Dat het de laatste maand hier meer geregend heeft dan in België doet mij hier alleen maar thuisvoelen. Nochtans kan een overdaad aan water de gezondheid schaden. Niet toevallig landen we op maandagavond in La Carbonería, de Vooruit van Sevilla (zie eerdere berichten). Vanavond is een plaatselijk fel geroemde artiest in duivenmelkersplunje te gast voor een passionele flamencozang. Dat de man dronken is dwingt ons om mee te drinken, zodat we het optreden toch nog goed gaan vinden. We willen 3 cañas bestellen, maar staan plots met een karaf Agua de Sevilla ('Sevilliaans water') in de hand. Het lichtgele sap is bedekt met verse nata (room) en canela (kaneel). Terwijl we de room van het oppervlak likken port de barman ons aan om het ganse goedje op te roeren. 'De room moet de smaak verzachten'. Het straffe spul blijkt een cocktail van champagne, vodka, whiskey, triple-sec, zumo de piña (ananassap), room en kaneel. Je hoort het rechtstreeks uit de kan te drinken met een rietje, maar we houden het toch bij ieder zijn copa. De inhoud van de karaf zakt sneller dan dat van een glas limonade. Het optreden wordt steeds beter. We blijven tot de volgende artiest, die helemaal het einde is. Een kort maar plots moment van helderheid doet ons besluiten de bedstee te zoeken. Een van ons - die anoniem wenst te blijven - haalt het bed niet en brengt de nacht door in de kleinste kamer. Nog meer water drinken is de enige oplossing.
Sommige (ex)collega's, (ex)lieven, familie en vrienden weten dat ik meer van mijn maaltijden geniet als ik in andermans bord kan prakken. Nu zijn tapas daar per definitie voor geschikt. Ook restaurants die enkel 1-persoonsmaaltijden aanbieden vermelden vaak 'para compartir', om te delen, ook al zijn gerechten daar vaak niet voor geschikt. Een kippebil, gebakken aubergine of kotelet in Whiskeysaus wordt zonder aarzelen in 10 stukken gesneden, zoals ze dat ook soms doen voor de iets oudere restaurantbezoekers in Belgie. Bij de meeste tapasbars is t kiezen tussen ofwel muziekloze refters met lekkere keuken en schelwit neonlicht, ofwel sfeervolle kroegen met tapas die uit zichzelf wegkruipen van je bord. Of het slechtste van beide. Zondagavond stranden we in cafetería Miami (de locals zeggen Mie-a-Mie). Duidelijk een bar van categorie 1, we missen onze zonnebril bij dit felle refterlicht. Zowat alle tapas zijn gefrituurd. De kroketten met ham zijn overal lekker, ook hier. De breedpostuurse barman noteert de tussenstand van onze rekening met krijt op de toog, waarna het krijtje terug achter zijn oor verdwijnt om te worden bijgevet door zijn lange haren. Foto's van heroïsche gesneuvelde torero's doen ons de vraag stellen wat er met het vlees van de 1000-den gevelde stieren gebeurt, na hun laatste dans in de arena. De hamkroketten smaken plots wat minder. Doorspoelen met 'n caña ('n klein biertje op hollands formaat) en wegwezen. Ik hou toch het meest van die tapas para compartir...