We houden nog even halt voor een aperitiefje in het pittoreske dorpje Saint-Saëns. Het helder water van de rivier de Varenne loopt mooi ingebed, omgeven door groen en bloemen door het dorpje.
Enkele sfeerbeelden van Saint-Saëns
In de namiddag houden we nog even halt in de stad Abbeville, genieten we van ons laatste terrasje, om dan met opgeladen batterijen terug aan het schooljaar en werk te beginnen.
Vandaag bezoeken we Etretat. Volgens mama één van de mooiste plaatsen op aaarde. De natuur is er echt overweldigend. en daarom maar weinig uitleg bij deze foto's.
Zicht op de zuidelijke flank van de Falaisekust te Etretat
La Chapelle Notre Dame de la Garde met op de achtergrond Le Monument Nugesser et Coli
La Chapelle Notre Dame de la Garde werd in 1854 gebouwd door de bewoners van Etretat. De materialen werden door de vissers manueel naar boven gebracht. In 1942 werd het kerkje volledig verwoest, maar opnieuw opgebouwd en ingehuldigd in 1950.
Le Monument Nugesser et Coli werd in 1963 opgericht ter ere van de eerste vliegeniers die op 8 mei 1927 een poging ondernamen om de Atlantische Oceaan over te vliegen.
Wandeling op het strand en onder de rotsen van Etretat
Wandeling over de zuidelijke flank met enkele mooie, indrukwekkende vergezichten
Na de mooie natuurwandeling vleien we ons neer op een terrasje op de markt en genieten we van een lekkere portie mosseltjes.
Les Halles op het marktplein van Etretat
In de namiddag rijden we nog een beetje meer Zuidwaarts, waar we een privé strandje vinden, waar de kinderen naar hartelust in de zee kunnen spelen. Het is tenslotte een rustvakantie ?!?!?
In de voormiddag maken we een strandwandeling ('keienwandeling') op het strand van Veuillettes sur Mer. Voor mama en papa (en een heel klein beetje voor Laurens) is het nostalgisch terugdenken aan hun eerste reis naar Normandië, ongeveer 8 jaar geleden. Op de achtergrond staat het hotelletje waar ze indertijd logeerden.
Laurens vond hier een steen met een 'kijkgaatje'
In de namiddag brengen we een bezoek aan Fécamp. De wind komt nogal hevig opzetten en er valt af en toe een spatje regen.
We beklimmen via het wandelpad 'La sente aux Matelots' de Cap Fagnet aan de overzijde van het stadscentrum om te genieten van het mooie uitzicht op de Normadische kliffen van de Falaise kust, het oude stadsgedeelte en de jachthaven.
Zicht op Fecamp vanaf de Cap Fagnet
Op de top van de Cap Fagnet staat 'La Chapellle Notre Dame de Salut', met de gouden maagd als beschermheilige van de zeelieden. Rond de kapel zijn er nog veel restanten zichtbaar van de tweede wereldoorlog, zoals bomkraters en v bunkers van de Atlantic Wall.
La Chapelle Notre Dame de Salut
Van Fécamp rijden we richting Etretat. We houden nog even halt voor een drankje in Yport.
In de vooravond rijden we nog naar Etretat, de badplaats aan de Falaisekust waaraan mama haar hart verloren heeft. We gaan er lekkere pizza eten en genieten nog van de 'oldtimers' die langs het restaurant passeren en die later op de avond nog te bezichtigen zijn in het stadscentrum van Etretat.
Etretat by night
We wandelen terug naar de staanplaats aan het oude station van Etretat, waar Bobieltje ons staat op te wachten voor een welverdiende nachtrust. Slaapwel ...
Op een hoge rots naast de oude stad verheft zich het 15° eeuwse Chateau-Musée, met pinakels; torens en een weids uitzicht. Hoffdattracties binnen zijn met Dieppe verbonden schilderijen van Pisaro, Braque en Sickert, en objecten uit het zeeverleden van de stad, waaronder een verrassende collectie ivoorsnijwerk.
Porte du Port-d'Ouest of Porte de Tourelles: De enige overgebleven stadspoort uit de 15° eeuw.
In de vooravond laten we Dieppe achter ons liggen op weg naar een volgende badplaats ...
We bezoeken eerst Varengeville sur Mer. Dit dorp bestaat uit verspreide chique woonkernen in een romantische entourage van dennen. Het kerkje en kerkhof liggen vlak op de krijtrotsen.
Het romantisch kerkje op de krijtrotsen van Varengeville-sur-Mer
Ons eindpunt voor vandaag is Veules-les-Roses, waar we nog een hapje eten en de nacht doorbrengen net voor de Camping Municipal.
Gisterenavond zijn we nog vertrokken naar het beginpunt van de Normandische kust: Le Tréport. Na lekkere mosseljes gegeten te hebben op de dijk, zoeken we de camperstaanplaats, die bovenop de klippen ligt, op.
De camperstaanplaats van Le Tréport
Na het ontbijt, maken we een wandeling naar het oude stadsgedeelte van Le Tréport. Hiervoor moeten we meer dan 300 trappen afdalen.
Zicht op Le Tréport in de omgeving van de camperstaanplaats
Hieronder een paar kiekjes van het oude stadsgedeelte van Le Tréport, Normandiës meest noordelijke badplaats, die van Picardië gescheiden wordt door het riviertje de Bresle.
L'Eglise St-Jacques
In de namiddag rijden we verder zuidwaarts naar Dieppe. We kuieren langs de plezierjachthaven, via het oude stadscentrum naar Le Chateau. In het centrum houden we even halt om te nippen van een drankje aan het 'Café des Tribunaux', één van de imposantste grand cafés van Frankrijk.
De statige gotische kerk St-Jaques De grootte en de weelderigheid ervan zijn afspiegeling van de rijkdom van de reders van Dieppe.
Café des Tribuneaux met zijn klokkentoren boven de Place du Puis Salé
In de voormiddag beslissen we om eens flink te gaan uitwaaien aan de Westerschelde. Onze eerste halte is het plaatsje Paal, om nadien nog een aantal keren langs de dijk te stoppen en te genieten van het wijdse uitzicht met grote schepen die voorbijglijden op de Westerschelde.
De kleine getijdenjachthaven van Paal, die bij laagtij droogvalt.
Enkele sfeerbeelden van 'uitwaaien langs de Westerschelde ...
Tegen de middag rijden we naar 'Philippine', waar we de lekkerste mosseltjes van de lage landen gaan eten in het welbekende mosselrestaurant 'De Oude Haven'.
In de namiddag rijden we naar Hulst waar we eerst een kleine wandeling door de binnenstad maken, maar door een hevige plensbui zien we ons genoodzaakt de rest van de namiddag op een overdekt terras door te brengen. Na het eten klaart de hemel terug open en kunnen we de rest van de wandeling langs de bezienswaardigheden van Hulst nog afmaken.
www.vestingstad.nl
Het Reynaert Monument
Het Stadhuis
Het was in eenen tsinxen daghe. Met deze zin begint het middeleeuwse dierenepos Van den vos Reynaerde, dat in de dertiende eeuw werd geschreven. Het vormt in zijn genre één van de hoogtepunten van de Nederlandse en zelfs van de West-Europese literatuur. Het verhaal handelt over de listige vos Reynaert, die met zijn sluwe streken de waarden en normen uit die tijd een hak zet. Zoals in elk dierenepos zijn de hoofdfiguren dieren, die zich als mensen gedragen. Het verhaal geeft in beeldende taal een geestige en vaak ironische schets van de samenleving en munt uit door een fijne karaktertekening van de personages.
Heilige Willibrordusbasiliek
In het hart van de stad staat de monumentale Willibrordus basiliek, opgetrokken in Brabants-Gotische stijl. Met zijn 60 meter hoge toren, valt hij van ver uit de omtrek te zien. Gelegen op het hoogste gedeelte van Hulst, prijkt de basiliek als het ware boven de vestingstad uit.
Een wandeling over de 3,5 km lange stadswal geeft een fraai uitzicht op de vesting met zijn markante torentjes en aan de andere kant op de stadsgracht en het omliggende landschap.
De 3,5 km lange stadswallen welke zijn aangelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog, zijn recent volledig gerestaureerd. Men kan op verschillende niveaus de vesting helemaal rond wandelen, waarbij men van de mooiste uitzichten kan genieten. Samen met de prachtige stadsgracht geven ze Hulst het unieke cachet van een historische vestingstad.
De stadsmolen van Hulst
Vanaf diverse plaatsen in de vesting kan men aangenaam verrast worden door het plotseling opduiken van deze diverse malen gerestaureerde Stellingmolen met bovenkruier.
De Keldermanspoort, ook wel de Dobbele Poort of Bollewerckpoort genoemd
De 4e (westelijke) stadspoort doet geen dienst meer, maar is wel een hele bijzondere door haar dubbele functie: zowel land- als waterpoort. De poort die voor een groot deel werd verwoest,werd in 1618 met aarde bedekt. In 1952 werden de restanten ontdekt en is de opgraving gestart.
De camperstaanplaats te Hulst
'Hulst: de meest Vlaamse Stad in Nederland' Zo dichtbij, toch in het 'buitenland, en zo mooi. We komen zeker nog eens langs.
Een ideetje voor een volgende keer: de camperstaanplaats te Axel rustig en romantisch in het groen
Na een wandeling door het stadspark en het centrum van de stad, houden we halt bij de Axelse Stadsmolen, één van de weinige historische gebouwen, die bewaard gebleven zijn. Nadat de molen aan het begin van de 20° eeuw ontdaan was van kap en wieken, is hij in 2000 prachtig gerestaureerd en weer in gebruik genomen. Deze molen vormt al eeuwen een belangrijk orientatiepunt in het stadsbeeld van Axel.
Tijdens ons bezoek was de molenaar aan het werk. Jammer genoeg was er te weinig wind om graan te vermalen.
In de namiddag brengen we nog een bezoekje aan een ander monument in Axel:
'De watertoren Kinderdijk'
Deze 12-hoekige watertoren, gebouwd in 1936 is sinds de jaren negentig buiten gebruik gesteld voor drinkwatervoorziening. De toren wordt in stand gehouden als jong industrieel monument (Rijksmonument). Het gebouw is alleen al indrukwekkend vanwege de grote entreehall met een kathedrale hoogte van 28 m. De toren is te beklimmen tot een hoogte van 50 m.
Boven in de toren heeft men een prachtig zicht over de wijde omgeving.
Een van de vroegere drinkwaterreservoers is opgesteld voor het publiek
Na de beklimming (en afdaling), maken we nog een kleine wandeling in de heemtuin rond de watertoren en zetten we koers richting Hulst.
Van zodra papa thuis is, maken we Bobieltje klaar voor een weekendje 'Holland'. Na een tussenstop voor een hapje en een drankje in Adegem (B), zoeken we onze slaapplaats te Sas van Gent op.
De jachthaven van Sas van Gent
Daar het een mooie zomeravond is, maken we nog een wandeling langs de jachthaven en kijken we naar de grote schepen op het kanaal Gent-Terneuzen. Alvorens te gaan slapen, drinken we nog een slaapmutsje op een gezellig terrasje langs de kade.
Gedoogde camperstaanplaats te Kessel-Lo aan de abdij van Vlierbeek
Vandaag brengen we een bezoekje aan Sint-Pieters-Rode, een deelgemeente van Holsbeek. Vooral bekend voor zijn unieke waterburcht, het Kasteel van Horst (= Kasteel van stripheld de Rode Ridder), gelegen in de groene vallei van de Wingebeek, midden in het glooiende Hageland.
Kasteel van Horst: Stenen spiegel van de tijd
Daar het kasteel enkel in de namiddag te bezoeken is, maken we in de voormiddag nog een wandeling van 3 km in de groene omgeving van het kasteel. 's Middags eten we een hapje en proeven we van het plaatselijke 'Horst'bier in het streekgasthof 'het Wagenhuis' aan de ingang van de waterburcht.
Het verhaal van Horst is een puzzel met stukjes uit verschillende eeuwen. In de 15° eeuw bouwde ridder Pynnock de imposante donjon. Hij woonde in deze verdedigingstoren. Na zijn dood werden er 2 vleugels tegen aangebouwd. In de 17° eeuw voerde Gravin Maria-Anna Vanden Tympel belangrijke verfraaiingswerken uit. De adelijke dame liet een wagenhuis bouwen en liet indrukwekkende plafonds beeldhouwen door een befaamde stucwerker. Het kasteel groeide uit tot een 'lusthof' voor de stadsadel van Leuven.
De kinderen maakten gebruik van het Prince-avonturenpakket om verkleed als echte prinsen het kasteel te verkennen
Het verhaal van de spookridder van Horst: Ooit was Amelrijck Pinnock kasteelheer van dit kasteel. Hij vroeg de slotkapelaande vroegmis zo laat mogelijk op te dragen, zodat hij tijd had voor zijn ochtendlijke jachtpartij. Dit ging een tijdje goed tot hij op een dag, bij zijn terugkeer merkte dat de mis al bijna ten einde was. Hij werd woedend en plantte zijn dolk in het hart van de kapelaan. Vandaag nog zou de schim van de wrede Amelrijck 's nachts doorheen de kamers van het kasteel dwalen. Ook zou hij op zijn vurige paard door de omliggende bossen draven, nog steeds op zoek naar zielerust.
De binnenkoer van het kasteel
In de late namiddag keren we terug naar huis en maken we plannen voor een volgende uitstap. Tot dan ...