Vandaag brengen we in de voormiddag een bezoek aan de ondergrondse stad van Naours.
Deze onderaardse stad bestaat uit een, sinds de 3° eeuw, in zachte kalksteen uitgegraven gangenstelsel dat in onveilige tijden als schuilplaats kon dienen. Dit gebeurde onder meer ten tijde van de Noormanneninvasies, de Honderdjarige Oorlog en de Godsdienstoorlogen. Later raakte ze in onbruik tot ze in 1887 herontdekt werden door Abbé Danicourt, een plaatselijke geestelijke. Ze zijn opmerkelijk goed georganiseerd en omvatten 300 kamers, openbare pleinen, stallen, putten, schoorsteen en een kapel. De ondergrondse dorpen werden in de eerste wereldoorlog gebruikt door de Britten en dienden tijdens de tweede wereldoorlog als hoofdkwartier voor de Duitse strijdkrachten. De 28 galerijen en 300 kamers, uitgegraven in de kalksteen van de Picardische hoogvlakte, kunnen 2600 mensen en hun veestapel herbergen. In Picardië worden deze verborgen toevluchtsoorden 'muches' genoemd.
Momenteel is er in de ondergrondse gangen ook een permanente tentoonstelling van oude ambachten.
Buiten bevindt zich een park, waar het mooi wandelen is en de kinderen zich kunnen uitleven in de speeltuin.
Wie spot er de eekhoorn ???
In de namiddag rijden we via Doullens en Hesdin richting kust. In Hesdin houden we even halt voor een korte wandeling door dit plattelandsstadje.
Het Stadhuis en Belfort van Hesdin
Verderop ligt aan de rand van een plateau, dat zich verheft boven de 'Vallée de la Canche', het prachtige, nog volledig ommuurd stadje, vol van 17°/18° eeuwse huizen aan stille klinkerstraatjes: Montreuil. Bij een rondgang over de muren, genieten we van fraaie uitzichten over de daken van Montreuil en op de Vallée de la Canche.
In de namiddag brengen we een bezoekje aan de Zoo van Amiens. Het is soms een hele opgave om te weten hoe bepaalde diersoorten in het Nederlands heten als je enkel een Franse uitleg krijgt. Probeer het zelf maar eens ...
Cobes de Lechwe (vooraan) Zèbres de Chapman (achteraan)
Otaries de Californie
Les suricates
Ocelots
Rare makis
Panda Roux
Tapirs terrestres
Capybaras
Iguanes verts
Eléphants d'Asie (op de achtergrond)
Voor de liefhebbers van de Franse taal, nog enkele bewoners van de zoo:
Les perruches - Les atèles - Les capucins - Les chouettes de Harfang - Les chèvres - Les moutons - Les zébus nains - Les lapins - Les emeus - Les casoars - Les martins chasseurs géants - Les grues couronnées - Les autruches - Les gnous bleus -Les chaunas à collier - Les aras - Les calaos ondulés - Les coatis -Les agoutis - Les tamarins - Les loups à crinière - Les tortues de Floride - Les aigrettes - Les Ibis - Les Saïmiris - Les Ouistitis à toupets blancs - Les Cigognes - ...
Zelfs voor mama en papa was het een zeer leerrijke namiddag.
We bezoeken eerst het historisch stadsgedeelte met de stadstoren en de kathedraal, om daarna de oude wijk Saint-Leu te verkennen.
De Stadstoren van Amiens
Mooi gedecoreerd beeld met horloge in de straten van Amiens
De Kathedraal Notre-Dame van Amiens
Helderheid, perfectie en harmonie van verhoudingen zijn typerende kenmerken van de Kathedraal Notre-Dame van Amiens. Het is het grootste gotische gebouw van Frankrijk (145 m lang en 70 m breed) met het hoogste kerkschip ter wereld (het kan tweemaal de Notre Dame van Parijs bevatten). De kathedraal is een prachtvoorbeeld van gotische kunst met vele beeldhouwwerken.
Een mooi bewaard vakwerkhuis in de buurt van de Kathedraal
Van het historisch stadsgedeelte wandelen we richting de wijk Saint-Leu, oftewel: Het kleine Venetië van het Noorden. Deze pittoreske wijk met kleine huisjes en gekleurde gevels, nodigt uit om wat rond te slenteren. Het oude Amiens, nauw verbonden met het water wordt door vele kanalen (armen van de Somme) doorkruist.
Enkele sfeerbeelden van de wandeling
De wijk Saint-Leu, het kleine Venetië van het Noorden
Lafleur: de held van het traditionele Picardië. Deze marionet is een hevig verdediger van de Picardische taal.
Bij een verkenning van de Sommebaai mag 'St-Valéry' niet worden overgeslagen. Het is een buitengewoon sfeervol plaatsje met een oude, nog grotendeels ommuurde bovenstad. We trekken de ganse voormiddag uit voor een wandeling in het oude stadsgedeelte.
Het oude stadsgedeelte van Ste-Valery sur Somme
Zicht op de baai vanuit het oude stadsgedeelte
Camperstaanplaats in Ste-Valery sur Somme
In de namiddag maken we nog een wandeling van 4 km door de duinen en op het strand van Fort-Mahon-Plage naar Quend en terug. De wandeling 'La dune du Royon' vertrekt op de parking van Fort-Mahon-Plage en leidt ons eerst door de duinen naar Quend om ons dan via het strand terug te brengen naar Fort-Mahon-Plage. We nuttigen nog iets in een plaatselijke taverne en zetten koers huiswaarts.
Le Crotoy - Mers les Bains - Cayeux-sur-Mer - Le Hourdel
Zondag 22 februari 2009
Na een rustige nacht nabij de jachthaven van 'Le Crotoy' en een 'Frans ontbijt', maken we eerst nog een wandeling over de dijk van Le Crotoy en genieten we van het schouwspel van het snel opkomende water.
Het havenplaatsje 'Le Crotoy' was in de middeleeuwen een versterkte plaats met een kasteel. De haven was indertijd van belang voor de visserij en de handel. De Honderdjarige Oorlog maakte een eind aan deze activiteiten. Het kasteel en de muren werden in 1674 op bevel van de Zonnekoning ontmandeld. In de late 19° eeuw groeide 'Le Crotoy' uit tot een bescheiden badplaatsje.
www.tourisme-crotoy.com
Dijk van Le Crotoy
Camperstaanplaats aan de haven van Le Crotoy
In de namiddag zakken we de kust nog een beetje af voor een bezoekje aan een aantal kustplaatsjes. Onze eerste bezoek brengt ons naar 'Mers-Les-Bains', het verste punt van deze reis.
Het is nog net 'Picardie', maar al bijna 'Normandie'.
De rivier de 'Bresle' vormt de grens tussen beide regio's met aan de ene zijde 'Mers-Les-Bains' en aan de andere zijde 'Le Tréport'. Sinds 1872 ontwikkelt 'Mers' zich als badplaats en raakt het in de mode bij een chic publiek van adel, schrijvers en kunstenaars. Rond 1900 verrezen de prachtige villa's langs de zeekant en in de aangrenzende straten. Hier heeft de oorlog gelukkig niet toegeslagen, zodat men nog steeds kan genieten van architectuur uit de 'Belle Epoque' Hoewel Art-Nouveau overheerst, is er op fantasierijke wij gebruik gemaakt van andere stijlelementen zodat er een bont geheel ontstaan is van luifels, erkers, torentjes, houten en smeedijzeren balkons en keramiekdecoraties.
De authentieke, fel gekleurde, 'Bel Epoque' huisjes van 'Mers- Les-Bains'
Vreemd verkeersbord: 'Honden niet ondersteboven houden'
Het kiezelstrand van Mers-Les-Bains is in de zomer populair bij dagjesmensen. Bij eb komt het zandstrand tevoorschijn.
Zicht op de krijtrotsen van le 'Pays de Caux'': vanaf Le Treport' tot aan de monding van de Seine.
De kinderen leven zich nog even uit op een speelpleintje in Mers, en dan keren we langzaam terug noordwaarts.
Acrobaten in actie ...
We rijden terug via de kustlijn en stoppen eerst in 'Ault/Onival', aardige badplaatsjes met een spectaculair uitzicht op de 'falaisekust'.
Hier vreten de golven nog steeds aan de krijtrotsen en elk jaar moeten deze laatsten 30 tot 50 cm prijsgeven aan de zee. Aan dit niet te stoppen proces van erosie, waaraan ook regen en vorst bijdragen, zijn al wegen en zelfs huizen ten prooi gevallen. Ault heeft ook een mooie vuurtoren, die bekleed is met rode en witte keramiektegels.
Nadien houden we halt in 'Cayeux-sur-Mer'.
Dit badplaatsje is enigszins geïndustrialiseerd doordat het belangrijk centrum is voor de winning van kiezels. De naam Cayeux is Picardisch dialect voor het Franse 'cailloux'.
De door noordwaartse zeestromen ontstane kiezelbank strekt zich uit over een lengte van 15 km tussen Le Hourdel en Ault. De laatste zijn de reden waarom op deze plek zoveel kiezels voorkomen. De krijtrotsen ontstonden miljoenen jaren geleden door de opeenhoping van schelpen van dode zeedieren op de zeebodem. Doordat zich in de kalk op sommige plaatsen concentraties siliciumdioxide (= kiezelzuur) ophoopten, werd vuursteen gevormd. Door erosie kwamen deze grillige gevormde brokken vuursteen vrij en belandden aan de voet van de krijtrotsen, waar ze door de golven gevormd werden tot glade eivormige kiezelstenen.
Als badplaats werd 'Cayeux' geboren aan het eind van van de 19° eeuw en het heeft wel iets van de charme uit die tijd behouden. Te midden van de eenvoudige vissershuisjes staan hier en daar aardige, ouderwetse villa's.
Cayeux is ook beroemd om zijn 'Chemin des Planches'. Dit pad van houten vlonders loopt over het kiezelstrand langs een bijna 2 km rij van meer dan 400 kleurig beschilderde, houten badcabines.
Helaas was dit laatste niet zichtbaar eind februari, we zullen nog eens moeten terugkeren in de zomer.
Zicht op de 'kiezelbank' vanuit Onival
Een vissersmonument te Cayeux (wel rare vissen dat ze er vangen ...)
Onze volgende halte is 'Le Hourdel'
Dit vissershaventje op de uiterste zuidpunt van de Baai van de Somme, geeft een beetje het gevoel aan het einde van de wereld te zijn beland.
'Het einde van de wereld'
Wachten op vloed ....
Toch enkele gezellig uitziende visrestaurantjes
Le Hourdel
We eindigen op onze overnachtingsplaats in St-Valery-sur-Somme. Deze staanplaats is gelegen in het rustige de bovendeel van de stad, maar om iets tussen de kiezen te kunnen slaan, moeten we eerst een wandeling maken van een kwartiertje naar het meer bedrijvige benedenstadje met vissers- en plezierhaven langs de Somme. Voor de verandering staat er op het menu 'mosseltjes'.
Ste. Valery sur Somme by Night ... Schilderachtig mooi
Daar wij redelijk fan zijn van 'La Douce France' en we er deze keer voor 3 dagen op uit kunnen trekken, zakken we iets lager de Franse Westkust af voor een bezoek aan de 'Baai van de Somme'.
www.baiedesomme.fr
De 'Baai van de Somme' is de plek waar het zoete water van het estuarium van de Somme en het aan eb en vloed onderhevige zeewater van het Kanaal elkaar ontmoeten. Het is een 70 m² groot gebied, waarvan bij laagwater grote delen droogvallen. Als gevolg van de steeds terugkerende overstroming door het zeewater zijn slikken (door het getij gevormde banken van zand en klei) en schorren (door stroming opgehoogde zand- en kleiafzettingen die enkel nog bij stormvloed onder water komen te liggen en begroeid zijn met grasachtige vegetatie) gevormd.
Na een 3-tal uurtjes rijden via 'les Routes Nationales' bereiken we onze eerste bestemming in deze streek:
'Parc Ornithologique du Marquenterre'
'Le Marquenterre' (afgeleid van 'mer qui rentre en terre') is een natuurreservaat ten noorden van de Baai van de Somme. Het is een land van duinen, kwelders en plassen dat een paradijs is voor trekvogels, te vergelijken met het Zwin.
In het park zijn 3 wandelingen uitgezet van 2 km, 4 km en 6 km. Wij kiezen voor de wandeling van 4 km. Hieronder enkele sfeerbeelden van onze wandeling.
Uitzicht op Le Marquenterre
Om de vogels niet aan het schrikken te maken, kun je ze bespieden vanuit uitkijkposten.
Het zwanenmeer
Ooievaars 'op rust'
Een kleine snip op de oever
Wie vindt de zilverreiger in het struikgewas ???
Een boom waar een specht haar sporen achtergelaten heeft.
In de vooravond zoeken we onze overnachtingsplaats op in het havenstadje 'Le Crotoy'. We maken nog een wandeling door het haventje en zoeken een gezellig restaurantje op om 'mosseltjes' te eten.