|
Als een samenleving ten onder gaat, dan is daar niks aan te doen, maar als een samenleving gered wordt, dan komt dat niet door het geweeklaag van de vervloekten, maar door de muzieknoten van de grootste virtuoos; door een strijkinstrument van een strijker te voorzien, de behoeder. Dan klinken de muzieknoten zo helder als water. Voor mij is geloven in het leven en geloven in God één en hetzelfde, want als je gelooft in het leven, dan is dat omdat je in God gelooft, en als je gelooft in het leven, kán je niet anders dan in God te geloven! "Gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de Mensenzoon verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. " (Het evangelie volgens Johannes 3,14-15) En God aanbidden is ook een eerbetoon aan de mens, want Hem miskennen, is ook uzelf miskennen.
Ik voel mij vooral verbonden, niet met de slechte onderwereld, maar met de goede onderwereld, die van het ondergrondse, het verzet tegen Satan. Want het verzet tegen Satan is daar, onder de grond, zonder rijkdom, en verworpen. Ze verlangen naar de dag dat de stad écht vrij zal zijn gemaakt door Christus, want ze zijn fucking great, maar toch zijn ze onzichtbaar. Het zal een ware wraak zijn. Het zijn de mensen uit de laagste rangen, individu's, randgevallen en paria 's, kortom alle buitenstaanders.
"Verkoopt al uw zielen, al de mensen in de steden, en op het platteland, en overal op aarde, van oost naar west, van noord naar zuid, want ik, Satan, zal u rijkdom geven. Het enige dat gij moet doen is uw ziel verkopen, en uw hart, en uw kloten, want ze zijn één. " Ondanks dat uw leden rijk zijn, prins van de duisternis, en uw vijanden arm, is uw rijkdom in Gods ogen niets, behalve stront en rottigheid, en in Gods ogen is de betrouwbare maatstaf, en de enige maatstaf. En die maatstaf van God zegt: niks is de rijkdom van Satan, want het is de rijkdom van het kwaad zelve, en niet toevallig is het om die reden toch nog duisternis; niks is het, niks. En ik verklaar in één adem dat de armoede van het ondergrondse, ondanks dat het armoede is, ook licht is, het licht van de Zoon van God zelf. En waar onder de grond ik mij ook moet verbergen voor de koninkrijken van Satan, het licht van de Christus, de verlosser, zal altijd in mij oplichten. Want Hij is levend, en al de muren van de afgedreven rijken van Lucifer zijn niet dik genoeg om mij te scheiden van de enige mens die ik nodig heb, de heiland. En de muren van de duivel zullen mij ook niet scheiden van de andere kinderen van God, en hen ook niet van hun God, en we zullen allen samen met God zijn, vandaag en morgen, en tot in de eeuwigheid. Amen.
Want ik mag vuil van de straat heten voor de heerschappij van de verdoemden; gezegend ben ik, waarlijk gezegend! Want het einde van de stad van de goddelozen en van haar rijkdom komt spoedig, en haar listen, en verwaandheid, zullen verbrijzeld en verscheurd zijn, tot in het hart, en voor altijd. En dan zal de geest van morgen tevoorschijn komen uit de ondergrond.
Ambrosius,
Januari 2013.
|
