lesideeën rond sociale vaardigheden voor kleuters en 1ste graad lager onderwijs.
31-08-2016
delen: de olijfboom
doelen
kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het samenleven in een groep.
kunnen een onderscheid maken tussen geweldloze en gewelddadige oplossingen voor conflicten.
stap 1
Toon het filmpje van de olijfboom (zie bijlage).
Waar gaat het over?
Twee eekhoorns proberen om ter meeste olijven te eten. Omdat ze bang zijn dat de ander de olijven gaat nemen, beginnen ze te schrokken.
Ze stellen vast dat dat geen goede manier is om aan eten te komen en ze besluiten daarom de olijven te verzamelen en ze rustig één voor één uit de mand te halen.
stap 2
We gaan samen een olijfboom maken (sjabloon boom in bijlage). Zo kunnen we beter onthouden dat we moeten delen met elkaar.
De leerkracht legt een aantal papieren (half A4) in het midden van de kring. Zorg dat er 2 of 3 blaadjes minder liggen als er kinderen zijn.
Bij het papier staat een doos wasco's (of kleurpotloden, stiften, ...) en een zestal scharen.
De kinderen krijgen als opdracht een olijf te tekenen en uit te knippen om op onze olijfboom te kleven.
De leerkracht wijst daarbij op het materiaal in de kring en zegt dat ze mogen beginnen.
Observeer als leerkracht hoe de kinderen te werk gaan bij het verdelen van het materiaal:
- wie deelt uit aan anderen?
- wie pakt enkel voor zichzelf?
- worden er door de kinderen onderling afspraken gemaakt of doet ieder zijn eigen ding?
Ze zullen al snel merken dat er enkele blaadjes papier te kort zijn.
De leerkracht onderbreekt de activiteit en wijst de kinderen erop dat ... nog geen papier hebben.
Hoe gaan we dit oplossen? Komen de kinderen zelf tot een oplossing?
- papiertje in twee scheuren...
- samen op een blaadje tekenen...
De leerkracht bewondert de kinderen dat ze dit zo fijn hebben opgelost.
Ze besluit de olijfboom een plaatsje te geven in de klas (misschien een strategische plaats waar regelmatig conflicten voorkomen: vb bij de automat)
Zo worden de kinderen eraan herinnert dat ze speelgoed, ... moeten delen.
de kinderen zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te drukken
ze kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met voorkeuren over concrete situaties
de kinderen vertonen de bereidheid om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap
inleiding
In de kring heb je een tas/koffer/doos gezet. Die tas zit vol spullen die bij jou (de leerkracht) horen. Er kan van alles inzitten. Een sjaal, omdat jij zo van sjaals houdt. Een tennisbal, omdat je van tennissen houdt. De klaspop, omdat die er ook bij hoort, enz.
Wijs steeds een kind aan dat een voorwerp mag pakken: Wat is het?
Een ander kind mag raden: Waar zou de juf dan van houden?
kennismakingsspel 1
Nu weten de kinderen waar de juf van houdt, maar de leerkracht wil ook graag weten waar de kinderen van houden. Daar heeft ze een rad voor meegebracht.
Maak een rad met afbeeldingen van voorkeuren (zie bijlage) De kinderen mogen beurtelings aan het rad draaien en hun voorkeur uitdrukken:
1) Wat doe je liever: buiten spelen of binnen spelen?
2) Waar ga je liever naartoe: de dierentuin of de kinderboerderij?
3) Wat doe je liever: naar muziek luisteren of een film bekijken?
4) Ga je liever in bad of neem je liever een douche?
5) Wie help je het liefst met klusjes: mama of papa?
6) Waar ga je het liefst op reis: naar het bos of naar zee?
7) Wat lust je het liefst: spaghetti of frieten?
8) Houd je meer van de zomer of de winter?
kennismakingsspel 2
De kinderen staan recht in de kring.
De leerkracht draait aan het rad...
1) wie liever buiten speelt gaat aan rechterkant zitten, wie liever binnen speelt aan de linkerkant