Foto
Blog als favoriet !

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden. 
Foto

Voor véél meer interessante verhalen: www.bloggen.be/kris

Voor talloze verhalen uit de Griekse mythologie:
www.bloggen.be/dzeus

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Inhoud blog
  • Blauwblomme
  • Gelukwensen aan Joe Biden
  • Kom op tegen teelbalkanker
  • Waarde lezer van mijn blog...
  • Speechen en rode wijn
  • Jerco, B.B. en politiek
  • Nieuwjaar 2024
  • Toneel
  • In memoriam: Roger Tack
  • Lieve Astrid
  • Jumbo
  • Ontdopen.
  • Nostalgie
  • Luchtgitaar
  • Jeroentje
  • Grensoverschrijdend.
  • Kwaliteitskrant
  • De geitenbok van Firmin.
  • Culturele normen.
  • LGBTQIA+
  • Nieuwe mensen.
  • Kop op, Herman!
  • Lange wachttijden
  • Vlaanderens mooiste.
  • Hond kijkt koers.
  • Pief-paf-poef in Amerika.
  • Graaicultuur?
  • Pat, godverdomme.
  • Voor het vaderland...
  • Vermenigvuldigen.
  • Nieuwjaarswens
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 1)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel3)
  • Een sesquizygotische tweeling
  • Het jaar van Herakles
  • Daar zijn we weer!
  • Oude liefde roest niet, zegt men...
  • Ode aan Johan
  • Ode aan aan mijn broer
  • Hoera!
  • Met de trein naar Anne en Patershol.
  • Verzuurd
  • Een mnemotechnisch middel.
  • De zaak Sanda
  • Oekraïne, Njora, nostalgie
  • Astrid Joosten
  • Drie procent voor Oekraïne.
  • Een ongeluk komt nooit alleen...
  • Trombose of bloeding?
  • De Anquetil-kamer
  • Quox
  • Delen door zeven voor een bak triple.
  • De vorderingen van de wetenschap.
  • De prijs van het boek
  • Een nieuw boek
  • Een kutjaar.
  • Bij de start van het nieuwe jaar
  • Het plotje
  • De Bobet-kamer
  • Het blauw oog
  • Schaakgrootmeesters
  • Lukske
  • Een somber verhaal.
  • Waarde lezer
  • De Robic-kamer
  • Schaalverstorend
  • Bed en breakfast
  • Middenoorbeluchting.
  • Taalvereenvoudiging
  • Kawakaki en de Overpoort
  • Lezersreacties
  • Acumen
  • Acht frontstrepen.
  • Lodewijk Thuysbaert
  • Actuele kunst en witwas
  • Germaine
  • Fierheid
  • Un raciste qui s'ignore.
  • Discriminerende uitspraak.
  • Een gek idee.
  • Panta rhei
  • Een formidabel tussendoortje
  • Knee Active Plus
  • Songfestival
  • Wij, Heeren van Elsegem...
  • Is er leven na de dood?
  • Taalvernieuwing
  • De oude man.
  • Octavia (2)
  • Octavia (1)
  • Gesprek met P.V. over het geval K.K.
  • Hersenkronkels
  • Goede buren.
  • De Nieuwe Lente
  • Brief aan Firmin over poëzie (3)
  • Brief aan Firmin over poëzie (2)
  • Brief aan Firmin over poëzie (1)
  • Limerick !
  • Ter gelegenheid van de jaarwisseling...
  • Een vloek of een zegen?
  • Rosa Mores overleden.
  • Brief aan Karel over de economie
  • Togenbirger en het virus, P = p.f
  • Vervolg...
  • Hallucinatie.
  • De bezorgdheid van Firmin.
  • Joseph-Louis.
  • Het doemscenario.
  • Rik Vansteenbergen.
  • Eindelijk erkenning voor Kompany
  • Muggenneukerij en mierenzifterij.
  • De doodsmak
  • O tempora!...
  • Waarop kunnen wij hopen?
  • Vaarwel aan de politiek (brief aan Karel)
  • Een medicijn tegen covid-19?
  • Richtlijn
  • Filosofen!...
  • Staat er echt onheil voor de deur?
  • Welbedankt Firmin
  • De wereld in verandering
  • Coronompany.
  • Symphorosa van Puyvelde de Merlevede
  • Doemdenken.
  • De peerdepaternoster
  • Kunst in coronatijd.
  • M. en corona.
  • Anne-Mieke Vandamme.
  • De strijd tegen SARS-CoV-2.
  • Filosofen over corona
  • Creativiteit in coronatijden
  • Coronagesprek met F. Lepoint
  • Het coronavirus.
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Van oud naar nieuw.
  • Plastische chirurgie.
  • 3 OV's
  • Een groot schrijver is heengegaan.
  • Le coeur a ses raisons...
  • Met een OV op stap (5)
  • Er is geen god...
  • Met een OV op stap (4)
  • Gierigheid bedriegt de wijsheid.
  • Met een OV op stap (3)
  • In de Lunch Garden.
  • Met een OV op stap (2)
  • Professor Paul Vanhoutte
  • Met een OV op stap (1).
  • Onderbroeken.
  • Artikels die beklijven.
  • Pi
  • Addendum
  • Cremco.
  • Het Wiskundeboek
  • Daar is de Tour.
  • Michiel Leenknegt.
  • Na de verkiezingen.
  • Kompany, Day 9 en blauwe maan
  • De verkiezingen van 26 mei.
  • Fiere Margriet
  • De wetenschap staat niet stil
  • Vandaag in 't Nieuwsblad
  • Vondelingen
  • Hashimoto.
  • Staken voor koopkracht.
  • Iljo Keisse.
  • Vermeersch
  • Geen standaardtaal.
  • Q-ratio
  • 2019: wensen en illusies.
  • Politieperikelen.
  • Jozefientje.
  • Over quizzen, mondharpen en trompetviolen.
  • Aspirine
  • Panacee en placebo.
  • De nieuwe krant.
  • Optimalisatie.
  • Het (laatste) Laatste Nieuws: est modus in rebus...
  • Het loopt de spuigaten uit.
  • Toen waren ze met negen.
  • Verkiezingen deel 4: samen één.
  • Verkiezingen deel 3: Verantwoord Vlaams
  • Verkiezingen deel 2: Amandine.
  • Gemeenteraadsverkiezing 2018 (deel 1).
  • Emeriti 2018
  • Vakantieuitstap naar de Gironde.
  • Kallie
  • Gentse Fieste, Rik De Saedeleer en de veiligheidsgordel.
  • Picasso
  • Kunst en filosofie.
  • Over penissen en zo...
  • Dietjes en datjes en Buffalo's.
  • Pasen
  • Kostschool: nostalgie.
  • Twee maten en evenveel gewichten.
  • De drie dilemma's.
  • De laatste loodjes ( V )
  • Deus ex machina ( I V )
  • Verder zoeken op Campo Santo ( I I I )
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    ZEVERARIJ

    FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    22-04-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe mensen.

    Het beste quizprogramma op de VRT is ongetwijfeld „Bloggen“, gepresenteerd door Ben Crabbé, al meer dan dertig jaar, alle dagen behalve op zaterdag en zondag. De grootste vedette van de quiz is telkenmale de quizmaster himself, dank zij zijn grappen en grollen, die steeds maar terugkeren en waaraan hijzelf desondanks en telkens weer het grootste genoegen schijnt te beleven. Ikzelf, moet ik tot mijn schande bekennen, heb van Crabbé’s moppen, na tienmaal - laat staan honderdmaal - dezelfde gehoord te hebben, de buik vol. Ik zou makkelijk enkele tientallen voorbeelden kunnen aanhalen van Crabbé-grappen waaraan ik mij mateloos erger. Ik beperk mij tot drie ervan:

    1° De eerste heeft te maken met de vraag naar de hobby´s van de kandidaat. Bestaan die erin dat die gaat joggen, of kaarten of wat dan ook, met vrienden, dan zal Ben niet nalaten te vragen waarom hij dat nooit eens doet met „vijanden“, tenzij hij er zich mee vergenoegt eenvoudigweg te constateren dat „kaarten met vijanden belachelijk zou zijn“.

    2° Wordt een antwoord op een vraag wel eens geïllustreerd met een foto van een filmster of een andere vedette, waarbij dezes leeftijd vermeld wordt, bijvoorbeeld drieënzeventig jaar, dan is de Crabbé-mop steevast: „hij ziet er nochtans maar tweeënzeventig uit“. Haha! deze gaat al vervelen na twee keer.

    3° Nummer drie is van een enigszins andere aard. Laat ik u eerst vertellen dat twee kandidaten het telkens tegen elkaar opnemen. De winnaar krijgt een finale vraag voorgeschoteld en mag, als hij die goed beantwoordt, de komende dag terugkeren om de strijd aan te binden tegen een nieuwe kandidaat. Beantwoordt de winnaar de vraag niet (of niet goed) kan wordt er ´s anderendaags gespeeld met „twee nieuwe mensen“, want „twee nieuwe kandidaten“ kan Crabbé niet over zijn lippen krijgen. Net zo min als hij het zou hebben over „één nieuwe mens“ want een kandidaat in ´t enkelvoud kan wel. Omdat ik gek word van die „nieuwe mensen“ heb ik mij aan het denken gezet: wat kan Crabbé bezielen? En ziehier... Onze quizmaster zal ongetwijfeld een heilige schrik hebben om van discriminatie verdacht te worden. In zijn quiz mag een vrouwelijke kandidaat, een „kandidate“ dus (mv. „kandidates“) in geen geval achtergesteld worden tegenover een mannelijke kandidaat (mv. „kandidaten“). „Twee nieuwe kandidaten“ zou dus discriminerend kunnen zijn, maar toch ook weer niet omdat althans volgens de Dikke Van Dale voor „kandidate“ twee meervoudsvormen toegelaten zijn, namelijk „kandidates“ en „kandidaten“, maar... dat weten vele TV-kijkers niet en dus houdt Crabbé het veiligheidshalve op „twee nieuwe mensen“, hoe gek dat ook moge klinken.

    En wat onze Benjamin onnoemelijk gek vindt: de voornaam Jean-Pierre! En dat laat hij blijken, te pas en te onpas. Ik prijs mij gelukkig dat mijn voornaam niet Jean-Pierre is. En ook niet Benjamin...

    22-04-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-04-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kop op, Herman!

    Het gaat niet goed met onze gewezen kamervoorzitter Herman Decroo. Hij die wijd en zijd bekend stond als een weldoener wordt nu in de media afgeschilderd als een graaier. Het heeft te maken met de pensioenbonussen (4.000 euro/maand?) die hij heeft opgestreken bovenop zijn royaal pensioen (8.000 euro/maand?). Het gaat hier om bonussen waarom hij niet heeft gevraagd. Wel integendeel: hoe vaak is hij niet gaan aankloppen bij de bevoegde instanties met de vraag of die toegekende bonussen wel terecht waren, of ze hem wel toekwamen, of het geen vergissing was? Telkens werd hem geantwoord dat alles wel degelijk in orde was. En desondanks - geloof het of niet! - heeft Herman al die bonussen teruggestort. Dat is wat men noemt „katholieker zijn dan de paus“. En als ik nu eens heel eerlijk mag zijn... Ik weet niet of ikzelf, stel dat ik op een goeie dag een pensioenbonus van 4.000 euro ontvang - bovenop mijn gezinspensioen van 2.000 euro - de benen van onder mijn lijf zou lopen om na te vragen of er geen vergissing in ´t spel is.

    Dat de bloedeerlijke Herman Decroo nu niettemin in de media afgeschilderd wordt als een graaier doet geweldig veel pijn aan het hart van deze vijfentachtigjarige man. Hij had gehoopt op nog enkele vrolijke jaren, maar dat zullen er nu minder zijn, beweert hijzelf. „Een graaier ben ik nooit geweest, maar op hoeveel pinten bier heb ik mijn medemensen in mijn leven niet getrakteerd! Dat kan men toch niet vergeten zijn“. Ik heb het alvast niet vergeten, want ooit heeft hij mij op een pint getrakteerd, zonder mij zelfs te kennen. Ik vergeet het nooit. ´t Moet een jaar of dertig geleden zijn. Ik denk dat Herman Decroo toen in zijn gulle goedheid méér uitgaf aan traktaties dan een gewone werkman verdiende.

    Kop op Herman! Een graaier zijt gij NIET.

    21-04-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-04-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lange wachttijden

    Als gewezen keel-neus-oorarts (reeds achttien jaar met pensioen) moet ik toch even de wenkbrauwen fronsen als ik in de krant lees dat in ons land de gemiddelde wachttijd voor een afspraak bij een arts-specialist vier à vijf maanden bedraagt. Hoe vaak is het niet gebeurd dat ik werd opgebeld door iemand met pijn of andere ongemakken in het oor, met een verstopte neus of met een hese stem, die mij opbelde voor een afspraak en te horen kreeg „kom morgen maar eens langs, over de middag, om kwart over twaalf“? En hoe vaak was dan niet de reactie: „Kan het écht niet vroeger dokter, vanavond na zessen bijvoorbeeld?“ En meestal kón het!...

    Heden ten dage zitten de afspraakboekjes van de dokters voor maanden volgeboekt met patiënten die regelmatig, meestal tot het einde hunner dagen, op controle moeten komen: één keer om de drie maanden is over ´t algemeen een redelijke termijn. Meestal gaan de patiënten na elke controle tevreden naar huis, want hun toestand is niet of nauwelijks verslechterd sedert de vorige consultatie. Dat hebben de dure (maar door het ziekenfonds terugbetaalde) onderzoeken uitgewezen en het is duidelijk dat hun dokter hen nooit in de steek zal laten.

    En toch... Denk nu maar niet dat er vroeger geen zo’n „toegewijde“ artsen bestonden. Zo heb ik een hartlong-specialist gekend (ik noem hem dr.X.) die iedereen boven de vijftig diende geraadpleegd te hebben, zo hij niet aanzien wilde worden als iemand die zijn gezondheid verwaarloosde. En wie dr. X. raadpleegde zat eraan vast voor de rest van zijn leven. Het deed helemaal niets ter zake of de patiënt al dan niet gezondheidsklachten had, want dr. X. gedroeg zich volgens de regel van de beroemde docteur Knock „Tout homme bien portant est un malade qui s’ignore“. De wachtkamer van dr. X. zat dan ook altijd bomvol en dat alleen al volstond om hem een faam te bezorgen die de provinciegrenzen overschreed en om zijn tarieven „aan te passen“. Zwart geld. Optimalisatie...

    Een andere die op een gelijkaardige manier „het maximum uit zijn diploma heeft gehaald“ was een collega van mij, een keel-neus-oorarts, die ik voor de gelegenheid dr.Y. noem. De patiënt die bij hem op consultatie kwam met klachten van verstopte neus kreeg een wattendragertje gedoopt in cocaïne in de neus gestopt. Een beter ontzwellend middel voor de neusslijmvliezen bestaat er niet en de patiënt voelde er zich doorgaans héél goed bij en al was het effect na een aantal uren verdwenen en verergerde de toestand op de lange duur, de patiënten waren tevreden want de dokter had bewezen dat hij de toestand volkomen meester was en in staat om een fatale afloop te vermijden, als ze maar zijn raad opvolgden. En die raad was... iedere week op consultatie komen voor zo een cocaïnewatje in de neus. Als de patiënt veraf woonde (want ook dr.Y’s faam was wijd verspreid) kon de behandeling zó aangepast worden dat éénmaal om de veertien dagen of - héél soms - zelfs éénmaal om de maand kon volstaan, mits aanpassing van het honorarium - in ´t zwart...

    Ik weet het wel, „de mortuis nil nisi bene“, maar dr. X. en dr.Y. zijn nu al zó lang overleden en ik kon het niet laten dit verhaal te schrijven ter attentie van mijn vriend en fiscalist die ik voor de gelegenheid Z. noem en die ik meermaals heb horen zeggen: „mocht ik úw diploma gehad hebben, ik was nu een rijk man“. Dokter Knock en optimalisatie...

    11-04-2023 om 11:55 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaanderens mooiste.

    Maandag 3 april. De wielerfans ontwaken stilaan uit hun roes, na „Vlaanderens mooiste“. Nu wordt het uitkijken naar „Dwars door Grijsloke“, voor de joggers al sedert 1981 de waardige tegenhanger van de Ronde van Vlaanderen, in een Noord-Westelijke uitloper van de Vlaamse Ardennen, telkenjare de laatste zaterdag van augustus. Het boek met de aantrekkelijke naam gaat overigens niet over de beroemde wielerwedstrijd, maar wel over de „crème de la crème“ van de joggingsport in ons land.



    In totaal werden vijf boeken gepubliceerd over „Dwars door Grijsloke“.

    Cf. www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=3015745 (de meeste zijn uitverkocht...)



    03-04-2023 om 14:54 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-04-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hond kijkt koers.

    Gisteren is het dan toch boven water gekomen, één van de grootste meesterwerken van Albert Anckaert. Het zat verborgen achter een stapel aloude kranten van kort na de tweede wereldoorlog. Het dateert uit 2005, een jaar vóór ’s schilders overlijden en het draagt de handtekening van de meester alsook de eigenhandig geschreven naam die hij aan het werk heeft gegeven: „Hond kijkt koers“. Het lijdt geen twijfel dat hij als telg - geboren en getogen - van de Vlaamse Ardennen, de Ronde van Vlaanderen bedoeld heeft, 's werelds mooiste wielerkoers, die in 1913 werd gesticht en exact op heden aan zijn ... zoveelste editie toe is. In 2005 werd die Ronde gewonnen door Tom Boonen en het jaar daarna wéér. Daarmee is Tom Boonen niet de enige die „Vlaanderens mooiste“ twee jaar na elkaar heeft gewonnen. Meerdere renners hebben die krachttoer verwezenlijkt. Drie jaar na elkaar is tot hiertoe, bij mijn weten, slechts voor één man weggelegd geweest: Fiorenzo Magni, Italiaan zoals u raden kunt. Het heeft hem dan ook de bijnaam "il leone delle Fiandre" opgeleverd. Fiorenzo was een renner die uit het beste hout gesneden was, die echter het nadeel heeft gehad dat hij in zijn loopbaan heeft moeten opboksen tegen twee landgenoten, campionissimi, die behoorden tot het half dozijn beste renners die de wereld ooit gekend heeft: Fauto Coppi en Gino Bartali. Fiorenzo Magni won de Ronde in 1949, 1950 en 1959, en driemaal ook won hij de Ronde van Italië. Hij stierf in 2014, op 94-jarige leeftijd, acht jaar na meester Albert Anckaert...



    Het schilderij „Hond kijkt koers“ behoort tot mijn persoonlijke kunstcollectie en het is niet te koop. Ten einde eventuele inbrekers te ontmoedigen: een reusachtige waakhond houdt de wacht!

    02-04-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pief-paf-poef in Amerika.

    Nu het coranavirus een beetje uitgeraasd is en de oorlog in Oekraïne veel van zijn entertainmentwaarde - want chronisch geworden - heeft verloren, nemen de media andere thema’s onder de loep.

    Eén ervan is het wapengeweld in Amerika. Jaarlijks worden in de States zes à zeven honderd aanslagen gepleegd waarbij minstens 4 doden vallen, de daders niet meegerekend. De overgrote meerderheid van die moordpartijen zou nooit gepleegd zijn indien de daders geen wapens ter beschikking hadden gehad. Dat men het bezit van wapens aan banden legge, hoor ik u zeggen. Maar dat kan niet: men zou de machtige wapenindustrie immers voor het hoofd stoten. Dan nog liever die duizenden doden... In Amerika worden meer kinderen doodgeschoten dan er omkomen in het verkeer - om u een idee te geven... En wat bezielt de daders? Godsdienstige of racistische motieven? Hallucinaties (stemmen horen)? Rancune? Wat bezielde mij, toen ik op veertienjarige leeftijd, één van de grootste jeugdige massamoordenaars van de twintigste eeuw had kunnen zijn... indien ik over een wapen had beschikt?

    Uit „O jerum jerum jerum...“ (mijn memoires, 2006, pag. 37 e.v. , over de ellendige kostschooljaren in Oostende)

    Voor de maaltijden zaten we aan grote tafels, een twaalftal, acht man per tafel. De oudsten en de stoutmoedigsten zaten vooraan, aan de kant waar het eten werd opgediend. De onmondigen, zoals ik, zaten achteraan. Het eten werd op de tafels gezet en de leerlingen moesten het zelf verdelen. Ge ziet van hier hoe er verdeeld werd! De stukken vlees waren van ongelijke grootte. Altijd was er wel een heel klein stukje en dat viel mij dan ten deel. Het gebeurde dat ze mij zelfs dat klein stukje niet gunden. Eén keer ben ik zo vermetel geweest daarover mijn beklag te doen bij de studiemeesters. Het gevolg was dat ik daarna dagen lang vrijwel niets meer te eten kreeg…

    's Avonds was er vaak smeerkaas voor op de boterham. Zo goed als niemand vond dat lekker. Ik evenmin. Toch was ik blij als er 's avonds smeerkaas was, want dan kreeg ik meestal de portie van de anderen ter compensatie van het biefstuk dat ze mij 's middags hadden afgepakt en zo kon ik dan mijn hongerige maag nog enigszins stillen. Soms werd ik overladen met smeerkaas: de risee van de school. Ook de studiemeesters leken het allemaal wel grappig te vinden. Tot er besloten werd tot een "smeerkaas-boycot"…

    Er werd overeengekomen dat iedereen zijn kaasje na het avondmaal zou meenemen naar buiten en het tijdens het daaropvolgend recreatie-halfuurtje tegen één van de schoolmuren zou plakken. Lafaards als ik, van wie vaststond dat ze dat tóch niet durfden, mochten hun kaas ook aan een ander geven, die dan de klus voor hen zou klaren. Op een afgesproken teken werden de smeerkazen tegen de muren gekwakt, onder luid gejoel van al de kostschoolgangers. Ik joelde mee. Was ik te laf om zelf tot actie over te gaan, ik zou tenminste blijk geven van enige sympathie met de oproermakers. Het huilen stond mij nochtans veel nader dan het lachen. Daar bengelde mijn kaas tegen de muren van het internaat. Ik had er hem zo willen van aflikken. Mijn maag deed pijn van de honger. Maar ik lachte, ik durfde niet anders…

    Een studiemeester pakte me bij de kraag en bracht me bij de econoom van het internaat. Waarom ik? Omdat ik zowat de enige was van wie de studiemeesters niets te vrezen hadden. En toch. Wie zegt dat ik hem geen mes tussen de ribben had geduwd als ik daar op dat ogenblik over beschikt had? Een moegetergd dier maakt soms rare sprongen…

    Ik was "op heterdaad betrapt". Ik zwoer met zóveel klem dat ik niets gedaan had, dat mij uiteindelijk alleen maar het openlijk sympathiseren met de actie ten laste werd gelegd. En… dat was al even subversief als de rest. Ik was de enige die moest boeten voor de smeerkaas-affaire: voor straf één week-end in de kostschool binnenblijven! Mijn ouders werden op de hoogte gebracht van mijn wangedrag. Vader slikte alles wat de kostschoolautoriteiten hem meedeelden. Hij vond het opperbest dat ze mij hardhandig aanpakten. Op zíjn medewerking mochten ze rekenen en… ze konden gerust zijn, híj zou er nog wel een straf bovenop doen. Meer dan ooit raakte vader ervan overtuigd dat ik op die kostschool op mijn plaats zat en dat ze mijn misdadige neigingen daar wel in de kiem zouden smoren…

    Als ik toen over een revolver had beschikt en het hele zootje, mijn vader inbegrepen, had neergeknald, dan had niemand daar enig begrip voor kunnen opbrengen. Alleen de Almachtige God had immers weet van de verzachtende omstandigheden. Voor hetzelfde geld had ik de grootste massamoordenaar uit de geschiedenis kunnen zijn. Ik was veertien jaar.

    Het is uiteindelijk goed gekomen met mij. Wij leefden niet in Amerika.

    29-03-2023 om 15:09 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-03-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graaicultuur?

    Brief van een kennis.

    Dit schrijven om u mee te delen dat ik op pensioen ben. Ik had een belangrijke en goed betaalde job bij een bond die als taak heeft de belangen van de arbeiders - de werkende mens - te verdedigen. Ik ben weliswaar nog pas 62 jaar en dus nog enkele jaren verwijderd van de pensioengerechtigde leeftijd, maar na 12 jaar opkomen voor mijn pappenheimers - de werkende mens! - was ik het kotsbeu, of liever „ik voelde mij opgebrand“. Pensioen! dát was de uitweg. En, ja, in mijn contract stond duidelijk te lezen dat ik vervroegd op pensioen kon en wel degelijk op mijn tweeënzestigste. En dat pensioen bleek niet eens zo armzalig te zijn: een veelvoud van het pensioen van mijn geliefde arbeiders waar ik zo hard voor gestreden heb. En dan hebben we het hier alleen nog maar over het bedrag dat ik zou getrokken hebben als ik zélf mijn pensioen had aangevraagd. Maar ik ben slim geweest. Het laatste jaar heb ik het er een beetje naar gemaakt, er een beetje op aangestuurd. Ik heb mijn pensioen zelf niet moeten aanvragen, de bond heeft het begrepen: zij hebben mij ontslagen! Zodat ik bovenop mijn pensioen nog een koninklijke ontslagvergoeding krijg. Sommige kniesoren vinden dat iets te royaal en ze zouden de woorden „onbehoorlijk“ of „illegaal“ in de mond durven nemen. Maar daar is niets illegaals mee gemoeid! Men zou hooguit van „optimalisatie“ kunnen spreken en om te optimaliseren moet men een beetje van één en ander op de hoogte zijn, en een beetje slim zijn komt in deze ook goed van pas. En slim zijn mag toch beloond worden, of niet soms?

    P.S. Sommigen nemen ook het woord „graaicultuur“ in de mond en vinden dat er iets zou moeten veranderen in dit land. Kom nou!... Het gaat in ons land behoorlijk goed. Neem nu Poetin. Die heeft - als we de media mogen geloven - onlangs aan zijn maîtresse een villa van 110 (of is het 130?) miljoen geschonken plus twee gepantserde treinen. Noem dát graaicultuur.

    03-03-2023 om 14:33 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pat, godverdomme.

    - Moh kiettekè, godverdomme, wuk dammedoarèn, Kris Vanstiènbrugge, godverdomme!

    Ik zou hem wellicht ook herkend hebben zonder deze begroeting, in het platste Bachtendekuups dat men zich kan indenken en gekruid met de onontbeerlijke godverdommes. Geen twijfel mogelijk: Cyriel Bovijn! Een goede vriend uit lang vervlogen tijden. De laatste keer dat wij elkaar gezien hebben was in 1965, het jaar waarin ik het diploma behaald heb van „doctor in de genees-, heel- en verloskunde“. Datzelfde diploma heeft Cyriel pas een jaar later behaald, en dat ondanks het feit dat hij drie jaar ouder was dan ik. Onze wegen zijn in 1965 uit elkaar gegaan en we hebben elkaar daarna nooit meer teruggezien. Dat hij drie jaar langer dan ik gedaan heeft over zijn doktersstudie betekent geenszins dat hij minder bekwaam was dan ik, of minder geschikt voor het doktersberoep. Eerder zou ik het tegendeel durven beweren. Hij had eigenschappen die niet in zijn voordeel pleitten. Hij was allesbehalve moeders mooiste: was eerder klein van gestalte en hij zag er jaren ouder uit dan zijn werkelijke leeftijd, hetgeen verklaart, waarom men hem Petje noemde - petje of peetje is Westvlaams voor opaatje - of Petje Bovijn, en waarom haast niemand zijn voornaam kende. Een veel grotere handicap was evenwel het feit dat hij altijd en overal het platste Bachtendekuups sprak (het dialect van Bachten de Kupe, zijnde de streek van Veurne, Diksmuide en omstreken) en nooit een woord beschaafd Nederlands. Ook niet op ´t examen, dat in die tijd in hoofdzaak mondeling was. En zo mogelijk nog erger was het feit dat hij om de vijf of tien woorden - laten het er nog vijftien wezen - het woord „godverdomme“ liet vallen.

    De ontmoeting had plaats in de kelderverdieping van „De Slegte“, de tweedehandsboekenwinkel in de Volderstraat, naast het rectoraat. Het was een aangename ontmoeting. Wat hebben we elkaar goed gekend! Tot onze wegen uiteengingen, nu bijna achtenvijftig jaar geleden. Soos mieliepitte spat uiteen, die oue troue vriende (uit een oud Zuid-Afrikaans studentenlied). We zijn allebei al bijna twintig jaar met pensioen en als ge ons vraagt naar het beroep dat we hebben uitgeoefend, wedden dat we anderhalve seconde lang het antwoord zullen schuldig blijven. We zijn allebei nog van vóór de oorlog en dat verklaart bijna alles. Maar de talloze partijtjes biljarten die we gespeeld hebben in De Karper en meer nog in De Zwaan, die staan ons nog klaar voor de geest. De Karper bestaat nog steeds, op het kruispunt van de Kortrijkse Poortstraat en de Charles de Kerchovelaan. De Zwaan was het café van Richard Orlans die in die tijd één van de allerbeste voetballers was die ons land kende. Het was het enige café in de Overpoortstraat. De Zwaan is nu verdwenen, maar in de hele straat zijn er nu enkel nog horecazaken. En hoe vaak hebben we schaak gespeeld in de friture Njora. De beste friture die Gent ooit heeft gekend en die - o jerum! - voor eeuwig en altijd verdwenen is en vervangen door een flatgebouw zonder ziel. Je kon er schaken tot een stuk in de nacht. Petje was in het spel iets beter dan ik. Niet veel. Een beetje...

    Of hij nog steeds in de Westhoek woont? Hij is geboren en getogen in de Westhoek, een boerenzoon van Bachten de Kupe, en ik weet ook dat hij daar een huisartsenpraktijk heeft gehad. Ik herinner mij dat hij voor een moeilijk dilemma stond, toen hij in zijn voorlaatste jaar zat, en daaromtrent mijn advies vroeg. Hij had de dochter van een fabrikant leren kennen, die goed in de slappe was zat, zo meende hij te weten. Als hij met haar zou trouwen, dan wachtte hem een splinternieuwe Mercedes. Er was slechts één probleem: het meisje was niet van de slimste, en dat bleek dan nog een eufemisme te zijn, naar ik later vernomen heb - of is „understatement“ daar een beter woord voor? Mijn advies was natuurlijk van generlei waarde, Petje trouwde met haar, geen half jaar later reed hij de Mercedes perte totale en nog een jaar jaar later brandde de fabriek van schoonpapa af en Petje bleef over met het vrouwtje en twee dochters die, alle omstandigheden in acht genomen nog goed terecht gekomen zijn. Na een paar jaar huwelijk heeft hij er dan een maîtresse bij genomen. Hij leek opgelucht toen ik zei dat ik daar begrip voor had. De wettelijke echtgenote heeft niet lang meer geleefd en de maîtresse is anderhalf jaar geleden overleden. En sedert een maand of acht woont hij nu - ik stond perplex - in Patershol, in de Plotersgracht. Amper één kilometer hier vandaan...

    Hoe dat gekomen is? Hij woont er niet alleen... Hij woont er samen met Bianca, een achternicht van hem, een gewezen non, drie jaar geleden uitgetreden uit een slotklooster en naar Patershol komen wonen samen met een eveneens uitgetreden pater, ene Ansfried. Maar toen ze er nog maar een paar maanden woonde heeft Ansfried zich met zijn motor te pletter gereden tegen een oplegger. En toen haar ter ore kwam dat Petje alleen was komen te staan heeft ze contact met hem opgenomen. Een win-win situatie: het huis in de Plotersgracht was te groot voor een mens alleen en Bianca voelde zich daar niet helemaal op haar gemak meer, zo alleen in dat groot huis.

    Petje nodigde mij uit een bezoek te brengen aan de Plotersgracht. Hij zou mij voorstellen aan Bianca. Ze zou het ongetwijfeld appreciëren. We verlieten „De Slegte“, allebei zonder iets gekocht te hebben. Ik stelde voor een kleine omweg te maken, via de Mageleinstraat, de Bennesteeg en de Heilige Geeststraat. In die laatste straat was mijn eerste studententenkot. Op de hoek van de Heilige Geeststraat en de Bennesteeg was toen een „bar“, De Wapy, waar de hele dag een vrouw voor het raam zat, met ontblote borsten. Ze was niet echt jong meer, ze was op de rand van de middelbare leeftijd. Ze lachtte altijd vriendelijk en boven haar hoofd hing een grote houten Kruislieveheer. Hoe ze écht heette heb ik nooit geweten, ik noemde haar Mireille. Petje kwam in die tijd ook af en toe voorbij de Wapy. Ik iedere dag. Recht tegenover de Wapy, was een gelijkaardig etablissement, De Lantaarn, waarvan de uitbaatster iets ouder was, docht mij, en die ook minder vaak voor het raam zat. En er waren nóg caberdouchkes in die buurt, doch al bij al was het er vrij rustig. Tot... op een koude morgen in maart van het jaar 1957 de beide dames vermoord werden gevonden in de Wapy. Al kan het ook de Lantaarn geweest zijn... De dader is bij mijn weten nooit gevonden.

    Op ´t einde van de Heilige Geeststraat sloegen we de richting van de Korenmarkt in om vervolgens via de Groentenmarkt en de Kraanlei Patershol te bereiken. Toen we aan de Plotersgracht kwamen begon het te regenen. Het onthaal was hartelijk. Het was de eerste keer dat Bianca kennismaakte met een oude studiemakker van Cyriel. Ze is een aangename verschijning, een pront vrouwtje eigenlijk dat er nog erg jong uitziet voor haar negenenzestig jaar. Daar is geen grammetje nonnenvlees meer aan, had Petje mij verzekerd, in zijn sappig Bachtendekuups dialect. Ze is ook al die tijd goed geweest voor hem, maar een echt koppel waren ze niet, had hij mij gezegd: ze sliepen nog allebei afzonderlijk, elk in een tweepersoonsbed. Ze had hem tot op heden niet in haar bed toegelaten. Nog niet...

    Het begon al donker te worden en toen Bianca hoorde dat mijn laatste trein naar huis al over een dikke twee uur was, stelde ze voor te blijven slapen. Slaapgelegenheid genoeg: twee ruime bedden en een zeer gemakkelijke sofa waarin Cyriel vaak de hele nacht doorbrengt als hij voor de televisie in slaap is gevallen. Petje zei dat hij het ook al had willen voorstellen en ik liet mij overhalen. In de gezellige woonkamer brandde een heerlijk houtvuur en er stond op een antieke salontafel een schaakbord met kunstig gesneden stukken. Petje en Bianca spelen af en toe een spel.

    - Willen de heren straks misschien een partijtje spelen? vraagt Bianca. Ik maak eerst wat belegde broodjes klaar en dan kom ik erbij zitten om te zien of jullie de schaakregels eerbiedigen. Ondertussen kunnen jullie nog wat herinneringen ophalen over vroeger.

    - Schitterend idee, zegt Petje. Op die manier kan ik misschien een spelletje winnen, want tegen Bianca valt niet veel te beginnen. Ze speelt zó sterk en ze is er zó op gesteld dat de regels van het spel tot in de puntjes nageleefd worden.

    Hij haalde een fles Cointreau en drie flesjes Triple Carmeliet uit de koelkast en vertelde ondertussen het verhaal van zijn examen bij professor Verplancke, plantkunde. Hij had de vraag niet begrepen - Verplanckes Gents dialect was al even onbegrijpelijk als het Bachtendekuups van Petje - en hij durfde dat niet bekennen, want de vraag niet begrepen hebben was in de ogen van de professor erger dan een verkeerd antwoord geven. Petje had er dan zomaar wat uitgeflapt en ... goede punten gekregen.

    De belegde broodjes zijn klaar. Petje vraagt of er een prijs verbonden is aan onze schaakwedstrijd. Misschien heeft Bianca een idee? De winnaar mag vannacht bij mij slapen, zegt ze.

    - Meent ze dat? vraag ik stilletjes aan Petje.

    - Bianca meent altijd wat ze zegt, fluistert Petje terwijl hij ons alle drie een Triple Karmeliet inschenkt.

    Het spel kan beginnen. Ik heb er waarachtig zin in. Petje wellicht nog meer. De inzet is groot. Ik heb „wit“ geloot en ik open met Paard van B6 naar C3 en na zwarts pionzet naar E5 breng ik ook mijn koningspaard in de strijd. Petje schuift voorzichtig zijn D-pion één vakje naar voor. Ik blijf maar oprukken met de paarden. Ik lijk wel een huzaar te paard. Ik heb ondertussen al mijn Triple Karmeliet en drie broodjes op. Een beeld van in de jaren vijftig komt mij voor de geest: Petje in ik, samen in de De Rode Hoed, tijdens een clubavond van de Westland. We waren jong en gezond en vol wilde baldadige levensdrift. We zongen het huzarenlied: „Rote Huzaren die reiten, die reiten, die reiten niemals schritt...“. Ik wil mij niet laten kennen, ook nu wil ik niet „schritt“ rijden en ik ruk verder op met de paarden. Bianca bekijkt het rustig met haar zachte innemende glimlach. Ik heb de indruk dat ze mijn spel te roekeloos vindt, dat ze heel zachtjes het hoofd schudt. Ik heb het gevoel dat ze mij met goede raad te hulp wil komen, maar ze zegt natuurlijk geen woord. Ze zegt enkel dit: zal ik nu een Cointreau inschenken? Ik twijfel.

    Bij mijn laatste bezoek aan mijn neuroloog zei deze bij ´t afscheid: „en geniet maar zoveel mogelijk van het leven“. Ik ben bij hem in behandeling vanwege aanvalletjes van afasie. Het laatste anderhalf jaar heb ik er een stuk of acht gehad. De aanvalletjes duren een half uur, gedurende dewelke ik geen woorden kan vormen. Ik weet precies wat ik wil zeggen maar mijn spraakmotoriek laat het afweten. Na dat half uur is alles weer tiptop in orde. Neurologen hebben uitgevogeld dat de oorzaak micro-embooltjes zijn, bloedstolseltjes die in de voorkamers van mijn hart gevormd worden - ik heb VKF, zijnde „voorkamerfibrillatie“ - en vandaar hun weg vinden naar mijn brein en daar infarctjes veroorzaken. Gelukkig is er een remedie voor: Eliquis, een bloedstollingsremmer. Maar omdat er de laatste tijd toch weer een paar aanvalletjes zijn geweest, heeft men een nieuwe boosdoener gevonden: epilepsie, waarvoor - gelukkig! - eveneens een medicatie bestaat: Keppra! Wie Keppra neemt staat bloot aan een paar honderd bijwerkingen, zo belooft de bijsluiter, en mag geen autorijden. Nu ja, genieten van het leven moet ook wel lukken zonder autorijden. Reizen mag nog, maar dan met het openbaar vervoer. Ach, ook zonder reizen kan van het leven genoten worden. Ik heb per slot van rekening gereisd in alle werelddelen - down under niet te na gesproken - en overal heb ik er een marathon gelopen. Daarom hoeft het dus allemaal niet meer voor mij. Ik wil liever mijn vertrouwde medische hulp bij de hand hebben, voor als er weer eens wat gebeurt. En geen druppel alkohol! Dat is al moeilijker vol te houden. En toch volop blijven genieten... En slapen met een uitgetreden non? Ben je gek, man? Wil je misschien vandaag nog dood? En roken? Dat is er wat mij betreft al lang niet meer bij. Ooit ben ik kettingroker geweest - zo heeft Petje mij in de studentenjaren altijd gekend - maar op de eerste dag van ´t jaar 1970, om drie uur ´s middags heb ik mijn laatste sigaar gerookt. En nu, na meer dan vijftig jaar, is daar weer de behoefte aan een goei sigaar, een Havanna-sigaar, van het merk „Romeo en Juliette“, zoals toen, op die nieuwjaarsdag. Waarom ik toen abrupt met roken gestopt ben heb meerdere malen verteld, zodat ik het hier niet hoef te herhalen. Die plotse trek in een sigaar, in de geur en de schilderachtigheid van een Romeo-en-Juliette wolk, boven een schaakbord, heeft niets te maken met een lichamelijke behoefte, maar alles met een tafereel uit een boek van Antoon Coolen, „Kinderen van ons volk“. Ik heb het boek een eerste keer gelezen toen ik een jaar of twaalf was en sedertdien grijp ik vaak terug naar die ene passage waarbij de pastoor en de notaris een partij schaak spelen, allebei met een glas rode wijn en met een sigaar rookkringetjes makend boven het schaakbord, telkens als ik een rustgevend gevoel over mij wil laten nederdalen... Laat dat nu net het moment zijn waarop Petje een sigaar opsteekt en vraagt of ik er ook een lust. Het ís een Havanna, weliswaar geen Romeo-en-Juliette, en ik zeg „neen“. Het genot van Petjes sigaar is voor mij al meer dan voldoende. Bianca vraagt wat ze mag inschenken: een Cointreau of een Triple Karmeliet, of liever een Bordeaux, van de allerbeste. Niets dat beter past bij een partij schaak dan een wijn van topkwaliteit. Toch hielden Petje en ik het bij Cointreau. Voor zichzelf schonk Bianca nog een Triple Karmeliet in, een pittig bier met een flink alkoholgehalte, haar tweede al. Ze is dat gewend van toen ze nog in ´t klooster was: elke avond een Triple Karmeliet. Eén, zelden méér. Een beter slaapmiddel bestond er niet. Een pater die regelmatig op bezoek kwam in ´t klooster had haar dat geleerd. En neen, in strijd met de regels van de kloosterorde was het niet. Drie gelooften hadden ze afgelegd: gelofte van gehoorzaamheid, gelofte van kuisheid en gelofte van armoede. In de geloften stond niets over Triple Karmeliet. Petje doopte het ene uiteinde van zijn sigaar heel eventjes in zijn Cointreau. Ik keek deze ceremonie schijnbaar met verwondering aan, ofschoon ik de betekenis ervan wel begreep. Ik zag dat Petje popelde om het uit de doeken te doen en ik liet het hem uitleggen. Lang geleden werden de Havanna´s gerold op de dijen van vrouwen, vaak lichtekooien die niet zelden leden aan een besmettelijke ziekte. En alkohol heeft de naam bacteriedodend te zijn. Vandaar. ´t Is een traditie geworden...

    Ondertussen ben ik lelijk in de knoei geraakt met mijn paarden. Eentje raakt er zodanig in de knel dat er geen ontsnappen meer aan is. Ik verlies een paard en er staat geen enkele compensatie tegenover. Is de partij nù al verloren? Noodgedwongen schuif ik mijn pion op d2 een vakje op om mijn loper op c1 vrije baan te kunnen geven. Petje heeft ondertussen zijn sigaar aangestoken en een heerlijke Havannageur hangt reeds over het schaakbord. We nippen allebei van onze Cointreau. De welgedaanheid is van Petjes aangezicht af te lezen. Waant hij zich nú al de winnaar? Hij lijkt alvast iets minder lang en iets minder verbeten na te denken over zijn eerstvolgende zetten. Is het daardoor dat hij niet gezien heeft hoe ik met mijn enig overgebleven paard één van zijn lopers en een toren in de tang zet. Zijn loper gaat er aan en ik schiet er een pion bij in. Met slechts één pion in het krijt zie ik het nu weer zitten. We spelen nu allebei redelijk aanvallend, ik omdat het in mijn aard ligt, Petje omdat hij een pion vóór ligt. Stukken worden geruild: de zwarte dame tegen de witte, een zwarte toren tegen een witte. Het materieel overwicht van zwart blijft onveranderd - één pion slechts - en van enig positioneel overwicht lijkt geen sprake. Naarmate de gelederen echter uitgedund worden gaat die zwarte pion steeds méér gewicht in de schaal werpen. Het maakt mij nerveus, ik zie de nederlaag weer opdoemen, het weegt op mijn spel - we spelen teslotte voor een inzet - of zijn het de micro-infarctjes in mijn hersenen die mij parten spelen? Ach, waarom ook zou ik mij nerveus maken. Genieten moet ik, heeft mijn neuroloog mij opgelegd. Voor de korte tijd die u nog rest, zal hij er bij gedacht hebben. Het komt me voor dat „moeten“ genieten een stuk moeilijker is dan als het niét moet. Ik zal dat onderwerp bespreken met mijn schoonbroer, de epicurist, die zichzelf „genieterloloog“ noemt, en die nu zijn dagen als gepensioneerde doorbrengt in het zonnige zuiden, aan de Costa del Sol. Ik mag er niet aan denken, mijn leven te moeten beëindigen, zo ver van mijn geboortegrond.

    Er daalt nu weer een vredigheid over mij neer. Ik voel nu plots dat het ware genot in dit schaakspel ligt, de heerlijke Havannawolk die erboven hangt, de Cointreau en het gezelschap van Petje en van Bianca. Ze heeft haar tweede Triple Karmeliet bijna helemaal leeggedronken en een lichte blos kleurt haar wangetjes. Ze volgt nog steeds even aandachtig ons spel. Ze staat slechts op om een blok hout op het vuur te leggen. Regen klettert tegen het raam en een paar jonge mensen haasten zich voorbij. Het is donker buiten en de Plotersgracht is maar zwak verlicht. Niemand had de sfeer beter kunnen beschrijven dan Antoon Coolen: twee afgeleefde doktoren die in het hartje van ´t Patershol schaken voor de gunsten van een non!

    Petje is drie jaar ouder dan ik, maar in zijn hoofd zit alles blijkbaar nog beter op een rij dan ik het mijne. Ik heb stomweg niet in de gaten dat mijn toren bedreigd staat. Daar gaat het belangrijkste stuk dat mij nog rest. En Bianca kan ik nu al helemaal vergeten... Op dit punt gekomen zou welke schaker dan ook de zaak voor bekeken houden en zijn koning neerleggen, ten teken van opgave: het kalf is immers meer dan verdronken. Toch doe ik het niet, en dat om twee redenen. Ten eerste heeft een groot schaakmeester ooit gezegd dat in het schaken nog nooit een overwinning behaald werd of een gelijkspel uit de brand werd gesleept door op te geven. En ten tweede is het veel leuker voor Petje als ik doorspeel tot het bittere einde tot de fatale „mat“, als „hij“ en niet „ik“ de partij kan afmaken. Want, ach, ik gun het hem wel, de glorie van de overwinning en de prijs. De partij was exact anderhalf uur oud toen het bord er uit zag als volgt:



    Zwart is aan zet. Het is overduidelijk dat Petje de fatale zet kan doen. Ziet hij het niet? Is zijn denkvermogen vertroebeld in de roes van de overwinning, of dwingt die roes hem ertoe wat spielerei te verkopen? Hij neemt de pion tussen duim en wijsvinger en dreigt ermee die te laten promoveren. En alsof het maar om te lachen was zet hij de pion weer op zijn plaats, waarna hij vliegensvlug zijn toren naar H5 schuift: MAT!!! Maar al even vlug schuift Bianca de toren terug...

    - Dat mag niet Cyriel.

    - En waarom zou dat niet mogen, godverdomme?

    - Ge hebt toch uw pion aangeraakt en zelfs opgeheven van het bord. Dan moet ge de pion ook spelen. We zouden toch streng het reglement volgen. Hadden we dat niet afgesproken?

    - Ja, godverdomme, wie denkt dáár nu aan? Maar wat maakt het per slot van rekening uit? Ik laat mijn pion dan maar direkt promoveren, godverdomme!

    Hij schoof zijn pion naar F8 en zette zijn Dame in de plaats.

    - Pat, riep Bianca. Het spel is remise!

    Petje schrok zich een aap. Hoe kwam ze daar nu bij, godverdomme.

    - Wit staat op ´t ogenblik niet schaak, maar hij kan geen kant meer op, zei ze, en dan is het spel remise, gelijkspel dus. Dat zou iemand die al zeventig jaar schaak speelt toch moeten weten.

    - Alles goed en wel, bromde Petje, als ge het reglement zó nauwgezet op de letter wilt volgen... En zeggen dat ik enkel maar die pion aangeraakt heb, zonder de intentie om hem te spelen. En dat wordt mij fataal, godverdomme!

    - Ge zijt gewoonweg dom geweest, zei ze. En te schrokkerig! Als ge de pion niet gepromoveerd had tot Dame, maar tot de meer bescheiden Toren of zelfs tot Loper of Paard dan hadt ge de partij in hoogstens drie zetten winnend kunnen afsluiten.

    - En wie wint nu de prijs, godverdomme? vroeg Petje nog.

    - De winnaar, zei Bianca gedecideerd. En aangezien er bij gelijkspel geen winnaar is, slaap ik deze nacht dus weer alleen.

    Petje probeerde nog haar tot andere gedachten te brengen met het argument dat het voor iedereen toch duidelijk was dat hij en niemand anders de morele winnaar was en dat er ook nog zoiets bestond als een interpretatie van het reglement „naar de geest“. Bianca bleef onvermurwbaar. Of er geen mogelijkheid was om het spel over te doen, een herkansing? Daarvoor was het te laat op de avond, Bianca wilde slapen gaan. Morgen misschien? Ze zou erover nadenken. Morgen misschien. De nacht brengt soms raad.

    - Ik begrijp het niet, zei Petje, toen Bianca zich in haar kamer teruggetrokken had. Dat ze zo onverbiddelijk kan zijn, godverdomme. Het was nochtans een mooie oplossing geweest. Zij heeft een mooi groot bed van twee meter breed, terwijl dat van mij niet echt een tweepersoonsbed is, godverdomme, een meter vijfendertig, een“twijfelaar“ zoals men zegt, godverdomme.

    Ik zei dat ik daar het volle begrip voor had, dat hij de overwinning meer dan verdiend had en dat ik ze hem voor de volle honderd procent had gegund, maar ja, de letter van de wet... En ik zei ook dat ik wel op de sofa wilde slapen, want dat ik wel vaker - en dat was gelogen - op de sofa sliep.

    Petje zei niets meer. Hij bromde nog een paar keer iets dat op „godverdomme“ leek. De hangklok wees kwart voor twaalf. Het regende niet meer. In de Plotersgracht liep een man met een lange witte baard en hand in hand wandelden een jongen en een meisje. Die jongen, dat had ikzelf kunnen zijn, vijfenzestig jaar geleden; het meisje, mijn eerste liefje uit de Gilles de Sutterstraat, wier naam ik vergeten ben...



    21-02-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor het vaderland...

    Een Oekraïener spreekt...

     

    Hoe goed is ´t hier te liggen,

    gesneuveld voor mijn land.

    Iedereen moet eenmaal sterven,

    maar hoe zalig is ´t te sneven

    en zijn bloed te mogen geven

    voor d’eigen dierb’re grond!

     

    En weze ´t toch nog tevergeefs

    en blijft de vijand bovenzweven

    dan nóg ben ik onnoemlijk fier

    want ´k heb mijn plicht gedaan.

     

    Als vrouw en kind mij nu bewenen

    weet ik wel zeker dat ze denken:

    „Pa hield o zo veel van ons,

    en meer nog van zijn land,

    waarin hij nu te rotten ligt

    als voedsel voor de pieren“.

    19-02-2023 om 16:10 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vermenigvuldigen.

    Toen de Here God de aarde met al haar toebehoren had geschapen, zomaar uit het niets, schiep hij ook de mens: de man uit een klomp aarde, de vrouw uit ´s mans rib. Hij zou tot hen gezegd hebben: „Gaat en vermenigvuldigt u“. Naar mijn bescheiden mening heeft Hij niet bedoeld: „Vermenigvuldigt u tot in het oneindige en doe het overal, ook waar het leven quasi onmogelijk is, zijnde op plaatsen waar de aardkorst breuklijnen vertoont en waar door klimatologische omstandigheden de aarde onvruchtbaar is“. Zou de Schepper hebben kunnen vermoeden dat sommigen onder zijn schepsels naar voor zouden treden om Zijn woorden aan hun medemensen uit te leggen op een wijze die geen tegenspraak duldt en waarbij alle (goed)gelovigen zich zouden neerleggen. Massale sterfte door oorlogsvoering, aardbevingen, overstromingen, epidemieën, hongerdood... en desondanks een toename van de wereldbevolking van 1950 tot op heden van twee naar acht miljard, zijnde een verviervoudiging. Om dat aantal tegen het jaar 2100 niet hoger dan tot tweeëndertig miljard te laten oplopen zal de sterfte door hogergenoemde oorzaken op zijn minst gelijke tred moeten houden: ellende maal vier dus! Zal onze aarde zoveel mensen nog kunnen torsen? hoor ik velen onder u vragen. En zoveel ellende? Moet er niet gepleit worden voor anticonceptie op grote schaal? Neen, hoor ik geloofspredikers antwoorden, want ieder zieltje is een geschenk voor de Heer, terwijl ieder zieltje dat er niét is maar er had kunnen zijn, een kaakslag is in zijn gezicht.

    Denkt u, waarde lezer, dat het allemaal nog ooit goed komt? De twijfel is groot. Het wordt hoe dan ook een werk van lange adem. Laten we het ondertussen tot onze verdomde plicht rekenen dat we iedere noodlijdende die zich tot ons richt, de hulp geven die hij nodig heeft. Niemand onder ons heeft immers gevraagd om er te zijn, en wie er niet is zal dat nooit iemand kwalijk nemen. En als ik even mag... Ik moet de gedachte aan de zieltjeshonger die de Schepper toegedicht wordt, uit mijn hoofd zetten, want al te zeer doet het mij denken aan de eis van de Minotaurus van Knossos: telkenjare zeven jonge knapen en zeven jonge meisjes!

    En dan een vraagje (als dat niet te veel gevraagd is van mijn trouwe lezers): wat is naar uw gevoel de échte reden waarom zieleherders hoge geboortecijfers promoten?

    09-02-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaarswens

    Al jaren wens ik rond deze tijd

    dat er vrede onder alle mensen zij.

    En... ís er vrede in de wereld?

    - met acht miljard zijn wij! -

    Vrede wensen doe ik nu niet meer

    ´k weet het zeker, ´t heeft geen zin.

    Maar wat ik wel nog wensen wil:

    een kleine sprankel hoop

    dat alles (*) ooit ten beste keren kan...


    (*) corona, armoede, hoogmoed,

    hebzucht, onverdraagzaamheid...

    01-01-2023 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-12-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Griekse goden en de geneeskunde (deel 1)

    Theologische beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen die de mens overkomen) een straf is van de goden - of die éne god in ´t geval van een monotheïstische godsdienst. De therapie bestaat er dan ook in bij die godheid in de gunst te komen, in de hoop dat de straf wordt afgewend. Bij de christenen gaat dat vaak via de omweg van de geneesheiligen (cf. de voordracht dr. Bouckaert van een paar jaar geleden) waarvan ieder gespecialiseerd was in een bepaalde tak van de geneeskunde. Er weze nochtans opgemerkt dat de geneesheiligen zélf over geen genezende krachten beschikken: ze treden slechts op als voorsprekers bij hun god - meestal mét succes. Wat de zieke te doen staat: gebed, bedevaart, offerande (vnl. onder vorm van geld).

    Bij de Oude Grieken was het iets ingewikkelder. Zij kenden vele goden. Men diende zich te wenden tot dié god, dewelke het leed had veroorzaakt, uit wraak meestal omdat men de god had beledigd (vaak onbewust) of miskend. Men dient te weten dat de Griekse goden nogal snel op hun tenen waren getrapt, in hun eigenliefde gekrenkt. Omdat de patiënt zich vaak van geen kwaad bewust was, wist hij dan ook niet steeds tot welke god zich te wenden. Raadpleging van het orakel was dan de enige uitweg en... dat was allesbehalve gratis. Het orakel gaf dan raad in verband met het offer dat diende gebracht te worden om zich met de godheid te verzoenen. De zwaarte van het offer stond vaak niet in verhouding tot de zwaarte van de misdaad die werd gepleegd... als er al sprake kon zijn van een misdaad, die dan nog vaak onbewust was begaan. Een typisch voorbeeld van de onredelijkheid van de goden was het offer dat de godin Artemis eiste van Agamemnon: hij diende zijn dochter Iphigineia te offeren omdat hij vergeten was een offer te brengen aan de godin teneinde een voorspoedige afvaart naar Troje te bekomen. En hoe onredelijk was het van de goden om levens van onschuldige jonge mensen te eisen! Niet alleen in het oude Griekenland, maar ook in onze christelijke godsdienst, luidde een spreuk: wie de goden beminnen roepen ze vroeg tot zich...

    Op 5 april 1933 heeft de god van de christenen een jongetje Georges Moreels, geboren te Elsegem op 23 april 1922, aan de liefde der zijnen ontrukt.

    Op zijn doodsprentje, lezen wij: „Heer, Gij hadt hem ons gegeven tot ons geluk, Gij vraagt hem weder; wij geven hem U zonder morren, maar het hert overstelpt van droefheid".


         


    Op 12 mei 1934 overleed het jongetje René Delbeke, geboren te Elzegem op 22 maart 1924. Op het doodsprentje staat: „De Heer heeft René weggenomen, opdat de boosheid zijn hart niet zoude bederven en de valsche schijn der aardsche goederen, zijn ziel niet zoude bedriegen.

                



    Artemis was één van de 12 Olympische goden en zij waren het die over ziekte en genezing konden beslissen, al dient gezegd dat ze niet in alle gevallen de macht hadden om het onheil dat ze hadden aangericht ongedaan te maken. In de volgende dia’s zullen de meesten van die goden aan bod komen - en in beeld -, in associatie met allerhande anatomische, diagnostische en therapeutische terminologie. U zult er ongetwijfeld iets van opsteken. Wist u bijvoorbeeld wat een sesquizygotische tweeling is? En dat de oppergod Zeus de eerste is die zo´n tweeling verwekt heeft (bij Leda, koningin van Sparta) en dan nog wel een dubbele tweeling, ja zeker een dubbele sesquizygotische! En dat er in de hele medische wereldliteratuur maar twee gevallen van sesquizygotische tweelingen beschreven zijn?

     
    De twaalf Olympische goden

    Laat ik, als we het over Zeus hebben, alvast dít zeggen: hij was de oppergod, de machtigste van alle goden, bijna tot alles in staat, en zeker ook op het gebied van de geneeskunde. Hij was, voor zover mij bekend, de enige onder de Griekse goden die doden weer tot leven kon wekken. Maar meer nog stond ik in bewondering voor zijn prestaties op het gebied van de plastische chirurgie. Heden ten dage zijn de chirurgen in staat om oren en neuzen te corrigeren, huidrimpels weg te werken, hangbuiken en dito borsten te corrigeren, om van lelijke mensen mooie mensen te maken, om een man om te vormen tot vrouw en een vrouw tot man. Zeus kon een vrouw omvormen tot... koe. In een handomdraai. Dat kunststuk heeft hij uitgevoerd met Io, de knappe dochter van de stroomgod Inachos. Toen hij met Io op de wandel was, en voelde dat zijn jaloerse echtgenote Hera hen in gaten kreeg, veranderde hij de geliefde nimf in - jawel - een koe. En voor het geval u dit niet gelooft: daar zijn beelden van! Maar, vergis u niet, Hera had het spelletje door!

    Hera, Io en Zeus

    Maar, we hadden het over de sesquizygotische tweeling, door Zeus verwekt bij Leda van Sparta. Hier is namelijk een zo mogelijk nog indrukwekkender ingreep aan voorafgegaan: om gemakkelijker toegang te krijgen tot Leda en onopvallender bij haar te kunnen binnendringen, had de oppergod zichzelf omgevormd tot een zwaan, en geloof het of niet: ook daar zijn beelden van! Negen maanden nadat hij haar bezwangerd had beviel Leda, maar wat het geval bemoeilijkte: ongeveer op hetzelfde tijdstip als met Zeus moet Leda seksuele omgang gehad hebben met haar echtgenoot Tyndareos. Wat er ook van zij: negen maanden later - ´t kan ook iets vroeger geweest zijn - baarde ze twee eieren. Uit het ene ei kwam een goddelijke tweeling te voorschijn, Helena - ja, die van Troje - en Pollux: een één-eiige tweeling, doch niet-identiek, onmiskenbaar kinderen van Zeus. Uit het andere ei kwam een andere tweeling: Klutaimnestra, die de echtgenote van Agamemnon zou worden, en Castor: eveneens een één-eiige, niet-identieke tweeling, allebei sterfelijk zoals u en ik. Mythologen zullen u vaak vertellen dat de ene tweeling Pollux en Castor was en de andere tweeling Helena en Klutaimnestra en zij staven dat met het feit dat de mannelijke tweeling, overbekend bij zowel astronomen als bij astrologen, vóór hun geboorte ruzie maakten onder elkaar. Maar... is die ruzie er wel geweest, of is het pure fantasie? Van zuiver medisch-wetenschappelijk standpunt bekeken is de laatste hypothese overigens minder waarschijnlijk.

    Leda en de zwaan

    Ziezo, nu weet u alvast wat een sesquizygotische tweeling is. Een andere medische term, die u allen beter vertrouwd zal zijn, en die ik gaarne in verband breng met Zeus is „craniotomie“, het openen van de schedel (door middel van boor, zaag, tang...) ten einde de intracraniële overdruk te verlagen.

    De oppergod had een „avontuur“ gehad met zijn tante, de wijze titanes Methis, en hij had haar zwanger gemaakt. Maar er kwam ruzie van en in een vlaag van woede verslond hij haar met huid en haar. De onbesuisde schrokpartij kwam hem duur te staan: een geweldige maagkramp die opsteeg via zijn borstkas naar zijn hoofd en uitmondde in een onuitstaanbare barstende hoofdpijn. Hephaistos, de god van de smeden, was wellicht de enige die over het nodige alaam en de handigheid beschikte om de schedel vakkundig open te beitelen. De ingreep bracht soelaas en uit het hoofd van Zeus steeg een pracht van een godin op, volwassen en helemaal compleet, in vol ornaat met schild en speer en helm: Athena!



    De geboorte van Athena 

    Athena zou voor altijd Zeus‘ meest geliefde dochter zijn. Ook door anderen werd zij geliefd en gerespecteerd, maar niet altijd en niet door iedereen. Ze was weliswaar zeer wijs en zeer kunstzinnig en ze werd genoemd godin van de wijsheid, van de wetenschappen en de kunst, in het bijzonder de krijgskunst en de weefkunst, maar ze was ook hardvochtig en meedogenloos voor wie haar poogde naar de kroon te steken. Dat ervoer Arachne een jonge koningsdochter, die aan ieder die het horen wilde vertelde dat zij mooiere stukken kon weven dan de godin. Ze daagde Athena uit tot een tweestrijd, voor wie het mooiste kunstwerk kon weven. Wat bleek? Het werk van Arachne moest allerminst onderdoen, wel integendeel. De godin voelde zich zodanig in haar eer gekrenkt dat ze haar jonge rivale omtoverde in een spin met de woorden: weef nu maar in eeuwigheid, als ge daar toch zo bedreven in zijt. Athena is altijd maagd gebleven, geen man kon haar bekoren en zeker Hephaistos niet, die allerminst moeders mooiste was. Toen de god van de smeden op de Akropolis een poging deed om haar te verkrachten gaf ze hem een ongenadig harde trap tegen zijn „edele delen“ dat zijn zaad in de schoot van moeder Aarde spoot: Gaia. Op de plek waar dat voorval heeft plaats gehad is Kekrops ontstaan, de eerste koning van de stad Athene. Kekrops had een slangvormig onderlichaam, en was dus de zoon van Gaia en Hephaistos, maar dat Athena daar ook de hand (of liever „de voet“) in gehad heeft zijn de Atheners nooit vergeten: ze hebben haar gekozen tot schutspatrones van hun stad. Dat ze afkerig stond voor mannelijke toenadering, tot daar nog aan toe, maar dat ze niet duldde dat een man haar naaktheid aanschouwde, ook al was het onopzettelijk, en de „dader“ buiten alle proportie strafte, lijkt mij een godin onwaardig. Dat is het leed wat zij Theiresias, de beroemde ziener, heeft aangedaan: blindheid! Zodat hij nooit meer in staat zou zijn een naakte vrouw te „bewonderen“. Later zag ze in dat ze te streng had gestraft, maar omdat ze niet in staat bleek de straf ongedaan te maken, schonk zij hem de gave van de helderziendheid: zien in de toekomst.


    29-12-2022 om 15:04 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)

    Maar zoals het in de Griekse mythologie wel vaker gebeurt: over die blindheid van Theiresias bestaan er twee versies. Niemand minder dan de oppergodin Hera zou ervoor verantwoordelijk zijn. De aanleiding was één van de vele ruzies tussen haar en haar gemaal Zeus. Zij verweet hem zijn geilheid, de talloze vrouwen, sterfelijke en onsterfelijke waarmee hij het bed had gedeeld. En Zeus verweerde zich met de stelling dat de man veel minder geniet van het liefdesspel dan de vrouw en hij er desvolgens alleen maar op uit was om het gebrek aan kwaliteit te kompenseren door de kwantiteit. Hera was het echter met die stelling niet eens en Theiresias, werd erbij geroepen. Theiresias was namelijk, om een reden die buiten het bestek van dit verhaal valt, in zijn jonge jaren een tijd vrouw geweest en een tijd man, en had dus van beide kanten kunnen proeven. „Als we het genot dat de man ervaart tijdens de geslachtsgemeenschap, het cijfer één geven“ zo sprak Theiresias „dan behoort de vrouw het cijfer negen te krijgen“. Hera voelde zich ten zeerste beledigd met het gekende gevolg voor Theiresias: blindheid, later gevolgd door helderziendheid, want ook zij vond de straf achteraf te streng maar kon ze niet ongedaan maken. Hera bleef haar man niettemin trouw en ze wilde hem behagen. Te dien einde begaf ze zich iedere maand naar een mysterieuze bron, de Kanathosbron, die gelegen is op de weg van Mykene naar Epidauros. Ze baadde zich in het water van de bron waarmee ze hoopte telkens haar maagdelijkheid te hernieuwen: „hymenoplastie“! Toen ikzelf in 1995, met zes jonge vrouwelijke atletes naar Olympia toog om er de vrouwenloop (de Haraiën) in ere te herstellen, heb ik de omweg via de Kanathosbron gemaakt om hen door Hera in hoogsteigen persoon te laten overgieten met het water van de bron, omdat er twijfel gerezen was omtrent hun maagdelijkheid, waarzonder hun de toegang tot het Olympisch stadion door de goden zelf ontzegd was (de exacte reden waarom maagden wél en getrouwde vrouwen niet welkom waren in Olympia, leest u ongetwijfeld wel elders op deze blog...)



    Met deze twee vrienden (Didier en Gilbert) heb ik in 1993 de Kanathosbron "ontdekt"

    Hera "ontmaagdt"

    Dat Hera er wel eens merkwaardige ideeën op nahield, onder andere over het leven van de stervelingen, bewijst de volgende anekdote. Toen op een dag de os van één van haar priesteressen ziek was en niet in staat om zijn meesteres met de wagen naar de tempel van Hera te brengen, boden Kleobis en Biton, de zonen van de priesteres aan de ossenwagen zelf te trekken tot bij de tempel. Daar aangekomen stelde de priesteres haar beide zonen voor aan de godin met de vraag of zo’n flinke prestatie van de jongens geen beloning verdiende. En de godin liet de beide knapen dood ten gronde neervallen, omdat, zo beweerde ze, de dood het mooiste geschenk is wat te mens kan te beurt vallen. In dezelfde lijn ligt de wijsgerige spreuk die stamt uit het oude Griekenland „dat de gelukkigste mensen, diegenen zijn die nooit geboren zijn“. Kleobis en Biton kregen hun levensgroot standbeeld, heden ten dage te bewonderen in het archeologisch museum van Delphi.

    Kleobis en Bioton

    Hoe hondstrouw Hera was in haar huwelijk en hoe afkerig Athena stond tegenover geslachtelijke omgang met het andere geslacht, zo overspelig en op seks belust was Aphrodite, de bekoorlijke godin van de liefde. Nymphomanie is de diagnose die bij haar van toepassing is. Voor wie evenzeer op seks belust was als zijzelf had zij de volste sympathie, wie afkerig stond tegenover seks werd daar door haar vaak zwaar voor gestraft. De geslachtsdaad werd door de Grieken wel eens omschreven als „een offer aan Aphrodite“. Talloos zijn de amoureuze uitspattingen van de godin van de liefde. Laten wij er hier slechts één vermelden: die met Dionysos, god van de wijn, dewelke haar een zwangerschap opleverde. Hera wenste haar geluk met die zwangerschap en ze streek over de buik van Aphrodite, maar ze deed het valselijk, met de linkerhand: de vrucht was betoverd! Aphrodite baarde een lelijk monsterachtig kind: een dikke hangbuik, een gezwollen uitpuilende tong, korte ledematen en vooral een enorme penis, die bijna even groot was als de rest van zijn lichaam. Die penis stond altijd in erectie, en, wat ze ons meestal niet verteld hebben in de les „antieke cultuur“, hij stond niet naar vóór maar naar achteren gericht. De geboorte van dat goddelijk „misbaksel“ had plaatsgevonden in Klein-Azië, en daar werd het ook vereerd, of liever „bespot“ en beschimpt vanwege zijn mismaaktheid (voor meerdere tijdrovende details en verklarende afbeeldingen die overigens van generlei didactische waarde zijn, verwijs ik gaarne naar elders op deze blog. Maar onheil sloeg toe: de mensen in de streek werden ziek, het vee stierf, de oogsten mislukten. Het orakel werd geraadpleegd. Het verdict was duidelijk: de goden verdragen niet langer dat de spot gedreven wordt met Priapos, want Priapos is een god, een kind van Aphrodite en Dionysos. De boodschap werd begrepen, het volk spotte niet langer met Priapos en begon hem eerbiedig te bejegenen en hem offers te brengen en de goden lieten alles ten goede keren. U hebt nu ongetwijfeld al begrepen waar de naam „priapisme“ vandaan komt: een uiterst vervelende aandoening...

    Zo manziek als Aphrodite was, zo groot was de afkeer die Artemis, godin van de jacht, had voor mannelijke toenadering. Frigide, asexueel... En evenmin als Athena verdroeg zij dat een man haar naaktheid aanschouwde. Voor een dergelijke „misdaad“, die dan nog meestal onopzettelijk begaan werd, strafte zij meedogenloos en buiten alle proporties. Aktaion, een jonge jager, was één van haar slachtoffers. Tijdens één van zijn tochten in de bossen van het Kithairongebergte kwam hij plots oog in oog te staan met Artemis die samen met enkele nimfen naakt aan het baden was in een meertje. De godin was daardoor zo geshockeerd dat zij de verbouwereerde jager besprenkelde met water uit het meer en daarbij een toverformule uitsprak waardoor hij stante pede veranderde in een hert en door zijn jachthonden, die in het hert hun meester niet meer herkenden, werd verscheurd.


    Aktaion ziet Artemis naakt
    Aktaion in een hert veranderd

    Artemis was een tweelingzuster van Apollo. Ze waren kinderen van Zeus en van zijn nicht Leto. De zaak zit zo... Hera was woedend vanwege deze buitenechtelijke zwangerschap en ze zond de slang Python op Leto af. Deze achtervolgde haar tot op het eiland Delos waar zij uitgeput neerviel onder een boom, op het ogenblik dat de barensweeën begonnen. Maar Hera zorgde ervoor dat de weeën zeer pijnlijk waren en dat de baring niet vooruitging. Negen dagen lang. Toen pas kreeg Zeus in de gaten wat er gaande was en hij stuurde zijn dochter Eleithyia, godin van de baring, ter hulp. Een eerste kind werd geboren: Artemis. Het kind groeide zo bliksemsnel dat ze reeds haar moeder bijstond bij de geboorte van haar tweelingsbroer: Apollo. Deze zou de god van de kunsten en de wetenschappen genoemd worden (al stond hij op dat gebied in de schaduw van Athena). Hij werd ook zonnegod genoemd, maar de echte zonnegod was Helios. Ook was hij bedreven met pijl en boog, maar ook op het gebied van de jacht werd hij de loef afgestoken en wel door zijn eigen zus, Artemis. Voor ons medici is vooral van belang dat hij de vader was van Asklepios, de échte god van de geneeskunde. Hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen vertel ik straks. Eerst even vermelden dat hij zelf ook niet ongetalenteerd was op het gebied van de geneeskunde. De auriculoplastie, uitgevoerd op de Phrygische  koning Midas, was alvast een schot in de roos, zij het dat Midas zelf er niet gelukkig van geworden is. Het gebeurde naar aanleiding van een muziekwedstrijd tussen Apollo en de god Pan. Apollo speelde op de lier, Pan op de herdersfluit. Midas, die bevriend was met Pan, mocht scheidsrechter zijn en hij riep Pan uit tot overwinnaar. Apollo was het met deze beslissing allerminst eens, hij trok Midas bij de oren tot ze zo lang waren als ezelsoren, zeggende „wat voor oren hebt gij, dat gij niet hoort dat mijn muziek veel beter is !? zulke oren verdienen geen menselijke gedaante !“ De schande die koning Midas als gevolg van deze „plastische chirurgie“ voortaan te dragen had, was immens: tot het einde zijner dagen gedoemd om met ezelsoren rond te lopen. Hij ging voortaan een tulband dragen waarin hij zijn oren helemaal kon verstoppen zodat niemand kon zien dat hij ezelsoren had. Alleen... voor zijn kapper kon hij het niet verborgen houden. Hij liet de kapper zweren dat hij het nooit aan iemand zou vertellen. De kapper vertelde het aan niemand, maar hij had het er moeilijk mee: het geheim brandde hem op de lippen. Zo erg werd het dat hij ergens te velde een diepe kuil ging graven, in de kuil ging staan en het uitschreeuwde: „koning Midas heeft ezelsoren! koning Midas heeft ezelsoren! koning Midas heeft ezelsoren!“ Niemand had het gehoord en na de kuil weer dicht gegooid te hebben, keerde de kapper met opgelucht gemoed naar huis terug. Maar op de plek waar de kuil werd gegraven groeide een welig struikgewas en telkens als de wind er doorheen waaide hoorden de voorbijgangers in het ritselen van de bladeren: „koning Midas heeft ezelsoren“ en in geen tijd werd het nieuws wereldkundig gemaakt.


    Maar over Apollo dienen we in de eerste plaats te weten dat hij de vader is van Asklepios, de allergrootste god van de geneeskunde. Apollo was weer eens verliefd geworden op een stervelinge, Koronis. Maar zwanger zijnde van Apollo begon Koronis een verhouding met een sterveling, Ischys genaamd. De raaf, die Apollo’s geliefde vogel was, had dat opgemerkt en ging Koronis‘ ontrouw overbrieven aan zijn god. Hoe onredelijk de goden konden zijn wist u al. Zo ook Apollo en hij vervloekte de raaf omdat hij Ischys de ogen niet had uitgepikt, en de raaf die eerst een witte vogel was zou voortaan zwarte pluimen dragen en zo ook al zijn nakomelingen. En zijn zuster Artemis gaf hij de opdracht Koronis te doden met haar pijlen. Te laat realiseerde Apollo zich dat Koronis zijn kind droeg. Of was het niét te laat? In allerijl wendde hij zich tot zijn halfbroer de god Hermes met het verzoek een keizersnede op het dode lichaam toe te passen. De ingreep lukte wonderwel (Hermes was overigens niet aan zijn proefstuk toe *). Het kind was Asklepios en Hermes bracht het, in opdracht van Apollo, naar de wijze Kentaur Cheiron. Over hoe het daar verder verlopen is hebben wij het straks. 


    (*) Een van de kostbaarste beeldhouwwerken ter wereld is de Hermes van Praxiteles: Hermes, met op zijn arm de pasgeboren god Dionysos, die hijzelf ter wereld heeft gebracht via een keizersnede. Zeus had het kind verwekt bij Semele, dochter van koning Kadmos van Thebe. Op aandringen van Semele zelf had de oppergod zich aan haar vertoond in zijn verblindende goddelijke gedaante: zij kon de aanblik niet verdragen en zij stierf ter plaatse.

    Nu nog even vermelden dat we de wetenschappelijke medische term voor tweeslachtigheid, nl. „hermaphroditisme“ te danken hebben aan zowel Hermes als Aphrodite. Het kind dat Hermes bij de liefdesgodin verwekt had, had de uitwendige geslachtskenmerken van de beide geslachten en het kreeg de naam Hermaphroditos. En misschien moeten we nog één god vermelden om ons verklarend medisch woordenboek te vervolledigen: Poseidon, de broer van Zeus en god van de zee. Zoöfilie is de aandoening waarbij de mens zich seksueel aangetrokken voelt tot een dier. Wellicht geen zeer frekwente aandoening, maar voor de Griekse goden was blijkbaar geen aandoening te gek om er de mens mee straffen. Zo strafte Poseidon koning Minos van Kreta omdat hij verzuimd had zijn mooiste stier te offeren aan de god. De straf? Een ziekelijke seksuele neiging ten aanzien van het bewuste dier, neergelegd in het hart van Minos‘ achtgenote Pasiphaë. Met de hulp van de ingenieuze architect Daidalos slaagde zij erin betrekking te hebben met de stier, hetgeen leidde tot de geboorte van het monster Minotauros (half mens, half stier) hetgeen zou lijden tot onnoemelijke ellend.

    Deze afbeelding werd gevonden op een antieke vaas: Pasiphaë neemt plaats in een door Daidalos vervaardigde koe teneinde betrekking te hebben met de stier van Minos.

    29-12-2022 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Griekse goden en de geneeskunde (deel3)

    Laten we nu terugkeren tot Asklepios, de onbetwiste nummer één van de geneeskunde, die weliswaar slechts als halfgod ter wereld is gekomen en vanaf zijn eerste levensdag werd opgevoed door de wijze kentaur Cheiron, voor wie de geneeskunst nauwelijks geheimen kende. In geen tijd ontpopte Asklepios zich tot een dermate briljante geneesheer dat hij niet alleen in staat bleek alle zieken te genezen, maar ook doden weer tot leven te wekken. Dat was niet naar de zin van Hades, de god van de onderwereld: zijn zaak dreigde op de fles te gaan en de wereld zou overbevolkt geraken. Ingreep van de oppergod was nodig: Zeus doodde Asklepios met zijn bliksem. Maar achteraf zag Zeus zijn vergissing in en hij verhief Asklepios tot de rang van de onsterfelijken, tot een volwaardige god dus. In Griekenland verrezen nu talrijke heiligdommen (meer dan 300!): „asklepions“. Ze konden rekenen op de erkenning door het orakel van Delphi en daardoor was hun succes voor vele eeuwen verzekerd. Hun deuren stonden open voor alle zieken. Enkel zwangere vrouwen en terminaal zieken waren niet welkom: geboorten en sterfgevallen wilde men in het asklepion vermijden. Het beroemdste asklepion bevond zich in Epidauros in de streek Argolis op de Peloponnesos.

    Men verbleef er meestal een paar tot meerdere dagen. Er diende betaald te worden, „naar godsvrucht en vermogen“. Eten kreeg men er nauwelijks: vasten was immers een belangrijk onderdeel van de therapie, suggestie was ook belangrijk (handoplegging, hypnose) en tenslotte was er de heilige slaap in het abaton. De duisternis en slaapverwekkende kruiden werkten die slaap in de hand. Dan verscheen de god die vroeg wat de patiënt bereid was te betalen (te „offeren“) voor zijn genezing, hij gaf raad, legde slangen op het lichaam van de patiënt en voerde soms ingewikkelde chirurgische ingrepen uit. Een geval wordt beschreven van een vrouw met een ernstige oogaandoening die bereid was een varken in massief zilver te offeren. Tijdens haar slaap nam de god haar oog uit de kas, bewerkte het en plaatste het terug. De ochtend kwam en de vrouw was genezen.


    De tempel van Asklepios in Epidauros

    Asklepios, dé god van de geneeskunde

    Hét symbool van de artsen: de eskulaap

    De tholos (ronde tempel) in Epidauros: de heilige slangen werden er bewaard

    Het stadion in Epidauros

    Aan de start voor de stadionloop (ik sta 5e van rechts)

    Het wereldberoemde theater van Epidauros



    Ex voto's

     

    Een andere succesrijke, doch minder bekende „genezer“ was Amphiaraos. Hij had zijn heiligdom (het Amphiaraion) in Oropos, een dorp dat gelegen is aan de Golf van Evia, zo´n 50 km ten Noorden van Athene. Er zijn nog goed bewaarde restanten. Mijn meest geliefde plek in Griekenland...

    Kruiden die heden ten dage bij ons goed bekend zijn en die courant gebruikt werden in de asklepions: salie, gember, mierikswortel, munt, thym, kamille, ajuin, knoflook...

    Vanaf de 5e E.v.C. kwam de directie van de asklepions, die steeds in handen van priesters was geweest, stilaan meer en meer in handen van artsen. De anatomische en fysiologische kennis ging erop vooruit: het verschil tussen de arteriële en de veneuze bloedsomloop, de bouw en de functie van ademhaling- en spijsverteringstelsel, dat de zenuwen in verband stonden met het centraal zenuwstelsel, de ligging van de foetus in de baarmoeder, de structuur en de werking van oog en oor. Schedelboringen werden uitgevoerd, evenals operaties voor cataract, keizersneden en plastisch chirurgische ingrepen. De behandeling van fracturen verbeterde fel en er werd meer aandacht besteed aan de sterilisatie van de chirurgische instrumenten.

    29-12-2022 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-11-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een sesquizygotische tweeling

    Angèleke is een klein scharminkeltje op wie ik in mijn puberteitsjaren nog verliefd ben geweest en die ik na zovele jaren ontmoet heb, in het vaccinatiecentrum. Ik had haar niet herkend, zij mij wél. Zij heeft er, op zijn zachts gezegd, een flink stuk van haar vroegere schoonheid bij ingeschoten. Vooropgesteld dat er bij mij ooit van schoonheid sprake is geweest, moet zij van mijn persoontje iets dergelijks gedacht hebben. Ze is exact vier jaar jonger dan ik, amper vier jaar, en dus de pensioengerechtigde leeftijd ook al lang voorbij. Dat ze haar actieve loopbaan doorgebracht heeft als laborante in een fertiliteitskliniek is mij niet onbekend. Ik nodigde haar uit om samen een koffie te gaan drinken. We hadden een aangenaam gesprek over hoe het ging met de gezondheid en hoe het ging met de eventuele kinderen en kleinkinderen en waar we woonden, en ik moet toegeven dat er in de loop van het gesprek flarden naar boven kwamen van de fysieke aantrekkelijkheden van het prille maagdelijke Angèleke. Tot ik vond dat de tijd gekomen was voor een grap, een raadseltje, eentje dat als geknipt was voor een gewezen laborante in een fertiliteitskliniek: kan jij, mijn beste Selleke - ik zei weer „Selleke“ zoals ik dat vijfenzestig jaar geleden altijd al deed - verklaren hoe twee kinderen, die op dezelfde dag geboren zijn en dezelfde natuurlijke vader en moeder hebben, toch geen tweeling zijn? Ze lachte fijntjes, ze hoefde er niet eens over na te denken: „’t zijn er twee van een drieling“ zei ze. Ik stond perplex, nooit eerder had iemand mijn vraag correct beantwoord...

    - Zal ík nu eens een vraag stellen? vroeg ze. Weet jij wat een anderhalf-eiige tweeling is?

    Ik wist het niet, en ik liet het haar uitleggen.

    - Zoals je weet is een één-eiige tweeling het resultaat van de bevruchting, door één spermacel, van één enkele eicel, dewelke zich daarna in twee heeft gedeeld, met als resultaat een identieke tweeling, hetgeen dus onder andere inhoudt dat beiden, per definitie, van hetzelfde geslacht zijn. Een twee-eiige tweeling ontstaat als een vrouw bij een maandelijkse eisprong niet één maar twee eieren produceert, dewelke door twee verschillende spermacellen worden bevrucht, dewelke daarenboven niet eens van dezelfde donor afkomstig hoeven te zijn. Het gaat hier om niet-identieke tweelingen, die niet méér op elkaar lijken dan broer en zuster - of nog minder, in het zeer zeldzaam geval van twee verschillende vaders.

    Tot hiertoe was Sellekes uitleg klaar en duidelijk geweest, met begrip voor mijn gevorderde leeftijd en wellicht minder voor het feit dat dit voor mij, gezien mijn medische studies van weliswaar vijfenzestig jaar geleden, „basiskennis“ diende te zijn. Maar, hoe zat het nu met de anderhalf-eiige tweeling?

    - Men heeft steeds gedacht dat een eicel nooit meer dan één spermacel kan toelaten. En nochtans... In de medische wereldliteratuur zijn twee gevallen beschreven waarbij bevruchting van één eicel door twee spermacellen geleid heeft tot een tweeling, een één-eiige - met één moederkoek dus - doch allesbehalve identiek en ook niet noodzakelijk van hetzelfde geslacht. Twee bewezen gevallen. Omdat een één-eiige tweeling identiek „hoort te zijn“ heeft men de naam „anderhalf-eiige“ tweeling bedacht, een zonder meer slecht gekozen naam, die door specialisten ter zake het liefst vermeden wordt: zij noemen het een „sesquizygotische tweeling“.

    Een mooie naam dus voor iets wat uiterst zeldzaam is: amper twee keer voorgekomen in al die eeuwen dat het mensdom bestaat!? Maar... ís het wel zo zeldzaam? Zijn er niet een aanzienlijk aantal gevallen onopgemerkt gebleven? Selleke vindt het een terechte opmerking van mijnentwege. Ze vindt mij een interessante gesprekspartner. We zullen elkaar nóg ontmoeten...

     

    Zou Selleke beseffen wat een dienst ze mij heeft bewezen? Hoe ze mij in staat heeft gesteld te herstellen van een aantal slapeloze nachten? De zaak zit zo... Over enkele weken geef ik een voordracht - aan de universiteit nog wel! - over een onderwerp dat het midden houdt tussen de geneeskunde en de Griekse mythologie. De zwangerschap van Leda, de koningin van Sparta, zal aan bod komen. Leda was zwanger van de oppergod Zeus, die haar benaderd had in de gedaante van een zwaan - remember „Leda en de Zwaan“ - en tegelijkertijd was ze zwanger van haar echtgenoot, koning Tyndareos. Toen haar tijd gekomen was baarde zij twee eieren. Uit het ene ei kwamen twee - goddelijke - kinderen, van wie Zeus de vader was: ze waren van verschillend geslacht, namelijk Helena - dé Helena van Troje - en Pollux. Uit het andere ei kwamen de twee kinderen van Tyndareos, eveneens van verschillend geslacht, zijnde Klytaimnestra - die de vrouw van Agamemnon zou worden - en Kastor. Twee één-eiige tweelingen dus, waarbij zowel de ene als de andere van verschillend geslacht waren. Daarover zullen mij vragen gesteld worden tijdens het vragen-kwartiertje en ik zag mij niet in staat daar een plausibel antwoord op te geven. Ik zou alleen kunnen antwoorden hebben: „goede vraag“. Het angstzweet brak mij al uit, telkens als ik er aan dacht. Maar nu is dat dus over. Het waren twee sesquizygotische of anderhalf-eiige tweelingen! Ik leef nu onbevreesd toe naar de dag van mijn optreden. Dank je duizend keer, Selleke.

     

    07-11-2022 om 11:26 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het jaar van Herakles
    HET  JAAR  VAN  HERAKLES

    2023: De Druivelaar

    De Vlaamse gezinnen waar geen scheurkalender "De Druivelaar" aan de muur hangt zullen ongetwijfeld dun gezaaid zijn. De Druivelaar 2023 (nu reeds te koop) staat in het teken van Herakles, de grootste held uit de Griekse mythologie. Het blaadje aan het begin van elke maand brengt het verhaal van één van de twaalf werken van Herakles. Elk verhaal is fraai geïllustreerd. Het verhaal is van mijn hand. De illustratie is van Roger Tack, die de vader is van... Chris Tack. Dwars door Grijsloke heeft hier dus een stevige vinger in de pap.

       De Druivelaar 2023: in het teken van Herakles.


       Of is het een Griekse wijsgeer?


    1994: Dwars door Grijsloke

    Voor Grijsloke was 1994 het jaar van Herakles! U dient te weten dat van 1991 tot 1996 (de gouden jaren van Dwars door Grijsloke) onze loopkoers in het teken stond van de Panhelleense Spelen (waarvan de Olympische er één van waren). Telkenjare was er voor alle deelnemers een medaille voorzien met de beeltenis van de Griekse god ter wiens ere de Spelen werden gehouden die dat jaar in de belangstelling stonden. 

       De Heraklesmedaille 1994

    Bij elke medaille hoorde ook een brochure van 16 pagina’s met het mythologisch verhaal dat aan de basis lag van de desbetreffende Spelen. De vijf brochures werden ook opgenomen in het boek „Grijslokes Olympiade“ dat in 1997 werd uitgegeven en dat deze roemrijke periode behandelt, die zijn apotheose kent in 1996 met de deelname aan Dwars door Grijsloke van twee van de belangrijkste Griekse goden in hoogsteigen persoon: Athena en Apollo. Hoe die het er van afgebracht hebben staat in geuren en kleuren verteld in het boek, en er is ook het verhaal van de 32 leden van onze club die in dat „Herakles-jaar“ 1994 naar Griekenland togen om daar de Panhelleens Spelen te doen herleven in de oorspronkelijke stadions, evenals de klassieke drama’s in de antieke theaters.

        Het boek "Grijslokes Olympiade" (112 p., 1997)


    Didier Libbrecht, in de rol van Herakles, richt een dodelijke pijl naar de kentaur Nessos (onzichtbaar op de foto). Het drama speelt zich af een de oevers van de woeste Evvinos-rivier, tijdens de voorbereidende Griekenlandreis in 1993.

    In het Heraklesjaar (1994) was het Daniël Malfait die de rol van de grootste Griekse held op zich nam. We zien hem hier met de kenmerkende attributen: de knots en de leeuwenhuid met op zijn hoofd de kop van de leeuw die zo te zien een vreselijke tic van de knots moet geïncasseerd hebben... 

    03-10-2022 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-08-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daar zijn we weer!

    Zaterdag 27 augustus 2022: Dwars door Grijsloke is uit zijn coronaslaap herrezen. Niet meer het kolossaal aantal deelnemers en niet meer de ronkende namen van dertig jaar geleden, maar een vlekkeloze organisatie en nog steeds „Vlaanderens mooiste“.

    Mijn geluk kan vandaag niet op: een kind van eigen bloed, dat twee jaar in coma heeft gelegen, is terug. Springlevend. Ik loop Jan Deseyn tegen het lijf, een dorpsgenoot. Op één of twee uitzonderingen na heeft hij deelgenomen aan alle edities van Dwars door Grijsloke. Hij heeft honderd marathons gelopen. Of zouden het er honderd-en-één kunnen zijn? Die honderdste marathon bleek achteraf drie kilometer te kort te zijn en ten einde met zichzelf in ´t reine te komen heeft Jan er dan nóg meer één bij gedaan. Jan Deseyn is... tweeëntachtig geworden in juli! Dit is één maand jonger dan ik, en ik loop al minstens tien jaar niet meer. Vandaag neemt hij deel aan de wedstrijd over 6,7 km. Hij eindigt op de 169e plaats, er zijn er nog dertig achter hem. We drinken samen een pint na de wedstrijd. Zijn dochter is in de 12,8 km als eerste dame geëindigd. Goede genen liegen niet...

    Er waren in totaal, de kinderreeksen meegerekend, zes loopwedstrijden. Van elke wedstrijd kwamen de eerste drie van beide geslachten op het ereschavot. Dat maakt zesendertig gelauwerden in totaal. De jongste kleuters stonden al even fier en gelukkig als de oudere atleten te pronken met hun zwaar bevochten trofee


                                                                                                                                

    r

    Wie durft nu nog beweren dat de toekomst van Grijsloke niet verzekerd is?

    Ik herinner mij niet dat in Grijsloke ooit groter meesterschap aan de dag werd gelegd dan door de winnaar van de 6,7km. Zijn voorsprong bedroeg ei zo na twee minuten, 1'58“ om precies te zijn. En óf de jongeman gelukkig was met zijn prestatie! Na de aankomst viel hij neer op de knieën en kustte het asfalt, minutenlang: een ontroerende en hartverwarmende scène. Zou hij beseffen hoe blij hij ons allemaal gemaakt heeft?

    „Voor dié zou ik mijn eten laten staan“ zei mijn beste vriend, toen een jonge dame het podium beklom om gehuldigd te worden als de nummer drie in de 18,9 km. Een weergaloze schoonheid van Afrikaanse origine. Hij bracht onder woorden hetgeen ik net aan het denken was: wij zijn vijftig jaar te vroeg op deze wereld beland...

    En wie er ook is komen opdagen: Lucien Van Lancker! In de glorierijke beginjaren van de loopkoers waren wij beiden het boegbeeld van Dwars door Grijsloke. Hij is nog enkele jaren ouder dan ik. Waar is de tijd, zeg ik, dat wij het voor het zeggen hadden in Grijsloke. Blij dat het niet meer hoeft, zegt hij. Tja, we zijn beiden een beetje uitgeblust, maar dat ons werk voortgezet wordt stemt ons blij te moede. De koers heeft ons in ´t verleden een hoop stress bezorgd, maar ook intens genot, dat nog steeds nazindert. De nacht die volgde op de 4e Dwars door Grijsloke beletten de doorgestane emoties mij de slaap te vatten. Die nacht heb ik een verhaaltje geschreven: „Wondjes likken na Dwars door Grijsloke“. Het is te lezen op www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=321 .

     

     

     


    30-08-2022 om 10:18 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-08-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oude liefde roest niet, zegt men...

    Vijfenzestig jaar geleden! Jef Van Duyvenbode en ik, we zaten samen in dezelfde klas, het zesde middelbaar. Bij ons zat ook Vera Candaele, met voorsprong het mooiste meisje van de klas. Jef en ik waren allebei smoorverliefd op Vera en we schreven gedichtjes voor haar: ik slechts één, Jef ongetwijfeld meerdere. Zij koos voor Jef en later heb ik vernomen dat Jef en Vera een getrouwd koppel geworden zijn. Háár heb ik niet meer teruggezien. Jef een keer of vier, tijdens alumnivergaderingen van de universiteit. Ik heb nooit nagelaten te vragen hoe het met Vera ging en of hij haar mijn groeten wilde overbrengen. Zij woonden in Mannekensvere, een deelgemeente van Middelkerke. Over Vera praatte hij met mij niet graag, dat was duidelijk. Ik had het gevoel dat hij in mij nog steeds een rivaal zag. Ik zocht en vond in de telefoongids het adres van het echtpaar Van Duyvenbode-Candaele en ik heb meermaals een kaartje gestuurd met Nieuwjaar, en niet iedere keer eentje teruggekregen.

    ´t Is nu al een jaar of tien geleden dat ik Jef voor het laatst gezien heb. Uit goed ingelichte bron verneem ik dat hij en zijn vrouw nog steeds op hetzelfde adres wonen en in goede gezondheid zijn. Bij een recente opruimactie heb ik een oud, vergeeld notitieboekje gevonden met geboortedata, ook die van Vera: vorige week is ze drieëntachtig geworden. Ik heb mij verstout haar aan kaartje te sturen met gelukwensen en daarbij een gedichtje....

     

    Vera Canipopoulos

    (vrije bewerking van het gedicht „Vera Janacopoulos“ van Jan Engelman)

     

    Veralief, wat doet gij mij toch aan?

    uw tepelveld is volle maan

    mijn wangen gaan weer blozen

     

    ik gaf u gaarn‘ in d’avondstond

    een zoentje op uw zwoele mond

    met scheerschuim en met rozen

     

    ik zie het met mijn ogen dicht

    van binnen brandt bij u een licht

    ik zit op hete kolen

     

    laat nu maar de gitaren los

    en alle vogels in het bos

    ’k lap alles aan mijn zolen

     

    Ik kreeg geen bedankje voor de verjaardagskaart, wel een reactie van Jef op mijn gedicht, in mijn mailbox: 

    “Hoe ouder de bok hoe geiler... Vera beschouwt uw ontboezeming als ongewenste intimiteit. Ik sta verstomd dat zulke dingen in u opkomen. Waar het hart van vol is loopt de mond van over. Ik weet niet meer hoe ik dit moet benaderen. Overigens moet ik u meedelen dat mijn relatie met Vera op een andere basis steunt, wars van alle heetgeblakerde kalverliefde, veel schoner en waardevoller in een hoger geestelijk welzijn“.

    Hoe de eerste vier zinnen dienen geïnterpreteerd te worden laat ik over aan de aandachtige lezer en... staat het mij vrij te twijfelen of de 83-jarige Vera mijn gedicht heeft gelezen? Het gedicht van Jan Engelman konden we anders wel smaken toen we op de schoolbanken zaten en onze leraar vertelde dat het behoorde tot het kruim van de Nederlandstalige poëzie. Wat de laatste zin betreft: Jef vertoont hier de tekenen van iemand die zijn topniveau bereikt heeft, zegge zijn incompetentieniveau, of kortweg „zijn niveau“ (cf. Laurence J. Peter, „The Peter Principle“, ). Hierbij vervangt de persoon de prestatie door het imago. Zo kan een onbekwame werker voordrachten houden over de waarde en de adel van de arbeid, een onbekwame ruimtevaarder zou science-fiction-verhalen kunnen schrijven, een falende minnaar zou zich kunnen uitlaten in lyrische ontboezemingen betreffende de platonische liefde. 

    Het is geen absolute noodzaak, maar toch... ik zou graag eens weten hoe Vera er nu uitziet. Oude liefde roest niet, placht men te zeggen.

     

    20-08-2022 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-08-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan Johan

    Samen met in ´t bijzonder zijn dierbare echtgenote Rosette, die één van onze trouwste clubleden is, herdenkt Loopclub Grijsloke dit jaar Johan Dhaene ...

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    Dwars door Grijsloke is terug, na een onderbreking van twee jaar (corona!): op 27 augustus, de 40e Dwars door Grijsloke. Exact vijf jaar geleden, op 27 augustus 2017, overleed één van de voortreffelijkste leden van de Loopclub: Johan Dhaene. In het sept/okt nummer van dat jaar (nr 5, jg 36) heb ik toen een „in memoriam“ geschreven voor mijn goede vriend onder de titel „Vaarwel Daantje“. Het staat nog steeds te lezen op mijn blog: www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3016377.

    Op haar facebookpagina brengt zus Trees een ode aan haar geliefde broer, naar wie haar gedachten nog iedere dag uitgaan (cf., www.bloggen.be/pierpont/archief/php?ID=3297465). Mijn broer mag niet vergeten worden, zegt Trees. Het was zijn grote vrees: vergeten worden...

    Zijn foto prijkt op pag. 1 van mijn boek „Vlaanderens mooiste“, de geschiedenis van Dwars door Grijsloke vanaf het prilste begin tot het jaar 2016 (cf. www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3296028)





    En ik heb nog een idee, Trees, dat er moet toe bijdragen om Johan nooit te vergeten: in de loopclub heb ik het weliswaar al meer dan twintig jaar niet meer voor het zeggen, maar ik kan wel nog een voorstel doen...

    17-08-2022 om 13:56 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan aan mijn broer
    Vanwege Trees Dhaene



    17-08-2022 om 13:52 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !

    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)



    Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.

    Foto

    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 06/12-12/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 29/11-05/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs