Ongeveer 1 jaar geleden kwam de wereld even helemaal tot
stilstand : iemand duwde een paar fotos onder onze neus en opeens waren we
mama en papa. Enkele weken later stonden we aan de andere kant van de wereld en
iemand duwde een klein meisje in onze armen. En opeens hadden we een dochter.
Intussen is Jill bijna 1 jaar bij ons en nog altijd
staat de wereld af en toe stil. Het leven voor haar herinneren we ons met
moeite maar het leven met haar nemen we niet als vanzelfsprekend. Ze is ons
wonderkindje; het grote, kleine, dappere, ondeugende, sterke, koppige, lieve meisje
waar we soms met zn tweetjes in adem- en woordennood naar zitten staren,
gewoon omdat ze er is, hier bij ons, eindelijk, thuis.
En ongeveer een jaar na haar thuiskomst krijgt Jill een
nieuwe, belangrijke rol, die van grote zus. Deze keer gaan we nergens naartoe
met het vliegtuig; we zetten het raam open en wachten op de ooievaar. Als alles
normaal verloopt beval ik in juli van kleine zus.
Jill overlaadt mijn buik met kusjes en ze wijst als we
vragen waar de baby is maar de betekenis ontgaat haar nog. Soit, ze heeft nog
een leven lang de tijd om te wennen aan een zusje.
En net als in mei vorig jaar heeft mama serieus veel last
van nestdrang, hoewel ik het kuiswerk deze keer enkel kan
dirigeren gezien mijn bekken nogal wankel geworden zijn.
Iwan stofzuigt en dweilt zich een ongeluk, kookt als een
keukenprins(es), vervangt pampers in recordtempo en hoopt intussen vurig dat
mijn hormonenspiegel ooit weer tot een aanvaardbaar niveau zal terugkeren.
Time is too slow for those who wait,
too swift for those who fear,
too long for those who grieve,
too short for those who rejoice,
but for those who love,
time is eternity.