30 juni 2008
De eerste helft van de kleren ligt al gestreken in de kast. De tweede helft moet nog volgen, maar ik heb een rustpauze ingelast waarin ik me bijvoorbeeld met de eindafrekening van het moordweekend kan bezighouden.
Ik ben niet goed in het schrijven van verslagen, wat mijn vroegere leerkrachten ook beweerden. (Ik schreef in het begin van het vierde middelbaar een verslag over Pukkelpop. Mijn leerkracht Nederlands vond het zo goed dat hij het wou voorlezen. Toen hij bij het woord noise kwam, las hij het op zijn Frans. Ik rolde haast van mijn stoel.)
J. en ik hadden ons voorgenomen te schrijven tijdens de reis. Ik had daarvoor mijn grijze schrift meegenomen met het gouden stuk papier van een mannetje dat valt. Op zaterdag 14 juni om 17u16 stak ik vrolijk van wal met de volgende zin: J. heeft een fles Contrex-vergif gekocht omdat hij de kwaliteit van het Gentse kraanwater niet vertrouwt. Die dag sloot ik af met Het bevestigt alleen de indruk dat het maken van plannen in die richting een goed idee is.
En dat was het. Toen lag het een week stil. Want er moest een brug gebouwd worden. En rakija gedronken. Een week later werd ik wakker en wist ik dat ik moest schrijven, maar het proza was zo stuntelig dat ik algauw gedichten begon te schrijven en dat ben ik dan maar blijven doen, de rest van de reis lang.
Ik blijf mijn voornemen trouw bij elk gedicht een bondige uitleg te geven, dus hier gaan we dan. Drie gedichten als aftrap.
Toen ik Olga voor het eerst zag in het station van Subotica, wist ik pas helemaal zeker dat het niet meer mis kon lopen. Bij gelegenheid toon ik nog wel eens een foto van Olga die lijkt op de affiche van Hundstage.
Olga
Olga praat zoals ze in de hitte haar T-shirt
uittrekt; trefzeker, geen verzet gewoon.
In Moskou gebeurt het misschien wel vaker dat
vrouwen ouder dan 40 op minutenlange gitaarsolos dansen
of klagen dat er te weinig gedronken wordt, maar hier
zitten alle jongens heimelijk Olga achterna.
Zo protesteert niet. Ze had mijn moeder kunnen zijn.
Dat had ze moeten zijn, waarschijnlijk.
De huizen in Belgrado hebben geen gaten in de muren en er zijn redelijk wat parken. Toch heb je het gevoel dat de stad niet in zichzelf past.
Beograd
hier is het labyrint waarvan ik weet
dat ik er geen uitweg uit vind
de straten dragen rare namen maar
met mijn cyrillisch gaat het verder goed
ik volg je wel, de parken in
en uit, de pleinen op en af, en verder
volg ik je ook, hoedanook,
heb ik bedacht
Hotel Royal kostte 30 euro per nacht per persoon en de eerste nacht dachten we dat er een kakkerlak in de badkamer liep. Ik deed er bijna geen oog dicht. Te veel, te warm, te weinig weerstand en het waren onze laatste nachten in de Balkan, wat op zich al een reden is om niet goed te slapen.
Hotel Royal ***
Welkom in de warmste kamer waar ik ooit sliep.
In het café hiernaast zingt dezelfde zangeres
als de vorige nacht een lied dat waarschijnlijk
nergens over gaat. En toch kan ik het meezingen.
Welkom in de nacht die enkele minuten langer is
dan de kortste nacht die ik net weer heb gehad.
Dit is een persiflage met in de hoofdrol de TV
die een derde van de kamer inneemt.
Welkom in de grootste wirwar die ik ooit bedacht.
Er wonen mensen van wie de gezichten nu al onwerkelijk lijken.
Er plakt een storm tegen het enkel glas die maar niet
wil losbarsten, laat staan gaan liggen.
Wees welkom, wees gezeten.
Er is drank en er is eten.
Dit is een nacht in vrije val.
Dit is Hotel Royal ***.
|