Alleen dat. Neen alleen dat. Niets voor niets. De wereld niets. Ik niets. De dag is niet voor mij. De dag is voorbij. Ge blijft gans de dag zeggen: ja ... ja ... ja ... En ge blijft gans de dag denken: nee nooit ... nee ... nee ... nee ... nooit. Neen alleen dat. Mijn gezicht rond mijn ogen.
|