Gebruik onderstaande aangepaste zoekmachine om meer info te vinden!
Aangepast zoeken
Gegroet beste bezoeker mijn bedoeling is om u zoveel mogelijk informatie te verstrekken ivm de 101ste luchtlandingsdivisie tijdens WO2. Ik probeer een overzicht te geven van enkele artikels over dit onderwerp die verspreid staan op het internet. Het meeste van deze informatie heb ik dan ook van een andere site gehaald. Het is niet mijn bedoeling om plagiaat te plegen, wel om u via deze links naar deze sites te brengen zodat u zich verder kan informeren. Veel lees en misschien ook hobbyplezier.
Een van de meest spectaculaire militaire innovaties van de Tweede Wereldoorlog vormen de luchtlandingstroepen.
Deze troepen, doorgaans bestaand uit lichtbewapende infanterie, worden door de lucht aangevoerd met transportvliegtuigen of zweefvliegtuigen en landen achter de vijandelijke linies.
Nagenoeg onmisbaar binnen dit concept zijn de parachutisten.
Zij nemen meestal het voortouw in luchtlandingsoperaties.
Het element van verrassing speelt een belangrijke rol bij de inzet van luchtlandingstroepen.
Begonnen wordt meestal met het afwerpen, achter de vijandelijke linies, van parachutisten bij één of meer strategische punten als vliegvelden en bruggen, eventueel voorafgegaan door een luchtaanval om de verdediging te verzwakken.
De parachutisten vormen een bruggehoofd en maken zo de verdere aanvoer van troepen door de lucht of over land mogelijk.
Het Mauser geweer M 1898. kal. 7.92 mm, is genoemd naar de beroemde Duitse vuurwapenontwerper Peter Paul Mauser die het model in 1898 ontwierp als opvolger voor het Gewehr 88. Zijn broer, die ook vuurwapens ontwierp en waarmee hij zijn fabriek jaren daarvoor begon, was toen al dood. Het was het standaardgeweer voor de Duitse strijdkrachten in de Eerste Wereldoorlog. Er waren naast Mauser echter nog vele andere producenten die dit wapen in licentie vervaardigden, zoals Haenel en Schilling, die later ook wapens met hetzelfde systeem bouwden. De Mauser is een vijfschots grendelgeweer en in de literatuur wordt het als het meest succesvolle ontwerp omschreven omdat dit grendelsysteem steviger en betrouwbaarder was; het liep onder andere minder snel vast dan de tot dan toe gebruikte systemen. Voor de productie werd staal van de beste kwaliteit gebruikt. Het weegt 4,100 kg en meet 1,25 meter. De snelheid van het projectiel bedraagt 742 m/s en het had een gesloten magazijn, wat belangrijk was in de loopgraven. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit het standaardgeweer bij de Duitse strijdkrachten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Mauser Kar98k gebruikt. De k staat voor kurz, dat kort betekent. De belangrijkste wijziging was namelijk dat de loop aanzienlijk werd ingekort. Kar is de afkorting van Karabiner. Prototypes hiervan waren echter al vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog in gebruik bij de Duitse cavalerie.
Bij dit geweer hoorde een lange bajonet model 1898 van 52 cm of een brede bajonet, model 98/05 ook wel slagersmes genoemd. Hoewel er bajonetcharges bekend zijn uit de Eerste Wereldoorlog is hij toch niet zo vaak gebruikt. Het is met een bajonet op het geweer namelijk erg moeilijk om te richten en het brengt ook problemen met zich mee om zich te verplaatsen in de soms smalle loopgrachten. De bajonet werd wel vaak gebruikt als slagwapen om prikkeldraadversperringen op te ruimen.