dat geldt voor aanslagjaar
2011). Het oplaadpunt mag bovendien versneld afgeschreven worden over twee jaar.
De twee gunstmaatregelen ten voordele van oplaadpunten in de
vennootschapsbelasting zijn wel maar tijdelijk, net als in de personenbelasting
(zie hoger). Ze gelden voorlopig alleen voor investeringen die gedaan worden in
2010, 2011 en 2012. (bron:dvp-law)
BMW lanceert elektrisch scooterconcept ( e-concept)
In september stelde het IAA autosalon in Frankfurt de deuren open voor het grote publiek, een aantal nieuwsberichten werden de wereld in gestuurd. Daaronder zat het opmerkelijke persbericht van BMW, dat na de Concept C wederom een elektrisch scooterconcept presenteert op de autobeurs. De BMW Concept e mag gelden als smaakmaker voor de lancering van twee maxiscooters voorzien van een tweecilinder benzinemotor.
Over die twee premium maxiscooters laat het Beierse merk nog niet veel informatie vrij. Wel is zeker dat ze nog voor het jaareinde gelanceerd worden met als doel de functionaliteit van een scooter te combineren met het rijplezier van een motorfiets. Beide zullen voorzien zijn van een tweecilinder verbrandingsmotor. De lancering van deze scooters kadert in het nieuwe BMW Urban Mobility programma, waarin kwaliteitsvolle stedelijke mobiliteit centraal staat.
Omdat niet enkel mobiliteit maar ook ecologische duurzaamheid in stedelijke gebieden een belangrijke speerpunt vormen in het Urban Mobility programma werken de Duitsers ook aan elektrisch aangedreven alternatieven, waarbij de Concept e als duidelijke toekomstvisie naar voor treedt. De BMW Concept e is meer dan enkel een stijlstudie, het betreft een prototype van een toekomstig productiemodel en om dat gegeven kracht bij te zetten laat BMW meteen ook enkele technische gegevens vrij.
De Concept e, die rechtstreeks kan worden opgeladen aan elk ordinair stopcontact en in minder dan drie uur volledig opgeladen is, heeft een boordspanning van 60 volt wat zorgt voor een acceleratie die gelijke tred houdt met een conventionele maxiscooter en een realistisch rijbereik van 100 km mogelijk maakt. De precieze topsnelheid wordt niet meegedeeld, wel dat deze hoog genoeg zal zijn om - zelfs met een passagier achterop - veilige inhaalmanoeuvres uit te voeren op stedelijke ringwegen. Een 12 volt-aansluiting is tevens aanwezig om bijvoorbeeld een GPS-toestel van stroom te voorzien of onderweg een mobiele telefoon op te laden. Achteruitkijkspiegels zoek je tevergeefs op de Concept e, die voorzien is van twee cameraatjes in de lens van het achterlicht en twee LCD schermpjes in het kuipwerk vooraan. Op die manier zitten de schouders van de rijder nooit meer in de weg voor het zicht op het achterliggende verkeer.( bron: motorsite.be)
Universele oplaadpas voor elektrische auto's in Nederland
Het opladen van een elektrische auto is makkelijker geworden.
Als eerste land ter wereld introduceert Nederland een systeem waardoor een oplaadpas toegang geeft tot elke openbare laadpaal in het land. Welke gemeente of organisatie de oplaadpas ook heeft verstrekt en ongeacht wie de laadpaal heeft geplaatst: de accu van de elektrische auto kan gewoon opgeladen worden. Interoperabel heet dat.
ICT-bedrijf Logica knoopte de verschillende informatiesystemen aan elkaar met Cloud technologie. Dankzij deze techniek kan elke laadpaal de diverse laadpassen herkennen waarmee het oplaadproces gestart kan worden. Logica verwacht dat ook andere landen interesse hebben in deze techniek.
Proeftuinproject EVA-consortium(*) goedgekeurd, uitrol van laadinfrastructuur en testfase van elektrische voertuigen kan starten in Vlaanderen
(*) Electric vehicles in action
Vorig jaar besliste de Vlaamse regering middelen vrij te maken voor een proeftuin rond elektrische voertuigen. Consortia of kenniscentra die interesse hadden om mee te stappen in de Vlaamse proeftuin rond elektrische voertuigen, konden een voorstel indienen bij het Instituut voor Wetenschap en Technologie (IWT). Minister van Innovatie Ingrid Lieten keurde vandaag een aantal projecten in dit kader goed, waaronder het EVA-consortium. De kernpartners EANDIS, 4IS NV-BLUE CORNER, FEDERAUTO, TELENET en VUB lichten de doelstellingen toe en het belang voor de ontwikkeling van duurzame mobiliteit in Vlaanderen.
Elektromobiliteit staat op de drempel van de introductie, maar komt ondanks belangrijke inspanningen vanuit verschillende sectoren toch moeilijk op gang. De transitie in Vlaanderen naar elektrisch rijden met nieuwe types autos en tweewielers (inclusief fietsen) heeft dus een extra stimulans nodig, ook voor de vele bedrijven in de autohandel en reparatie die klaar staan met de eerste elektrische modellen.
Het is belangrijk dat een voldoende groot open ecosysteem wordt opgezet, dat vanuit de praktijk aantoont wat de reële drempels zijn, en vooral, hoe deze overwonnen kunnen worden via een specifieke aanpak, uit te testen via de verschillende projecten in het EVA-platform.
Om dit te realiseren wordt er in de komende weken en maanden een uitrol van laadinfrastructuur voorzien van 220 laadpunten op 71 laadeilanden (specifieke parkingplaatsen met twee laadpalen die elk twee elektrische voertuigen kunnen laden met faciliteiten zoals internet-WIFI) in een veertigtal steden en gemeenten en semipublieke plaatsen, gekoppeld aan een testfase (monitoring-datalogging via VUB-VITO) van een 150-tal elektrische vier- en tweewielers (personenwagens, bestelwagens, elektrische scooters en fietsen) gedurende de duurtijd van het proeftuinproject (3 jaar) in samenwerking met verschillende gekende bedrijven die investeren in elektrische voertuigen.
Hierbij zijn naast de kernpartners in het EVA-consortium ook diverse organisaties, onderzoeksinstellingen en bedrijven betrokken als partner om de testomgeving, smart grid en testpopulatie vorm te geven in de verschillende deelprojecten van het consortium (ELECTRABEL- VITO-UGENT ( iKNOW & POWER LINK) bPOST VAB TOTAL COFELY EDUCAM eNOVATES BE-CHARGED IKEA - ARTEXIS (ANTWERP & FLANDERS EXPO) COLRUYT SOWEPO MANUS VOLVO LOGISTICS - GGE GHISTELINCK INELTRA - ASBE/AVERE IBBT - FLANDERS DRIVE - FLANDERS SMART HUB ESRI - het VIM - de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen)
Het EVA-consortium wil met de verkregen subsidies via het IWT de aanzet geven om in de Vlaamse regio de sokkel of basis te leggen voor verdere uitbouw, onderzoek en gebruik van elektrische mobiliteit om toekomstgericht de nieuwe activiteiten en businessmodellen die hieruit zullen groeien ten volle kansen te geven. Ook de mogelijkheidom samen met de andere Gewesten ,Wallonië en Brussel, en de buurlanden te kunnen werken aan de inter-operationaliteit van laadinfrastructuur , standaardisering(stekkers, beheer en gebruik batterijen), smart grid en de verkoop, huur en gebruik van elektrische voertuigen wordt onderbouwd.
De kernpartners zullen op geregelde tijdstippen communiceren over de voortgang van de living lab.
"Green eMotion" moet de weg banen voor elektrische mobiliteit
De Europese Commissie lanceert een grensoverschrijdend vierjareninitiatief om elektrische mobiliteit in heel Europa te bevorderen. Elektrische mobiliteit draagt in belangrijke mate bij tot het terugschroeven van de CO2-emissies.
'Green eMotion' wil het succes van elektrische voertuigen versnellen," zegt Siim Kallas, vicevoorzitter van de Europese Commissie en Commissaris verantwoordelijk voor vervoer. Het projectvolume wordt op 42 miljoen euro geraamd, waarvan de EU 24 miljoen euro voor haar rekening neemt. Hoofddoel is de ontwikkeling van uniforme Europese processen, normen en IT-oplossingen, zodat gebruikers van elektrische voertuigen in de hele EU vlot toegang hebben tot de vereiste laadinfrastructuur en aanverwante diensten. Standaardisering is een absolute vereiste voor een snelle en rendabele invoering van elektrische mobiliteit in Europa. In Barcelona, Madrid and Malaga worden er bijna 1.000 geïnstalleerd, in Rome en Pisa een 400-tal, Berlijn krijgt er 3.600 en Straatsburg ongeveer 100. In Denemarken, waar wereldwijd het grootste aandeel van de elektriciteit uit windenergie wordt gehaald, verwachten auto-importeurs dat er dit jaar zon 2.000 elektrische autos op de baan zullen zijn en 2.000 openbare en semi-openbare laadstations zullen worden geïnstalleerd in Kopenhagen, Bornholm en Malmö. In Ierland maken zon 2.000 elektrische voertuigen en ongeveer 3.500 laadstations deel uit van de nationale invoering van elektrische mobiliteit. De cijfers geven een idee van de achterstand die minister Lieten nu in Vlaanderen wil inlopen.
Siemens leidt het onderzoeksconsortium en werkt mee aan de ontwikkeling van software- en laadinfrastructuuroplossingen en het uitwerken van industrienormen. Daarnaast zijn de partnerbedrijven Alstom, Better Place, Bosch, IBM en Siemens, de elektriciteitsmaatschappijen Danish Energy Association, EDF, Endesa, Enel, ESB, Eurelectric, Iberdrola, RWE en PPC, de autoconstructeurs BMW, Daimler, Micro-Vett, Nissan en Renault, de gemeentebesturen van Barcelona, Berlijn, Bornholm, Kopenhagen, Cork, Dublin, Malaga, Malmö en Rome, de universiteiten en onderzoeksinstellingen Cartif, Cidaut, CTL, DTU, ECN, Imperial, IREC, RSE, TCD en Tecnalia, en de technologie-instellingen DTI, fka en TÜV Nord. (bron: ezine Vraag & Aanbod)
Elektrische Volvo voor onderzoek naar draadloos laden
De eerste in België gebouwde elektrische Volvo is vandaag afgeleverd aan een eindklant: Flanders' Drive, het Vlaams competentiecentrum voor de voertuigindustrie. Flanders' Drive zal de Volvo C30 Electric gebruiken voor onderzoek naar draadloos laden. De overhandiging van het voertuig vond vandaag plaats in Brussel in aanwezigheid van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten (sp.a).
Bij "inductief laden" wordt de batterij draadloos opgeladen via een oplaadplaat die in de garage thuis of een openbare parkeerplaats kan staan. De techniek is verwant aan het opladen van een elektrische tandenborstel, aldus Renilde Craps van Flanders' Drive.
Proefproject Met de technologie zou de batterij van de Volvo, die een theoretisch bereik heeft van 150 kilometer, in minder dan anderhalf uur volledig opgeladen kunnen worden. Het proefproject loopt tot eind 2012.
De techniek kan overigens ook werken met lussen in het wegdek. Dat zou vooral mogelijkheden scheppen voor het openbaar vervoer: bussen kunnen bijvoorbeeld aan de haltes of zelfs al rijdend opgeladen worden.
Verhoogde levenskwaliteit Volgens minister Lieten kunnen elektrische wagens de levenskwaliteit in de steden fors verhogen, omdat ze geen fijn stof uitstoten, CO2-neutraal zijn en ook stil werken. Draadloos opladen kan een belangrijke rol spelen bij de doorbraak van de elektrische wagen. "De mogelijkheid om elektrische voertuigen efficiënt, snel en gebruiksvriendelijk op te laden is een van de meest kritieke succesfactoren voor hun grootschalige introductie", zo zei minister Lieten bij de overhandiging van de auto aan Flanders' Drive.
De Volvo C30 Electric wordt vanaf de zomer (deels) bij Volvo Cars in Gent geassembleerd. De productie blijft beperkt tot een 250-tal exemplaren, waarvan een 50-tal voor België. Deze eerste productie is niet bestemd voor het grote publiek. "Afhankelijk van de testresultaten zullen we binnen een tweetal jaar een beslissing nemen over een eventuele commercialisering", aldus Bart Crols, directeur van de verkooporganisatie van Volvo Cars Belgium. (belga/adha)
Siemens en BMW willen elektrische autoâs draadloos opladen
Elektrische autos kunnen hun accus in toekomst laden zonder kabels. Siemens heeft daarvoor het ontwikkelingsproject Inductief laden van elektrische voertuigen opgezet. De samen met BMW ontwikkelde contactloze technologie werkt ook tijdens korte ritpauzes. De laadstations kunnen vrijwel onzichtbaar in elke omgeving worden geïntegreerd en zijn daardoor beschermd tegen slijtage en vandalisme.
In juni 2011 zullen tijdens een proef in Berlijn, die door het Duitse ministerie voor Milieu (BMU) wordt gesubsidieerd, de prestaties met meerdere voertuigen worden getest.
Inductieve energie-overdracht Een grote uitdaging bij de uitbreiding van de elektromobiliteit is een omvangrijke en betrouwbare infrastructuur voor het laden van accus. Aangezien de accus van elektrische voertuigen vaker moeten worden geladen dan dat voertuigen met verbrandingsmotoren hun tank moeten vullen, is er vraag naar verschillende laadmogelijkheden die aan de eisen van de bestuurder en het voertuig zijn aangepast. Met de inductieve energie-overdracht van de onderzoekers van Siemens Corporate Technology zou geautomatiseerd laden in bijvoorbeeld taxiwachtrijen al mogelijk zijn.
Magneetveld onder voertuig Een volledig in de grond verzonken spoel, de primaire spoel, vormt de verbinding met het openbare elektriciteitsnet. Onder het voertuig bevindt zich een secundaire spoel. De onderlinge afstand bedraagt onder normale omstandigheden tussen acht en vijftien centimeter. Zodra de bestuurder het laadproces start, gaat er een stroom door de primaire spoel. Hierdoor ontstaat een magnetisch veld, dat in de secundaire spoel een elektrische stroom induceert waardoor de accu wordt geladen. De efficiëntie van de vermogensoverdracht uit het stroomnet via alle componenten tot in de accu bedraagt daarbij meer dan 90 procent. Het magneetveld komt uitsluitend in een exact bepaalde ruimte tussen beide spoelen tot stand. Hierdoor blijft bij dit systeem het magnetisch veld in de toegankelijke gebieden in en rondom het voertuig ruim onder de internationaal aanbevolen grenswaarde van 6,25 microtesla.
Prototype Vanaf mei zal een prototype met een laadcapaciteit van 3,6 kilowatt in een elektrisch voertuig worden getest. In een veldtest die vanaf juni in Berlijn plaatsvindt, zullen de voor integratie in serievoertuigen noodzakelijke verbeteringen onder realistische omstandigheden worden geïnventariseerd en wordt tevens feedback van klanten verzameld, zodat in toekomst klantspecifieke laadoplossingen kunnen worden aangeboden. Daarnaast is het systeem ook geschikt voor intelligent energiegebruik, waarbij bijvoorbeeld stroomoverschotten uit zonne- en windenergie kunnen worden gebruikt en de elektrische auto ook als tussenopslag voor stroom dient.(bron: happynews)
Naar aanleiding van het salon van Barcelona maakt Renault de prijzen bekend van zijn guitige Twizy die elektrisch wordt aangedreven.
Tegelijk kunnen potentiële klanten deze zonderlinge vierwieler vanaf nu via internet bestellen. Het gamma begint met de Twizy 45 die een top haalt van 45 km/u en zich vooral richt tot jongeren die zich op de Twizy veiliger zullen voelen dan op een tweewieler. Bovendien geniet de Twizy een hoger aanzien dan de typische bromautootjes waar je geen rijbewijs voor nodig hebt. De klanten huren de batterij voor een bedrag van 45 per maand. De tweede Twizy heeft een vermogen van 17 pk, haalt een top van 80 km/u en zal in de smaak vallen bij pendelaars. Van die Twizy met 17 pk bestaan er twee uitvoeringen. De Urban (zonder portieren) kost 7.690 en de Technic met portieren en een rijkere uitrusting heeft een basisprijs van 8.490. Met dergelijke prijzen kan de Twizy concurreren met driewielige scooters. Voor deze twee krachtiger uitvoeringen bedraagt de maandelijkse huurprijs voor de batterijen 49. De lithium-ion batterijen laten zich in 3,5 uur opladen via een stopcontact van 220 V. De Twizy telt twee zitplaatsen, is slechts 2,33 meter lang en heeft een hoogte van 1,91 meter. Op dit ogenblik is nog niet duidelijk van welke ecopremie er kan genoten worden in België. De lancering in België is voorzien voor tijdens het salon van Brussel, begin 2012 (Belga) (TDMS)
Nieuwe technologieën zetten de deur op een kier voor nieuwe bedrijven. Delta Motorsport, met vestiging in het Engelse Silverstone, mag daar een voorbeeld van zijn.
Het bedrijf werd pas in 2005 opgestart door de ingenieurs Simon Dowson en Nick Carpenter. In het begin werkten ze vooral als ontwikkelingsbedrijf in de autosport, maar in 2007 kozen ze er voor om daarnaast ook hun eigen elektrische sportwagen te ontwikkelen. Volgens Dowson verliezen heel wat van de huidige elektrisch aangedreven auto's potentieel omdat ze gebaseerd zijn op traditionele modellen die te zwaar zijn. Bij Delta Motorsport hebben ze hun ervaring in de racerij als bron van inspiratie gebruikt. Volgens Dowson komt het er op neer het gewicht te beperken en extra aandacht te besteden aan de stroomlijn. De Delta E-4 Coupé, die samen met de universiteit van Oxford werd ontwikkeld, is een demonstratie van hun filosofie. De basisstructuur van de Delta is uit koolstof opgebouwd waardoor het gewicht met meer dan 60% werd verminderd. De aandrijving gebeurt door twee elektromotoren van telkens 120 pk en het gewicht van elke motor blijft beperkt tot 23 kilogram. De lithium-ion batterij is laag en centraal gemonteerd waardoor het zwaartepunt laag komt te liggen en een ideale gewichtsverdeling tot stand komt. De Delta E-4 Coupé spurt vanuit stilstand naar 100 km/u in 5 seconden, maar snelheid is niet de enige troef van de lichtgewicht constructie. De actieradius bedraagt ongeveer 320 kilometer. (Belga) (TDMS)
Het is zover: de eerste elektrische wagens rijden op onze wegen. De twee volgende jaren zullen heel vruchtbaar zijn op dat vlak, met onder meer een druk programma van Renault.
Drieling
PSA (Peugeot-Citroen) en Mitsubishi werkten samen aan een volledig elektrische stadswagen. Na kennis gemaakt te hebben met de prototypes, volgen nu de definitieve modellen die je kunt kopen. De Citroen C-Zéro, Mitsubishi i-Miev en Peugeot iOn zetten een beweging in gang die de volgende jaren alleen maar zal toenemen. De elektrische auto staat wel nog in zijn kinderschoenen, zo blijkt uit de hoge prijzen, het beperkte rijbereik en de matige prestaties. Maar we moeten ergens beginnen. Ook niet te missen: de smart ed (wat staat voor electric drive), die voorlopig alleen druppelsgewijs geleverd wordt.
Merk met de ruit
Renault zet op het vlak van elektrische wagens meteen de grote middelen in en kondigt maar liefst vier modellen aan. De eerste die voet aan wal zetten, zijn de Kangoo en Fluence ZE. Eerstgenoemde profileert zich als een slimme oplossing voor stedelijke koerierdiensten. De tweede valt tussen wal en schip: een gezinswagen bestemd om lange afstanden mee af te leggen valt moeilijk te rijmen met een beperkte autonomie en topsnelheid.
Tot slot stippen we de Nissan Leaf aan, een ander product van de alliantie Renault-Nissan. Deze volledig elektrische kleine middenklasser haalde de titel van Auto van het jaar 2011 binnen.
Een opmerkelijk initiatief in Vlaanderen: het bedrijf Connect Group uit Kampenhout, gespecialiseerd in de productie van kabels en kabelbomen en de productie van halffabrikaten voor de elektronische industrie, gaat duizend oplaadpalen produceren voor elektrische wagens. Waarom opmerkelijk? Omdat de palen gratis kunnen worden geplaatst. Luc Switten, chief executive van Connect Group, zegt met de productie te willen aantonen dat Vlaanderen een belangrijke plaats inneemt in de eco-industrie. Met het initiatief wil Connect Group bijdragen aan de verkoop van elektrische autos. Door het ontbreken van laadpunten wordt de verkoop van elektrische wagens immers afgeremd. Met dit initiatief wil men die negatieve vicieuze cirkel doorbreken.
Het ligt nogal voor de hand dat voor plug-in hybrides en elektrische autos een standaard laadstekker moet komen. Net zoals tankpistolen en vulopeningen wereldwijd op elkaar aansluiten, zodat je met elke auto overal kunt tanken. Enkele grote Duitse merken hebben nu een standaard laadstekker voorgesteld, en hopen dat andere fabrikanten daarin meegaan. Maar waarom een modulaire stekker?
Geen angst voor de stekker, die moet goed beveiligd zijn volgens ISO/IEC-normen!
Uit het voorgaande blijkt eigenlijk al dat stekkers om hybride of elektrische autos te laden nog niet allemaal hetzelfde zijn. De Volkswagen-groep, BMW en Daimler willen snel naar een universele stekker, liefst wereldwijd bruikbaar.
Geschikt voor driefasen
Vanzelf moet zon stekker veilig beschut zijn en fool-proof in het gebruik. Daarnaast moet hij geschikt zijn voor snelladen, met hoger voltage dat extra veiligheden eist. Er is dus op 230 en 380 V wisselstroom gerekend. Medewerking van elektriciteitsbedrijven is nodig, die moeten aan laadpunten zon standaard stekker zetten. Zij worden blij gemaakt met een ingebouwde aansluiting voor het CAN-systeem. Nodig voor intelligent laden, waarbij het type auto en accu wordt herkend, waarnaast de autobatterij als buffer opgenomen kan worden in een intelligent stroomnet.
Standaardstekker? Nog lang niet. Hier zelfs twee verschillende voor snelladen, met dikke kabel, of langzaam laden.
Aanpassing voor gelijkstroom
En dan het modulaire. In 2013 verwacht men een uitbreidingsstuk klaar te hebben dat om de wisselstroomstekker kan. Daarmee wordt snelladen met gelijkstroom mogelijk, zoals in Japan en China nu al toepassing vindt. Handig, want je hebt geen gelijkrichter in de auto meer nodig, dat scheelt gewicht en ruimte. Er is minder verlies, het laden kan sneller dan met wisselstroom.