de kinderen zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te drukken
ze kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met voorkeuren over concrete situaties
de kinderen vertonen de bereidheid om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap
In de kring heb je een tas/koffer/doos gezet. Die tas zit vol spullen die bij jou (de leerkracht) horen. Er kan van alles inzitten. Een sjaal, omdat jij zo van sjaals houdt. Een tennisbal, omdat je van tennissen houdt. De klaspop, omdat die er ook bij hoort, enz.
Wijs steeds een kind aan dat een voorwerp mag pakken: Wat is het?
Een ander kind mag raden: Waar zou de juf dan van houden?
kennismakingsspel 1
Nu weten de kinderen waar de juf van houdt, maar de leerkracht wil ook graag weten waar de kinderen van houden. Daar heeft ze een rad voor meegebracht.
Maak een rad met afbeeldingen van voorkeuren (zie bijlage) De kinderen mogen beurtelings aan het rad draaien en hun voorkeur uitdrukken:
1) Wat doe je liever: buiten spelen of binnen spelen?
2) Waar ga je liever naartoe: de dierentuin of de kinderboerderij?
3) Wat doe je liever: naar muziek luisteren of een film bekijken?
4) Ga je liever in bad of neem je liever een douche?
5) Wie help je het liefst met klusjes: mama of papa?
6) Waar ga je het liefst op reis: naar het bos of naar zee?
7) Wat lust je het liefst: spaghetti of frieten?
8) Houd je meer van de zomer of de winter?
kennismakingsspel 2
De kinderen staan recht in de kring.
De leerkracht draait aan het rad...
1) wie liever buiten speelt gaat aan rechterkant zitten, wie liever binnen speelt aan de linkerkant
2) dierentuin rechts, kinderboerderij links
3) muziek luisteren rechts, film kijken links
4) in bad rechts, een douche links
5) mama helpen rechts, papa helpen links
6) naar het bos rechts, naar zee links
7) spaghetti rechts, frieten links
8) zomer rechts, winter links