Wenen en Budapest hadden we vroeger reeds bezocht (citytrips), dit gaf ons tijd om wat minder bekende regio's en steden te bezoeken.
Het wegennet in Slovakije en Hongarije is in vrij goede staat.
De prijzen liggen er over het algemeen op een veel lager niveau dan we gewend zijn, met uitzondering van de brandstof, die is ongeveer even duur als in België.
Maar zowel horeca, toegangsprijzen als overnachtingen zijn beduidend goedkoper. Een minpunt is dat er niet overal Engels of Duits begrepen word, ook niet in toeristische trekpleisters of musea. En waar er uitleg voorhanden is dmv infoborden, meestal ééntalig Slovaaks...
De documentatie waarover we beschikten om onze reis uit te stippelen was vrij summier, een trotter gids van wellicht 15 jaar oud, een lonely planet gids voor midden-Europa (Chinese uitgave), een Chinees 'Guidebook for the whole Europe', de ASCI campinggids die dit deel van Europa bevat, een wegenkaart en voor de rest enkel wat extra info opgeladen in de GPS (adressen van camping & camperplaatsen).
We hebben dikwijls beroep gedaan op de kantoren van de lokale toerist info om ons te documenteren vooraleer een stadsbezoek aan te vangen.
Onze interesse gaat vooral uit naar dergelijke stadsbezoeken, maar ook voor natuurliefhebbers heeft Slovakije met zijn 9 nationale parken heel wat te bieden.
Met uitzondering van het Balatonmeer hadden we nooit het gevoel dat er te veel toeristen waren.
De campings in Slovakije zijn wat verkommerd en niet steeds opgedeeld in afgebakende percelen.
Je kunt er als alternatief meestal overnachten in een houten chalet / trekkershut.
Op vrijdag- en zaterdagnacht is het op de campings beduidend drukker dan op andere dagen, veel Slovaken trekken er blijkbaar op uit voor een weekend.
Na dit zomerverlof heb ik de interieurfilter van de camper vervangen.