18 april 2008
Natuurlijk volstaat het niet alomtegenwoordig te zijn om een item te verdienen op dit blog, maar laten we het nu maar eens over selectieve empathie hebben. Selectieve empathie is des menschen, zoveel is duidelijk. Het is een uitgekiende truc van onze genen, de snoodaards, om zelf meer kans te maken te overleven. Onze genen schuwen daarbij enige kansberekening niet. Een halfneef is geen volle neef voor onze genen. En een volle neef is geen broer of zus. Het is ontstellend te moeten vaststellen dat de kans groot is dat sommige genen beter zijn in kansberekening dan de lichamen waarin ze zich schuilhouden.
Genoeg gescholden. Op naar het gedram.
Dieren dus. Geen kans dat onze genen daar een mogelijkheid in zien zich te gaan ontdubbelen. Paardmensen bestaan niet, en vismensen ook niet, wat Greenpeace ons ook wil doen geloven. Waarom knallen we ze dan niet allemaal af? Omdat ze geen bedreiging vormen voor onze genen, natuurlijk. Leven en laten leven, de luieriken.
Vandaar dat de verontwaardiging groot is als een man, een boertige West-Vlaming, naar de wildernis trekt om daar een olifant om te leggen. Voor zijn plezier. Dat het naburige dorp er een jaar lang van kan eten, is voor ons niet van tel, zelfs niet met de stijgende voedselprijzen. Een olifant, een edel dier, een wild dier, een dier dat zijn leven tussen de bossen en in de buurt van woeste waters hoort door te brengen, een intelligent dier bovendien, met een zeer scherp geheugen, met emoties, dat dood je toch niet zomaar? Wat voor onmensen doen dat? Dit soort bedenkingen inspireerde iemand om een petitie te beginnen waarin ze vraagt de jacht te openen op de West-Vlaming.
Wie me kent, hoort me natuurlijk al mijlenver aandraven. Want dat varkens gekweekt worden omwille van hun vlees, beste mensen, betekent niet dat ze geen edele dieren zijn, dieren die hun leven in modder en stro horen door te brengen, intelligente, sociale dieren, die net zoveel pijn kunnen ervaren als een olifant. En waarvan wij het vlees niet eens nodig hebben om te overleven, in tegenstelling tot.
Aaah, het zijn varkens! Die vergelijk je toch niet met olifanten! Wat een onzin! Je voelt toch meteen dat er iets aan de vergelijking schort!
Selectieve empathie, dat is het, die is gebaseerd op de ondoordachte aanname dat het leven van een wild dier meer waard is dan het leven van een gedomesticeerd dier waarvan we het vlees bij kilos naar binnen werken. Wie weet hoe een varken zich gedraagt in de natuur? Bijna niemand. Er worden geen documentaires over het sociale leven van varkens uitgezonden op Canvas. What a shame. Drie keer a shame, bovendien. 1. Er sterven meer mensen door welvaartsziektes (vlees!) dan door hongersnood. 2. Veeteelt en de opwarming van de aarde: twee handen op één buik. 3. Er mag wel wat dieper worden nagedacht over de vraag waarom we nooit petities onder ogen krijgen waarin de elektrocutie van de varkensslachters wordt gevraagd.
Het zal morgen niet gebeuren, neen, en overmorgen ook niet. Maar wacht, er komen nog dagen.
Vannacht droomde ik dat er varkens in mijn tuin zaten. Sommige varkens leken op koeien. Ik had een hok voor hen gebouwd. Er probeerde een varken te ontsnappen en ik was bang. Ik wou het achterna gaan.
Ik wacht nog altijd op de nacht waarin ik droom dat ik zelf dat varken ben. En dan zal ik bloggen dat ik een mens zag.
|