Gebruik onderstaande aangepaste zoekmachine om meer info te vinden!

Aangepast zoeken

Gegroet beste bezoeker mijn bedoeling is om u zoveel mogelijk informatie te verstrekken ivm de 101ste luchtlandingsdivisie tijdens WO2.
Ik probeer een overzicht te geven van enkele artikels over dit onderwerp die verspreid staan op het internet. Het meeste van deze informatie heb ik dan ook van een andere site gehaald. Het is niet mijn bedoeling om plagiaat te plegen, wel om u via deze links naar deze sites te brengen zodat u zich verder kan informeren. Veel lees en misschien ook hobbyplezier. 

Foto
Inhoud blog
  • Rope, Parachutist’s
  • Bag, Carrying, Ammunition M1
  • Thompson Submachine-gun M1A1
  • Algemeen order nr. 5 van 19 augustus 1942
  • Originele WO2 muziek
  • Waarheden als een koe.
  • Soldier's Handbook: Basic Field Manual, Fm 21-100
  • Supreme Headquaters Allied Expeditionary Force
  • Standard equipment carried by each parachutist
  • Pathfinders vlak voor hun vertrek
    Gastenboek
  • cheap high heels
  • eteclulsotokg
  • TMC-TIENEN
  • Zou jij mij willen helpen????
  • Airborne

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Foto
    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • Airborne during wwII
  • Texas premier reenactment unit
  • Alles over de tweede wereldoorlog
  • At the front
  • Thousand pages of military photos and information resources!
  • Trigger time
  • Military Historical Vehicle Collectors Group Belgium:Patton drivers
  • Collectie van WWII papierwerk GRATIS
  • D-daykleding shop
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Hebt u nog intresse voor wo2?
    Ja, het zijn mooie films.
    Ja, we moeten onze geschiedenis kennen.
    Ja, de grote veldslagen zijn wel intressant.
    Ja, de uitrusting en wapens lijken intressant.
    Ja, ik ben er zot van en ik wil er zoveel mogelijk over leren.
    Neen, geen intresse.
    Bekijk resultaat

    Hartelijk dank om te stemmen, vergeet a.u.b.de blogbeoordeling niet.
    Foto

    Luchtlandingstroepen

    Een van de meest spectaculaire militaire innovaties van de Tweede Wereldoorlog vormen de luchtlandingstroepen.

    Deze troepen, doorgaans bestaand uit lichtbewapende infanterie, worden door de lucht aangevoerd met transportvliegtuigen of zweefvliegtuigen en landen achter de vijandelijke linies.

    Nagenoeg onmisbaar binnen dit concept zijn de parachutisten.

    Zij nemen meestal het voortouw in luchtlandingsoperaties.

    Het element van verrassing speelt een belangrijke rol bij de inzet van luchtlandingstroepen.

    Begonnen wordt meestal met het afwerpen, achter de vijandelijke linies, van parachutisten bij één of meer strategische punten als vliegvelden en bruggen, eventueel voorafgegaan door een luchtaanval om de verdediging te verzwakken.

    De parachutisten vormen een bruggehoofd en maken zo de verdere aanvoer van troepen door de lucht of over land mogelijk.

    (Van Wikipedia)

     

    Foto
    Enkele erg interessante links
  • U.S. Army Field Manuals--World War II
  • WW2homefront.com
  • Experiencing War : D-Day 60
  • Order of battle of the United States Army WWII ETO
  • World war two Ration Technologies
  • D-Day: The assault
  • Foto's van Normandie's in WO2
  • WWII in kleur
  • Repro-Rations
  • BBC History
    Foto
    US Airborne Troops on D-day
    Dé informatie site voor beginnende parachutisten!
    05-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Waco CG-4A (Hadrian)

    De Waco CG-4A (Hadrian)

    Het werkpaard onder de zwevers die de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt is de Waco CG-4A (C = Combat, G = Glider, 4A = Model). Waco Aircraft Company in Troy, Ohio bouwt een toestel met een houten vloer, een staal gelast frame overspannen met doek. Via de omhoog scharnierende cockpit kunnen er een dertien tal manschappen, een jeep of 75 mm kanon naar binnen. De zwever is verre van een schoonheid, maar de toestellen zijn voor eenmalig gebruik en worden na de landing vernietigd of achtergelaten. Proefvluchten starten in 1942. Vijftien maatschappijen beginnen daarop met de productie van de CG-4A. Als de CG-4A in Groot Brittannië arriveert krijgt het daar de bijnaam ‘Hadrian’.

    De eerste actie ziet de CG-4A tijdens de invasie van Sicillië. Tijdens D-Day maakt het 82st en 101st Airborne Division grootschalig gebruik van de CG-4A. 53 CG-4A’s en 32 Horsa zwevers landden rond Carentan en brengen op deze manier 313 man versterking naar de Normandië.

    Technische gegevens: Waco CG-4A 'Hadrian'

    Bemanning: 2, Spanwijdte: 25 m, Lengte 14 m,
    Startgewicht: 3400 kg, Totaal gebouwd: 13.000

    Bron: http://www.strijdbewijs.nl/birds/zwevers.htm

    Bijlagen:
    wacco 82abn gilder.jpg (13.5 KB)   

    05-02-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Transport
    24-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horsa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Airspeed A.S.51 & A.S.85 'Horsa'

     

    De Airspeed A.S.51 'Horsa' zal de meest gebouwde Britse transport zwever worden. De A.S.51 wordt ontwikkeld gedurende 1940 onder de Specificatie X.26/40. Er worden zeven prototypen gebouwd, vijf door Airspeed en twee door Fairey. Op 12 september 1940 wordt de eerste proefvlucht gemaakt met een Horsa achter een Whitley bommenwerper. De eerste militaire actie ziet de A.S.51 als 2 Horsa's worden ingezet voor een commando-raid op de 'zwaar water centrale' nabij Rjukan, Noorwegen. Twee Halifaxen en Horsa's, bemand door een groep vrijwilligers van de Royal Engineers vertrekken op 19 november 1942 vanaf een Schots vliegveld. Helaas gaan beidde zwevers verloren en één Halifax. Van de eerste Horsa worden de negen overlevenden, van de 17 inzittenden, vergiftigt of doodgeschoten door de Duitsers. Van de tweede Horsa komen bij de crash drie om en de anderen worden op bevel van Hitler vermoord. De volgende operatie voor de Horsa komt op 10 juli 1943, als 27 A.S.51 toestellen als onderdeel van 140 zwevers, Waco Hadrians en Horsa's, worden ingezet tijdens de invasie van Sicillië. Niet alleen de Halifax wordt gebruikt als sleeptoestel, ook de Short Stirling wordt hier onder andere voor ingezet. Deze zweefvliegtuigen konden meer man meenemen dan een Waco zweefvliegtuig, deze werden voornamelijk gebruikt door de Britse luchtlandingstroepen.

    Technische gegevens: A.S.51, Horsa Mk I

    Bemanning: 2 & 20 à 25 manschappen, Spanwijdte: 26.8 m, Lengte: 20.4 m, Hoogte: 5.9 m

    Leeggewicht: 3797 kg, Startgewicht: 7031 kg, Zweefsnelheid: 161 km per uur

     

    Technische gegevens: A.S.58, Horsa Mk II (opendraaiende neus)

    Bemanning: 2 & 20 à 25 manschappen, Spanwijdte: 26.8 m, Lengte: 20.7 m, Hoogte: 6.2 m

    Leeggewicht: 3797 kg, Startgewicht: 7144 kg, Zweefsnelheid: 161 km per uur

    Totaal aantal gebouwd: 3792 (2231 Mk I's & 1561 Mk II's)


    Bron: http://www.strijdbewijs.nl/

    24-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Transport
    14-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.101st Airborne Division

     

     

    101st Airborne Division in de Tweede Wereldoorlog

     

    Het 101st Airborne Division komt voort uit de 101st Infantry Division, dat een geschiedenis kent dat terug voert tot de Amerikaanse Burgeroorlog. Als luchtlandings divisie wordt het actief op 16 augustus 1942 onder het commando van Major-General William Carey Lee, met als assistent Brigadier-General Don F. Pratt. Opleidingen worden gedaan in onder andere Toccoa, Georgia. Hier zijn slopende marsen de heuvel Currahee op. Deze indiaanse naam zal de strijdkreet worden van de manschappen van het 506th Parachute Infantry Regiment (PIR), wat zoveel betekend als; 'We Stand Alone'. Als verdere gevechtseenheden naast de 506th PIR van de 101st, zijn ondergebracht het; 501st en 502nd PIR. Als ondersteuning worden het 327nd Glider Infantry Regiment, het 81st Airborne Anti-Aircraft and Anti-Tank Battalion en vier artilleriebataljons (377th en 463rd Parachute Field Artillery en het 907th en 321st Glider Field Artillery) toegevoegd. In Fort Bragg wordt samen met de 82nd Airborne Division getraind in het parachute springen. In juni 1943 verplaatst het 101st zich naar Tennesee. Hier wordt geoefend in massasprongen en met zweefvliegtuigen.

     

    THE SCREAMING EAGLE

     

    (S.R.Loboda)

     

    We have a rendez-vous with destiny.

    Our strength and courage strike the spark,

    That will always make men free.

    Jump right down through the skies of blue,

    keep your eyes on the job to be done.

    We're the men of the hundred first,

    we'll fight till the battle is won.

    Screaming Eagles diving from the sun,

    striking boldly from the air.

    Now is it time to jump.

    Look out below !

    Stand up ! Hook up !

    Screaming Eagles, go !

     

    In augustus 1943 is het 101st uitgegroeid tot een formidabele gevechtsmachine. Via New York vertrekt de eenheid dan naar Liverpool. Na aankomst in Engeland is het met de trein naar Newbury, hun basis en hoofdkwartier. Hier worden de manschappen verder getraind in voorbereiding op de invasie van Europa.

     

    6 JUNI 1944, D-DAY

    Samen met het 82nd Airborne zal het 101st landen op het schiereiland Cotentin. Taak van het 101st is het bewaken van de flanken naar UTAH Beach en voorkomen dat Duitse versterkingen de kust kunnen bereiken, tevens is het taak om artillerie geschut in het achterland uit te schakelen. Vlak voor vertrek naar Normandië wordt, door ziekte, generaal Lee vervangen door generaal Pratt. Op 5 juni bezoekt de Opperbevelhebber Dwight Eisenhower de manschappen van het 101st Airborne Division, en motiveert de 'Eaglemen' door hen op het hart te drukken dat het welslagen van D-Day afhangt van de inzet en vastberadenheid van de luchtlandingstroepen.

     

    In de avond van de 5de juni gaan de manschappen van het 101st aan boord van hun C-47 of zweefvliegtuig. Bij het naderen van de Normandische kust is een gordijn van afweervuur. Vele transportvliegtuigen moeten hun zwever los laten als hun C-47 getroffen wordt. Zwevers en C-47's storten in het kanaal en in de landerijen van Frankrijk. Maar de meeste piloten vliegen volhardend door op zoek naar hun dropping zone (DZ) en landing zone (LZ). Door het intens afweervuur worden de formaties verbroken en gaan de piloten hoger en sneller vliegen. De berekende corridor wordt van enkele kilometers, geleidelijk 20 kilometer breed. De troepen springen in verspreide 'sticks' over een enorm uitgestrekt gebied.

     

    Het is onmogelijk een grote eenheid na de landing te groeperen. Overal vechten kleine groepjes van verschillende onderdelen met Duitsers, vaak in man tot man gevecht.

     

    De paratroepers van het 82nd en 101st doorstaan die nacht vele doodsangsten. Vele verdrinken in ondergelopen gebieden of komen om door Duits vuur terwijl ze nog in het vliegtuig zitten of aan hun parachute hangen.

     

    Generaal Pratt die nog maar net het commando voert over het 101st komt om als zijn zweefvliegtuig neerstort. Nabij de crashplaats wordt een monument geplaatst, welke te vinden is op de kruising van de D 129 (richting Turqueville) en de D329 (richting Hiesville) nabij La Croix Pan. Zijn plaats wordt ingenomen door Major-General Maxwell Taylor.

     

    Twee opvallende acties in de eerste dagen na D-Day mogen niet onvermeld blijven. Bij het krieken van de dag op de 6de juni blijkt een batterij nabij Ste-Marie-du-Mont, op het landgoed Brécourt Manor, Utah Beach te bestoken met vier 105 mm kanonnen. Easy Company, onderdeel van 506th PIR, 101st Airborne Division krijgt de opdracht deze kanonnen uit te schakelen.

     

    Elf man onder leiding van Luitenant Dick Winters nemen in een strakke actie drie kanonnen in en blazen deze op. De vierde wordt onschadelijk gemaakt door Lt. Speirs, van Dog Company, en 5 extra man. Bij de actie zijn 15 Duitse paratroepers (die de wapens bedienden) gedood, verschillende gewond en 12 krijgsgevangen genomen. Winters zijn eenheid heeft vier gesneuvelde mannen en twee gewonden. De plaats is te vinden aan de eerste afslag links op de D 14, iets ten noorden van Ste-Marie-du-Mont

     

    De andere actie betrof de aanval op Carentan. Deze aanval door het 502nd Parachute Infantry Regiment wordt op de millimeter uitgevochten. Lieutenant-Colonel Robert Cole leidt in een frontale aanval zijn manschappen Carentan binnen. Met een bajonet aanval in man tot man gevecht weten zijn mannen de slag te winnen. Het is de eerste Amerikaanse aanval met de bajonet uitgevoerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Cole deed op 6 juni al van zich spreken door met een aantal manschappen van 502nd PIR en 3rd Battalion 'Exit 3' van Utah Beach te bezetten. Tijdens een vuurgevecht werden 75 terugtrekkende Duitsers gedood op de weg die nu 'Blair Road' heet.

    Ook Luitenant Winters is met zijn Easy Company in de voorste aanval op Carentan aanwezig, waarbij Winters licht gewond raakt aan zijn been. Beide mannen worden voorgedragen voor het Congressional Medal of Honor. Daar er maar één man per divisie voor deze hoge onderscheiding in aanmerking kan komen, wordt gekozen voor Lt.-Col. Cole.

     

    Op 18 september komt Luitenant Kolonel Robert Cole om tijdens operatie Market-Garden. De Medal of Honor heeft hij dan nog niet in ontvangst mogen nemen. Zijn moeder neemt deze postuum in ontvangst op 30 oktober 1944 uit handen van Major-General Jonathan W. Anderson. Het graf van Cole is te vinden op de begraafplaats Margraten in Limburg.

     

    Verder ontvangen de meeste onderdelen van het 101st Airborne Division het Presidential Unit Citation voor de inzet om Carentan in te nemen.

     

    17 SEPTEMBER 1944, MARKET-GARDEN

    Na een korte rustperiode, na D-Day, in Engeland wordt het 101st versterkt en getraind voor ‘Operation Market-Garden’. De DZ voor het 101st is Veghel, nabij Eindhoven. Als onderdeel van het 1st Allied Airborne Army, zou dit de grootste luchtlanding operatie tot dan worden. Terwijl de eerste ‘sticks’springen boven Nederland, vertrekken de laatste vliegtuigen Engeland. Anders dan in de nacht van 5 op 6 juni 1944, D-Day, blijven de piloten met hun transporttoestellen nu strak op koers ondanks het Duitse afweervuur. De drie Parachute Infantry Regiments, 501st, 502nd en 506th hebben als doel de bruggen bij Eindhoven, Son en St Oedenrode. Het 506th is net te laat bij de brug bij Son, deze is opgeblazen, maar de brug bij Eindhoven valt wel in hun handen. Ook de andere bruggen vallen in de handen van de para’s van het 101st Airborne Division.

     

    Op de derde dag na de landing verschijnen Duitse bommenwerpers die Eindhoven treffen waarbij 200 burgers omkomen. Veghel wordt ook zwaar getroffen door Duitse artillerie. ‘Hells Highway', de huidige N265, wordt een paar maal afgesneden door de Duitsers, maar de para’s weten iedere keer de vijand terug te dringen. Het is een lange en uitputtende strijd.

     

    Een opvallende actie is op 29 oktober 1944, als 6 man van het 501st PIR een patrouille uitvoeren. In twee rubberboten steken ze de Rijn over nabij Renkum. Overdag houden de mannen zich schuil langs de weg tussen Arnhem en Ede. De nacht daarop worden 32 Duitse manschappen krijgsgevangen gemaakt en meegenomen de Rijn over. Voor het observeren van Duitse stellingen en het gevangen nemen van de Duitsers, ontvangt Captain Hugo Sims jr. het Distinguished Service Cross.

     

    Van de op 17 september gedropte 13.112 man, zijn er 2356 uitgeschakeld op 27 september. In 10 dagen zijn 373 gedood, 1436 gewond en 547 vermist. Er worden 3511 Duitse krijgsgevangenen gemaakt. Als het 101st op 28 november 1944 wordt terug getrokken, hebben ze een doorbraak door de Duitsers naar Antwerpen voorkomen. Nog onwetend wat hen te wachten staat in de Ardennen, gaan de manschappen voor hun rust en versterking naar Mourmelon, Frankrijk.

     

    ‘THE BATTLE OF THE BULGE’

    Terwijl het 101st Airborne Division tot rust komt in Mourmelon, nabij Reims, breekt het Duitse leger half december door de Belgische Ardennen, in de hoop door te stoten naar (wellicht) Antwerpen. Op 18 december wordt het 101st met 11.000 man naar Bastogne gezonden. Deze weten omsingelt door acht Duitse divisies stand te houden. Het is een op en neer gaand gevecht. Door het personeel tekort bij het 101st worden zelf de koks en klerken ingezet om te vechten. In de bevroren ruïne van Bastogne worden de para’s gehinderd door loopgraaf-voet en andere bevriezingsverschijnselen, maar de mannen houden stand. Het 101st is zo verbeten dat Brigadier-General Anthony C. MacAuliffe het voorstel van Duitse zijde dat het 101st zich maar overgeeft , dit afdoet met ‘Nuts!’. Als eindelijk op 26 december 1944 de Amerikaanse 4th Armoured Division contact maakt met het 101st, lijkt de zwaarste strijd gestreden. Vol ongeloof zien de oorlogscorrespondenten de ravage aan en noemen de chaos ‘Alamo of Europe’. Zelf geven de mannen van het 101st zich de titel: ‘Battered Bastards of the Bastogne Bastion’.

     

    Vanuit de verdediging gaat het 101ste in de aanval en bestormen Foy en Noville en een aantal kleinere stadjes ten noorden van Bastogne. 19 januari 1945 (de verliezen zijn dan 3460 man) ontvangt het 504th PIR een Presidential Unit Citation Streamer en ontvangt de gehele 101st Airborne Division het Distinguished Unit Citation voor hun inzet, heldenmoed en vastberadenheid uit handen van generaal Eisenhower. Uniek in de Amerikaanse krijgsmacht, daar meestal een onderdeel van een regiment dit ontvangt.

     

    NAAR HET ADELAARSNEST

    Eind april 1945 stormt het 101st door de Beierse Alpen. In Buchloe, nabij Landsberg wordt een werkkamp ontdekt met strompelende lijken. Uitgemergelde mannen waar geen leven meer in lijkt te wonen. Hier realiseren de mannen van het 101st zich, waarom ze vechten in Europa. De divisie pakt ondertussen verschillende kopstukken uit politiek-en militaire gezag van het verschrompelde Derde Rijk, zoals; Robert Ley, Julius Streicher, Xavier Schwartz, Luftwaffe Feldmarschall Albert Kesselring en SS General Berger. Via Berchtesgarden (waar de schatten 'van' Göring worden gevonden) gaat het naar Hitlers zomersverblijf. Hier bereikt het 506th PIR als eerste van de geallieerden het Adelaarsnest. Onderdelen van het 101st worden daarna gestationeerd in de Oostenrijke Alpen, iets over de grens met Duitsland. Op 1 augustus 1945 gaat het 101st naar Frankrijk. Met de bedoeling weer de training op te pakken en zich gereed te maken voor de strijd in Azië. Maar als Japan 10 dagen later capituleert is de oorlog eindelijk over voor het 101st Airborne Division.

     

    HET SCHOUDEREMBLEEM

    Het originele schouderembleem werd geaccepteerd op 23 mei 1923 als het 101st een infanterie divisie is. Op een zwart schild staat in profiel een schreeuwende ‘Bald Eagle’ afgebeeld. Op 28 augustus 1942 wordt boven het schild in een halve cirkel, het woord ‘Airborne’ toegevoegd als de divisie een luchtlandingseenheid wordt. Het originele 101st heeft een geschiedenis die terugvoert naar de Amerikaanse Burgeroorlog. Het zwarte schild herinnert aan de ‘Iron Brigade’ van Company C, de ‘Eau Claire Eagles’ van het 8th Wisconsin Regiment. Deze bezaten een mascotte, een adelaar genaamd ‘Old Abe’. De legende wil dat een Chippewa indiaan, Chief Sky, een kuiken ruilde voor een zak koren in 1861. Een ander kocht het dier voor $5, en schonk het aan Company C, 8th Wisconsin Regiment. De adelaar werd vervoerd op een schild en maakte als zodanig 36 veldslagen mee, waarbij het dier gewond raakte bij Vicksburg en de Slag om Corinth. Het 101st Airborne Division adopteerde ook een adelaar en noemde het dier ‘Young Abe’. Als de divisie op training is in Tennessee sterft de vogel helaas in Fort Bragg.

     

    Bron:(http://www.strijdbewijs.nl/)

    14-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    13-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 4)

    Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 4)

     

    Their mission was to root out both the Taliban and al-Qaeda, Osama bin Laden’s network of terror. The brigade distinguished itself by swiftly toppling the Taliban and freeing the Afghans from tyranny—a feat never before accomplished in Afghan history.

     

    In March 2003, the 101st continued to fight the global war on terror with a deployment to Iraq, this time in support of Operation Iraqi Freedom. The division stood out not only during the war against Iraqi dictator Saddam Hussein, but even more so after the war when the division quickly converted from a fighting ethos into a successful humanitarian program in Mosul, Iraq. Upon returning from Iraq in 2004, the division swiftly changed gears and became one of the first divisions to implement Army transformation.

     

    The 101st Airborne Division was called back to Iraq in August 2005.

     

    While the majority of the division replaced the 42nd Infantry Division and assumed responsibility for northern Iraq as Task Force Band of Brothers, the 2nd and 4th Brigade Combat Teams were assigned to Task Force Baghdad, led by the 4th Infantry Division. With the division dispersed across the country, the mission remained the same—continue to train Iraqi security forces, extinguish insurgency, and establish democracy in Iraq.

     

    Since its inception in 1942, the 101st continues to demonstrate its hallmark professionalism, which distinguished the mighty division from other fighting units more than 60 years ago. Today it stands alone as the most powerful force of its kind—a capable deterrent to any force that poses a threat to the United States, always ready and willing to embark on its next “rendezvous with destiny.”

    13-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 3)

    Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 3)

     

    The 101st had been deactivated at the end of World War II. However, the unit, less its airborne status, had been reactivated twice, once as a training division between 1948 and 1954 at Camp Breckenridge, Ky., and again at Fort Jackson, S.C., to train basic infantry recruits.

     

    In 1956, the division was to again regain its combat and airborne status under the new “Pentomic Army Division” concept. The new division was organized into five airborne battle groups, each organized into five infantry companies. Ultimately, the pentomic concept proved unworkable and unsustainable. Between

     

    1962 and 1964, the Army scrapped the pentomic concept and opted to the change to a brigade structure.

     

    The new structure, based on three infantry battalions per brigade, provided for strategically deployable separate brigades, to defend U.S. interests worldwide. The first test of this concept came in 1965.

     

    Because of the growing threat to the Republic of South Vietnam, the 1st Brigade of the 101st Airborne Division was deployed to Vietnam in July. They fought in Vietnam for 26 months, and in

     

    December 1967, the remainder of the 101st Airborne Division was deployed to Vietnam, leaving Fort Campbell empty of a combat division.

     

    During the absence of the 101st Airborne Division from 1967 to 1972, Fort Campbell became the home of the United States Army Training Center. More than 240,000 entry-level Soldiers received basic and advanced infantry training at Fort Campbell before receiving assignments around the world as individual replacements. Additionally, the 6th Infantry Division—a specially trained unit formed to provide assistance with civil disturbances—was also activated and stationed at Fort Campbell during these years.

     

    The end of the Vietnam War did not assure the return of the 101st to Fort Campbell. While in Vietnam, the division organization changed dramatically, from an “Airborne” organization to an “Airmobile”

     

    organization. Hundreds of helicopters and warrant officers had been added to the division, requiring extensive airfield and the need for additional officer’s quarters throughout the installation.

     

    After a period of uncertainty and debate, it was finally decided Fort Campbell would be upgraded to accommodate the needs of the returning division rather move it elsewhere.

     

    Sometime after the Vietnam War was over, the division switched its designation from “Airmobile” to “Air Assault.” This change reflected the changing mission of the division, from guerrilla war in Southeast

     

    Asia to high intensity combat on the battlefields of Europe, or anywhere else.

     

    Throughout the 1970s and 1980s, Fort Campbell kept up with the demanding changes and support requirements of the air assault division and in the process, became home to two other highly specialized and strategically deployable units: the 5th Special Forces Group (Airborne) and the 160th Special Operations Aviation Regiment (Airborne). The 101st Corps Support Group—an XVIII Airborne

     

    Corps logistics unit, designed to support the division in combat—was also assigned to Fort Campbell in order to be in close proximity to the unit.

     

    Fort Campbell proved throughout the 1990s to be an exceptional installation, capable of supporting the training, deployment and family needs of the finest and most elite contingency forces in the U.S. Army. In January 1991, the 101st once again had a “rendezvous with destiny” with a deployment in support of

     

    Operation Desert Shield/Desert Storm, the deepest combat air assault into enemy territory in the history of the world.

     

    Miraculously, the 101st sustained no Soldiers killed in action and captured thousands of enemy prisoners during the 100-hour war. In addition to major operations, Fort Campbell Soldiers have also supported humanitarian relief efforts in Rwanda and Somalia, and supplied peacekeepers to Bosnia, Haiti and Kosovo.

     

    The United States was called to war after the Sept. 11, 2001 terrorist attacks on the World Trade Center and the Pentagon. The Soldiers of the 101st Airborne Division answered the call. The division deployed the 3rd Brigade to Afghanistan in support of Operation Enduring Freedom.

    13-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 2)

    Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 2)

     

    Before the end of World War II, the 20th Armored Division converted to a combat division, completed its training and deployed overseas to fight as a combat unit in Europe. All totaled, Camp Campbell trained and deployed more than one quarter of all armored Soldiers who fought in the Army’s armored divisions.

     

    The 101st had many successes during World War II. They led the way on D-Day in the night drop prior to the invasion and during the Battle of the Bulge, when the 101st was surrounded at Bastogne and ordered to surrender to the German army, Brig. Gen. Anthony McAuliffe famously replied, “To the German commander: Nuts!—The American commander,” and the Screaming Eagles fought on until the siege was lifted.

     

    One unusual mission performed at Camp Campbell during the war years was that of providing a prisoner of war camp. Victory in North Africa in 1942 netted an unplanned capture of a quarter of a million German soldiers, mostly from the famed Africa-Corps. Prisoners here were segregated between three stockades by rank and by Nazi vs. Anti-Nazi sympathies.

     

    Many German officers and NCOs were utilized in post support details, while many of the enlisted German soldiers were available for hire on a daily basis to local farmers and dairies. A small POW cemetery located in the southeast corner of the former Clarksville Base stands as a reminder of this era.

     

    For their valiant efforts and heroic deeds during World War II, the 101st Airborne Division was awarded four campaign streamers and two Presidential Unit Citations. However, victory in 1945 led to the inevitable demobilization of the 8 million-man force and it appeared the fate of Camp Campbell, like so many of other wartime contingency mobilization and training camps, was to close and be consigned to the memory of history.

     

    International tension between the United States and the Soviet Union, what became known as the “Cold War,” intervened in the expected fate of Camp Campbell. Location, transportation, infrastructure, and the existence of a large airfield made the location ideal for one of the nation’s top-secret nuclear weapons storage and modification facilities.

     

    Thirteen of these facilities were required and built upon 5,000 acres in the southeast corner of the camp. Underground tunnels, storage areas and work areas were burrowed into the rolling limestone and the area was separated from the camp by four fences, including an electrified fence. The facility was operated by both the military Armed Forces Special Weapons Project and the civilian Atomic Energy Commission. The presence of such a secure and secret facility almost demanded the occupation of the camp by an elite military force.

     

    As if by coincidence, the 11th Airborne Division, then an occupation force in Japan, was transferred to take permanent occupation of the camp. They arrived in May 1949. To recognize the now permanent status of the camp, on April 15, 1950 Camp Campbell was officially changed to Fort Campbell.

     

    While assigned to Fort Campbell, the 11th Airborne Division was tasked to provide one of its airborne regiments in support of UN forces in Korea during 1950-53. The 187th Airborne Regimental

     

    Combat Team fought valorously in Korea and participated in the only two combat parachute assaults of the war.

     

    Many of the memorialized facilities on Fort Campbell were named for combat heroes of this regiment. The regiment returned to Fort Campbell and remained here as part of the 11th Airborne Division until it was tasked to rotate to Europe in support of expanding commitments for the stationing of U.S. troops on

     

    European soil in support of NATO. Once again, the population of Fort Campbell dwindled and the fate of the fort became uncertain.

     

    This uncertainty dissipated in September 1956 with the activation of an experimental division. The division was activated to test developing Army concepts for a division capable of surviving and fighting on the anticipated nuclear battlefield of the Cold War era. The colors of this new division were to be those of the 101st Airborne Division.

    13-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis van het 101ste Airborne (deel 1)

    Geschiedenis van 101ste Airborne (deel 1)

     

    The 101st Airborne Division (Air Assault) is an air assault division of the United States Army. Nicknamed the “Screaming Eagles,” the 101st has consistently distinguished itself by demonstrating the highest standards of military professionalism since its activation on Aug. 15, 1942. On Aug. 19 of that year, the first commander, Maj. Gen. William C. Lee, promised his new recruits that although the new division had no history, it would soon have a “rendezvous with destiny.” As a division, the 101st has never failed that prophecy.

     

    General Order number five, which gave birth to the division, reads:

     

    “The 101st Airborne Division, activated at Camp Claiborne., has no history, but it has a rendezvous with destiny. Like the early American pioneers whose invincible courage was the foundation stone of this nation, we have broken with the past and its traditions in order to establish our claim to the future.

     

    Due to the nature of our armament, and the tactics in which we shall perfect ourselves, we shall be called upon to carry out operations of far-reaching military importance and we shall habitually go into action when the need is immediate and extreme.

     

    Let me call your attention to the fact that our badge is the great American eagle. This is a fitting emblem for a division that will crush its enemies by falling upon them like a thunderbolt from the skies.

     

    The history we shall make, the record of high achievement we hope to write in the annals of the American Army and the American people, depends wholly and completely on the men of this division. Each individual, each officer and each enlisted man, must therefore regard himself as a necessary part of a complex and powerful instrument for the overcoming of the enemies of the nation. Each, in his job, must realize that he is not only a means, but an indispensable means for obtaining the goal of victory. It is, therefore, not too much to say that the future itself, in whose molding we expect to have our share, is in the hands of the Soldiers of the 101st Airborne Division.”

     

    The origins of Fort Campbell go back to the Army mobilization for World War II. As it became apparent to Army planners in the late 1930s that war was a very dangerous possibility, surveys were conducted to locate potential sites for mobilization and training camps should the Army need to rapidly expand. One such potential site was identified between Hopkinsville, Ky., and Clarksville, Tenn. Army planners felt the site would provide adequate space and infrastructure to build a camp supporting the training of 14,000 Soldiers associated with an armored division and 9,000 support Soldiers.

     

    Plans were made for such a camp in early 1940. However, since the U.S. remained neutral throughout 1940 and most of 1941, building funds were not authorized. The bombing of Pearl Harbor on Dec. 7, 1941 changed all of that. Funds were authorized for the purchase of 105,000 acres of land at a cost of $4 million, and construction began two months later in March of 1942. The camp was ready for occupation in four short months. Over 21 million square feet of billets, warehouses, classrooms and motor pools were built at a cost of $35 million.

     

    After a spirited public debate about what to name the new mobilization and training camp, it became Camp Campbell, named after William Bowen Campbell, a former Tennessee governor and a Civil War Union brigadier general. Initially the new camp was thought to be located in Tennessee because the majority of the land was located on the Tennessee side of the state-line. However, after further review, it was later changed to Kentucky because the U.S. Post Office building was located on the Kentucky side of the state line. The official designation became Camp Campbell, Ky., in August 1942 by General Order from the war department.

     

    The purpose of the wartime camp was to provide a training and mobilization base for a new type of Army organization—the armored division. The 12th Armored Division began its training here in September 1942 and the 14th Armored Division followed. The 20th Armored Division also served here, providing basic training for armored Soldiers to be replacements in other armored divisions already deployed overseas.

     

    Bron voor alle delen: http://www.campbell.army.mil/newinternet2/index.asp

    13-01-2008 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    10-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parachute

    Parachute

     

    Een parachutesprong

    Een parachute of valscherm is een hulpmiddel waarmee een object in vrije val in het zwaartekrachtveld van een hemellichaam zijn snelheid kan begrenzen door wrijving met de atmosfeer.

     

    Het woord vindt zijn oorsprong in het Frans.

     

    Geschiedenis

    Bestuurbare traditionele ronde vorm van Nederlandse origine

    Leonardo Da Vinci heeft reeds in 1483 een ontwerp gemaakt in de vorm van een piramide die open was aan de onderzijde. Op 22 oktober 1797 deed de Fransman Andre Jacques Garnerin de eerste parachutesprong vanuit een luchtballon. De open parachute bestond uit een mand onder een doek van zijde, versterkt met palen om hem open te houden. Een ballon bracht hem tot een hoogte van duizend meter. Daar sneed Garnerin de touwen door waarmee hij onder aan de ballon bevestigd was. De Fransman landde veilig op de grond waar een grote menigte hem een ovatie gaf.

     

    Enkele jaren later werd een parachute ontwikkeld zonder verstijvingen om hem open te houden. De eerste sprong werd hiermee gemaakt in 1897 door de Amerikaan Tom Baldwin.

     

    De oorsprong van de moderne parachute ligt in de periode voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het was het eerste reddingsmiddel voor piloten van vliegtuigen die onklaar waren geraakt. Nadat de piloot uit het vliegtuig stapte remde de parachute de val voldoende af door middel van de luchtweerstand. Hierdoor kon de piloot relatief veilig neerkomen. Vaak ging dit toch nog met kwetsuren gepaard maar als alles goed ging was dit niet levensbedreigend. Bij de moderne jachtvliegtuigen katapulteert men de piloot met de schietstoel uit het vliegtuig. Zelfs al staat het vliegtuig op de grond dan nog is een goede opening en veilige landing met het reddingsvalscherm gegarandeerd.

     

    Kort nadien is men het valschermspringen ook als hobby, voor de sport, gaan beoefenen. De Amerikaan, Leslie Irvin, maakte de eerste vrije val en aansluitend de parachutesprong in 1919. Dit was het eigenlijke begin van parachutespringen als sport hoewel pas na wereldoorlog II het echt als buitensport doorbrak voor het grote publiek.

     

    Tijdens deze Tweede Wereldoorlog kwam een nieuwe toepassing van het valscherm tot ontwikkeling. Het werd aangewend voor het droppen van soldaten, voorraden en uitrustingsstukken achter het front. Deze toepassing kan de vorm aannemen van zowel kleinschalige commandoacties als van de inzet van parachutisten in het kader van grootschalige luchtlandingsoperaties.

     

    In de jaren '60 en '70, het tijdperk van de ruimte-exploratie en tot op heden is de parachute veelvuldig gebruikt om ruimtecapsules, die niet op eigen kracht een veilige daalsnelheid kunnen bewerkstelligen, af te remmen om relatief zacht neer te komen.

     

    Tijdens de Vietnamoorlog ontwikkelden de Amerikanen een speciale rechthoekige vorm, waardoor men tijdens het neerkomen grote horizontale afstanden kon afleggen. Neergeschoten piloten konden zich zo meestal redden door van het land weg te glijden en in de buurt van Amerikaanse oorlogsschepen neer te komen. Deze "vliegende matras", werd de voorloper van de latere parapente.

     

    Als remparachute voor zeer snelle militaire straalvliegtuigen bij korte landingsbanen en bij de space shuttle worden ze in de staart van het vliegtuig aangebracht en geopend net na de landing om de rolafstand in te korten.

     

    Op dit ogenblik wordt de parachute op individueel vlak enkel nog gebruikt als noodvalscherm en ook hiervoor is het einde in zicht. Soms is het valscherm nog in gebruik bij parasailing.

     

    Bij een parachute kan je niet spreken van vliegen. Het gaat slechts over gecontroleerd vallen. Om van vliegen te kunnen spreken moet er iets meer zijn namelijk:

     

    Bestuurbaarheid

    Stijgen en/of hoogte kunnen behouden.

    Het gebruik van de parachute als individueel middel voor buitensport is verdrongen door de parapente of glijscherm omdat net daar er wel bestuurbaarheid is. Je kan er mee zweven.

     

    Het gebruik van de parapente als individueel middel voor buitensport wordt sterk aangevuld maar niet volledig verdrongen door de paramotor of gemotoriseerd glijschermvliegen omdat je er naast de bestuurbaarheid ook de mogelijkheid van stijgen en dalen hebt. Je kan dus van reëel vliegen spreken.

     

    Gebruik

     

    De parachutes bij de landing van Apollo 15

    Na de vrije val zal de springer zijn parachute openen op ongeveer 3000ft (1000 meter). Vlak voor de landing remt de parachutespringer af met zijn stuurlijnen. Daarmee wordt een opwaartse kracht (liftkracht) gecreëerd. De parachute gaat dan nog langzamer, er is dan bijna geen verticale snelheid meer, maar wel een horizontale snelheid. Afhankelijk van hoe hard de wind waait stapt de parachutist dan gewoon op de grond, of moet hij nog een stukje flink hardlopen. Er wordt als alles goed gaat dan ook altijd tegen de wind in geland.

     

    Voor het geval dat de parachute niet open gaat, of zich niet volledig opent, heeft een parachutespringer altijd een reserve parachute bij zich. Hij moet dan eerst de hoofdparachute afwerpen ("choppen"), en vervolgens zijn reserve parachute trekken.

     

    In bijna elk parachutesysteem zit tegenwoordig een automatische opener, die op luchtdruk werkt. Die automatische opener grijpt in als de parachutist te lang door blijft vallen. De reserveparachute wordt dan meestal geopend op een hoogte van ongeveer 230 meter.

     

    Onderdelen en vorm

    Een parachute bestaat uit een doek en hanglijnen. Bij gebruik voor personen zijn er de hangriemen en het harnas. Het harnas is het draagstel voor de persoon en heeft een zak (pack) waarin de gevouwen parachute opgeborgen wordt. Het scherm is in verticale richting verdeeld in stroken en horizontale in panelen. Aan de top is een opening die oscillatie tegengaat.

     

    De normale, automatische opening voor dropping van militairen, hobbyspringers en materiaal gebeurt door een static-line, een koord die de sluiting van de zak met het vliegtuig verbindt. Deze lijn trekt het valscherm uit de zak.

     

    De opening van het scherm bij het sportparachutespringen in vrije val gebeurt door een handgreep die de zak opent waarna een klein uittrekvalschermpje het hoofdvalscherm opent.

     

    Werking van de parachute

    Een ronde parachute vertraagt de snelheid van de parachutespringer doordat de luchtweerstand als de parachute opengaat veel groter wordt. Moderne "square" parachutes werken volgens het principe van de vliegtuigvleugel. De voorwaartse snelheid buigt de lucht naar beneden af en creëert zo een opwaartse kracht. Deze moderne parachutes zijn veel kleiner en vliegen sneller en verder en landen zachter dan hun ronde voorgangers. Er wordt begonnen door een klein parachuutje uit te werpen, de "pilot chute". Aan de pilot chute zit een lijn (een bridle) die de "bag" met daarin de hoofdparachute uit het "rig" (de rugzak) trekt. De hoofdparachute wordt uit de bag getrokken.

     

    Als de parachute opengaat oefenen de draden van de parachute gedurende korte tijd een grote opwaartse kracht uit op de vallende parachutespringer, waardoor de snelheid sterk afneemt. Deze kracht is meerdere malen de sterkte van de zwaartekracht. Dit wordt de openingsschok genoemd. De draden moeten daarom zeer sterk zijn. Voor de springer is het voelen van de openingsschok een bevestiging dat de parachute open is gegaan.

     

    Storingen van de parachute

    Het voordeel van de parachutes is dat er nagenoeg geen storingen optreden.

     

    Een beginner in de sport wordt geleerd een para-landing fall te maken om geen breuken op te lopen. Een ervaren parachutist lukt het om de parachute zo af te remmen (flaren genoemd) dat hij gewoon af kan stappen, of slechts een paar passen hoeft te lopen.

     

    Een van de mogelijke storingen is dat bij het openen van de parachute er een lijn over de bovenkant van de parachute loopt, "line over" genoemd, waardoor de parachute niet volledig opent. Bij de "total malfunction" komt de parachute helemaal niet tevoorschijn.

     

    Voor de meeste storingen geldt dat de hoofdparachute moet worden afgeworpen en geland moet worden met de reserveparachute. De kans dat de reserve parachute ook niet open gaat is zo goed als nihil. Dit komt omdat de "bag" helemaal afgeworpen (dit wordt "freebag" genoemd) en de reserve geplooid wordt door een specialist, de "rigger". De hoofdparachute wordt meestal gevouwen door de parachutist zelf.

     

    Andere toepassingen

    Wellicht de grootste parachute ter wereld werd door het Russische bedrijf Parachutostroenja gemaakt voor het gecontroleerd laten neerdalen van de uitgebrande opstuwraketten van de Russische spaceshuttle Boeran. De Boeran is echter het ontwikkelingsstadium nooit voorbij gekomen waarna een nieuwe toepassing werd gevonden voor de stuwraketten van de Europese Ariane V raket. De parachute heeft een diameter van 48 meter (groter dan een flinke circustent!) en zorgt ervoor dat de uitgebrande opstuwraket die dan nog altijd een gewicht heeft van ongeveer 40 ton met een snelheid van niet meer dan 25 m/s in de oceaan plonst. Zonder parachute zou dit 200 tot 350 m/s zijn. Voordat de parachute geopend wordt zorgt een cluster van 3 kleinere parachutes ervoor dat de valsnelheid van de stuwraket zover wordt verlaagd, dat de bovengenoemde hoofdparachute geopend kan worden zonder dat de krachten te groot worden.

     

     

    Reven van de parachute

    Een parachute krijgt de grootste belasting te verwerken gedurende de opening. In het algemeen wordt er naar gestreefd om de openingsschok te beperken tot drie maal het gewicht van de lading. Als de snelheid vóór de opening te groot is wordt er gebruikgemaakt van een reeflijn. Deze wordt door de buitenrand van de parachute geregen en is zo kort dat de parachute niet tot zijn maximale diameter kan openen. Na enkele seconden, als de snelheid voldoende is afgenomen wordt deze reeflijn met een tijdmechanisme doorgeknipt waarna de parachute zich alsnog tot zijn maximale diameter kan openen. Indien nodig kan dit proces zelfs in meer stappen plaatsvinden.

     

    Van Wikipedia en eigen aanvullingen

    10-09-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Algemene informatie
    22-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mauser Karabiner 98k
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mauser Karabiner 98k

     

    Het Mauser geweer M 1898. kal. 7.92 mm, is genoemd naar de beroemde Duitse vuurwapenontwerper Peter Paul Mauser die het model in 1898 ontwierp als opvolger voor het Gewehr 88. Zijn broer, die ook vuurwapens ontwierp en waarmee hij zijn fabriek jaren daarvoor begon, was toen al dood. Het was het standaardgeweer voor de Duitse strijdkrachten in de Eerste Wereldoorlog. Er waren naast Mauser echter nog vele andere producenten die dit wapen in licentie vervaardigden, zoals ‘Haenel’ en ‘Schilling’, die later ook wapens met hetzelfde systeem bouwden. De Mauser is een vijfschots grendelgeweer en in de literatuur wordt het als het meest succesvolle ontwerp omschreven omdat dit grendelsysteem steviger en betrouwbaarder was; het liep onder andere minder snel vast dan de tot dan toe gebruikte systemen. Voor de productie werd staal van de beste kwaliteit gebruikt. Het weegt 4,100 kg en meet 1,25 meter. De snelheid van het projectiel bedraagt 742 m/s en het had een gesloten magazijn, wat belangrijk was in de loopgraven. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit het standaardgeweer bij de Duitse strijdkrachten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Mauser Kar98k gebruikt. De ‘k’ staat voor ‘kurz’, dat kort betekent. De belangrijkste wijziging was namelijk dat de loop aanzienlijk werd ingekort. ‘Kar’ is de afkorting van ‘Karabiner’. Prototypes hiervan waren echter al vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog in gebruik bij de Duitse cavalerie.

     

    Bij dit geweer hoorde een lange bajonet model 1898 van 52 cm of een brede bajonet, model 98/05 ook wel ‘slagersmes’ genoemd. Hoewel er bajonetcharges bekend zijn uit de Eerste Wereldoorlog is hij toch niet zo vaak gebruikt. Het is met een bajonet op het geweer namelijk erg moeilijk om te richten en het brengt ook problemen met zich mee om zich te verplaatsen in de soms smalle loopgrachten. De bajonet werd wel vaak gebruikt als slagwapen om prikkeldraadversperringen op te ruimen.

     

    Via Wikipedia en eigen aanvullingen

    22-07-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    22-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MG42
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MG42

     

    De MG42 of Maschinengewehr 1942 is een Duits machinegeweer die voor het eerst werd geproduceerd in 1942 als de opvolger van de MG34. De MG42 had met z'n 1200 schoten per minuut (sommige versies gingen tot 1800 schoten per minuut), de hoogste vuursnelheid van alle vuurwapens tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nadeel was wel dat door de hoge vuursnelheid veel patronen kon worden verschoten, waardoor men snel door de aanwezige munitievoorraad heen was.

     

    Achtergrond

    Tijdens de late jaren '30 was de MG34 ontegensprekelijk het beste machinegeweer dat er bestond maar had als groot nadeel dat het in aanmaak duur en tijdrovend was. Om het steeds uitbreidend Duits leger te kunnen blijven bewapenen werd gezocht naar snellere methoden om wapens te produceren. Het uitgangspunt bij het de uitschrijving van de specificaties van de MG42 was het realiseren van een meer economischer en tijdsefficiënt fabricageproces vergeleken met de MG34.

     

    Het prototype: de MG39

    Het winnende ontwerp, gemaakt door doctor Crunow van het bedrijf Metall-und-Lackierwarenfabrik Johannes Grossfuss AG, bevatte invloeden van Italiaanse en Poolse ontwerpen, en het prototype kreeg de naam MG39. Het bedrijf Johannes Grossfuss AG waren experts in het plaatslagen, een procédé waarbij staal in de finale vorm werd gedrukt en geperst en was het alternatief fabricageproces van het warmgieten en tijdrovend draaiwerk. Het productieproces van het ontwerp van Metall-und-Lackierwarenfabrik Johannes Grossfuss AG, verhoogde de fabricagesnelheid enorm: vergeleken met de MG34 daalde de aanmaaktijd met 50% (tot 75 manuren) en verminderde de productiekost tot 250RM (tegenover 327RM voordien). De MG39 bleef nagenoeg gelijkaardig als de MG34 om de eenvormigheid en het vertrouwen in het wapen te bewaren. De enige aanpassingen waren het wegvallen van de Gurttrommel, waardoor alleen de kogelband kon worden gebruikt, en het verhogen van de vuursnelheid tot 1200 schoten per minuut (sommige versies konden tot 1800 schoten per minuut afvuren). Het menselijk gehoor kon bij deze vuursnelheid onmogelijk elke afzonderlijke kogel horen aankomen en het speciale geluid dat de MG42 maakte gaf het de bijnaam de kettingzaag van Hitler (Engels: Hitlers buzzsaw). Ondanks dat de aanmaak goedkoper bleek was het prototype MG39 minder gevoelig aan vuil en temperatuur waardoor het minder blokkeerde.

     

    Het productiemodel: de MG42

    Gezien het succes van het prototype MG39 duurde het nog tot 1942 vooralleer een normale productie op gang kwam waarna het prototype MG39 werd hernoemd tot MG42. Al vanaf de start van de productie kon men de steeds toenemende vraag nooit inwilligen. De MG42 woog 11.6kg in de lichte uitvoering met de tweepoot (Duits: zweibein). Deze uitvoering was lichter dan de MG34 en zeer gemakkelijk te dragen. De tweepoot, eenzelfde type als de MG34, kon aan het vooreinde of in het midden worden gemonteerd, afhankelijk van de toepassing. In de zware uitvoering werd een nieuw ontworpen driepoot Lafette 42 (Duits: dreibein) gebruikt en woog 20.5kg. De machineloop van de MG42 was lichter dan de MG34 en raakte vlugger versleten, maar kon in enkele seconden worden vervangen door een ervaren operator. Doordat de MG42 minder gevoelig was aan vuil en minder onderhevig aan temperatuursverschillen en het als gevolg minder blokkeerde, was de MG42 in elk type klimaat inzetbaar en deed uitstekend dienst in Noord-Afrika. Er werden tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan 400000 MG42 machinegeweren geproduceerd.

     

    Het alternatief: de MG42V of MG45

    In 1944 zorgden acute materiaaltekorten ervoor dat het Derde Rijk een nieuwe versie op de markt bracht, de MG45 (of MG42V). De MG45 werd gemaakt van staal met een lagere kwaliteit waardoor het gewicht reduceerde tot 9kg en had een nog hogere vuursnelheid. De eerste testen werden gevoerd in juni 1944 maar de ontwikkeling bleef aanslepen waardoor er slechts een tiental zijn gebouwd.

     

    Nabeschouwing

    Tot op vandaag wordt de MG42 aanzien als een van de beste machinegeweren ooit gemaakt. Na de Tweede Wereldoorlog werd de MG3, een MG42 met een verlaagde vuursnelheid en een 7.62 x 51 mm NATO munitiekaliber, door Duitsland, Noorwegen, Spanje, Denemarken gebruikt. In de Joegoslavische republieken werd nog steeds de MG42 met het oorspronkelijk 7.92 x 57 mm Mauser munitiekaliber gebruikt. De M-60 van het Amerikaans leger is gebaseerd op de MG42 en een aantal andere legers gebruikte het MG42 ontwerp als basis voor het ontwerp van hun machinegeweer.

     

    Wikipedia en eigen aanvullingen

    22-06-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    19-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sturmgewehr 44
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sturmgewehr 44

    De Maschinenpistole 43, Maschinenpistole 44 en het Sturmgewehr 44 (respectievelijk MP43, MP44 en StG44) waren de namen voor een licht automatisch geweer ontwikkeld door Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van het Maschinenkarabiner (automatische karabijnen) programma, en werden ontwikkeld uit de Mkb 42 (H). De vele namen voor de opvolger van de Mkb 42 (H) zijn het resultaat van de ingewikkelde bureaucratie in Nazi-Duitsland.

     

    De MP43, MP44 en StG 44 waren de namen voor bijna identieke wapens met enkel kleine verschillen en productiedata. De laatste, de StG44, werd Sturmgewehr (Aanvalsgeweer genoemd. Hij combineerde de voordelen van machinepistolen en automatische geweren. De vertaling aanvalsgeweer is erg populair geworden om dit type wapen te omschrijven.

     

    De combinatie van de patroongrootte en het ontwerp zorgde ervoor dat het geweer als een machinepistool voor kleine afstanden gebruikt kon worden maar op lange afstanden accurater was dan deze machinepistolen. Het geweer had echter een veel kleiner bereik dan geweren tegenwoordig hebben; tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden veel gevechten op kleine afstanden plaats in dorpen, steden en beboste gebieden.

     

    Toen de StG44 werd geïntroduceerd was een groot gedeelte van de Wehrmacht met machinepistolen of wapens waarbij ieder patroon afzonderlijk in de loop gelegd moest worden zoals de Mauser 98k bewapend. Alleen een klein deel van de militairen was met semi-automatische wapens bewapend (voornamelijk onderofficieren en tankpersoneel). Het Duitse leger kende geen licht machinegeweer (LMG). De MG34 en MG42 waren bedoeld om deze rol op te vullen maar bleken te zwaar. De StG44 was weliswaar geen licht machinegeweer maar het vulde de behoefte naar een licht automatisch geweer met genoeg vuurkracht op.

     

    Russische AK 47

     

    De StG44 is ook wel de voorloper van de Russische AK47. De Russen, hebben bij de inname van Duits territorium deze wapens buit gemaakt. De Russen hebben daarop, de StG44 verbeterd, en dat is geresulteerd in de AK47.

     

    Van Wikipedia en eigen aanvullingen

     

    19-04-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    06-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MG34
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MG34

    De MG34 of Maschinengewehr 34 is een Duits machinegeweer dat werd geïntroduceerd vanaf 1934 en gebruikt in alle Duitse gelederen tijdens de Spaanse burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog. De MG34 wordt gezien als het eerste moderne machinegeweer dat samen met de MG30 qua functionaliteit ver vooruit was op z’n tijdgenoten.

     

    Ontwikkeling

    De ontwikkeling van machinegeweren startte pas goed na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Duitsland mocht na het Verdrag van Versailles echter geen wapens meer ontwikkelen maar deed dit toch en schreef een specificatie uit naar een volledig universeel machinegeweer (Einheitsmaschinengewehr). Duitse bedrijven vestigden zich in Zwitserland waar Rheinmetall hun ontwerp MG30 Solothurn verkocht kreeg aan de Zwitsers. Eenmaal de Duitse oorlogsindustrie pas goed op gang kwam kwamen deze bedrijven zich opnieuw vestigen in Duitsland en werden gesteund door het nazi-regime om hun opgedane kennis verder te ontwikkelen. Zowel Rheinmetall als Mauser Werke werkten vanaf 1929 aan een machinegeweer en stelde hun prototypes in 1932 voor aan de aankoopdienst van het Duits leger (Heereswaffenamt). Deze laatste besloot dat geen van beide ontwerpen voldeed aan al hun eisen, alhoewel de prototypes een goede functionaliteit bevatte. De Heereswaffenamt besloot het bedrijf Rheinmetall de opdracht te geven om een volledig nieuw project op te starten met de vraag om de goede functionaliteit van voorgaande prototypes als basis te gebruiken in het ontwerp dat later de MG34 zou worden. Majoor Ritter von Weber werd aangesteld als de projectleider bij het Duits leger en Louis Stange kreeg de leiding bij Rheinmetall. Het bedrijf Mauser Werke kreeg compensaties voor de elementen die uit hun prototype werden gebruikt. Het ontwerp van de Maschinengewehr 34 of MG34 staat officieel toegewezen aan hoofdingenieur Louis Stange van Rheinmetall doch de meeste elementen in de MG34 werden bedacht door Heinrich Vollmer van het bedrijf Mauser Werke. Vollmer kwam om het idee om de elementen van handwapens LMG32, de MG13 Dreyse en de MG30 Solothurn samen te voegen tot een werkend geheel.

     

    Technische gegevens

    De MG34 kon 800 à 900 schoten per minuut afhandelen over een maximum schietbereik van 1200 meter als infanterie machinegeweer of 3500 m als luchtafweerwapen. De MG34 gebruikte 7,92 mm x 57 mm (7,9 mm Mauser, ook wel 8 mm Mauser genoemd) munitie die in een kogelmagazijn/trommel of op een kogelband zat. De kogelmagazijn/trommel werd gebruikt in de luchtafweeropstelling of wanneer de MG34 snelle bewegingen onderging op een voertuig. De kogelband was nuttig in de andere opstellingen en vereiste een extra persoon om de kogelband aan te leggen en vast te houden. De kogelbanden bestonden uit een enkelvoudige strip met 50 kogelschoten of een opgerolde strip met 300 (sommige bronnen zeggen 250) kogelschoten. De kogelmagazijnen/trommels bestonden uit 50 kogelrondes (de zgn. Gurttrommel 34) of een dubbele kogeltrommel met een capaciteit van 75 kogelrondes. De MG34 operator of z'n helper had altijd reservelopen en een asbest handschoen bij zich om de loop elke 250 à 300 schoten te veranderen. De MG34 was duur in materiaalkost daar het 49 kg staal vereiste en de productie ervan vergde veel tijdrovend maatwerk waardoor men de toenemende vraag van het steeds uitbreidende Duits leger nauwelijks of niet aankon. Het machinegeweer bleek gevoelig te zijn voor vuil en stof maar toch werd het machinegeweer algemeen zeer goed aanvaard en aanzien als één van de betere machinegeweren van die tijd.

     

    Opstel mogelijkheden

    De MG34 kon worden opgesteld in verschillende uitvoeringen:

     

    MG34 + tweepoot: de lichtste uitvoering met een gewicht van 12,1 kg. Hiermee was het machinegeweer aanzienlijk lichter dan z’n tijdgenoten en één van de hoofdredenen waarom hij zo populair was.

    MG34 + driepoot 6,75 kg: de medium uitvoering met een gewicht van 18,85 kg. Er was ook een adapter beschikbaar om een kleinere versie van luchtafweeropstelling te maken.

    MG34 + driepoot Dreibein 34: een zware uitvoering met een gewicht van 23,6 kg. Met deze uitvoering kon men een vaste luchtafweeropstelling maken.

    MG34 + driepoot Lafette 34: de zwaarste opstelling met een gewicht van 35,7 kg. De MG34 werd op een driepoot met accessoires zoals schokdempers, een speciaal mechanisme om te vuren en een periscoop zodat men vanuit een verdoken positie kon schieten.

     

    Varianten en evolutie

    Er bestond een variant op de MG34, de MG34/41. Deze variant werd aangevraagd nadat de eerste frontervaringen in het begin van de Tweede Wereldoorlog hadden aangetoond dat een hogere vuursnelheid een betere verspreiding van de kogels gaf. De MG34/41 had een vuursnelheid van 1200 kogels per minuut (tegen 800 à 900 bij de MG34) en woog 14 kg, iets meer dan de originele MG34 versie (12,1 kg). Er werd een beperkt aantal MG34/41 machinegeweren geproduceerd.

    De MG34 was de basis voor de MG40. Tegen het einde van de jaren ’30 was het plan om het ontwerp en de productie van de MG34 te vereenvoudigen. In plaats van precisie maatstukken werd nu het principe van voorgedrukte elementen toegepast. De loop van de MG42 had nu bijgevolg een vierkante vorm waardoor het niet kon worden gebruikt in de geschutskoepels van de tanks en andere pantservoertuigen, die de de MG34 bleef gebruiken.

    De MG34 was ook de basis voor het ontwerp van een nieuw anti-vliegtuiggeschut, de MG81. De MG81 kon de kogelbanden aannemen van elke zijde en in de versie MG81Z (Z staat voor een Duitse afkorting van zwilling: tweeling), werden twee machinegeweren parallel naast elkaar gemonteerd en aangestuurd met een enkele trekker.

     

    Dienstjaren

    De MG34 werd tijdens de 30’er jaren gebruikt als het hoofdwapen voor de Duitse infanterie en fungeerde als een verdedigingswapen voor vliegtuigen en tanks. Als tankgeschut was de MG34 uitgevoerd met een zwaardere loop en een bepantserd loopomhulsel zonder de luchtgaten. De MG34 werd gebruikt door de Duitsers in hun Legioen Condor die aan de zijde stonden van Generaal Francisco Franco en z’n nationalisten tijdens de Spaanse burgeroorlog. Elke infanterie-eenheid had een MG34 en was daarmee de belangrijkste vuurkracht daar elke infanteriesoldaat, uitgezonderd de leider, een K98k geweer droeg. Het MG34 team gaf in normale omstandigheden dekkingsvuur aan de flanken wanneer hun mede infanteriesoldaten hun doel naderden. De MG34 met Lafette 34 werd gebruikt in de zware compagnieën en waren een cruciaal onderdeel in defensieve opstellingen. In de loop van 1942 werden 300 stuks van de MG34/41, een variant op de MG34 geleverd aan de Duitse soldaten die aan het Oostfront vochten. Alhoewel de Luftwaffe de MG34 afkeurde als vliegtuiggeschut, schreef deze laatste tijdens het laatste deel van de Tweede Wereldoorlog een handleiding voor de MG34. Het machinegeweer werd dan ook gebruikt als een gronddefensiewapen op luchtbases en door de Fallschirmjager-eenheden en Duitse paracommandotroepen (allen onderdelen van de Luftwaffe). De Duitse marine (Kriegmarine) gebruikte de MG34 ook. De MG34 wordt aanzien als het eerste moderne machinegeweer dat samen met de MG30 vooruitstrevend was op vlak vuursnelheid en draagbaarheid door een enkel persoon. De MG34 bleef tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in actieve dienst van het Duits leger. Na de Tweede Wereldoorlog werd de MG34 nog gebruikt in Portugal, waar het bekend stond als de Metralhadora m/945, en Israël, Tsjecho-Slowakije, Frankrijk en een aantal landen in Afrika.

     

    Van Wikipedia( klik op de foto) en eigen aanvullingen

    06-04-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    30-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luger P-08
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luger P-08

     

    De Luger is een semi-automatisch pistool ontworpen door Georg Luger. Hij baseerde zich hiervoor op het C93 pistool van Hugo Borchardt. Beiden, Luger en Borchardt, werkten voor de Deutsche Waffen- und Munitionsfabriken (DWM). De Luger was uiteindelijk kleiner en lichter dan het onhandige en pistoolontwerp van Borchardt. De officiële benaming van het pistool was "Selbstladepistole Parabellum", afgeleid van het telegramadres van DWM (Parabellum is een onderdeel van de Latijnse spreuk 'Si vis pacem, para bellum' wat zoveel betekent als 'Hij die vrede wil, bereidt zich voor op oorlog' of parabellum staat ook voor de tijdsaanduiding tussen de 2 wereldoorlogen). De naam "Luger" is vooral buiten Duitsland blijven hangen en als niet-officiële naam aan het wapen verbonden gebleven.

     

    Er bestaan verschillende variaties van het Luger pistool. De eerste Luger is ontstaan uit een Zwitserse beproeving van het Borchardt pistool. De op- en aanmerkingen op het Borchardt C-93 ontwerp resulteerden in een reeks van modificaties die door Luger gedeponeerd zijn en vervolgens tot het Zwitserse Luger hebben geleid. De Zwitserse Luger is gekamerd voor 7,65mm Parabellum munitie en werd door het Zwitserse leger in 1900 geaccepteerd. Diverse varianten volgden elkaar in Zwitserland op, het model 1900, 1900/06 en 1906/29.

     

    In 1904 nam de Duitse marine het model 1904 in gebruik, een Parabellum met een looplengte van 15cm en een in twee standen verstelbaar vizier. Het Duitse leger volgde in 1908 met de acceptatie van de P08, gevolgd door een artillerieversie van het pistool in 1913, wat onder de naam "Lange Pistole 08" of LP08 in gebruik werd genomen. Alhoewel Nederland al tussen 1900 en 1905 diverse tests met de Luger had uitgevoerd werd het wapen niet door het Nederlandse leger in gebruik genomen. Wel werd het wapen als Model 1911 door het KNIL in gebruik genomen en later als Pistool Automatisch, Nr. 1, door de Nederlandse marine. Ook de USA heeft voor 1908 enkele acceptatietests met het wapen uitgevoerd. Voor een van de tests in 1907 werd een Luger-variant in het kaliber .45 ACP ontwikkelt.

     

    De P08 en LP08 werden geproduceerd door DWM en het arsenaal in Erfurt. In 1930 ging de productie van DWM over naar Mauser in Oberndorf am Neckar, die het wapen tot 1942 produceerden. Het arsenaal in Erfurt stopte na de Eerste Wereldoorlog met produceren en de machines verhuisden naar Simson in Suhl. Tot rond 1934 produceerde Simson een beperkte serie pistolen. Na de inbeslagname van de Simsonfabriken gebruikte de firma Heinrich Krieghoff de machines en gegevens van Simson om een eigen P08-productielijn op te zetten. Krieghoff produceerde vervolgens tot 1945 een beperkte serie P08's voor de Duitse luftwaffe.

     

    In 1942 werd de productie bij Mauser gestopt omdat zijn opvolger, de Walther P-38, betrouwbaarder en goedkoper was. Desondanks bleef het wapen in Duitsland tot het einde van de oorlog en lang erna in gebruik.

     

    Onder het DDR regime werden vele P08 pistolen gerenoveerd en ze bleven tot ver in de jaren 70 in gebruik. Ook Noorwegen maakte tot in de jaren 80 gebruik van de P08. Na de oorlog zijn bij Mauser in Oberndorf, onder Frans bevel, nog een aantal P08's geassembleerd die door de Franse overheid in gebruik werden genomen.

     

    Het wapen kende na de Tweede Wereldoorlog enkele heroplevingen. In 1969 werd door Interarms, USA de mogelijkheid bekeken om het wapen opnieuw op de markt te brengen. Mauser besloot een nieuwe versie van het Parabellum pistool te ontwikkelen wat in de USA via Interarms werd verkocht. Dit pistool, de "Mauser Parabellum", werd tot 1997 door Mauser geleverd, de laatste jaren vooral in beperkte verzamelaars- en herdenkingsoplagen. Een Amerikaanse variant van de Luger werd in de jaren 80 en 90 uit roestvrijstaal gemaakt door de firma Aimco, later Orimar. Deze pistolen werden zowel onder de naam 'Aimco', 'Mitchell Arms' en 'Orimar' op de markt gebracht.

     

    De Parabellum was het eerste pistool dat 9mm parabellum patronen gebruikte. Dit kaliber is tot vandaag het meest gebruikte voor pistolen en is een directe afgeleide van het 7.63mm Borchardt kaliber en het ervan afgeleide 7.65mm parabellum kaliber. Bovendien is de Luger ongetwijfeld het meest herkenbare pistool ter wereld door zijn aparte vormgeving. De schuine hoek van de handgreep, de gestroomlijnde vorm, de afsluiter die als kniegewricht functioneert met zijn opvallende knoppen: Ze zorgen allemaal voor een wapen wat prestaties wegzet die door moderne pistolen slechts met moeite kunnen worden verbeterd.

     

    De vele varianten, contracten, leveranciers en gebruikers maken het een geliefd wapen bij verzamelaars.

     

    Bron: Wikipedia(klik op de foto)en eigen aanvullingen

     

    30-03-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    29-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M1 Carbine
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    M1 Carbine

     

    De M1 Carbine.30 kaliber was een licht geweer met 15 kogels per lader, ook is er een langere lader ontwikkeld en deze kan 30 patronen bevatten. (Deze werd NOOIT gebruikt in WO2) Het voordeel van het geweer is dat het een compact en semi-automatisch wapen is. Het werd ontwikkeld door Winchester. Hoewel de M1 Carbine ook wel vaak de 'Baby Garand' wordt genoemd is hij echter niet van dezelfde ontwikkelaar. Het wapen werd ontwikkeld om de Colt .45 te vervangen maar dit is echter nooit gebeurd. De M1 Carbine was en is nog altijd een zeer populair wapen, er werden meer M1 Carbines geproduceerd in WO2 dan de populaire M1 Garand.

     

    Er bestaat ook een model met inklapbare kolf: de M1A1 Carbine, dit model werd ontwikkeld voor de paratroepen(niet voor de soldaten die via zweefvliegtuigen kwamen)en later ook gehanteerd door tankpersoneel. In de laatste jaren van de oorlog werden er verbeteringen aangebracht. Er werd een bajonet (M4 Bayonet, deze werd pas eind 1945 intensief gebruikt dus NIET in Normandië of Nederland) ontwikkeld en van het eerst L-sight werd een verstelbaar vizier gemaakt. Er werden tussen einde 1941 en midden 1945 zo'n 6 221 220 M1 Carbines geproduceerd door verschillende fabrikanten.

     

    Bron: wikipedia en eigen aanvullingen

    29-03-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    27-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M1 Garand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    M1 Garand

    De Garand M1 is een semi-automatisch geweer dat vooral zijn diensten bewees tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het Amerikaanse leger. Men noemt het dan ook wel eens 'The rifle that won the war.' De Amerikaanse generaal Patton was dan ook zeer te spreken over de 'M1 Garand' rifle.

     

    Het 'U.S. Rifle, Caliber 30-06, M1' was het resultaat van experiment en ontwikkeling door John Garand in de Springfield Armory fabriek in de jaren '20 en '30. Het geweer werd op 9 januari 1936 in gebruik genomen door het leger. John Garand ontwikkelde het wapen zodat het goed geschikt was voor massaproductie. De eerste grote productie van M1 Garands kwam van de band gerold eind 1937. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de M1 geproduceerd door 2 fabrikanten: Springfield Armory en Winchester Repeating Arms Company. Winchester had voor de oorlog al een contract gekregen voor een klein aantal M1's op 4 april 1939, maar werd later nog verschillende contracten aangeboden om het wapen tijdens de oorlog te produceren. WRA maakte vanaf dan tot de productie in 1945 stopte zo'n 513 880 M1 Garand Rifles. SA maakte de Garand vanaf z'n ingebruikname tot de productie in 1957 werd stopgezet. Aan het eind van de oorlog werden een zo'n 4 028 375 M1's geprduceerd. Er zijn ook 2 scherpschutterversies van de M1 Garand ontwikkeld, de M1C en de M1D. Deze zijn niet veel gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog in vergelijking met het meest populaire scherpschuttergeweer, de M1903A4. Het wapen werd later nog gebruikt in de Korea-oorlog en in kleine maten in de Vietnam-oorlog.

     

    Zoals ieder wapen had de Garand M1 zijn gebreken. De lader bevatte slechts 8 patronen die geladen werden door middel van een soort 'clip' dat in het geweer werd geduwd. Om de kogels te laden moest men de ontvanger van de Garand openhouden en de clip erin duwen, liet men te vroeg los was je vinger redelijk ernstig toegetakeld, dit noemde men een 'Garandthumb'. De kogels waren van het kaliber 0.30 inch. In tegenstelling tot wat vele videogames beweren kon de Garand wel in het midden van clip herladen worden. Een ander nadeel was dat de 'clip' automatisch werd uitgeworpen wanneer de laatste kogel was afgevuurd. Dit uitwerpen veroorzaakte een luid 'ping-geluid' waardoor de vijand wist dat de schutter zijn wapen moest herladen. Dit was ook het grote nadeel van het wapen toen het nog in minieme maten in de Vietnam-oorlog werd gebruikt, wanneer de clip er uitsprong verraadde de soldaat hierdoor meestal zijn positie in de jungle.

     

    Bron: Wikipedia (klik op de foto)

    27-03-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    25-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thompson pistoolmitrailleur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Thompson pistoolmitrailleur

    De Thompson pistoolmitrailleur, meestal Tommygun genoemd, is een machinepistool dat gebruikt werd in de Tweede Wereldoorlog door de Amerikanen. Het was ook het voorbeeld voor de Russische PPSh-41. De Thompson werd geïntroduceerd in 1919 door generaal John T. Thompson. Hij begon een onderzoek in 1915 naar een 1-persoons licht machinegeweer voor het Amerikaanse leger. De Eerste Wereldoorlog bleef duren en het aantal slachtoffers bleef stijgen. Omdat Thompson ook in het leger had gediend wist hij dat er meer vuurkracht nodig was om de oorlog te bëeindigen.

     

    Na de Eerste Wereldoorlog werd de Thompson meteen in productie genomen voor het herbewapenen van de reservetroepen in de Verenigde Staten. Ook de Amerikaanse maffia heeft een groot aandeel in de geschiedenis van de Thompson gehad. Het was in de jaren 30 het favoriete gangsterwapen en daardoor kwam het ook dat er in 1932 in Chicago dagelijks meer dan 20 mensen mee werden omgebracht.

     

    De Thompson gebruikt .45 ACP als munitie, en was toch relatief zwaar. Daarom ging men op zoek naar een vervanger, wat de Grease Gun werd.

    De Tommygun werd ook wel Chicago typewriter en Chicago piano genoemd. Die bijnamen had hij gekregen, omdat hij vaak in Chicago door de gangsters in de jaren '20 en '30 werd gebruikt. Een andere benaming is burp-gun.

    Bron: wikipedia (klik op de foto)


    Voor meer info=> Google

    25-03-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    Categorie:Wapens
    23-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.C47 Dakota
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    C47 Dakota
    Er zijn weinig vliegtuigen die zo multifunctioneel zijn of waren als de Douglas DC3. Zijn bijnamen 'Dakota' (volgens de overlevering door de Britten gegeven), 'Gooney Bird', 'Grand Ol' Lady', 'Old Reliable', 'Dizzy Three' en type aanduiding C47 'Skytrain' willen nog wel eens voor verwarring zorgen. In de praktijk blijkt echter dat het om hetzelfde toestel gaat. De C-47 was namelijk de 'militaire' variant van de DC3. Het vliegtuig werd trouwens ook nog eens in Rusland in licentie gebouwd als de Lisunou Li-2.

    Het vliegtuig kwam in de jaren '30 van de tekentafel en zou snel wereldberoemd worden als 'Troop Carrier', 'Glider Tug' en 'Sky Train'. Kortom: het transportvliegtuig van de geallieerde luchtmacht dat dienst deed in alle 'Theaters of War' van Birma tot Nederland.
    Maar het begon allemaal met de Douglas Commercial nummer Eén (DC1) in 1933. Een toestel met een volledig metalen ombouw dat ontworpen was om in de wens voor een passagier-transport toestel te voorzien. Na het aanpassen van het eerste ontwerp ontstond de DC2 in 1934, waar er meer dan 100 van werden gebouwd. Het toestel was net iets langer waardoor er 14 in plaats van 12 passagiers vervoerd konden worden. De ontwikkeling van het toestel ging verder en uiteindelijk koos eind 1935 de eerste DC3 het luchtruim.

    Alhoewel het de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij TWA was die de eerste aanzet had gegeven tot het ontwikkelen van dit type vliegtuig, nam American Airlines in 1936 de eerste toestellen in gebruik. Wat u wellicht niet wist is dat er naast de bekende 21-seater ook een Skysleeper was. Dit type DC3 was uitgerust met luxe bedden van het type Pullman. KLM was de allereerste Europese luchtvaartmaatschappij die de DC3 aanschafte in 1936!

    Begin jaren '40, toen het concept van luchtlandingstroepen door de VS werd overgenomen, bleek al snel dat dit vliegtuig zeer geschikt was als 'Carrier'. Met wat modificaties kon het een 'stick' aan paratroopers vervoeren totdat deze het groene licht kregen 'to jump out of a perfectly good plane'.

    Eén van de meest bekende beschilderingen is natuurlijk de versie met de witte en zwarte invasiestrepen over de vleugels. Voor snelle identificatie als zijnde een geallieerd vliegtuig. Honderden vliegtuigen van de Troop Carrier Groups stegen in de nacht van 5 op 6 juni 1944 op van de Engelse vliegvelden in de richting van bezet Frankrijk: de invasie was begonnen met het gedreun van de motoren van dit toestel. Vele toestellen zouden niet meer terugkomen, zoals het door 1st Lt Harold A. Cappeluto bestuurde toestel waar een stick met paratroopers van Easy Company 506th PIR 101st Airborne Division in plaats had genomen. In Beuzeville au Plain staat een monument voor dit toestel in de vorm van een staartstuk van een Dakota. Cappeluto heeft zijn laatste rustplaats gevonden op de Colleville sur Mer US Cemetery, Plot A, Row 9, Grave 19. Hij behoorde tot de 439th Troop Carrier Group, 91st Squadron.

    Nog steeds vliegen er Dakota's rond. Soms als vliegende museumstukken, zoals het destijds bij Texel verongelukte toestel van de Dutch Dakota Association, maar soms nog gewoon als lijndiensttoestel... en dat voor een zestig jaar oud beestje! Na WW2 waren er erg veel Dakota's 'over' en kwamen luchtvaartmaatschappijen in tientallen landen in bezit van deze toestellen. In totaal zijn er meer dan 13.500 stuks van dit type vliegtuig gebouwd.

    Er zijn bekende en minder bekende gemodificeerde uitvoeringen van de DC3. De 'Pinnokio' bijvoorbeeld met de vreemde verlengde neus waar een radar ingebouwd was. Er was ook een C-47 omgebouwd tot watervliegtuig!
    Zelfs in Vietnam werd er nog gebruik gemaakt van de C-47. Er werden toestellen omgebouwd tot Gunships: uitgerust met op 'Gatling-gun' gebaseerde rotatie-machinegeweren die een vuurkracht behaalden van 6.000 schoten per minuut. Deze toestellen vlogen in de nacht en hadden een verwoestende uitwerking op met flares gemarkeerde 'doelen'. Deze specifieke modificatie van de C47 kreeg van de GI's de bijnaam 'Puff the Magic Dragon', aangezien de Vietnamese bevolking naar het toestel verwees als 'De Draak'.

    Het Luchtmachtmuseum te Soesterberg heeft een DC3 Dakota staan die tot 1962 dienst deed bij Koninklijke Luchtmacht en in Best bij het museum Bevrijdende Vleugels staat een C47 in de display. In het museum in Ste Mere Eglise staat zelfs een C47 'binnen' als hoofdattractie in de grote museumzaal. Het Aviodome te Schiphol heeft een civiele DC3 in de collectie. In Europa zijn er nog een tiental vliegende C47 toestellen.

    Gemiddelde Specificaties:

    • Van vleugelpunt tot vleugelpunt 29 meter breed, van kop tot staart 20 meter lang en zo'n 5 meter hoog.
    • Het vliegtuig woog ongeveer 12.000 kilo (afhankelijk van de modificaties), had een kruissnelheid van net onder 300 kilometer per uur (topsnelheid lag hoger) en kon maximaal zo'n 2.000 kilometer overbruggen (wederom afhankelijk van modificaties en lading).
    • Het toestel beschikte over 2 9-cylinder motoren die elk zo'n 1.475 pk's konden produceren.
    • Een standaard bemanning van 3 personen met een maximaal aantal passagiers van 28 personen. Een bepakte 'stick' met paratroopers bestond uit 13 tot 16 man. (Incl. jumpmaster etc.).

    Link naar de Dutch Dakota Association: http://www.dutchdakota.nl/

    Link naar het verhaal van de Dakota van Wings of Liberation: http://www.wingsofliberation.nl/dakota-nl.html

    Bron tekst: http://www.band-of-brothers.nl/

    23-03-2007 om 00:00 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:Transport
    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grease Gun
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

    Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Browning Automatic Rifle
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

    Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

    Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

    Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

    Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

    Lees dit in het volgende bericht hieronder!

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door Geranimo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Wapens


    Categorieën
  • Algemene informatie (16)
  • Filmpjes (2)
  • Foto's (3)
  • Transport (3)
  • Uitrustingsstukken (1)
  • Wapens (10)

  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Foto


    E-mail mij


    Foto

    Een interessant adres?

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 09-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 09-2005

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten forums over re-enactment
  • Forum rond GI's in WWII
  • Forum over een geweldige hobby

  • Foto


    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto


    Foto

    Foto

    agenda

    Data van interessante militariabeurzen of WOII evenementen



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs