Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek. Heb je een vraagje ? Mail het me rechtstreeks en ik zorg in de kortste tijd voor antwoord.
vandendriessche.guy@telenet.be
De avonturen van 'De Izegemse Snor' Dit is een 'blog' van, over en voor alle 'moustachen' in Vlaanderen, Nederland en verre omstreken.
De laatste nieuwtjes staan steeds vanboven. Voor vroegere berichten moet je terugscrollen of het archief induiken. Er is ook een zoekprogramma ter uwer beschikking.
Je kunt er mijn persoonlijke, maar ook evenementen en avonturen van andere 'snorren', al dan niet in clubverband, meebeleven en nalezen.
SNORREND !
19-06-2007
A-SNOR : 19 juni
Wichelen.
De Wichelse Schooier
Het zal voor de meeste onder ons geen geheim meer zijn dat de inwoners van Wichelen met de spotnaam SCHOOIERS bedacht worden. De nieuwsmedia hebben het trouwens regelmatig over het SCHOOIERSDORP Wichelen.
Hoe zijn ze nu aan deze spotnaam gekomen?
Een eerste verklaring vinden wij op het politiekhistorisch vlak.
Wichelen is ontstaan als een kleine nederzetting aan de rechteroever van de Schelde, die gedurende vele eeuwen de enige verbindingsweg de toenmalige snelweg was, waarlangs alles aan- en afgevoerd werd. Ook de vijandige troepen die onze contreien herhaaldelijk binnenvielen, gebruikten de Schelde als invalsweg. Die kleine nederzetting aan de oever van de stroom was een dankbaar doelwit voor hun stroop- en plundertochten.
Een tweede verklaring voor de spotnaam SCHOOIERS ligt op het sociaal-economisch vlak. Door de ligging van het dorp waren de eerste bewoners bedrijvig in de visserij, de landbouw en de scheepvaart, zij het dan gewoon als scheepstrekkers. Het is trouwens merkwaardig hoeveel schippers er vanaf de 19e eeuw, tot op heden zelfs, te Wichelen ingeschreven blijven. Door de landbouwers werd hier in de 18e en de 19e eeuw veel vlas geteeld, waarvan 1/3 in de gemeente zelf gesponnen en geweven werd. Het was de periode van de huisnijverheid: de vrouw aan het spinnewiel, de man aan het weefgetouw.
Bij de talrijke rampen en tegenslagen die dit kleine dorp aan de Schelde te verwerken kreeg, moeten wij ook nog de talrijke overstromingen vermelden die het laaggelegen Wichelen in de loop der eeuwen overspoelden. Is het dan nog te verwonderen dat talrijke inwoners op bedeltocht moesten naar rijkere gemeenten en dat alle Wichelaars als SCHOOIERS de geschiedenis ingaan? Beschaamd is men er niet om!!! Integendeel: Arm zijn is geen schande, en dat onze voorouders het moeilijk hebben gehad, was een stimulans voor hun nakomelingen om te werken en zich in te zetten voor een betere maatschappij. En dat zij erin gelukt zijn, bewijst het welvarend Wichelen waarin wij nu leven. Kortom, wij aanzien de spotnaam SCHOOIERS als een eretitel, net zoals de Uitgeweken Wichelaars die met kermismaandag met fierheid het beursje om de hals dragen als kenteken van de Orde van de Wichelse Schooiers.
Trouwens, hun spotnaam is zeker even respectabel en minstens zo eervol als de ZOTTEN van Wieze, de DIEVEN van Erpe, de HARINGEN van Wetteren en de TEUTEMENSEN van Uitbergen.
Het Schooiersbier : de vochtige ambassadeur van Wichelen.
Het is een speciaal voor Wichelen gebrouwen bier, met een uitzonderlijke goede smaak. Op initiatief van schepen Lydie van den Abbeele en met medewerking van Frans Temmerman, die bijna 50 jaar geleden in Wichelen als bieruitzetter begon, kwam een akkoord tot stand met een brouwerij uit Lochristi. De smaak van het bier dat het evenwicht houdt tussen Duvel en een betere Triple, met 6,5 percent alcohol, ontstond tijdens een proefsessie met een zevental Wichelaars, die het bieridee in een vaste plooi hadden gelegd tijdens een KAV-reis naar Bretagne.
De 33 cl. Flessen zijn voorzien van een speciaal ontworpen etiket van de hand van Danny De Pauw waarop, naast het schooiersbeeld ook nog het oud-gemeentehuis, de Schelde en in de verte, de parochiekerk te zien zijn. Er werden ook speciale glazen gemaakt met Wichels Schooiersbier als opschrift.
Ge moet van onzen beer niet schaa zijn.
We dopperen verder over Berlare naar Appels.
Appels is een dorp dat sinds 1971 een deelgemeente is van Dendermonde (368ha). Het is een typisch woon- en landbouwdorp in de Schelde- en Dendervallei met in de dorpskern de beschermde Sint-Apolloniakerk (1786-1788) met meubilair, schilderijen en beelden uit de achttiende eeuw. In Appels is er nog een veer om fietsers en voetgangers over de Schelde te zetten naar Berlare. Appels telde begin 2005 2.601 inwoners.
De betekenis van de benaming Appels (gebruikt vanaf de 13e eeuw) is tot vandaag onbekend. Sommigen beweren dat de naam zou komen van een beek of rivier die vroeger door haar grondgebied liep en die de 'Apls' werd genoemd. Een andere denkpiste is dat het een verbastering zou zijn van de Heilige Apollonia, die de patroonheilige van de tandartsen is.
Appels bleef, op een paar onderbrekingen na, bezit van de abdij van Zwijveke (Dendermonde)tot de Franse revolutie. Het kerkelijk bezit werd verkocht, de toenmalige pastoor terechtgesteld in 1796. Over de naam van een inwoner van Appels bestaat veel discussie. De meeste inwoners van Appels noemen zichzelf meestal een "Appelaar" ("nen appelèr" in het plaatselijke dialect).
Daar ontmoeten we een gemoedelijke veerman die maar wat trots was om te mogen poseren naast onze
A-snor...
In Grembergen ontmoeten we de Dender...
...onze vlotter belandde bijna in een tij-sluis...
Vanaf maart of april wordt een veilige fietsoversteekplaats gerealiseerd ter hoogte van de Tijsluis in Dendermonde, aan de Notendijk. Dat zegt burgemeester Piet Buyse (CD&V). De hoge brug en de trappen vormen op deze sluis al jaren een echt obstakel voor fietsers en wandelaars. Vele senioren en gehandicapten en hun respectieve verenigingen dringen bij de stad aan heel lang aan op een gepaste oplossing voor dit probleem. De brug is onveilig en onbruikbaar voor jonge en bejaarde fietsers en voetgangers. De afdeling Bovenschelde zegde toe dat zij de sluisdeuren oversteekbaar zullen maken voor voetgangers en fietsers. De oversteekplaats zal een breedte hebben van 1,5 meter en langs beide zijden zullen fietssluizen worden aangebracht, om ervoor te zorgen dat mensen met de fiets aan de hand de oversteek zal maken. Deze ingreep zal zorgen voor veilig fietsverkeer, enerzijds tussen Baasrode en Appels- Veer en anderzijds tussen Grembergen en Appels-veer tot in Schoonaarde.
Oppassen dat onze vlotter niet terecht komt in de 'Grembergen Broek' : dat is een westelijk uitloper van het natuurpark "Scheldeland" en is gelegen in één van de grote bochten die de Schelde beschrijft in het noord-oosten van Dendermonde. Het Grembergse Broek ligt zeer vlak met een gemiddelde hoogte van twee meter. Het "Groot Schoor" is gelegen aan de linkerover van de Schelde te Grembergen en ligt geklemd tussen de Scheldedijk en de Schelde. Ten noorden wordt het reservaat begrensd door de Broekkerslootbeeksluis.
Aan de Zeelsebaan 83 te Grembergen (wijk Klein Zand), vóór de hoofdgebouwen van de gewezen textielfabriek Roos, Geerinckx & De Naeyer (het latere metaalbedrijf Trefil-Arbed , alias FAN), werd in 1995 een monumentaal Ros Beiaardbeeld opgetrokken. Dit was de bekroning van een geslaagde reconversie van een fabriekspand tot een commercieel centrum van 20.000 m² : het Ros Beiaard Centrum. Het complex van Trefil-Arbed werd daartoe in 1993 verworven door N.V. Denderinvest, een initiatief van drie lokale bedrijfsleiders: Alfons De Maeseneir, Daniël De Landtsheer en Fernand Lancksweerd. Op vrij korte tijd werden drie centrale panden van het vroegere bedrijf gerenoveerd en werd de rest van de gebouwen vervangen door een nieuwbouw, waarin zich KMO-bedrijven kwamen vestigen. Het Ros Beiaard Centrum werd plechtig in gebruik genomen op vrijdag 19 mei 1995 in aanwezigheid van minister Norbert De Batselier en waarnemend burgemeester Alfons Hermans, de beheerders van N.V. Denderinvest en afgevaardigden van de Kamer van Koophandel en het N.C.M.V. Op het einde van de plechtigheid werd het monumentale Ros Beiaard onthuld als een "geschenk voor de bevolking van Dendermonde", aldus de projectontwikkelaar.
Dit Ros Beiaardbeeld is twaalf meter lang en 7 meter hoog en weegt 2 ton. Het is een zeer herkenbaar beeld van een springend paard met de vier Heemskinderen op de rug, een moeilijk gegeven dat hier op een modern gestileerde manier werd gerealiseerd. Vóór het beeld werden op twee betonnen platen bronskleurige metalen platen bevestigd, met daarop de gedrukte teksten: (links :) ROS BEIAARD CENTRUM / OFFICIEEL GEOPEND OP 19-5-1995 DOOR / DE HEER DE BATSELIER NORBERT / VLAAMS GEMEENSCHAPSMINISTER / DE HEER HERMANS ALFONS / WND BURGEMEESTER VAN / DENDERMONDE (rechts :) "ROS BEIAARD" 1995 / A THING OF BEAUTY, IS A JOY FOREVER (KEATS J.)/ ONTWERP : KLAAR TEURREKENS / LANCKSWEERD FERNAND / COORDINATIE : ALFONS DE MAESENEIR / DANIEL DE LANDTSHEER / UITVOERING : HUGO SWENNE / MARK VAN POECK
Het monument werd ontworpen door interieurarchitecte Klaar Teurrekens (°Aalst 1951) en architect Fernand Lancksweerd (° Gent 1952). Klaar Teurrekens studeerde grafiek en monumentale kunst aan het Sint-Lucasinstituut te Gent en ceramiek en schilderkunst aan de Academie van Aalst. Het geraamte werd, onder leiding van Alfons De Maeseneir (° Dendermonde 1951), samengesteld uit recuperatiemateriaal herkomstig uit het gewezen bedrijf Trefil-Arbed. Het geheel werd bekleed met plaatstaal. De montage en vormgeving werd tot een goed einde gebracht door twee werknemers van de Boelwerf : lasser Hugo Swenne (° Dendermonde 1946) en monteur Marc Van Poeck (° Temse 1952).
Bad Zwischenahnplein (naast Borstelmuseum) ...inschrijven deze namiddag tot 16.30u / Wedstrijd om 17.00u.
...met deze pamfletten en flyers gingen de leden van de Europese Snorrenclub Antwerpen zaterdagnamiddag op stap door de Izegemse Batjes, maar eerst een glaasje in 'De Mozart', bij Vera en Johny.
Willy, Marc en Eddy ronselden de aanwezige snorren om deel te nemen aan de wedstrijd in de namiddag, terwijl Wim de club-vlag hanteerde. Veel volk was er niet, want men moest om het kwartier schuilen voor de regenbuien...Toch kwamen we enkele charmante dames tegen die ons een verfrissing aanboden en ook Herlinde kwam het gezelschap vervoegen.
Bij The New Caledonian Pipers troffen we ook enkele fameuze snorren aan...
Bij de firma Flokom deden de gasten van Benji-Fun stunten met 4x4-terreinwagens en Eddy gewaagde zich aan een ritje op het schommel-parcours...
Toen het rond klokslag 5 uur (tijdstip aanvang wedstrijd) opnieuw begon te regenen - en niet meer ophield - ...
...waren wij noodgedwongen de jurering binnenshuis te houden en daar leende de inkomhal van het Borstelmuseum zich ideaal toe. Eerst nog even een kiekje van enkele van onze kandidaten in gezelschap van 'keurmeester' Gerard (de belleman van Temse !!).
Ludwig
Marnick en Chris
De vijf kandidaten worden aan de jury voorgesteld en de puntentoekenning kon beginnen.
Daarvoor kreeg ik uiteraard de medewerking van leden van het bestuur van de Europese Snorrenclub Antwerpen die speciaal waren afgezakt, maar ook van ere-burgemeester Willy Verledens die van de partij was, alsook de Izegemse Stefanie Rondelez, ex-miss Westvlaanderen 2004 en eindfinaliste in de HLN-babe competitie en kunstenaar Marc Claerhout die uiteindelijk de trofee vervaardigde van de 'best-of-show'.
Fotoreporter Frank Meurisse in de weer om nota's te nemen voor zijn verslag...
....ere-burgemeester Willy Verledens, nog nadruipend van de stortvlaag die hij zojuist had gevangen...
Er werd gekeurd op schoonheid, karakter, lengte en originaliteit. Er waren verschillende categorieën : zo was er een met de klassieke 'politie-snor', een 'Engelse' krulsnor, en enkele 'Hongaarse' hangsnorren. 'Keurmeester' Gerard haalde er zelfs zijn 8-meter lintmeter voor boven !
Eigenaardig genoeg kregen alle kandidaten evenveel punten en kon er enkel nog 'the best of show' uitgehaald worden.
En omdat we in het jaar van Kiekeboe zijn, heeft de jury geoordeeld dat de overwinning naar Vandekerckhove Chris moest gaan vanwege zijn mooie zwarte Kiekeboe-snor. Van links naar rechts : keurmeester-belleman Gerard Vercauteren, organisator Guy Vandendriessche, kandidaat Ludwig Vandeneynde, ESA-lid Marc, kandidaat Frans Huyghebaert, kandidaat Luc Lepercq, Miss Westvlaanderen 2004 Stefanie Rondelez, kandidaat en winnaar Chris Vandekerckhove, ESA-voorzitter Willy Dupon, kandidaat Marnick Viaene en kunstenaar bronsgieter (die de trofee van 'Snor van Stad Izegem 2007' schonk) Marc Claerhout.
De ESA-leden hadden voor elke deelnemer een kader meegebracht met daarin het 'Antwaarps Snorrelieke', een creatie van de Antwerpse volkszanger John Lundström.
De deelnemers en de juryleden kregen daarbovenop nog eens een 75cl-fles Tripel ENAME Abdijbier kadoo, een donatie van Brouwerij Roman uit Mater-Oudenaarde.
De hapjes voor de receptie werden vervaardigt en geschonken door banketbakker Alex uit de Kortrijksestraat te Izegem. Fantastisch mooie creaties uit marsepein, de besnorde belleman van Izegem uitbeeldend. Alex doet hier zijn naam van overwinnaar van het 'mooiste snorrengebak 2006' alle eer aan. Dank aan Alex en Vèronique (= zijn vrouwtje die dagelijks in de winkel staat...)
De wijn voor de receptie werd ons geschonken door enerzijds de directie van onze plaatselijke Delhaize en anderzijds door drankencentrale Rosseel, waarvoor dank.
En 't was nog genen bught !
De 'Snor van 2006' en zijn opvolger,... een beetje onderbelicht...
En zo eindigde deze 'Izegemse snorrenverkiezing 2007' nog op een positieve noot !
Tot volgend jaar !
................................................................. Verslag in het Nieuwsblad van 19 juni 2007
'Kiekeboe-snor wint wedstrijd' Belleman organiseert op eigen houtje snorrenverkiezing
IZEGEM - Guy Vandendriessche, Izegemse Belleman en notoir 'snorrendrager', organiseerde op eigen houtje een verkiezing van Snor van Izegem. Chris Vandekerkhove ging lopen met de trofee en de titel.
Hoewel de regen de grote spelbreker was, troffen we een toch meer dan tevreden Belleman aan. 'Voor een eerste keer is het zeker niet slecht. Al ben ik zeker dat bij betere weersomstandigheden er heel wat meer kandidaten waren geweest. Maar het zij zo.'
Het privé-initiatief had niets te maken met de organisatie van de batjes, maar kon misschien wel meeprofiteren van de belangstelling. 'Stad Izegem steunde het initiatief ten volle maar van de kant van Unizo - organisator van de batjes - bleef het droog', vertelt Vandendriessche.
Acht 'snorren' schreven zich op voorhand in, maar Guy en zijn kompanen trokken zaterdagnamiddag tijdens de batjes op pad in de centrumstraten om eventueel nog wat kandidaten te ronselen. Maar dat viel - letterlijk dan - wat in het water. Uiteindelijk moest de 'snorrencatwalk' het doen met vijf deelnemers.
Snorrentrofee
Omwille van de hevige regenbuien vond de wedstrijd uiteindelijk plaats in het Borstelmuseum. De gevelgarnituren van Ludwig Vanden Eynde, Frans Huyghebaert, Luc Lepercq, Marnick Viaene en Chris Vandekerkhove werden er kritisch gekeurd door een jury bestaande uit ereburgemeester Willy Verledens, Miss West-Vlaanderen Stefanie Rondelez, kunstenaar Marc Claerhout en professionele 'snorist' Willy Dupon, voorzitter van de Europese Snorrenclub Antwerpen. Na rijp beraad viel de keuze op de 'kiekeboe-snor' van Chris Vandekerkhove.
De uitgeweken Izegemnaar kreeg naast de titel 'Snor van Izegem' een unieke bronzen snorrentrofee van de hand van Marc Claerhout. Dat er volgend jaar een tweede editie komt staat zo goed als vast. 'Het is inderdaad de bedoeling om er een jaarlijkse festiviteit van te maken. Een ludieke manifestatie willen we creëren, die bij iedereen in de smaak valt', besluit organisator Guy Vandendriessche. Marc Debruyne ........................................................................
"Het dorpsgezicht van het landelijke Vurste bij Gavere wordt beheerst door het oude uitgestrekte kasteeldomein Borgwal. De schitterend gerestaureerde duiventoren is meer dan de moeite waard om eens te bezoeken. Hij is de mooiste van Oost-Vlaanderen."
Semmerzake Hier vinden we een heuse luchtmachtbasis.
In het Air Traffic Control Centre (ATCC) in de Gaverse deelgemeente Semmerzake is sinds 2004 een gloednieuw luchtverkeersleidingssysteem in gebruik genomen. Het stukje hightech werd Seros II gedoopt. Aan het nieuwe systeem hangt een gigantisch prijskaartje van dertig miljoen euro. Er is meer dan tien jaar aan gewerkt om het te ontwikkelen.
Het ATCC in Semmerzake verzekert de luchtverkeersleiding van het militaire luchtverkeer en de coördinatie tussen de burgerlijke en militaire luchtvaart in het hele Belgische luchtruim. Om dat luchtruim in de gaten te houden maakt het ATCC gebruik van informatie afkomstig van een tiental radars. Een daarvan staat in Semmerzake zelf. De opvallende witte koepel is van heel ver zichtbaar.
De informatie van die radars wordt doorgegeven aan een controlecentrum. Van op verschillende schermen kan het militaire luchtverkeer in het volledige Belgische luchtruim gevolgd worden. ,,Tot voor kort werkten wij daarvoor met het luchtverkeersleidingssysteem Seros I'', weet generaal-majoor d'Hollander, hoofd van de divisie Communicatie- en informatiesystemen. ,,Dat was al sinds 1972 in gebruik. Uit studies die uitgevoerd werden door de Regie der Luchtwegen bleek midden de jaren tachtig al dat de noodzaak voor een nieuw militair systeem reëel was.''
Toch zou het nog bijna twintig jaar duren voor het nieuwe luchtverkeersleidingssysteem een feit was. Pas in 1993 werd er een contract afgesloten tussen het ministerie van Defensie en partners uit de industriewereld. Toen een van de partners zich in 1997 terugtrok, liep het dossier nog meer vertraging op. Omdat het oude systeem Seros I teveel mankementen begon te vertonen, werd enkele jaren geleden zelfs een interim-systeem geïnstalleerd.
Gloednieuw gebouw
,,Het heeft inderdaad zeer lang geduurd'', geeft Karel Moorkens, commandant van het ATCC Semmerzake toe. ,,Maar het Belgische luchtruim is een van de drukste van Europa. Vliegtuigen hebben maar enkele minuten of zelfs minder manoeuvreerruimte, zodat snelheid en nauwkeurigheid van gegevens zeer belangrijk is.''
Voor het nieuwe luchtverkeersleidingssysteem werd op de militaire site in Semmerzake een gloednieuw gebouw opgetrokken. Sinds oktober ligt daar het zenuwcentrum van het Belgische militaire luchtruim. In de oude bunker, waar Seros I gehuisvest zat, zitten nu enkel nog een aantal technische diensten.
09/06/05 13:53:18
Ondertussen was er in 2005 een bevelsoverdracht bij ATCC Semmerzake.
Op donderdag 09 juni droeg Kolonel van het vliegwezen Stafbrevethouder Karel Moorkens het bevel van ATCC over aan Kolonel van het vliegwezen Stafbrevethouder Ingenieur P. Firlefyn
Via Melsen en Zevergem komen we aan in Merelbeke. En hier kwam onze A-snor terecht in een sluizencomplex, vanwege de aansluiting met de Leie die vanuit Kortrijk hier de Schelde instroomt. Een gigantisch gebouwencomplex waar we onze vlotter eventjes een handje hielpen.
De Confrérie van de Roze Olifant van Melle werd gesticht op 24 april 1992.
Onze peters zijn de leden van de "Confrérie van de Hasseltse Jenever" te Hasselt.
Onze petekinderen zijn de leden van de "Confrérie van de Tantes en Nonkels van Valeir" te Gavere.
De Confrérie telt 23 actieve leden waarvan 18 de Grote Raad vormen.
De Confrérie stelt zich tot doel de aloude tradities van de Melse streekbieren - in het bijzonder de Delirium Tremens - als kwaliteitsproduct zowel in binnen- als buitenland te promoten en deze bieren als echt iets van bij ons te leren waarderen. Ze wil de Melse streekbieren terug haar ereplaats schenken in de gastronomische en culinaire receptuur.
Door geregeld deel te nemen aan kapittels van bevriende confréries wordt een echte vriendenkring opgebouwd en maken wij zo kennis met het gastronomisch en folkloristisch patrimonium van ons land en van de buurlanden.
De Confrérie is ook actief op sociaal vlak. Regelmatig verleent ze haar medewerking aan tal van activiteiten waarvan de opbrengst integraal geschonken wordt aan de afdeling Kinderpsychiatrie van de psychiatrische kliniek Caritas te Melle.
In Gent raakte onze snor verdwaald in een binnenwater aan de Kleindokkaai.
Vlug weer het stadscentrum ontvluchten op weg naar Melle...
Melle : ...de man van Melle. Iedereen kent nog wel het melodramatisch typetje uit de Koekoekstraat, een fictief personage, bedacht en gespeeld door Bart De Pauw, dat voor het eerst opdook in het televisieprogrammaSchalkse Ruiters.
Hier wordt de stroom Boven-Zeeschelde genoemd. Even voorbij Wetteren komen we aan in Schellebelle.
Oorsprong van 't Veer Het herenhuis gelegen tegen de Schelde aan de Hoogstraat en aan het Dorp is een merkwaardig gebouw met een lange geschiedenis. We mogen aannemen dat het na de kerk en het Eedgoed het oudste gebouw is van Schellebelle. Oorspronkelijk was het een hofstede maar later kreeg het verschillende functies. Het was een veerhuis waar de bedienaar van de overzetdienst woonde, een vierschaar (rechtbank), een schepenhuis, een brouwerij en een herberg. Op de kadasterkaart van 1658 vonden we de plaats van 't Veer: "... Marijn Clinckspoor zijn hofstede, suyt-oost het voorgaende, noort-west de straete naar het veir. Oppervlakte 74 roe 15 1/2 voet. Het huys was vroeger bewoond door G. Beerten."
Onze vlotter werd even overgebracht naar de andere oever...
Schellebellenaren blijven trots op hun dorpsnaam.
In Schellebelle staan sinds kort borden bij de uitvalswegen van het dorp, waarop staat dat ze de "Mooiste dorpsnaam van Vlaanderen" hebben. Een klein jaar na hun winst van de verkiezing van de Mooiste Plaatsnaam van Vlaanderen zijn de Schellebellenaren kennelijk nog steeds apetrots op deze status. Of 'fier', zoals dat in Vlaanderen heet.
Vorig jaar mei versloeg het Oost-Vlaamse dorp in deze internetverkiezing Sint-Job-in-het-Goor, Scheldewindeke en Smeerebbe-Vloerzegem. In een soortgelijke verkiezing won in Nederland vorig jaar mei het Groningse Doodstil. Ook die hebben een bord met "de mooiste plaatsnaam van Nederland" staan.
Hey!
Mijn naam is Roxanne, ik ben 16 jaar en woon in Schellebelle, (de mooiste dorpsnaam van Vlaanderen!) een verloren gat, dat echter enorm charmant is. Ik woon bij mijn moeder samen met 2 broers (Christophe en Yannick), een zus (Yasmine), 6 katten (Jakkepoes, Titus, Moortje, Luna, Nina en Lenka) en 2 honden (Farah en Fenya). Bijgevolg is het hier nooit eens rustig
Mijn slechte eigenschappen? Ik ben een betwetertje, en nogal arrogant, maar ik besef het wel hoor :p en ik kan soms enorm zeuren en klagen zonder reden. Daar staat dan weer tegenover dat ik behulpzaam ben en héél lief kan zijn -door mijn sociopathische neigingen echter uit zich dit vooral in overdreven kattenliefde, maar soit- en hondstrouw.
Mijn hobby's zijn lezen, schrijven, zingen, af en toe eens uitgaan, toneel ed (binnenkort naar Antwerpen B&B!!! Al staat nu al vast dat de onze véél beter is. En mooier ook) paardrijden, ... Vroeger ook nog JRK maar sinds ik werk is dat geschrapt.
Een nieuwe dag...nieuwe horizonten. We verlaten Oudenaarde en zetten koers naar Gent ! In Petegem-aan-de-Schelde houden we even halt aan de abdij Beaulieu voor de koffie.
Ooit had de Karolingische koning Karel de Kale in Petegem nabij de Schelde een luxueus kasteel. In de Middeleeuwen streken in datzelfde Petegem Vlaamse feodale heren en exponenten van de topadel neer. Naar het einde van de 13de eeuw toe, drukte Gwijde van Dampierre een diepe stempel op dorp en omgeving. Gwijde kocht de heerlijkheid Petegem voor zijn gade Isabella van Namen, die op loopafstand van de Scheldeburcht in 1290 een vrouwenklooster liet bouwen. Het was in die tijd dat burcht en omgeving aan hun naam kwamen : de site was zo mooi dat alleen Bello loco of Beaulieu chic genoeg klonk. Tot in 1783, toen keizer Jozef II het klooster meedogenloos afschafte, de nonnen verjoeg en de gebouwen grotendeels liet afbreken. Alleen inrijpoort, gastenkwartier, kapelaanshuis en enkele bijgebouwen ontkwamen aan de kaalslag. Beaulieu is tot op vandaag synoniem voor kunstig gerestaureerde gebouwen midden in een vlak maar overheerlijk Scheldelandschap.
Wortegem
Wie van Wortegemdorp naar Waregem rijdt, komt aan de overbekende afspanning dOude Stokerij voorbij. Daar, zeggen sommigen, ligt het prille begin van de Wortegemsen, een inmiddels wereldberoemd geworden dreupel die buitenstaanders kennen als een beetje troebele jenever op basis van suiker en citroen. Een wat preciezer verwoord recept, vraag je ? Is er niet. Bestaat gewoon niet. De reden ? Elke Wortegemnaar die naam waardig heeft zijn eigen huisrecept, dat hij uiteraard als het enige echte beschouwt en zorgvuldig geheim houdt om het ooit, net voor zijn laatste ademtocht, aan zijn nageslacht door te geven. Wat iedereen wél weet is dat een Wortegemsen overheerlijk smaakt. Wil je hem proeven in een lichtelijk euforische sfeer, ga dan eind mei naar de jaarlijkse Wortegemsen Feesten.
Ename.
Ename Abdijbieren
Een brokje geschiedenis:
In Ename, een deelgemeente van Oudenaarde, kan u de ruïnes van de abdij van Ename bezoeken. De geschiedenis van deze abdij gaat terug tot het Verdrag van Verdun in 843, toen de Schelde de grens werd tussen Vlaanderen en het Duitse keizerrijk. Langsheen de Schelde werd een burcht gebouwd die de Graaf van Vlaanderen en de Fransen over de rivier moest houden. Tevergeefs, want de burcht werd meer dan eens verwoest.
In 1063 vestigden de Benedictijnenmonniken zich in de burcht en bouwden ze het fort om tot een abdij. De eerste brouwactiviteiten dateren vanaf dan. Er werd zelfs verwezen naar hopvelden in de buurt van Oudenaarde. Dit avontuur was van vrij korte duur, want tijdens de Franse Revolutie werd alles met de grond gelijk gemaakt. Met de paters verdween dus ook het abdijbier ,... of toch niet.
Op de site van de ruïne staat inmiddels een museum, waarvan Brouwerij Roman sinds 1990 zogenaamde lekensponsor is. Ter gelegenheid van een openluchtspektakel in de ruïnes in 1990, brouwde Brouwerij Roman voor het eerst een dubbel- en een tripelbier onder de naam Ename. Later, in 1997, kreeg dit duo er ook een blonde versie bij. Op die manier neemt Brouwerij Roman actief deel aan de culturele activiteiten rond de Enaamse ruïne en draagt ze haar financieel steentje bij, vermits Brouwerij Roman aan de uitbaters van het museum royalties betaalt voor het gebruik van onder andere de naam en de afbeelding.
Sinds 2002 brengt Brouwerij Roman Ename Cuvée 974 op de markt, die van oktober tot februari het trio Ename Abdijbieren vervoegt. De naam verwijst naar de stichtingsdatum van de Oudenaardse deelgemeente Ename.
Zingem
Onze vlotter was eventjes uit koers... hij dacht hier een loopje te kunnen nemen, maar attent als ik ben heb ik vermeden dat hij hier in een beekje sukkelde...
In Asper mocht ik hoogstuitzonderlijk een bezoek brengen aan de controletoren van het sas aldaar. Normaal mag daar niemand binnen behalve het dienstpersoneel dan, maar voor die speciale aangelegenheid maakten ze een uitzondering en werd ik vriendelijk door een imposante sasmeester ontvangen.
Bossuit Over het pompstation hebben we het al gehad, dus gaat de reis verder richting Oudenaarde.
In de verte...Avelgem.
En om te vermijden dat onze vlotter in het kanaal Bossuit-Kortrijk zou gaan avonturen, riep ik de hulp in van deze jonge topograaf, die daar de sas-geul op diepgang aan het uitmeten was...
Hier was onze A verzeild geraakt in de Avelgemse 'meersen'.
Het woord meers (vroeger: meersch) of mars betekent 'moeras' of 'laaggelegen weideland'. Het heeft dezelfde herkomst als het woord 'meer' en komt ook in het Engels voor (marsh). Synoniemen zijn onder andere broek, vennet en moer.
In Vlaanderen is een meers meestal een verland moeras dat slechts af en toe nog eens onder water komt te staan, als het tenminste niet intensief bemaald wordt ten gunste van de landbouw. Dat laatste wordt inmiddels waar mogelijk vermeden ter bevordering van de biodiversiteit.
Ruien
Hier moest ik hem er even uithalen om niet het risico te lopen dat hij opgezogen wordt met het Scheldewater dat dient om de ovens van de electriciteitscentrale (op de achtergrond) af te koelen...
Waarmaarde
Oei... bijna overvaren door de 'Centurion'...
Leupegem Deelgemeente van Oudenaarde. Leupegem, ten zuiden van Oudenaarde, is het bezoeken waard omwille van zijn natuurschoon : de Maarkebeek en de uitgestrekte panorama's. Hier ook een oude watermolen, gevoedt met Scheldewater.
(na de restauratie) Het gaat hier om een zeer oude watermolensite. Er is een akte bekend van 6 september 1296 waarbij de nonnen van het klooster van Maagdendale te Oudenaarde de molen aankochten. Dat verklaart ook de molennaam. Destijds waren hier drie molens: een schors-, een olie- en een graanmolen. Enkel de graanmolen bestaat nog: de middelste van de drie. Rond 1580, tijdens de troebelen, werden de molens vernield. In 1586 volgde de heroprichting. In de 19de eeuw werd het houten raderwerk vervangen door een ijzeren en werd een ringmuur gemetseld rond de asput. De doorgang langs de molen heeft een verval van 0,2 meter. Er is een bypass aanwezig.
(voor de restauratie)
Op 2 maart 1990 werd de molen beschermd als monument, met inbegrip van het molengebouw, het sluiswerk, de waterraderen en de bakoven. In 2000 onderging de molen een maalvaardige restauratie, waarbij het onderslagrad vernieuwd werd. Het ijzeren bovenslagrad ligt er evenwel nog vervallen bij. Dank zij de inrichting van een landelijke herberg in het vroegere woonhuis, is de Nonnenmolen ieder weekend toegankelijk.
Even opzij voor de Nederlandse Kralingen... Jaja, het leven van een A-snor is niet zonder gevaren !
De Geutelingenfeesten van Brakel Elke eerste zondag na 9 februari viert Brakel zijn jaarlijkse Geutelingenfeesten. Deze druk bijgewoonde dorpsfeesten openen het geutelingenseizoen met een bijhorende geutelingenwandeling, proeverijen en kermis. Tot diep in de jaren 30 kwamen heel wat dorpelingen in de Vlaamse Ardennen rond de periode van Lichtmis samen. Vergezeld van een grote kom deeg en Balegemsen (jenever) hielden ze een groot volksfeest met de nodige spijs & drank. De geuteling is ontstaan in deelgemeente Elst en is een typisch gerecht 'van den boerenbuiten' dat wordt gemaakt van tarwebloem, eieren, melk, gist, zout en een snuifje kaneel. Het geutelingendeeg wordt vervolgens met wilgenhout in een bakstenen oven gebakken. De nog warme geuteling eet u het best met boter en suiker, en voor de liefhebbers met extra zout. Er bestaat ook een reeks geutelingenrecepten, waarvan de geuteling met Ename-bier van brouwerij Roman de moeite waard is om in Brakel persoonlijk te gaan proeven.
Toen begin de jaren 70 de jeugdclub en KSA van Elst begonnen geutelingen aan te bieden, werden zij meewarig bekeken : ' Met wat voor ouden boetiek komen ze nu aandraven'.
De kwaliteit van de geuteling was bij gebrek aan kennis van het klaarmakenvan het beslag en een abominabele techniek om te gieten en de oven te verwarmen, inderdaad ondermaats geworden, een zeldzame uitzondering niet te na gesproken.
Toen het geutelingcomitee, verderbouwend op dit jeugdig initiatief, vanaf 1981 een heuse kermis wou organiseren, was de scepsis nog groter.
VRT-radio (Jan Lambin himself), Vlaanderen Vakantieland, het VTM-Nieuws, de regionale zender AVS, besteedden meerdere reportages aan deze unieke folklore.
Begin de jaren 92 begon Toerisme Vlaamse Ardennen, Toerisme Oost-Vlaanderen, ook wel iets in de geutelingen te zien, en verzorgden zij enige publicaties.
In 1993 werd een artikel gepubliceerd in een Japans magazine en in een Nederlands streekblad uit Elst bij Arnhem. (U weet wel... ' a bridge to far ')
Tal van publicaties in Vlaanderen omtrent streektoerisme, streekgerechten en folklore, namen de geuteling en geutelingfeesten op in hun bestanden en publiceerden heel wat 'vurige' foto's.( veelal door het comité beschikbaar gesteld ) Ook Wallonië bleef niet ten achter. De regionale bladen en kranten uit de Vlaamse Ardennen, waren vanaf het prille begin goede en trouwe boodschappers, allicht omdat hun schrijvers - na het proeven van menige geuteling- deze keer zeer goed wisten waarover zij schreven.
In 1995 werd de geuteling door de C.N.A.C. ( Conseil National des Arts Culinaires ) uit Parijs opgenoemn op de lijst van unieke streekspecialiteiten in Europa.
In 1999 kreeg het geutelingcomité de prestigieuse Jan Lambin-toerismeprijs toegekend door de Academie voor Streekgastronomie olv. Prof. COLLEN.
In 2000 werd een vertegenwoordiger van het geutelingcomité samen met Waals Minister-Président J.Cl. Van Cauwenberghe en minister Rudy DEMOTTE, opgenomen als lid van de 'Chevaliers du Ramon', het beschermomité voor de heksensabbat in Ellezelles. Wij waren in elk geval al enige hete vuren gewoon... Eveneens in 2000 draaide de Waalse regionale TV een schitterende reportage in het Ovenmuseum.
Op 23 december 2004 ontving het comité bericht dat de geutelingenkermis 2005 erkend werd door het Prins Filipsfonds , omwille van zijn open venster naar, en degoede contacten met de folkloristen uit Ellezelles, alsmede de inspanningen om het brede publiek langs beide zijden van de taalgrens met mekaar in contact te brengen.
Eindelijk... Oudenaarde : schuimende bierstad van Oost-Vlaanderen Na de geutelingen van Elst is het tijd om door te reizen naar meer dorstlessende regionen. Zo is Oudenaarde dé plek om van haar Oudenaardsen bruinen te proeven. Wandel of fiets doorheen dit authentiek stadje en zoek er de vier overgebleven brouwerijen op: Clarysse, Cnudde, Liefmans en Roman. In enkele kunt u op afspraak van 'een bruintje' nippen, waarvan het Ename bier ook tot ver over de Oudenaardse grenzen gesmaakt wordt. Op de Adriaen Brouwer Bierfeesten worden alle bieren lieflijk toegezongen, maar daarvoor moet u wel nog even wachten tot eind juni.
Even op rust komen in de grote sluis te Oudenaarde. Mensen ! We zijn reeds 160 km ver !
Vandaag een etappe van Vaulx naar Chercq en via Warchin naar Doornik.
Bovenop een rotspartij waakt kasteel César over de Schelde. Het tot een ruïne herleide bouwwerk dateert ongetwijfeld uit de 13de eeuw. Kasteel César mag dan wel een ruïne zijn, het vierhoekige grondplan met ronde torens is nog volkomen zichtbaar. Een groot deel van de westelijke en oostelijke gevels evenals de twee torens zijn trouwens gespaard gebleven. De burcht is in kalksteen gebouwd. De torens zijn met meer zorg opgetrokken dan de gevels, waarin schietgaten zijn uitgewerkt. De afgeschuinde kordonlijst loopt over het hele gebouw en zorgt voor een homogeen beeld.
Tournai - Doornik; Als 2000-jaar oude stad houdt Doornik de herinnering aan haar verleden graag levendig : opeenvolgend was zij in handen van de Gallo-Romeinen, de Franken (een kroonstad onder Clovis), de Fransen, de Engelsen (onder Hendrick VIII), de Spanjaarden, de Nederlanders, opnieuw de Fransen (onder Lodewijk XIV), de Oostenrijkers, weer de Fransen (onder de Revolutie en het Keizerrijk) en tenslotte weer onder Nederlandse vlag tot aan de onafhankelijkheid van België.
Doortocht aan de 'Pont des Trous' in Doornik.
Dit bouwwerk is een van de meest indrukwekkende overblijfselen van de middeleeuwse militaire architectuur in ons land. Het maakt deel uit van de tweede stadswal voorzien van 18 poorten en verdedigde de loop van de Schelde aan de ingang van de stad. Enorme hekken konden op ieder moment de doorgang versperren.
Gebouwd in 1281 duurden de werken 25 jaar.
Doornik : Pont à Pont. Dan 'vlotten' we verder naar Froyennes. Ze serveren hier wel een lekker streekbiertje :
In Kain wordt de stroom BOVENSCHELDE, verder stroomafwaarts komen we nog Obigies en Pecq tegen. En wie kent deze komiek niet... Jacques Tati. Jaja, afkomstig van Pecq.
Het is in de middeleeuwen dat we het eerst horen van de naam Aupec. Het was toen een land van wijngaarden. 'Pecq' vinden we later terug in een charter van Childebert III, Koning van Frankrijk in 704. Het waren de toenmalige paters van het Waldrinneklooster die er de plak zwaaiden. Er was ook een haven die een sleutelpositie innam voor de transport van handelswaar naar Normandië en Bourgondië, met bevoorrading tot Parijs. Ook leuk om te weten is dat de laatste tram er reed op 12 mei 1953 om 12.15u komende vanuit Doornik...
Warcoing (samenkomst met het Canal de l'Espierres),... (Spierre-kanaal)
...Espierres/Pottes... Hier komt het hachelijk : we komen terecht in een mengelmoes van zij-riviertjes. De 'Espierre' (vroeger de 'Ry') ontspringt in Mouvaux (noord-Frankrijk) en vervoegt de Schelde bij de Barrage van Espierres. De Schelde wordt er gevoed door de Grande Espierre, de Espierre Blanche, de Petit Espierre, de Espierrette, de Rieu du Pont Bleu, l'Espierlien, de Rieu Delbecq, de Ruisseau des Près et des Haies, de Ruisseau de Wattrelos à la Frontière, de Ruisseau de la Motte Brûlée, de Ruisseau de Carihem, de Ruisseau des Trois Ponts en de Riez StJoseph.
En via Spierre/Helkijn eindigen we in Bossuit (met samenkomst van het Kanaal Kortrijk-Bossuit).
Oude betonbrug over het Spierre-kanaal
(kanaal Kortrijk-Bossuit)
Kanaal-sas, oude pompgebouw en streekbezoekerscentrum te Bossuit.
Je kan de Bovenschelde al wandelend ontdekken in Bossuit (Avelgem). De Bouvriewandelroute leidt je langs imposante hoeven, glooiende akkers en uitgestrekte meersen. De route start aan het voormalige pompgebouw van Bossuit dat ingericht is als streekbezoekerscentrum van de West-Vlaamse Scheldestreek. Daarna gaat de tocht verder langs de Schelde-oever naar de dorpskern van Bossuit. Je stapt dan langs rustige plattelandswegen naar het eeuwenoud 'Goed Bouvrie'. Vanaf hier volg je een tijdlang de oude spoorwegbedding. Je keert terug langs het jaagpad van het kanaal Bossuit-Kortrijk.
Het pompstation in Bossuit pompte het nodige water uit de Schelde op om het Kanaal te voeden. Door de toenemende scheepvaart was het rond 1970 noodzakelijk om het kanaal te verbreden, maar de pompen van het oude pompgebouw hadden niet meer voldoende kracht om het verbrede kanaal van water te voorzien. Er kwam een moderne pompinstallatie en het oude gebouw verloor zijn functie en raakte stilaan in verval. Maar het werd begin de jaren '90, met steun van de EU, de Provincie, Toerisme Vlaanderen en Stad Avelgem, gerenoveerd.
Vandaag biedt dit prachtige stukje industriële archiologie onderdak aan de VVV Westvlaamse Scheldestreek en café-restaurant Beaufort. In het pomphuis van Bossuit kan je naar een tentoonstelling over water. Af en toe zijn er ook tijdelijke exposities.
En we zijn weer vertrokken voor een nieuwe dag 'vlotten' op de Schelde waarbij onze A-snor een parcours moet afvaren van een goeie 16 kilometer. Vanuit Maulde gaat het via Bléharies naar Brunehaut.
Brunehaut : Pontde Hollain
En hier vinden we in deelgemeente Hollain de grootste menhir van ons land, genaamd 'brunehault'. Deze bevindt zich langs de Heirbaan van Baboy naar Doornik. Om hem te vinden volg je vanuit het dorp de Rue de Six Chemins. Het is een 4,40m hoge trapeziumvormige steen uit Landens zandsteen met een schuine bovenzijde.
Hij is 3 meter breed en een halve meter dik. De steen staat perfect noord-zuid-georiënteerd en de hoek wijst naar de poolster. Landense zandsteen komt in de streek niet voor en de steen moet dus van over een verre afstand hierheen gebracht zijn geweest. Er zijn verschillende vreemde verhalen rond deze megaliet.
Legende 1: Bij de bouw van de kathedraal van Doornik wilde ook Onze-Lieve-Vrouw haar steentje bijdragen. Zij droeg de steen in haar schort naar Doornik om daar dienst te doen als eerste steen. Onderweg kreeg ze te horen dat er al een andere steen was gebruikt. Zij besloot dan ook de steen te laten liggen waar hij lag en gebruikte hem als stootblok om zich af te zetten toen ze weer naar de hemel opsteeg. Vandaar dat er aan de zijkant een voetafdruk staat. Maar om die te zien moet je over héél veel fantasie beschikken.
Legende 2: Brunhilde was een Frankische koningin die regeerde over Austrasië van 567 tot 613 AD. Zoals dat in die tijd onder koningen en koninginnen gebruikelijk was kreeg ze hommeles. Clotherius II wilde haar land inpikken. Hij liet haar gevangen nemen, de kleren van het lijf scheuren en op de rug van een kameel binden. Drie dagen werd het dier met zijn trieste last door het legerkamp gejaagd waarbij Brunhilde door iedereen beschimpt en geslagen werd. Brunhilde bleek echter nogal taai te zijn en was na drie dagen van lijden nog niet dood. Daarop werd ze met haar haren, één hand en één voet aan een wilde hengst gebonden. Deze galoppeerde met haar door de velden tot ook hij uitgeput neerviel, met de inmiddels overleden Brunhilde nog steeds aan zich gebonden. Op de plaats waar zij werden gevonden werd ter herinnering aan deze gruwelen een grote steen geplaatst : de Pierre Brunehaut ofte Brunhildesteen.
Legende 3: De steen is niet achtergelaten door Onze-Lieve-Vrouw, hij is ook geen gedenksteen, maar hij werd op vraag van Brunhilde door de duivel geplaatst om dienst te dioen als grenssteen tussen Austrasië en het Land van Doornik.
Legende 4: Wie de steen bezoekt moet er voor opletten deze niet omver te duwen, want dan zou de wereld vergaan.
Condé : opletten geblazen. Hier is er de samenkomst van de Schelde met het kanaal Pommeroeul-Condé en ook nog het Canal de Mons.
Een eerste vermelding van Vieux-Condé vinden we terug in 1215 onder de naam Vetus Condatum. Onder de Franse Revolutie en tot in 1810 heette het Vieux Nord Libre en ontwikkelde zich uit de koolmijnindustrie.
Hergnies :
Hier was onze vlotter in de Scarpe-rivier gesukkeld. Moeilijke doorgang vanwege de lage waterstand.
We hebben hem eruitgehaald en terug op het goede 'spoor' gezet...
De naam 'hergnies' zou afkomstig zijn van een Keltische term die 'rustplaats voor krijgers' zou betekenen. Dit dorp nestelt zich in de natuurlijke omgeving van La Scarpe en de Scheldevallei. Hergnies is bezaaid met kapelletjes, groot en klein. Ook de bolvormige klokkentoren van de StAmanduskerk is een bezienswaardigheid op zich. ...
Dan drijven we verder over Bruille-Saint-Amand, Chateau- l'Abbaye,
Flines-les-Mortagnes, Mortagnes-du-Nord (waar hier de Scarpe in de Schelde vloeit) en eindigen we de dag in Maulde. Het dorp ligt in een regionnaal natuurreservaat, vlak naast Saint-Amands-des-Eaux, een pitoresk dorpje in de bossen van Flines, omringd door begroeide terrils. Hier vloeit de maulde-rivier in de Schelde.
Deze waterval van Jarrauds maakt deel uit van de Maulde. We zitten reeds vlak bij de Belgische grens.
Een bezienswaardigheid : het Fort van Maulde.
Althans de resten ervan... Maar het is afgewerkt geworden in 1885 waarbij meer dan 2 miljoen bakstenen nodig waren. In 1899 werd het echter door een obusinslag gedeeltelijk vernield, beetje heropgebouwd deed het in 1914 nog dienst om een garnizoen in onder te brengen en werd het in 1918 zelfs nog gebruikt om Rijselse gevangenen in op te sluiten.
Saint-Saulve : vrijdag 8 juni... we zijn weer vertrokken.
Saint-Saulve is een gemeente in het Franse Noorderdepartement (regio Nord-Pas-de-Calais) en telt 11.033 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Valenciennes.
In de verte die gele kranen... ben dan even van dichtbij gaan kijken...
Indrukwekkend die kaaikranen die zomaar eventjes 120 ton heffen...
De sasmeester te Bruay-sur-Escaut zorgde ervoor dat onze vlotter vlotjes door zijn sluis geraakte. Dank u sasmeester !
Onnaing Op 26 april 1955 stortte hier een vliegtuigje neer op een huis : piloot en vier inwonenden waren op slag dood... De 'Vickers Varsity T.1' werd door een mechanicien in training zonder toestemming bevlogen.
Dan gaat het verder via Escautpont en Thiers naar Fresnes-sur-Escaut.
Een stad met een rijk verleden : het is namelijk hier dat men in 1720 voor het eerst steenkool heeft ontdekt. Men viert hier zelfs nog carnaval in augustus ! Ondertussen bevinden we ons al in de vallei van de Scarpe.
Condé-sur-Escaut : hier lijkt de Schelde wel op een zee...
Hier even de vlotter eruit gehaald want hij was op de dool in een van de grachten rondom de ruinerestanten van het vroegere hermitage fort.
Het bezien en bezoeken waard : het Hermitage-paleis.
Vanaf Denain gaat het stroomafwaarts via Wavrechain, Prouvy en Thiant. In Maing was het even de moeite om de stad te bezoeken : bezienswaardigheden waren de parochiekerk Saint Gery waarvan zelfs een deel van het meubilair geclasseerd is. De vestingen van 1212 (restanten van de 'Val van Fontenelle'), gebouwd op de grondvesten van een voormalig Cistercienzerklooster. Le Castel des Prés, waar ieder jaar in augustus Middeleeuwse feesten plaatsvinden.
Eens voorbij de sluis van Trith-Saint-Leger was het opletten geblazen : even de vlotter voor Valenciennes eruit om te vermijden dat hij in het 'Etang du Vignoble' terecht kwam. Het ziet er op momenten zwart van de zeilers en planksurfers !
Valenciennes : een universiteitsstad met twee campussen en meer dan 1200 studenten. Als historische en culturele stad is Valenciennes een van de belangrijkste commerciële polen van deze agglomeratie. Overblijfselen van 15de eeuwse stadswallen met zijn Dodenne Toren.
Een uitkijktoren die de inval via de Rhonelle-rivier moest in de kiem smoren. En in het Museum voor Schone Kunsten kun je werken bewonderen van Rubens, Jordaens en Van Dyck.
Specialiteit ter plaatse is de 'Langue Fumée'.
En voor de 'sneukelaars' zijn er de 'Sottises de Valenciennes'.
Eindbestemming voor vandaag : Saint-Saulve.
Jammer dat ze op dat moment niet thuis was : Miss France 2007 ! Jaja, ze woont hier ergens in Saint-Saulve.
Op 9 december 2006 werd deze 18-jarige schone (ook al Miss Picardie) voor de ogen van meer dan 4 miljoen tv-kijkers, verkozen tot Miss France 2007. Mag ik u voorstellen : Rachel Legrain-Trapani ! Heeft natuurlijk niks met het project te maken, maar dacht bij mezelf dat 'snorren' dit wel zouden versmaden...!
Een boogscheut van Thun-Saint-Martin ligt Iwuy en daar moest ik onze vlotter een handje helpen of hij werd de 'Erclin' ingezogen en dan hield het avontuur al op want in d ie wirwar van beekjes en grachten zou hij reddeloos verloren drijven...
Estrun Hier is er de samenkomst met het kanaal van Sensée. Het was nog onder Napoleon I in maart van 1806, dat een Keizerlijk decreet de uitvoering beval om een kanaal te graven die de Schelde met de Scarpe zou verbinden...
Neuvile-sur-Escaut
En tegen valavond vinden we onze vlotter terug in Denain.
Marcoing In dit dorp alleen al moet onze vlotter maar eventjes drie sluizen door : Talma in het noorden, Bracheux in het oosten en een in het centrum van Marcoing zelf.
Noyelles-sur-Escaut
Ook hier een sluis...
Ik voeg er hier terloops een kaartje aan toe om u een idee te geven waar we ons momenteel met onze vlotter situeren... en je zult merken dat de Schelde zich hier door een oorloggebied kronkelde en daarbij een grote rol heeft gespeeld in het al dan niet slagen van de verschillende aanvallen en verdedigingen gedurende de Eerste Wereldoorlog hier in deze streek...
Cambrai ... of Kamerijk, zoals het heette toen het nog bij Vlaanderen hoorde. Een leuke stad om in rond te wandelen.
Bezienswaardigheden zijn hier het fameuze Rubens-schilderij 'De Graflegging' in de Saint Géry-kerk en het Musée de Cambrai, waar je vanaf de prehistorie door de tijd wandelt.
Vergeet je doosje 'bêtises de Cambrai' niet : bonbons die hun naam 'stommiteit' te danken hebben aan een vergissing van het bakkershulpje. En er wordt nu nog steeds geruzied tussen twee producenten over wie nu de echte 'Tome de Cambrai' ( een bijzonder smaakvolle artisanale kaas die nog op de hoeve wordt gemaakt) mag afleveren !
In november van 1998 werd hier deze tank uit de Eerste Wereldoorlog blootgelegd. De officiële ceremonie van deze opgraving vond echter plaats in Flesquières op vrijdag 20 november '98, de 81ste verjaardag van de Slag rond Cambrai.
... het gaat om dit type tank van de serie Mark V...
En vanaf hier krijgt de stroom de naam van Escaut...
Thun l'Evèque En nietver daarvandaan, in Thun-Saint-Martin, moest ik onze vlotter even losmaken uit de greep van een bol ijzerdraad in het water...
U ziet allicht op de foto dat onze A-snor al deftig is toegetakeld en we zitten nog geen 40 kilometer ver ! Maar hopen dat hij er morgen nog zal bijzijn...
De Aartselaarse Snorren vierden hun vijfentwintigjarig bestaan. Met een officiële ontvangst in het gemeentehuis was de zilveren jubileumviering ingezet. Er was dan ook een tentoonstelling daaromtrent in het lokaal van de heemkring vrij te bezichtigen.
De kalender aan de muur van café D-Day gaf 1982 aan toen de zaakvoerder Francois Stuyts met enkele tooghangers op het idee kwam een eigen snorrenclub op te richten. "In Antwerpen en op nogal wat andere plaatsen bestond een dergelijke vereniging reeds. Waarom niet bij ons, dachten we."
Korte tijd later waren de Aartselaarse Krolsnorreneen feit. Willy Claes, toen ook de trotse bezitter van een krullende knevel, werd de eerste voorzitter. Volgens de stichter was het de bedoeling om een carnavalvereniging op poten te zetten en een stoet in te richten. De voorzitter was meteen ook de eerste prins.
Nu, een kwarteeuw later, trekt die stoet nog elk jaar door de straten. Verder organiseren ze dansavonden onder de naam Nacht van de Snor en de Verkiezing van De Snor van het jaar. De naam 'Krolsnorren' werd, door de wijzigende modetrend, vervangen door het kortere 'Snorren'.
De vereniging telt 22 leden, praktisch hetzelfde aantal als bij de stichting. Sommige leden zijn gestorven terwijl anderen lid werden. "Je kan alleen maar lid worden als elk lid van onze vereniging hiermee akkoord gaat" zegt bestuurslid Robert Van Laer streng.
Om het jubileum extra in de verf te zetten, waren oude affiches, fotos, erelinten, tegeltjes, krantenartikels en filmbeelden van de diverse organisaties van de Aartselaarse Snorren vrij te bezichtigen. De toegang tot het lokaal van de heemkring tussen Carillolei en Leon Gilliotlaan was gratis.
A-snor : dag 1 Gouy : de vlotter werd in de bron van de Schelde geworpen en kreeg enkele meters verder nog een extra duwtje om in de stroming te geraken.
Van heer 95 kilometer lang traject op Frans grondgebied, zijn de eerste 30 km niet bevaarbaar. Hier is de Schelde nog een dartel beekje en niets wijst op een latere machtige stroom...
Soortgelijke acties hebben in het verleden ook al eens plaatsgehad. Zo transporteerden in 1995, ter gelegenheid van hun 20-jarig bestaan, een team van 40 kano-vaarders van de StAmandse Kano Club Pingo een potje bronwater over een afstand van 335 km naar de Alpen... ze vaarden daar 3 dagen over...
En de vzw Schelderijk Mercatoria vierde in 2005 zijn 50-jarig bestaan en liet deze vereniging er toen ook een Mercatoria-anker te water.
En ze is vertrokken voor een wonderlijk avontuur !
Catelet Op onze volgweg vinden we hier restanten van een Tempeliers-commanderij. Catelet is ook bekend om zijn geitekaas...
Let wel : hier spreekt men nog niet over de 'Escaut' of Schelde, maar heet dat water hier nog Canal de Saint Quentin.
En enkele kilometers verder kwam ik ter hoogte van Vendhuile nog een eigenaardigheid tegen, de Toueur of de 'kettingboot'
Om de vijf jaar ongeveer gaat het canal du Nord dicht voor groot onderhoud en moet alle vaart langs het oudere, min of meer parallel lopende Canal de St Quentin. Op dit kanaal ligt één van de laatste sites waar men de "touage" nog kan bewonderen. In April 2003 was het voor het laatst te bewonderen. Waarschijnlijk wordt de installatie nog eens in gebruik gesteld in 2008. De reden waarom iedereen langs het canal de St Quentin moest varen is hier te zien.
Tussen sluis 3 en 6 is zowat alle water uit het canal du Nord verdwenen om nodige baggerwerken te kunnen uitvoeren.
De tunnel in Vendhuile...
Masnières
Hier staat evenals in Harelbeke een Newfoundland Memorial met de bekende bronzen beeltenis van de cariboe (ook wel eens Canadees rendier genoemd..) op de rotsblokken. Een Engels oorlogsmonument opgetrokken in 1923 ter ere van de Engelse, Schotse en Ierse soldaten die hier sneuvelden tijdens de fameuse tankslag van 20 september 1917. Er bestaan er zo vier op de wereld : in Beaumont-Hamel (Fr), in Grandcourt (Fr), in Monchy-le-Preux (FR) en in Kortrijk-Harelbeke (B). Steeds vinden we er de bronskoperen plakette terug met dezelfde tekst :
"In each of Newfoundlands' five battlefields parks the massive bronze caribou stands in a natural sitting, surmounting a rocky crag from with he surveys the surrounding country, gazing in the direction in witch the Newfoundlanders faced the foe' (The Fighting Newfoundlander by Colonel G.W.L. Nicholson, C.D.)
Pas op ! Correctie ! Een aandachtige (en behulpzame) lezer merkte op dat het hier alleen gaat om de Europese beeltenissen, maar dat er nog een vijfde opgericht staat in het StJohn's Park in Newfoudland zelf. Rik Scherpenberg bezorgde mij bovendien ook de volledige fotoserie met de plaatsbeschrijving en de bijhorende postzegelreeks met de vermelding waar de slag werd geleverd, die ik hier met veel plezier aan toevoeg. Dank u Rik !
Twintig jaar geleden verbroederde de Snorrenclub Antwerpen met de Duitse collega's van de '1ste Höfener Bart- und Schnorresclub'. Om die verjaardag extra in de kijker te plaatsen, riepen de Antwerpse snorren de Duitser Otmar Glauner uit tot 'Snor van het Jaar 2007'. Op diverse harige kampioenschappen viel deze laureaat al in de prijzen in de categorie 'Hongaarse snor'.
Op 2 juni werd de 'Snor van het Jaar' officieel aangesteld.
Om 14.00 vertrok de stoet naar het centrum van 't Stad, dan volgde de officiële aanstelling op de kiosk van de Groenplaats met daarna een ontvangst op het stadhuis. Vanaf 17.00 een spetterend feest in de Adriaan Brouwerstraat.
A-snor Schelde-project Gouy--Antwerpen : A-day en making-off
A-day : zaterdag 2 juni 2007. Eindelijk was het zover : de A-snor van de Europese Snorrenclub Antwerpen zou te water gelaten worden in de bronnen van de Schelde in Gouy-Le Catelet / Frankrijk. Met een veertigtal snorren, echtgenotes, liefjes en sympatisanten werd er die morgen om 08.00 uur verzameld aan de Kattendijkdok (bij de Londenstraat) om er met een autocar van DW Cars naar de gemeente Gouy te vertrekken, waar de bron van de Schelde gesitueerd is.
Waarom organiseert Antwerpen's meest actieve vereniging zo'n uitstap naar de gemeente Gouy in Frankrijk waar 'ons aller Scheldt' ontspringt ?
Het draait allemaal rond het A+ diploma dat door Schepen Ludo Van Campenhout in 2004 uitgereikt werd aan de Europese Snorrenclub Antwerpen (ESA). Om dat certificaat te bekomen moet je namelijk bewijzen bij te dragen aan de uitstraling van de Stad Antwerpen (ESA werd nr 115 in de reeks, in feite de vijftiende organisatie die deze eer te beurt viel want ze zijn begonnen bij 100).
Het spreekt dan ook vanzelf dat deze vereniging wat fier is op die manier te kunnen bijdragen tot een meerwaarde van de folklore van Antwerpen. Tenslotte is al dat 'snorren-gedoe' een heel ludieke en originele bedoening. Enkel de plagiaat-rechtzaak van de ene snorrenclub aan het adres van de andere snorrenclub omwille van het woordje 'snorrenclub' werpt een beetje een zwarte voile over deze leuke instellingen. Laten we niet vergeten dat er nog verschillende 'moustache'-clubs bestaan die dan ook van naam gaan kunnen veranderen...
Maar eens je dat A-diploma hebt ontvangen, moet je blijven werken om het imago van 'tStad hoog te houden. En dat probeert de ESA dan ook op allerlei manieren (lees maar eens dat blog goed na...).
Zoals deze symbolische actie in Frankrijk.
Twee bezoeken aan de streek van de Schelde en de Somme : Gouy, StQuentin en Péronne. Wat mochten de deelnemers verwachten van deze dag ? De busreis verloopt via de E17 richting Rijsel/Lille met een tussenstop in Deerlijk waar een Westvlaamse delegatie snorren opgepikt werden, er was een kleine, maar smakelijke verrassing aan boord ( een Kiekeboe-praline van chocolatier Burie), iedere deelnemer kreeg een nieuw polo-shirt (een kadootje van sponsor BUGA-Italauto) aangemeten en met een lijvige documentatiemap ter hand werd de reis richting Frankrijk verder gezet. Opvallend waren de enorme graanvelden aldaar...
Even een plaspauze langs de A1-autoroute ter hoogte van Phalempin, een gelegenheid voor de rokers om een pafke te doen...
Even voor Valenciennes verlaat de bus echter de autosnelweg en slaat de GPS op hol.Op een sukkeldrafje met af en toe eens een ommekeer gaat het dan toch nog vlotjes over Cambrai richting StQuentin, nog even een ommetje en we kwamen heelhuids aan te Gouy-Le Catelet.
De ontvangst was er warm en we werden er vergast op een lekker glaasje champagne en een zoete lekkernij.
Na de speeches en de overdracht van enkele geschenken ging het richting 'Scheldebron' alwaar een grote vlotter in de vorm van een rode A met grote zwarte snor in de bron zal worden geworpen met de bedoeling dat die 355 km verder en 22 dagen later terug opgevist zou worden op Linkeroever.
Voorzitter Willy Dupon had ter deser gelegenheid ook een frigobox met een drankje voorzien om te toasten op deze geslaagde operatie.
En het is drinkbaar zegt kunstenaar en snorren-sympatisant Marc Claerhout !
De burgemeester van Gouy kreeg de eer het ESA-symbool in het water te mogen werpen.
Revivat Scaldis. Schelde, kristalheldere bron. Gezegend in uw bestemming. Opborrelend uit heilige grond, Bevloeit en verrijkt jij edel België. En kussend vele en beroemde steden, treedt gij met grootse tred in het rijk der waternimfen.
De plakette op de sokkel van het beeldje van een kind dat worstelt met een vis, was door vandalen eraf gehaald, maar de volgende tekst stond erop...
"Bruikleen van de Stad Antwerpen aan de Frans-Belgische Vereniging van de Scheldebron. 2-6-1985 "
Het gemeentebestuur van Gouy beloofde aanvankelijk de bron te onderhouden, maar sinds ESPA sedert 1986 voor de helft mede-eigenaar is geworden, komen daar nogal wat instanties iets in de pap brokkelen : - Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) - de Permanente Commissie - de Deltaraad - het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer - Organisatie Grenzeloze Schelde - het Bestuurlijk Overleg Westerschelde - het Scheldefonds - de Internationale Scheldecommissie (voorheen ICBS) - het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Departement Leefmilieu en Infrastructuur / LIN) - Rijn-Schelde-Delta - Schelde Landschapspark - Taakgroep Westerschelde - Technische Schelde Commissie - Vlaamse Milieu Maatschappij
Er werden gretig foto's genomen en snor Guy uit Izegem zorgde bijna voor de stunt van de dag en het lukte hem op het nippertje om niet languit in de Scheldebron te vallen !
Ach, wat modder aan de broek en een paar natte sokken...
En daar gaat ze... voor een groot avontuur !
Om het allemaal nog spannender te maken, werd er dan ook nog een kleiner A-tje in het stromend water iets verderop geworpen met een boodschap in twee talen in een plastiek-flesje. Wie het kleinood ooit mocht opvissen onderweg, kan een telefoonnummer bellen en maakt kans op een mooie prijs. De bedoeling is om het dan opnieuw in de Schelde te werpen om zijn reis verder te zetten.
Na deze operatie ging het richting 'Relais des Sources de l'Escaut' waar we de middaglunch geserveerd kregen : op het menu een koud buffet samengesteld van sneetjes varkensgebraad en hanenbilletjes, een rijstsalade en gebakken aardappelschijfjes, alles door te spoelen met een lekkere rode wijn, met als dessert natuurlijk een kaasplankje met vers stokbrood en heel lekkere boerderijboter.
En de afvaardiging van Radio Minerva die meereisde zorgde zelfs voor een rechtstreekse verbinding en onze voorzitter realiseerde een life-uitzending per gsm.
Na dat 'buffet froid' reden we richting Péronne waar er gelegenheid was tot het bezoeken van l'Historial, het plaatselijke museum over 'La Grande Guerre' met alles over de Eerste Wereldoorlog met bijzondere aandacht voor het grote offensief van 1916, beter bekend als de Slag van de Somme.
Het was wondermooi weer en velen wandelden dan ook nog eens het stadscentrum in op zoek naar een souveniertje.
Voor we vertrokken werd er nog een terrasje meegepikt om nog eens te genieten van een lekkere koffie of een plaatselijk biertje.
Op de terugtocht nog even de Westvlamingen van de bus wippen te Deerlijk en moe maar gelukkig het laatste eindje naar Antwerpen afleggen.
En die ESA zit niet stil...
Er worden al onmiddellijk plannen gemaakt voor het grote feest op 24 juni aan Linkeroever waar die A-snor daar wel toevallig die dag zal aanmeren en onder grote belangstelling terug zal opgevist worden !
Het traject dat de vlotter zal afleggen wordt dan ook dag na dag opgevolgd door bestuurslid Externe Relaties Guy uit Izegem die daar dagelijks verslag van zal uitbrengen hier op dit blog. Een fotoreportage zal het hele avontuur ondersteunen en de mooiste kiekjes zullen tentoongesteld worden op 24 juni in de feesttent van Radio Minerva op Linkeroever.
Guy moet er namelijk ook voor zorgen dat de A-snor niet blijft haperen onderweg, of afdwaald in een zijrivier, of in de schroeven van een aak terechtkomt, of niet 'gekelderd' wordt door kwajongens die hem vanaf overbruggingen zouden durven bekogelen,...
E Stukske Gescheedenis van dâAentwaerepse Snoreklub
E Stukske Gescheedenis van dAentwaerepse Snoreklub
DAentwaerepse Snoreklub is gesticht gewere n oep de 5de n oktauber 1978 in De Snor, en eitkroeg oep de Brouwersvleet numerau 32 in Aentwaerepe. De stichter van de klub is de stameneisboas Willy Dupon. De mane dee j oep da gedacht kwoame wauwe wa lèève n in de braawerai breinge. Aungdertuse n éme dAentwaerepese snoredroagers al ne goo gevulde palmarés . Al twi kieëre n éme zet zoevaer gebrocht da s zin de 'Guinness Book of Records' ston. Da wil d al wa s zége n ei ! Den ieëste kieër mé t wèèreldrekord Ruisdaawe én dernoa mé t langste broadspit van ieël de wèèreld. Al verschilende kieëre zén zoep den téleveeze gewést. In aungs aige landsje, mor oek in Engeland, in Fraengkrek, in Oland én in Detsland. t Sprékt vanzélef da t er oek internasjenoal verbroederd weer mé klubs oit Eingeland, Fraengkrek, Itoaleje, Zweide n én Detsland én nateurlek oek oit Oland. In aungs aige landsje n éme ze vreengde in de snoreklubs van Zieëbruge, Schoeëte en Ortselér. Joarleks éme zaktivitaite dee j al tradeese gewere zén. Zoe was 'De Nacht van dAentwaerepse Snore' én 'De Snor vant Joar'. Ver dee léste féstivitait wert er nen BV of nen boitelandsen bekénde persoeën gevroagd of da t em en dageske zau kune vraimoake oem duir de klub in de bloemekes gezét te were. Der oeër d altaid nen oeptocht duir t Stad én en ontvangst oep t Stadois bai. Seidert jeunee 1987 éme de snore n oek un aige laend : Donafangkeleke Républeek Snoroavija". Da scheerailandsje in de Moas kwam in t nifs oemda ni j alieën dOlanders mor oek Zjozei Happart oansproak mokte n oep da stukske van aungs voaderlands teritaurejum. Mé j en kompleit armoada éme toongs dAentwaerepse Snore n en invoase vuirberaid én da lapeke graungd in bezit genaume. Eeder joar oepterneeft wert da fait érdacht mé j en beidevoart der notoo.
Duir oemstandegeide n éme z e poar joar geleije mute veroize no kafei De Konincklijke Snor in d Adriaan Brouwerstrot numerau 33. Alieën t lokoal is toongs veraenderd ver de rést is ales gebleive gelak et was. Tot oep t momeingt da t de vuirziter van toong Willy Dupon beslaut trug no de Brouwersvleet te goan. In en algemieëne vergoadereeng weer er beslist da t klublokaal ba de Ronnie zau blaive. Mor de" Willy "kon der ni mé t akaurd gon. A bolde n et af én wau w oek gi lid nimer zén. t Is wél spaiteg da t em oep dee maneer ze lèèveswaerek in de steik ei ch geloate.De klub ei d uiraige kune n érpake én is nog noeët zoe w akteef gewést.
Zoals al 29 jaar de traditie het wil, vond deze zaterdag de verkiezing van 'Snor van het Jaar' plaats. Dat gebeurd met een stoet, een fanfare en een reus die door de antwerpse binnenstad trekt. Op de kiosk van de Groenplaats werd de gelukkige (dit jaar werd de Duitse Otmar Glauner van de Höfner Bart Club de laureaat) eerst getest op de echtigheid van zijn snor (er word aan getrokken...).Hij krijg een das en een hoed van de snorrenclub en een diploma. Achteraf vertrek heel dat volkje naar het stadhuis waar hij door de schepen wordt ontvangen. Na een kado van de Stad, wordt hij getrakteerd op een Bolleke. Het volksfeesteest begint dan pas te barsten bij het terugkeer aan de lokaal van "De Koninklijke Snor".
Ik ben Guy Vandendriessche, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moustache.
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is Museum-medewerker.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ESA snorrenclub, belleman Stad Izegem, motorrijden,....
Andere hobby's :
www.bloggen.be/belleman
www.bloggen.be/motorrijder
www.bloggen.be/budoka
www.bloggen.be/stadsreuzen