"Wanneer u tegenwoordig in woord of geschrift over "doden" spreekt, bedoelt u daarmee de aardse gestorvenen, waarvan de lichamen op de kerkhoven rusten. Een andere betekenis voor de benaming doden hebt u niet. U verstaat onder "dood" dus alleen de scheiding van de geest van het aardse lichaam. In de Heilige Schrift wordt zeer vaak over de "dood" en de "doden" gesproken. Maar slechts op weinig plaatsen wordt onder "dood" het aardse sterven bedoeld. De "doden" in de bijbel zijn niet zij, die uit het aardse leven zijn heengegaan. Wanneer de bijbel van "dood" spreekt bedoelt zij niet de scheiding van de geest en het lichaam, maar wel de afscheiding van de geest van God. Met God verenigd zijn en Hem toebehoren is "leven"; van God gescheiden zijn is de "dood"." Uit: "Omgang met Gods geestenwereld" van Johannes Greber. En als er één ding is waarvan ik weet wat het is, dan is het de geestelijke dood.
Dit is een zwart verhaal, een cerebraal landschap opgebouwd rond een vicieuze cirkel, een product van factoren, een ketting en een touw...
Het collectief bewustzijn was de werkplaats waar de mensen een vicieuze cirkel uitgespeeld hadden waarvan Mabus het middelpunt was. Maar wat ze over het hoofd gezien hadden was dat zonder Mabus die cirkel waardeloos was. De enige manier waarop Mabus had kunnen vermijden het middelpunt van de cirkel te zijn was door er aan mee te ijveren, wat hij van meet af aan had vermeden, echter zonder te kunnen voorspellen hoe ver de mensen het zouden drijven. Nu, de mensen wisten het zelf niet, Mabus was de enige die het wist, maar ze hadden hem zo ver gedreven dat ze erin geslaagd waren in het collectief bewustzijn een enorm gat te creëren, een gat dat volledig op Mabus werd afgeleid. Eén klein breukje in de cirkel had nochtans volstaan om het gat te dichten. Maar zoals het een vicieuze cirkel betaamt onderhoudt hij zichzelf. De mensen hadden expres willen bewijzen dat bodemloze gaten niet bestaan zonder dat het in hun bedoeling lag...
En dat klopt want Mabus was de bodem van het gat! Hij bracht het beste aura van de mensen naar buiten, wat zich tegen hem keerde, want iedereen ijverde voor het vijandige kamp, zodat hij daar zelf het slachtoffer van werd. De mensen namen hem werkelijk voor iemand die hij niet was. Wie tegen hem meende te praten, praatte tegen een façade die werkelijk het product van zijn eigen verbeelding was. En dat terwijl hij zijn façadewerkzaamheden al sinds de jaren stillekes had gestaakt. Volgens de beoordelingscriteria van de mensen was hij onbekwaam, terwijl hij de dapperste van de mensapen was. Nog vóór de mensen tegen hem iets hadden gezegd was hij al geklasseerd. Woedeaanvallen, of beter gezegd aanvallen van ziedende razernij waren hem dan ook niet vreemd. Hij was de antipode van de vicieuze cirkel en had graag gehad dat de mensapen aan het andere uiteinde hadden opgehouden met duwen en trekken. Maar vanuit het perspectief van de cirkel voldeed hij niet aan de vereiste gebreken...
Mabus was als de laatste van een ellenlange vermenigvuldiging van factoren. Alleen het teken van de laatste factor was bepalend voor het uiteindelijke teken van het product van de factoren. Nu, de andere factoren waren als de dood voor de laatste factor, omdat ze aanvoelden dat zijn teken wel eens negatief kon zijn. Het gros van de tijd ontkenden ze gewoon zijn bestaan. Onder zulke omstandigheden komt noodzakelijk het ogenblik waarop één persoon de volle kracht van de dingen bij zijn nekvel pakt en zegt: "Kijk mensen, ge móet mij niet meer gelijk geven, ik héb al gelijk", en dan maakt hij zich een lust eigen als een tsunami die het Himalaya-gebergte met een golfbreker verwart. Of nog, gesteld dat de mensen de schakels van een ketting waren, dan was hij de laatste schakel. Dat betekent dat de som van al de stinkende materie die elke schakel op de kap van een andere schakel wilde afschuiven uiteindelijk op zijn schouders terechtkwam. En dat was niet niks. Daarnaast betekende dat ook dat de gevolgen van zijn handelingen tot en met de verste schakel gevoeld werden, en dat zonder één enkele schakel over te slaan. De enige weg naar boven is via het darmkanaal...
Nu komt alles aan op het ogenblik waarop hij zich beslist om zich te keren en aan de ketting het hoofd te bieden, en de natuurkrachten die door het lichaam van alle mensen stromen zullen in hem het besluit nemen om voortaan in de tegengestelde richting te stromen. Vanaf dat ogenblik is er geen weg meer terug, of beter, geen weg meer vooruit. Het probleem is dat hij zo geatrofieerd is dat de mensen hem voor dood wanen. Hij hangt er maar slap bij. Om op en neer te gaan heeft hij iemand anders nodig. Of om van de ketting op het touw te springen: hij is half in paniek naar het andere uiteinde van het touw aan het zoeken en wil in de twee uiteinden een knoopje leggen...
Mabus was het slachtoffer van een ongelooflijke samenloop van omstandigheden. Hij bevond zich op de verkeerde plaats op het verkeerde ogenblik. Zou hij ooit nog gelukkig worden? Hij wilde het angstvallig maken in het leven, maar het idee dat er in berg noch dal iemand met zijn aard te bekennen was maakte hem ziek.
|