"Geweldig nieuws", dacht ik, toen ik het de eerste keer op een nieuwssite las: "Onderzoekers logen over opwarming aarde". Dat was een week of drie geleden, en in een mum van tijd stond het internet er vol van: hackers hadden de emailserver van het CRU gekraakt, een instelling die onderzoek doet naar de klimaatverandering en een belangrijke rol speelt in het VN-klimaatpanel IPCC. Tussen de duizenden emails hadden ze berichten gevonden waaruit zou blijken dat het CRU gesjoemeld had met gegevens waarmee de opwarming wordt aangetoond. De conclusie lag voor de hand: die hele klimaatverandering is één groot bedrog!
Geweldig nieuws, niet alleen omdat dat zou betekenen dat ik me geen zorgen meer zou moeten maken over mijn persoonlijke CO2-uitstoot (toch weer met het vliegtuig op vakantie!), maar vooral omdat dat het toekomstperspectief van de miljarden mensen in het Zuiden, die het grootste slachtoffer van de klimaatverandering leken te worden, plots een stuk rooskleuriger zou maken.
Op zoek dus naar die emails, in de hoop op bevestiging.
De cruciale email, de basis waarop de beschuldigingen van manipulatie en bedrog werden gebouwd, klinkt als volgt:
Phil Jones (CRU): "I've just completed Mike's Nature trick of adding in the real temps to each series for the last 20 years (ie, from 1981 onwards) and from 1961 for Keith's to hide the decline".
Aha! Hide the decline! Voor een aanzienlijk deel van klimaatsceptische bloggers volstonden deze drie woorden: in werkelijkheid is er helemaal geen temperatuursstijging, maar wel een -daling, die blijkbaar door die klimaatbedriegers bewust wordt weggemoffeld!
Jammer alleen dat de "decline" in deze zin niet slaat op een daling van de temperatuur, maar wel op een daling van de dikte van boomringen (in sommige gebieden). Om te begrijpen wat boomringen doen in een mail van een klimaatwetenschapper, moet je inzien hoe onderzoekers proberen iets te weten te komen over de temperatuur op aarde in de periode vóór er thermometers bestonden. Zij gebruiken daarvoor "proxies", andere gegevens die een bepaald verband vertonen met de temperatuur. Als men dat verband kent, kan men op basis van de proxy een schatting van de temperatuur maken. Boomringdikte is een voorbeeld van zo'n proxy: hoe warmer de zomer, hoe breder doorgaans de ring, en dus kan men de temperatuur van eeuwen geleden proberen te reconstrueren door de dikte van de ringen van oude bomen te bestuderen. In de klimaatwetenschap worden tientallen van dergelijke proxies gebruikt (naast boomringen bijvoorbeeld ook ijslagen, koralen, enzovoort), en samen laten deze toe om een min of meer nauwkeurig beeld te krijgen van de temperatuursevolutie over langere termijn.
Voor de periode na 1850 is zo'n reconstructie uiteraard minder relevant, aangezien er daarover wel met thermometers gemeten temperaturen beschikbaar zijn.
Waar Phil Jones het in zijn mail nu over heeft, is wat men "het divergentieprobleem" noemt. Voor ongeveer de eerste 100 jaar waarover men temperatuursmetingen heeft, komen boomringdiktes goed overeen met de gemeten temperaturen. Vanaf 1960 echter gebeurt er iets eigenaardigs: in sommige gebieden - meer bepaald in de hogere breedtegraden op het noordelijk halfrond - stijgt de temperatuur, maar dalen de boomringdiktes. Betekent dat dat het daar kouder wordt? Uiteraard niet: de thermometers zijn daarover formeel, en thermometers zijn veel betrouwbaarder meetinstrumenten dan boomringdiktes.
"Adding in the real temps" betekent niet veel meer dan dat een onderzoeker er de voorkeur aan heeft gegeven om voor de recente decennia de werkelijke temperaturen (real temps) te gebruiken, en niet de temperatuur zoals die indirect zou kunnen worden bepaald door te kijken naar boomringdiktes. (Hij noemt dit een "trick" - als wiskundige kan ik beamen: dat wordt door wetenschappers doorgaans gebruikt als men spreekt van een handigheidje, niet om te doelen op een mysterieuze verdwijntruuk.) Het is het gebruik van de stijgende (!) werkelijke temperaturen dat "hides the decline" van de boomringdiktes - m.a.w. deze zin bevestigt enkel maar dat de werkelijke temperatuur sinds 1960 is gestegen.
Een koude douche alvast voor de hoopvolle scepticus in mij: het is de voorbije decennia ontegensprekelijk warmer geworden - daar verandert dit citaat helemaal niets aan, integendeel.
Toch lijkt er meer aan de hand, want als boomringdiktes worden geacht te correleren met temperaturen, hoe kan het dan de werkelijke temperatuur sinds 1960 is gestegen, terwijl de boomringdiktes in sommige gebieden gedaald zijn? En als boomringdikte blijkbaar niet altijd goed correleert met temperatuur, mogen we haar dan nog wel gebruiken als proxy om de temperatuur te reconstueren voor de periode van vóór er thermometers zijn?
Dit is een kwestie die - nota bene door het CRU zelf! - al uitvoerig is onderzocht, en wel in alle openbaarheid (zoals in dit Nature-artikel). Er zijn een aantal goede redenen om aan te nemen dat de divergentie na 1960 een uitzondering is: de eerste 100 jaar van temperatuursmetingen was er nog wél een goede correlatie, de divergentie treedt enkel op een beperkt aantal plaatsen, en vooral: in de eeuwen voor 1850 kwam boomringdikte goed overeen met andere proxies, en in die proxies is de recente divergentie niet te zien en staan dus niet ter discussie. (De reden voor die recente divergentie zou bijvoorbeeld kunnen liggen in andere factoren die de dikte van een boomring beïnvloeden en die in de loop van de 20ste eeuw gewijzigd zijn, zoals de luchtkwaliteit.)
Over wat er precies aan de hand is, bestaat er echter nog geen consensus. Als het gebruik van boomringdiktes als proxy noodzakelijk zou zijn om de uitzonderlijkheid van de huidige opwarming mee aan te tonen, zou een dergelijk nog niet volkomen begrepen probleem vervelend kunnen zijn. Maar is dat ook zo?
Wel, de klimaatwetenschap heeft zelf al lang het antwoord gegeven, en dat is luid en duidelijk: nee. Oók als men geen boomringdiktes als proxy gebruikt, kan men immers de historische temperatuur over vele eeuwen reconstueren, op basis van al die andere proxies. Men hééft dat ook al lang gedaan, en dat gaf precies hetzelfde resultaat: de huidige temperatuursstijging is zonder meer uitzonderlijk. Zelfs als er een probleem zou zijn met het gebruik van boomringdiktes als proxy, zet dat de klimaatwetenschap dus geenszins op losse schroeven. Zie bv. http://www.pnas.org/content/early/2008/09/02/0805721105.abstract:
We reconstruct surface temperature at hemispheric and global scale for much of the last 2,000 years using a greatly expanded set of proxy data for decadal-to-centennial climate changes, recently updated instrumental data, and complementary methods that have been thoroughly tested and validated with model simulation experiments. Our results extend previous conclusions that recent Northern Hemisphere surface temperature increases are likely anomalous in a long-term context. Recent warmth appears anomalous for at least the past 1,300 years whether or not tree-ring data are used. If tree-ring data are used, the conclusion can be extended to at least the past 1,700 years, but with additional strong caveats.
OK, maar als het divergentieprobleem niet kritisch is voor de klimaatwetenschap, waarom proberen klimaatwetenschappers het dan "weg te moffelen", zoals "hides" zou kunnen suggereren?
Het antwoord is: er wordt helemaal niets weggemoffeld. Over het divergentieprobleem wordt al jaren uitgebreid geschreven, en niet zomaar op één of andere website of in een onverstaanbaar artikel uit de vakliteratuur (Biffra), maar gewoon, open en bloot, in het meestgelezen rapport over de klimaatverandering ter wereld, namelijk het IPCC-rapport zélf!
"Several analyses of ring width and ring density chronologies, with otherwise wellestablished sensitivity to temperature, have shown that they do not emulate the general warming trend evident in instrumental temperature records over recent decades, although they do track the warming that occurred during the early part of the 20th century and they continue to maintain a good correlation with observed temperatures over the full instrumental period at the interannual time scale (Briffa et al., 2004; DArrigo, 2006). This divergence is apparently restricted to some northern, highlatitude regions, but it is certainly not ubiquitous even there. In their large-scale reconstructions based on tree ring density data, Briffa et al. (2001) specifically excluded the post-1960 data in their calibration against instrumental records, to avoid biasing the estimation of the earlier reconstructions (hence they are not shown in Figure 6.10), implicitly assuming that the divergence was a uniquely recent phenomenon, as has also been argued by Cook et al. (2004a). Others, however, argue for a breakdown in the assumed linear tree growth response to continued warming, invoking a possible threshold exceedance beyond which moisture stress now limits further growth (DArrigo et al., 2004). If true, this would imply a similar limit on the potential to reconstruct possible warm periods in earlier times at such sites. At this time there is no consensus on these issues (for further references see NRC, 2006) and the possibility of investigating them further is restricted by the lack of recent tree ring data at most of the sites from which tree ring data discussed in this chapter were acquired."
Dat is nu eens wat men noemt een evenwichtige uitleg van de divergentiekwestie: men geeft aan wat het probleem is, én men geeft ook aan dat er nog verschillende meningen bestaan over de precieze oorzaak. (Zoals al gesteld: wat precies die oorzaak ook is, het probleem is verder niet kritisch voor de bewering dat de huidige warmte uitzonderlijk is!) (Dit is trouwens ook een mooie: de divergentiekwestie "verborgen" in een klimaathandboek.)
Samengevat: het IPCC schrijft dus in haar meest gelezen rapport open en bloot over het probleem dat ze volgens de klimaatsceptici proberen te "verbergen"?
Ofwel zijn ze daar bij het IPCC écht oerdom, ofwel lullen die sceptici maar wat raak. U mag zelf kiezen.
En dat maakt het uiteindelijk allemaal nog wat somberder. De klimaatverandering is nog altijd even waarschijnlijk, en de mensen in het Zuiden zullen er nog steeds het grootste slachtoffer van worden. Daar verandert "Climategate" niets aan. Erger nog, door de hele heisa zal het draagvlak om dat te voorkomen, wellicht alleen maar kleiner worden. Want hoe inhoudsloos ook, Climategate levert de perfecte soundbites om mensen die zich niet beter informeren, te laten twijfelen aan de opwarming van de aarde. Mensen worden jammer genoeg sneller overtuigd door goedbekkende maar lege leuzes, dan door wetenschappelijk onderbouwde maar complexe argumenten. "Hide the decline" - dat zegt toch genoeg? (Sceptici verkopen ondertussen al T-shirts met dat motto...) Wie kan het dan nog iets schelen dat er helemaal geen temperatuursdaling is, of dat de klimaatwetenschap helemaal niets verborgen houdt? We gaan de feiten dit geweldig verhaal toch niet laten verpesten?
Als ik ooit reïncarneer, dan hoop ik dat ik terug op aarde kom zonder geweten. Want wat een last is me dat soms, dat geweten. Waarom ontzeg ik mij dingen, zonder dat ik er zelf beter van wordt, terwijl de mensen om me heen er in slagen door te gaan met onwetend genieten? Hoe heerlijk moet het leven wel niet zijn als je kan vliegen, vlees eten en autorijden zonder schuldgevoel? Vroeger ja, toen werd je aan de hemelpoort nog wel eens afgerekend op een zuiver geweten, maar nu ze de hemel hebben opgedoekt en er niets anders overblijft dan het hier en nu, is een geweten vooral een ongelooflijk nadeel: je zet er jezelf maar mee in de zak.
Eén voorbeeld: vliegtuigreizen. Van het vermelde kwaad is het vliegtuig zonder twijfel het vervelendste. Aan de meeste zaken die je om morele redenen laat, kleeft ergens altijd nog wel een voordeel voor jezelf. Vegetariërs leven langer en autorijden is best duur, terwijl fietsen je in conditie houdt. Niet zo met vliegtuigreizen: weigeren om het vliegtuig te nemen brengt je helemaal niets op. Ik kom graag in andere landen, ik zou eigenlijk de hele wereld wel eens willen zien - maar de trein is nu eenmaal beperkt in bereik en snelheid. Voor mij dus geen weekendje Barcelona noch 14 dagen Latijns-Amerika, ook al zou ik dat heel graag willen. (Niet te negatief doen: met de trein geraak je heus wel in Spanje, alleen niet voor één weekend. En één vliegtuigreis om de 15 jaar is misschien ook nog net verdedigbaar, alleen niet als jaarlijkse gewoonte, en dus zal je moeten kiezen waar je écht het liefste heen wil - en kiezen is verliezen.)
Hoe je het dus ook draait of keert: weigeren om te vliegen komt neer op jezelf iets ontzeggen. En ja, er bestaan heel goede redenen om niet te vliegen: het is bijvoorbeeld rampzalig voor het milieu (allemaal heel bevattelijk gemaakt op http://www.ecopassenger.com, waar je per tripje kan narekenen hoeveel CO2 je de lucht inpompt - maar ik betwijfel of cijfers indruk maken op vliegverslaafden). Ik ken wel de drogredenen om toch te blijven vliegen ("die vliegtuigen vliegen toch", "ze moeten vliegreizen maar duurder maken" , ...), alleen: ik heb nooit het gevoel dat mijn vliegverslaafde vrienden die drogredenen zelf écht geloven(*). Er speelt hier iets van een heel ander niveau: "ignorance is a bliss". Kijk de andere kant uit, negeer vervelende informatie - en check in.
Dus daar sta je dan, als eenzaat (met vir erbij als tweezaat, en sinds ik van mijn schoonbroer iets gelijkaardigs hoorde: driezaat), jezelf iets te ontzeggen terwijl de rest vrolijk doorvliegt, zonder dat het je persoonlijk iets opbrengt (want van dat ietsiepietsie betere milieu waar jij voor zorgt, profiteren zij natuurlijk even goed mee, terwijl jij even veel last hebt van hun vieze lucht).
Daar kan ik soms behoorlijk droef van worden: wat een rotgevoel!
Want waarvoor doe je het dan nog? Omdat ik niets anders kan, omdat ik mijn dochter niet in de ogen zou kunnen kijken en zeggen: daar heeft je papa aan meegedaan? Och, die vliegers zijn vaak heel sympathieke, bezorgde, eerlijke mensen, en die kunnen dat blijkbaar wél! (En dan nog, ooit ga je dood en je dochter en alle andere mensen voor wie je het uiteindelijk zou doen óók, en dan blijft er niets meer over van al dat gedoe over moreel goed en moreel slecht.) Dus waarom kan ik nu niet gewoon doen waar ik zin in hebt, zonder rekening te houden met morele bezwaren? Waarom kan ik niet gewoon mee genieten van het feit dat de zondvloed altijd ná ons komt?
Misschien kunnen jullie, de vliegeraars, carnivoren of automobilisten, het mij wel leren: hoe doen jullie dat? Hoe nemen jullie 1 of 2 keer per jaar het vliegtuig, en voelen jullie daar toch geen schaamte bij? Hoe houden jullie het schuldgevoel op afstand, met een levensstijl waarvan je wéét dat ze anderen / de aarde kapot maakt?
Leer mij vliegen, alsjeblieft. Tips zijn welkom onder "reacties" - of per luchtpost. Misschien dat ik het, dankzij jullie, op een dag ook kan. Dan kunnen we samen, in Mexico, gaan barbeque'en.
Ik trakteer.
(*) Al klopt het natuurlijk dat een groot deel van de oplossing niet individueel is, maar instuitutioneel: de overheid moet vliegtuigreizen (en ander ongewenst gedrag) duurder maken. Alleen is dat geen reden om je persoonlijk gedrag vorlopig maar niet te moeten aanpassen. Stel je voor dat er een weg is waarvan je wéét dat de toegelaten snelheid daar veel te hoog ligt, en dat daar veel kinderen spelen. In principe zou je daar ook kunnen zeggen: het is aan de overheid om de toegelaten snelheid daar lager te leggen, dus zolang die dat niet doet, blijf ik er vlammen, ook al weet ik dat de kans dat er een kind onder mijn wielen komt erg groot is. Naar ik hoop zullen de meeste mensen die redenering immoreel vinden, en zullen ze hun snelheid ook zelf al aanpassen ook al zou een opgelegde snelheidsverlaging efficiënter zijn. Dat vliegen duurder moet worden is waar, maar het is geen excuus omp zelf niets te doen. Andersom focussen politieke partijen soms teveel op individuele gedragsverandering, terwijl ze de structurele zaken die zij net zouden moeten aanpakken te weinig aandacht geven.
Vijf weken geleden werd ik papa. De voorbije maand is zonder twijfel één van de meest ingrijpende periodes van mijn leven geweest, vol euforie, vermoeidheid en een warm gevoel van plotse verantwoordelijkheid. Ik ben doorgaans niet zo dol op Grote Gevoelens, maar wat ik voor mijn dochtertje voel is werkelijk onbeschrijflijk: echte, onvoorwaardelijke liefde.
Het is wellicht dit soort verheven gevoelens dat sommigen doet vermoeden dat er meer moet zijn dan enkel materie. Als wij niet meer zijn dan een (weliswaar zeer complexe) ordening van dode chemische moleculen, waarom voel ik dan zo intens al die heerlijke dingen die ik voel? Het doelloze, zielloze principe van natuurlijke selectie enkel de sterksten overleven - lijkt geen verklaring te bieden voor dat unieke, prachtige gevoel van ouderliefde, waardoor je in staat bent jezelf volledig weg te cijferen voor dat kleine mensje, dat toevallig je dochtertje is.
Natuurlijk kan het dat wel. Het is niet zo ongelooflijk moeilijk in te zien dat ouderliefde een prima manier is om te zorgen voor meer nageslacht, het uiteindelijke doel van al wat leeft. Preciezer uitgedrukt: genen die ervoor zorgen dat de drager ervan op slag verliefd wordt op zijn kinderen, zorgen ervoor dat die kinderen verzekerd zijn van de noodzakelijke bescherming, voedsel en warmte van hun ouders, en verhogen daardoor de levenskansen van de kinderen. En omdat die kinderen de genen van hun ouders erven, verhogen genen voor ouderliefde onrechtstreeks hun eigen overlevingskansen - en zijn ze erg succesvol in de genenpoel.
Die prachtige, warme ouderliefde wordt door de biologie dus gereduceerd tot het goedbegrepen egoïsme van een stel genen (egoïsme uiteraard in metaforische zin, want genen denken niet; genen zijn egoïstisch omdat genen die lichamen maken die niet voor 100% gericht zijn op de eigen reproductie, minder kans hebben zich te reproduceren; genen zijn dus egoïstisch omdat niet-egoïstische genen eenvoudig worden weggewied; het egoïsme kan bovendien welbegrepen zijn, soms is het bijvoorbeeld succesvoller om bondgenootschappen aan te gaan dan alles zelf te willen hebben). Sommigen hebben het moeilijk met die conclusie, omdat ze vinden dat het mooie oudergevoel er helemaal door ontheiligd wordt. Ik ben het daar nooit mee eens gewees, omdat het berust op een verwarring van de genetische achtergrond van het bewustzijn met dat bewustzijn zelf. Wat ik voel is échte liefde, geen goedbegrepen egoïsme: uiteraard denk ik niet ik zal maar voor haar zorgen, omdat zij de helft van mijn genen draagt. Maar de verklaring van wat ik voel, de reden dat de moleculen in mij zó geordend zijn dat bij het zien van mijn kindje allerhande chemische stoffen vrijkomen die mij een warm en liefdevol gevoel geven, is wel degelijk evolutionair: die moleculen zijn precies zo geordend omdat genen die coderen voor een andere, minder kindvriendelijke ordening, minder succesvol zullen zijn (wegens minder overlevingskansen voor hun nageslacht) en dus zullen worden weggewied door natuurlijke selectie.
Nu, the proof of the pudding is the eating: ben ik anders over ouderliefde gaan denken nu ik er zelf deelgenoot aan ben? Ik kan mezelf, en mijn fans, gelukkig geruststellen: geenszins. Meer zelfs: integendeel. Ik vind het eigenlijk een ongelooflijk goede grap dat ik al dit moois mag beleven, enkel en alleen omdat de domme, doelloze kracht van de natuurlijke evolutie miljoenen jaren de tijd heeft gehad om dit soort gevoelens in mij te programmeren. Ouderliefde ontdoen van al het metafysische gebrabbel leidt dus niet alleen geenszins tot ontheiliging, maar het geeft een al erg mooi verhaal ook nog eens een heel goed gevonden pointe.
Want dat dit prachtige gevoel enkel en alleen is ontstaan door het volgehouden egoïsme van een stel genen: een mens kan ook dáár toch enkel warm van worden?
Als overtuigd vegetariër en melkverlater (en als vrijwilliger bij de organisatie in kwestie) ben ik het doorgaans volmondig eens met de standpunten van EVA, het Ethisch Vegetarisch Alternatief. Doorgaans. Want in de onlangs in de krant en op de radio gevoerde discussie over melk, ergerde ik me bijna een indigestie aan één van de door ons gebruikte argumenten. Dat wringt natuurlijk - vandaar deze blog.
Wat me in het bijzonder stoorde, waren de conclusies die werden gekoppeld aan het voorkomen van lactoseintolerantie. Een korte toer op het web leert dat het argument niet door EVA werd bedacht het argument doet het blijkbaar erg goed doet onder veganisten maar in ons persbericht werd het als volgt verwoord:
Zon 75 % van de wereldbevolking verdraagt geen melk: een voldoende reden om ons ten minste even af te vragen of melk wel degelijk zon fantastisch voedingsmiddel is voor mensen.
Om te beginnen: ik begrijp de causaliteit in deze zin niet. Waarom zou het voorkomen van lactose-intolerantie bij drie kwart van de mensheid iets zeggen over de waarde van melk als voedingsmiddel voor dat andere kwart (en over dat andere kwart gaat het natuurlijk bij de promotie van zuivel)? Dat sommigen geen melk kunnen verteren, hoeft toch helemaal niet te betekenen dat melk ook voor anderen geen mooie bron van allerlei voedingsstoffen kan zijn?
Zelfs daarvan afgezien is de redenering biologisch gezien gewoon onjuist. Meer zelfs: als je dan toch zo nodig een conclusie wil koppelen aan het voorkomen van lactoseintolerantie, dan zou die vanuit biologisch perspectief net moeten zijn dat melk wel degelijk een fantastisch voedingsmiddel vormt precies het tegenovergestelde van wat EVA suggereert! Om dat in te zien, herhaal ik even wat lactoseintolerantie precies is.
Elk organisme heeft een bepaald enzym (lactase) nodig om melksuiker (lactose), dat in hoge concentraties in de moedermelk van zoogdieren voorkomt, af te kunnen breken. Bij zijn geboorte produceert iedere mens in voldoende hoeveelheden lactase. Dat moet ook wel: een baby kan zonder lactase geen melksuiker en dus ook geen moedermelk verteren, en dat stelt voor zo'n borstzuigende ukkepuk natuurlijk geen klein probleem. Bij sommige mensen stopt de productie van lactase na verloop van tijd zij worden lactoseintolerant - terwijl het lichaam van anderen wél lactase blijft aanmaken zij blijven lactosetolerant.
Vanwaar komt nu dat verschil tussen die twee groepen? Vóór de mens aan landbouw en veeteelt begon te doen, werd iedereen na verloop van tijd lactoseintolerant. Dat valt biologisch gezien eenvoudig te begrijpen: moeders stoppen na een tijdje met het produceren van melk (op zijn beurt om duidelijke evolutionaire redenen), en waarom zou ons lichaam energie blijven verspillen aan de aanmaak van een enzym dat toch nergens meer toe dient? Op volwassen leeftijd toch nog lactosetolerant blijven, was in die tijd biologisch gezien nutteloos - en dus kwam het niet voor. De ontwikkeling van de veeteelt veranderde echter de zaak. De jagers-verzamelaars die 10.000 jaar geleden begonnen dieren te houden, merkten immers dat niet alleen het vlees van de dieren voedzaam was, maar dat ook de melk van moederdieren veel stoffen bevatte die ze goed konden gebruiken - 't is te zeggen, tenminste die leden van de stam wiens lichaam het witte goedje kon verteren, de nog lactosetolerante kinderen met andere woorden.
De kinderen die het langst lactosetolerant bleven, konden 't langst van die melk drinken. En nu komt het: blijkbaar was die melk zó voedzaam dat kinderen met een lange lactosetolerantie evolutionair in het voordeel waren: ze hadden hogere overlevingskansen en brachten gemiddeld meer nakomelingen voort. Die nakomelingen erfden van hun ouders uiteraard de genetische aanleg om relatief lang lactosetolerant te blijven, waardoor ze weer betere overlevingskansen hadden, meer nakomelingen kregen, die elk weer enzovoort. Natuurlijke selectie zorgde er dus voor dat opeenvolgende generaties steeds langer lactosetolerant bleven totdat ze 't uiteindelijk hun leven bleven. Europeanen die massaal vee hielden - werden daardoor op termijn levenslang lactosetolerant, terwijl de oorspronkelijke bewoners van Amerika, waar geen grote zoogdieren voorkwamen en waar dus geen gratis dierenmelk voorhanden was om de natuurlijke selectie naar lactosetolerantie in gang te zetten, lactoseintolerant bleven. (Ik las deze week toevallig nog een anekdote over een Europese ontdekkingsreiziger die bij zijn eerste bezoek aan Amerika een inheems opperhoofd nietsvermoedend een kop warme melk aanbood als blijk van goodwill, waarna die lactoseintolerante Amerikaan uiteraard ziek werd, concludeerde dat men hem probeerde te vergiftigen, en er uiteindelijk een jarenlange oorlog van kwam. Had die man maar deze blog gelezen...)
Als we dus toch iets willen concluderen uit het voorkomen van lactoseintolerantie, dan zou het net moeten zijn dat melk - ook op latere leeftijd - bijzonder voedzaam is. Aan het vermogen om melk ook op latere leeftijd te kunnen verteren, moet klaarblijkelijk een duidelijk evolutionair voordeel hebben gekleefd, want het werd door natuurlijke selectie opgepikt en verspreid - de mensen die het vermogen bezaten, produceerden blijkbaar meer nakomelingen. Bij veehoudende stammen tenminste - bij stammen die geen melk tot hun beschikking hadden, was die eigenschap uiteraard nutteloos en werd ze dus niet geselecteerd.
Heel vreemd dus dat volgens EVA het voorkomen van lactoseintolerantie ons zou moeten doen twijfelen over de voedingswaarde van melk. Hoe kan dat niemand dat daar opmerkt bij EVA werken toch geen domkoppen? Ik weet het niet zeker, maar ik vrees dat het te maken heeft met de manier waarop (jammer genoeg) heel veel vegetariërs zich voorstellingen maken van de natuur. Tobias van EVA verwoordt het als volgt in z'n radio-optreden (dat verder overigens zeer verdienstelijk was, ik zou het zelf niet kunnen):
De mens is het enige zoogdier dat systematisch de moedermelk van een andere diersoort als voeding gebruikt. Dat geeft toch een indicatie dat zuivel geen onderdeel van onze voeding moet zijn? Het zou toch wel heel gek zijn van Moeder Natuur om een systeem georganiseerd te hebben waarin wij afhankelijk zouden zijn voor onze gezondheid van de moedermelk van een andere diersoort.
Of in dezelfde categorie, op de site van dierenrechtenclub Bite Back:
Het overgrote deel van de wereld wordt ziek van het drinken van melk. Behalve bij de Europeanen en Noord-Amerikanen: zij zijn zo geëvolueerd dat ze melk kunnen blijven drinken. Maar was dat wel de bedoeling van Moeder Natuur? Koemelk is bedoeld voor het kalf, net zoals moedermelk is bedoeld voor de baby.
Twee keer Moeder Natuur op het toneel, en twee keer gaan mijn tenen krullen. Want twee keer refereren de vegetarische auteurs aan een doelmatige natuur, met bedoelingen die zeker niet al te gek mogen zijn! Als er nu iets is wat ik als de centrale les van de evolutietheorie beschouw, dan is het wel de volstrekte ondoelmatigheid van de natuur (of eigenlijk: van het leven). De natuur hééft geen inherente bedoelingen, de natuur kent alleen feitelijkheden. Een melkklier kan het niets schelen of de melk die ze produceert wordt gedronken door een mensenkind dan wel door een kalf, een melkklier produceert gewoon melk (omdat ze daartoe geprogrammeerd werd door haar genen, die zelf dan weer door de evolutie geselecteerd werden omdat ze feitelijk in het voordeel van de drager bleken te werken niet omdat het de natuur haar bedoeling was dat kalfjes uiteindelijk melk zouden drinken). En andersom kan het ons lichaam werkelijk niets schelen of een voedzame vloeistof afkomstig is uit de melkklieren van een mens dan wel uit die van een andere soort: het enige wat voor ons lichaam écht telt, is of het haar de energie levert waarmee het via allerlei omwegen, natuurlijk uiteindelijk haar kans op nakomelingen vergroot.
Het laatste deel van Tobias' citaat doet tot slot nog meer wenkbrauwen fronsen. Waarom zou in hemelsnaam onze gezondheid niet wel kunnen varen bij (of zelfs afhankelijk zijn van) moedermelk van een andere diersoort? Met uitzondering van borelingen lijkt het me nogal de essentie van voedsel dat het doorgaans gaat om zaken die door andere levensvormen werden geproduceerd. De bladeren, weefsels, zaden of vruchten van planten lijken me in heel veel gevallen prima voedingsbronnen, ook al werden ze door een andere levenssoort geproduceerd (en hadden ze voor die plant een heel andere biologische functie (zich voortplanten, of aan fotosynthese doen, bijvoorbeeld) dan hun uiteindelijke bestemming, namelijk om door mij te worden geplukt en gegeten).
Betekent dit allemaal dat ik morgen weer lustig melk begin te drinken? Geenszins. Er zijn tal van goede argumenten te bedenken tégen melk, zoals dierenwelzijn (slechte leefomstandigheden, kalfjes die moeten worden geslacht om de melkproductie op peil te houden) en ecologie (mest, broeikasgasuitstoot). En zelfs voedingskundig zou het kunnen dat er iets te zeggen valt voor geen melk, en zeker voor minder melk al ben ik te weinig specialist om dat echt ten gronde te kunnen beoordelen. Alleen: als je wil weerleggen dat melk een goeie voedingsbron is, gebruik dan wetenschappelijke argumenten: ontleed de scheikundige samenstelling van melk bijvoorbeeld (hoeveel calcium en eiwitten zitten er in, hoe gemakkelijk zijn die door ons lichaam op te nemen?), of door na te gaan of veganisten gemiddeld gezonder of minder gezond zijn dan ovo-lacto-vegetariërs of omnivoren. Maar laat die nietszeggende of zelfs ronduit foutieve onzin over lactose-intolerantie en gekke bedoelingen van Moeder Natuureen volgende keer alsjeblieft achterwege.
Een discours is immers maar even goed als haar slechtste argument.
Wat is poëzie? Geen idee, maar probeer eens met een stel vergelijkingen, en laat die elkaar dan telkens weer tegenspreken, tot je op het eind een troostend gebrek aan antwoord overhoudt.
Zoals.
Wat is leven? Geen idee, maar alles begint met een vlekje in de duisternis, te klein om het niet te zien, te stil om het niet te horen, te fijn om het niet te voelen
Tsjernobyl als Pompeï - een reis door niemandsland
Iets helemaal anders, of eigenlijk ook weer niet...
Toen in 1986 de kerncentrale van Tjernobyl explodeerde, werd een hele regio plots zwaar verontreinigd en dus onleefbaar gebied. 20 jaar later is nog steeds een heel stuk van Oekraïne en Wit-Rusland "verboden zone", waar je enkel in mag als je er niet te lang blijft. In die spooksteden is de tijd sinds '86 blijven stilstaan: er leeft geen mens meer, alles is vervallen en verwilderd.
Op haar foto's zie je klaslokalen en kinderdagverblijven in de staat zoals ze 20 jaar geleden door vluchtende kinderen werden achter gelaten (let op het mini-gasmasker) en hoe het basketbalpleintje en het reuzenrad van de stad tevergeefs wachten op bezoekers.
De voorbereidingen voor de 1 mei-parade (de reactor ontplofte een paar dagen eerder, op 26 april) liggen voor eeuwig klaar, terwijl een boom ondertussen al tijd genoeg heeft gehad om zich door het portiek te boren.
Je kon het voelen aankomen, maar daarom is het niet minder gortig: kernenergie is weer helemaal terug.
In 1999 kwam een paars-groene regering nochtans overeen kernenergie geleidelijk af te bouwen (wat wettelijk werd vastgelegd in 2002). Dat was in feite helemaal geen radicale keuze: er ging immers geen enkele kerncentrale meteen dicht. Het enige wat men afsprak, was dat de levensduur van de bestaande kerncentrales zou worden begrensd op 40 jaar en dat men er geen nieuwe meer zou te bouwen. Dat betekende in de praktijk dat de eerste (en kleinste) centrales pas dicht zouden gaan in 2015, terwijl de laatste (en grootste) centrales tot in 2025 mochten blijven draaien.
We zijn nu een paar jaar later, en steeds luider klinkt de roep om het pad naar die kernuitstap te verlaten. Niet alleen wil men de timing uitstellen, steeds meer mensen pleiten ervoor om opnieuw in kernenergie te investeren en op termijn dus ook weer nieuwe centrales te bouwen. Electrabel, dat als exploitant van de centrales het meeste voordeel heeft bij méér kernenergie, riekt uiteraard zijn kans. Ongetwijfeld heeft iedereen de campagne van het Nucleair Forum onlangs wel gezien. Ik ga het hier niet hebben over het bedenkelijke feit dat deze dure campagne (via het SCK en het NIRAS) gedeeltelijk gefinancierd werd met overheidsgeld waardoor de overheid dus geld uitgeeft om haar eigen beleid te ondergraven (officieel is men immers nog altijd niet teruggekomen op de kernuitstap). Ik zal ook de misleidende werkwijze (waarbij een reclameboodschap wordt verpakt als forum waarop tegenstanders dan natuurlijk allerhande dingen in de mond worden gelegd) onvermeld laten. Waar het mij vooral om te doen is, is de recuperatie van het ecologische argument in de hele discussie.
Eén van de slogans waarmee Electrabel uitpakt, is u bent voor kernenergie, want u wil uw kinderen de opwarming van de aarde besparen. Deze slogan wordt onderbouwd door te bewering dat het bijzonder moeilijk zal zijn om én aan de Kyotoverplichtingen te voldoen én de kerncentrales te sluiten. Dit pro-argument wordt gebruikt om een contra-argument (u bent tegen kernenergie, want u eil uw kinderen het kernafval besparen) mee van tafel te vegen. De redenering is dus dat de negatieve kanten van kernenergie (het afvalprobleem, de foutonvriendelijkheid, de afhankelijkheid van een nieuwe en evengoed eindige energiebron) uiteindelijk niet opwegen tegen het feit dat kernenergie ons zal helpen de opwarming van de aarde binnen de perken te houden.
Maar wacht eens even... Kyoto gaat toch niet over kerncentrales? Nee, natuurlijk niet. Kyoto gaat over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. Het broeikasgasprobleem is in de eerste plaats een probleem van de Westerse levenswijze, van overconsumptie. Het punt is dan ook niet dat er bij de productie van elektriciteit in kerncentrales minder CO2 vrijkomt dan bij de productie van elektriciteit in steenkoolcentrales (maar meer dan uit een windturbine). Het punt is dat wij elk jaar méér elektriciteit denken nodig te hebben. Dat wij elk jaar méér met de auto rijden, en dat niemand zich lijkt te schamen met het vliegtuig op vakantie te gaan. Sinds 1990 is de uitstoot door transport (ondanks alle onzin over nieuwe wagens die vast ook wel groener zouden zijn) in Vlaanderen bijvoorbeeld nog met 3.5 Mton gestegen. Dat is een toename van ongeveer 5% op onze totale broeikasgasemissie, waarmee meteen alle andere inspanningen zo ongeveer teniet worden gedaan - en dat allemaal door onze verslaving aan de automobiel. De eerste beleidsdaad die een zich respecterend klimaatpoliticus dan ook zou moeten stellen, is het private autogebruik aanpakken (lees: ontzettend duur maken, en een verbod op nodeloos gebruik). Maar wanneer een verdwaalde groene zoiets durft te suggereren, krijgt hij meteen op zijn bord dat dat een fundamentalistische inbreuk is in de keuzevrijheid van mensen.
En daar wringt dus het schoentje: om ons nog duizend jaar kernafval in de maag te spitsen is het blijkbaar wél gerechtvaardigd om te dreigen met een klimaatcatastrofe, maar voor een hele reeks veel minder ingrijpende maatregelen (want zeg nu zelf, niet meer vliegen, dat is nu toch ook het einde van de wereld weer niet?) heet het plots dat daar geen draagvlak voor is, of dat de strijd tegen de opwarming van de aarde nu ook weer geen religie moet worden. Dat klopt natuurlijk niet, van twee dingen één: ofwel is de bedreiging die uitgaat van het broeikaseffect reëel iets waar ik van overtuigd ben en dan moet vliegen en rijden aan banden woorden gelegd, ofwel is ze dat niet, en dan kan het ook niet worden gebruikt als argument voor kernenergie.
Verwonderlijk is die spagaat echter niet. Je maakt je als politicus natuurlijk ontzettend veel populairder als je kan zeggen doe maar verder op, kernenergie zal ons wel redden dan wanneer je mensen aanspreekt op hun verantwoordelijkheid (en je daar in je beleid de juiste randvoorwaarden voor creëert). Mensen kiezen nu eenmaal ontzettend graag voor de weg van de minste weerstand, omdat ze bang zijn dat ze op de andere wegen wel eens moe zouden kunnen worden. Om Dirk-Jan Eppink, de denker van de Lijst Dedecker, te citeren (in een overigens volstrekt hilarisch opiniestuk in De Standaard): Voor elektrische auto's is veel elektriciteit nodig en de enige energiedrager die dat op korte termijn kan realiseren is atoomenergie. We kunnen een schoner milieu bereiken, juist dankzij technologische ontwikkeling dus de burger kan zijn auto houden en zijn vliegvakanties eveneens! Niet dat je iets anders van een populist kan verwachten, maar het is niet omdat iets in de lijn der verwachting ligt, dat dergelijke fratsen daarom ook moreel geoorloofd zouden zijn.
Tot slot nog dit: op fora staan er her en der al klimaatsceptici (je kent ze wel: die meestal niet erg wetenschappelijk onderlegde types, in de regel met een blinde vlek voor statistiek) te roepen dat we de kernrevival op het conto mogen schrijven van die Al Gore en zijn kliek. Want het is allemaal hún schuld: zij hebben ons op de gevaren van het broeikaseffect gewezen, en zij zijn er dus ook voor verantwoordelijk dat een stel nucleaire leiden dat argument ondertussen naar hartelust misbruikt. Achterliggende gedachte: hadden jullie maar wat meer over dat broeikaseffect gezwegen! Ik ga ervan uit dat de lezer verstandig genoeg is om een dergelijk dwaze drogredenering, waarbij het verkondigen van een wetenschappelijke waarheid wordt afgerekend op het politieke misbruik dat er van die waarheid wordt gemaakt, zelf te ontmaskeren. Maar wat opvalt, is dat je in de politieke praktijk ziet dat, in volkomen tegenspraak met wat deze kromme logica poneert, de grootste nucleaire believers net ook overtuigde klimaatsceptici zijn. Het zijn VB en LDD die om ter strafst tégen Kyoto en vóór kernenergie fulmineren, en aan de andere kant zijn SP.A en Groen! het meest begaan met Kyoto én tegelijkertijd rabiaat tegen kernenergie.
Toeval? Ik geloof het niet. Het bondgenootschap tussen sceptici en nucleofielen* strookt volledig met wat volgens mij de échte reden is achter de recuperatie van het ecologische argument door de nucleaire sector: spelen op de gemakzucht van mensen. Zowel Kyoto (oei! minder met de auto en niet meer met het vliegtuig!) als de kernuitstap (oei! minder goedkope energie en dus minder consumeren!) betekent dat we dingen zullen moeten laten. Het is twee keer hetzelfde mechanisme: mensen wijs maken dat er geen echt probleem is is nu eenmaal oneindig keer gemakkelijker dan ze wijzen op hun verantwoordelijkheid.
Maar het is ook oneindig keer laffer.
* Dat klimaatsceptici doorgaans ook de kernenergie omarmen, zegt natuurlijk niets over het waarheidsgehalte van hun scepticisme an sich ik wil me niet bezondigen aan eenzelfde drogredenering. Voor het feit dat het menselijk geïnduceerd broeikaseffect reëel is, zijn er bovendien veel en veel sterkere argumenten te bedenken.