s'morgens verlaten we Honfleur, we houden na 220 km halt in Fougères, de eerste stad in Bretagne die we bezoeken.
We parkeren op een gratis camperparking (parking du Nancon) dicht bij het oudste stadsgedeelte.
Van daar vertrekken we voor een wandeling die we op het internet gevonden hebben, les balcons de Fougères. Na afloop is het reeds wat laat om nog het kasteel te bezoeken, we stappen nog het kantoor van de toeristische dienst binnen voor wat info en blijven er plakken op de place du Théatre voor een drankje en een ijsje.
Op vrijdag de 24ste bezoeken we in de voormiddag het kasteel van Fougères. We wandelen er naartoe en maken dat we ter plaatse zijn tegen het openingsuur, zo zijn we zeker dat er nog niet te veel volk zal zijn (bezoek is deels binnenin het kasteel).
Eten doen we deze middag naast de camper.
We rijden verder naar Vitré (een 30-tal km) waar we een plaatsje vinden op de stationsparking.
Eerst bezoeken we het kasteel dat we bereiken na een korte wandeling door de oude binnenstad. In het kasteel gelden strikte richtlijnen; bezoek enkel in één (uitgestippelde) richting, aantal bezoekers per kamer/zaal beperkt, masker verplicht...
Nadien bezoeken we de Notre-Dame kerk en volgen dan een wandeling 'circuit du Pré des Lavandières', deels door de vallei van La Vilaine. We korten de wandeling een beetje in om nog wat meer van de autovrije oude binnenstad te bezoeken. Na een verpozing op een terrasje bij het station besluiten we om niet in Vitré te overnachten, maar door te rijden tot La Guerche-de-Bretagne. Bij aankomst hebben we goed 60km op de teller voor vandaag. Parkeren doen we op het voormalige champ de foire, ooit een belangrijke veemarkt, op heden nog steeds een van de belangrijkste marktplaatsen van de streek.
Het stadje met zo'n 4000 inwoners heeft een geklasseerde kerk (basilique Notre-Dame) en een aantal goed bewaarde vakwerkhuisjes, eveneens geklasseerd. Jammer genoeg is de kerk reeds afgesloten als we die willen bezoeken. De overnachting valt wat tegen, op de marktplaats komen veel jongeren samen, het nachtlawaai duurt tot in de vroege uurtjes. Als we s'anderendaags na het ontbijt de kerk willen bezoeken is er reeds een trouwmis aan de gang.. We wandelen nog even rond maar vertrekken dan naar Essé voor een bezoek aan La Roche-aux-Fées, een dolmen die mogelijk de functie van begraafplaats had. Het is de grootste van Frankrijk en qua structuur niet typisch voor Bretagne.
Na Essé rijden we door naar Chateaugiron. Het kasteel staat volledig in steigers voor restauratie en is hierdoor niet te bezoeken. In de nabijgelegen kerk is er een expositie die wel te bezoeken is. We wandelen nog wat rond in het centrum en tot bij de oude wasplaats, maar die laatste is de omweg niet waard.
Overnachten zullen we bij de aanlegsteiger van het gehucht Pont-Réan, aan de rivier la Vilaine, die hier reeds heel wat groter is dan in Vitré. Er is nog tijd voor een fietstochtje naar de nabijgelegen 'moulin du Boël', een watermolen uit 1652 die in gebruik was tot 1914. Momenteel is er dringend nood aan restauratie, het gebouw is in heel slechte staat.. Aan de overkant van de rivier bevind zich een sluis, de oudste sluis op deze locatie werd reeds in de 16de eeuw gebouwd.
De camperparking bied plaats aan een tiental campers, is mooi gelegen en beschikt over een service punt voor lozen en tanken van water (prijs: 6 Euro per nacht).
fotos via aanklikken kleine foto en via onderstaande links.
|