Wat bezielt een mens om een baard te dragen? Word je graag den fellen metten baerde genoemd? Terwijl je helemaal niet fel bent! De Middeleeuwse betekenis van fel is een heel andere dan de huidige. In het Frans noemt men zon woord een faux ami. Omdat je het woord kent, denk je dat het toen betekende wat het nu betekent. In het Middelnederlands is fel een heel naar woord, dat zoveel als boosaardig, trouweloos, verraderlijk betekent. Het is de naam waarmee de dieren die Reynaert haten, het over hun aartsvijand hebben. Den fellen metten roden baerde is een taboenaam. Vos durven ze niet te zeggen, uit vrees de magische krachten van de vos te activeren. Het Middelnederlands wemelt van de valse vrienden, maar onderschat ook het minder verre verleden niet. Een van de redenen waarom historische letterkunde zo belangrijk is: niet om in een woordenboek te leren opzoeken wat fel gedurende de Middeleeuwen betekende, maar om ons te realiseren dat de betekenis van een woord ondergeschikt is aan een historische situatie.

Haardracht en haarmagie in de Middeleeuwen: een andere wereld, niet te vergelijken met hoe wij nu met ons haar omspringen. Haar lag buitengewoon gevoelig en was onderhevig aan zeer strikte richtlijnen en wetten. Om te beginnen was men bang voor haar. Haar typeerde het dierlijke in de mens. Heel hoofse vrouwen epileerden zich, ja ook daar. Behaarde mensen waren ruw, letterlijk wel te verstaan, niet alleen figuurlijk zoals nu. Te veel haar was een uiterlijk teken van lichamelijke en geestelijke onreinheid. Soms gebeurt het wel eens dat een kind behaard over heel het lichaam geboren wordt. Niets aan de hand weten we nu. Valt er na een paar weken vanzelf af. Maar Middeleeuwse ouders schrokken zich dood. Het dragen van lang haar was een uiterlijk teken van onaangepastheid. Waanzinnigen dragen (in de literatuur) lang haar en een lange baard. Ook hun nagels zijn lang. Ze dragen geen kleren, maar bedekken hun naaktheid met dierenvellen en bladeren. Hun wapen is een knots. Zo iemand heette een wildeman. Menig laatmiddeleeuws dranklokaal had een wildeman als uithangbord. Enerzijds om de mensen te waarschuwen voor het wilde, onaangepaste gedrag dat men onder invloed kon vertonen. Wi willen van de kerels zingen. Si sijn van quader aert. Si willen de ruters dwingen. Si dragen enen langen baert. (Het Kerelslied). Anderzijds om de angst met gelach te camoufleren.
Te lang haar was een teken van ijdelheid en verwijfdheid. Alles wat van adel was - ik heb het nog altijd over de mannelijke kunne - droeg het haar doorgaans tot op de schouders. Kort haar was een teken van onderhorigheid. Geestelijken schoren zich de kruin. Misschien herinneren sommigen van u zich nog dat kleine rondje op het hoofd van de pastoor. In de Middeleeuwen was het andersom. Daar liet men nog een kransje haar staan, om te laten zien dat de kaalheid geen ouderdomsverschijnsel was, maar pure versterving. Het dragen van een baard was niet zo zeer een vrijwillige keuze als wel een teken van een bepaalde ouderdom of een religieuze status. Baarden (en snorren) verdienden op gezegende leeftijd groot respect.
Wanneer Flovent, de oudste zoon van koning Clovis, zijn leermeester, de hertog van Bourgondië, in diens slaap zijn baard afsnijdt, wordt hij daarvoor veroordeeld tot ballingschap, terwijl heel het hof zich uit solidariteit eveneens in de baard knipt.
Als Huon de Bordeaux onwetend Charlot, de zoon van Karel de Grote, doodt, die hem in een hinderlaag opwachtte, moet hij, om zich met de koning van Frankrijk te kunnen verzoenen, de volgende zelfmoordopdracht uitvoeren: naar Babylonië gaan, naar het hof van de emir, de eerste man die hij in het paleis tegenkomt doden, driemaal diens dochter kussen, hem beledigen, en zijn baard alsmede zijn hoektanden meenemen. Vergeleken met het bemachtigen van de baard is de rest kinderspel.
In Merlijn lezen we hoe koning Rioen een mantel draagt, versierd met de baarden (inclusief de huid!) van overwonnen tegenstanders. Als hij ook Arthurs baard opeist, komt het tot een strijd, die natuurlijk door Arthur gewonnen wordt.
In De Vier Heemskinderen dreigt Lodewijk, de zoon van Karel de Grote, de oude Aymijn, die niet onder de indruk is van het steenwerpen van de kroonprins, aan zijn baard te trekken, zodat zijn ogen scheef zullen wegdraaien. Dit dreigement is Aymijn te veel, en hij klaagt zijn nood bij Renout, met de dood van Lodewijk als gevolg.
Wanneer in Fergus de jonge held op zijn tocht naar het hof de aanval van de vier roofridders heeft afgeslagen, waarbij hij er twee doodde, hakt hij hen de hoofden af en bindt die met hun baard aan zijn zadel.

In de Keltische literatuur komen de nodige baarden voor. In de continentale literatuur veel minder. Bovengenoemde passage in Fergus is een grap om zowel Fergus als de Kelt, diens tegenstanders, een baard aan te meten. Ridders dragen immers geen baarden. Alleen zij die niet meer vechten dragen een baard. De Franse repertoria vermelden ook geen epitheton met de baard. Afbeeldingen van Arthurridders in handschriften tonen ons glad geschoren of kortbaardige ridders, wat een vrij zekere afspiegeling van de realiteit geweest zal zijn. Middeleeuwse ridders hadden het nog wel eens warm. Om maar niet te zeggen bloedheet. Warmtestuwing zouden we nu zeggen. Na afloop van de slag tussen de Vlaamse communes en het koninklijke Franse leger te Mons-en-Pevele (augustus, 1304), vond men aan weerszijden vele lichamen die geen uitwendige wonden vertoonden. Als doodsoorzaak wordt een combinatie van dorst, uitputting, verstikking (in de wapenrusting) en oververhitting opgegeven.

Een vechtende ridder met een (lange) baard is net zo absurd als een wielrenner in de Tour de France met een (lange) baard - die scheren zelfs hun benen. Toch komt er aan het slot van Ferguut tijdens het toernooi met als eerste prijs de mooie Galiene een ridder voor met een (lange) baard. Nadat Ferguut op de eerste dag Keye verslagen heeft en zich daarmee gewroken heeft voor de belediging tijdens zijn komst, naar het hof, steekt hij op de zevende dag Heerecke vanden paerde, dien ridder metten baerde. Erec, de Ridder met de Baard? In het 'Repertorium van Middelnederlandse (literaire) Eigennamen' staat bij de E van Erec (Herec, Heerecke dien ridder metten baerde). Ferguut is van oorsprong een Oost-Vlaamse tekst, geschreven in de taal van het Oudenaardse. Herec staat voor de Oudfranse vorm Erec (ontleend aan Chrétien de Troyes eerste Arthurroman Erec et Enide). Dien sevensten stac hi vanden paerde Heerecke, dien ridder metten liebaerde.
Liebaert is Vlaams voor leeuw, in Brabant zou lioen gebruikelijker zijn. Dat zou betekenen dat de schrijver Erec, de Ridder met de Leeuw, bedoelt. Vandaar de verwarring Liebaerde -> baerde. Moraal van het verhaal: ridders dragen geen baard, ze scheren zich glad en rein!
(uit http://www.knightsrazor.com)
09-05-2007 om 00:00
geschreven door Guy
|