Vier intervieuws met echte kerels... (door Ivan Balliu : 28 april 2006)
Izegem telt onder zijn inwoners een aantal mannen met heel opvallende, zelfs merkwaardige snorren. We pikten er voor u vier uit : BI en BV Paul Berlamont, muzikant Luc Perneel, haarkapper Willy Priem en 'belleman' Guy Vandendriessche.
Paul Berlamont (de bekendste snor) was iets boven de dertig als hij zijn snor voor het eerst liet groeien. "Gewoon uit zottigheid en omdat mijn grootvader 'Gustje Pitte' er ook een had. Ach, soms zegde ik ook al eens : ik ben me vergeten te scheren onder de neus !" Het duurde uiteraard een tijdje vooraleer Paul die weelderige snor had die hem op vandaag de dag nog altijd typeert. "Ja, daar gingen wel enkele maanden over, en als ik dan enkele jaren met een volgroeide snor rondliep, ging die als het ware bij mijn imago horen. Veel onderhoud heb ik er trouwens niet aan : ik laat die snor gewoon 'wild' groeien". Paul heeft zijn snor ook al drie keer afgeschoren na een weddenschap. "Drie keer voor telkens 5000,- oude Belgische franken. De eerste keer daagden Ingrid Allewaert en To Che Ke (chinees restauranthouder) me uit. De tweede keer wilde TV1-reporter Jean Marie Aerts van 'Afrit 9' me zonder baard en snor voor de camera en een derde keer beloofde een tandarts uit Tielt me 5000 frank als ik onmiddellijk mijn snor afschoor. En drie keer heb ik het gedaan. Of ik hem nog ooit zal afscheren ? Dat zou morgen al het geval kunnen zijn, je weet maar nooit. Mijn vrouw zou er waarschijnlijk niet om rouwen."
Luc Perneel (de muzikaalste snor) is een bruggepensioneerde metaalbewerker van 57 en zijn eerste snor was het gevolg van een weddenschap. "Mijn schoonbroer Florent Noppe en ik sloten zowat 20 jaar geleden een heel speciale weddenschap af voor / je raad het al / een bakske bier. We zouden allebei onze snor laten groeien en wie hem het langst liet staan, was gewonnen. Ik heb het eerst aan mijn vrouw verteld en zij vond dat nog geen slecht idee. Na amper twee weken hield mijn schoonbroer het voor bekeken en scheerde zijn snor weer af. We hebben er dan maar enkele op gedronken." Luc heeft van onze vier merkwaardige 'snorrenmannen' niet de grootste snor. "Neen, de mijne is eerder een engelse snor met een kleine krul naar beneden : een hele grote snor zou ik trouwens nooit kunnen kweken, omdat mijn bovenlip te klein is. Vroeger was het een hoogblonde snor (Luc wil het alternatief woord voor hoogblond niet uitspreken omdat dit niet zo goed klinkt) , nu is hij met ouder worden en door mijn hele leven te 'tjolen' iets verbleekt. Eén ding weet ik echter zeker : die snor blijft er nu wel staan tot mijne laatste dag !" Luc is ook nooit gevraagd geweest om lid te worden van een of andere snorrenclub. "Eerlijk gezegd lag ik daar ook niet wakker van. Ook al omdat ik, naast mijn werk nog in het orkest 'The Jacksons' speelde. Veel tijd voor andere verenigingen was er dus niet. En nu speel ik nog altijd bij 'Euro Dixie' uit Lichtervelde."
Willy Priem ( de meest geknipte snor) is op zijn 68ste nog steeds haarkapper en liet al op zijn zestiende een fijn snorretje groeien. "Waarom ik dat precies deed weet ik niet meer...waarschijnlijk om er nog een beetje beter uit te zien. In die tijd lieten vele jongens al hun snor of baard groeien. Misschien zag ik er met snor iets stoerder uit, iets meer man." Pas een vijftiental jaar later liet Willy zijn bovenlipbeharing groeien tot die weelderige zilvergrijze snor, die op vandaag nog altijd die bovenlip siert. "Die snor hoort gewoon bij mijn imago als kapper, als mens, en na een tijdje wil je dat imago ook niet meer opgeven." Willy is ook nooit lid geweest van een snorrenclub. "Neen, dat was niet aan mij besteed. Als je in een vereniging gaat, dan heb je ook verplichtingen en daar ben ik nooit voorstander van geweest." Veel onderhoud geeft Willy niet aan zijn snor. "Ach ik heb al een voetje voor bij iemand anders omdat ik kapper ben. Bijknippen gebeurt bij mij in een oogwenk, terwijl dat voor een niet-geoefende hand toch een hele karwei moet zijn." Willy's vrouw is niet echt fan van zijn snor. "Ze heeft ook al eens gezegd 'doe die snor er maar eens af', maar ik denk niet dat ik dat ooit nog zal doen. Trouwens, Willy Priem met een kaalgeschoren kopke, dat zou toch haarkapper Willy Priem niet meer zijn !"
Guy Vandendriessche ( de meest gecultiveerde snor) was amper 18 en soldaat toen hij zijn snor voor het eerst liet staan. "Toen was het nog maar een klein 'militair' snorretje, omdat meer haargroei niet mocht in het leger. Begin de jaren tachtig had ik dan eens contact met de originele Antwerpse Snorrenclub en van dan af ben ik mijn snor gaan 'cultiveren'. Ik legde in die tijd ook contacten met snorrenclubs uit Nederland en Duitsland en won er in 1982 in Frankrijk zelf een schoonheidswedstrijd mee." Begin de negentiger jaren liet Guy zijn snor groeien tot een weelderig aanhangsel van zijn gelaat, waarmee hij dan meedeed aan verschillende kampioenschappen in binnen- en buitenland. "Deze snor is ondertussen uitgegroeid tot 'keizerlijke snor met bakkebaarden' waarmee ik op het Wereldkampioenschap in Berlijn 2005 vierde werd in deze categorie. In 2007 neem ik terug deel aan het WK voor Snorren en Baarden, dit keer in het Engelse Brighton, en hoop ik op een podiumplaats." Als er geen wedstrijden zijn, moet Guy die snor maar om de twee à drie weken een ietsje bijknippen, maar toch vrgt het een dagelijks onderhoud. "Alleen als ik mij in het openbaar vertoon bij biezondere aangelegenheden, wordt dat ding speciaal opgeknapt. In het begin was die snor eerder een jongensgril, stoer uitzien, weet je wel,...nu zie ik dat eerder als een statussymbool, geassocieerd met mijn publieke functie als Izegemse'belleman'. Voor het gemak moet je het niet doen, want zo'n kanjer van een snor kan soms wel een keer in de weg hangen of liggen ! Maar zonder ongelukken blijft die snor er staan, tot mijn laatste levensdag."

28-04-2006 om 00:00
geschreven door Guy
|