We overnachten terug in Iquique. Van hieruit is het 300 km naar Arica, waar we onze rondreis begonnen. De weg gaat langs diepe kloven en het is voortdurend stijgen en dalen. In een van die kloven "Quebrado de Suco" zijn vele geogliefen te zien. Het is 17 km er naartoe via een onverharde weg. Zeg maar slechte weg, die hoe langer hoe slechter wordt. We rijden langs een afgrond, de berghellingen bestaan uit los zand en de weg is vol putten en smal. We moeten oppassen niet te dicht langs de kant te rijden, want daar zouden we in het losse zand wegschuiven.
Uiteindelijk is de weg niet meer te doen, te gevaarlijk! Het probleem is dat we niet kunnen omkeren omdat de weg te smal is. Albert rijdt terug achteruit, ik loop voor de wagen uit, uitkijkend voor stukken losse zand. Tot Albert zegt, ik ga hier proberen te draaien. We hebben ongeveer 1 meter om te manoeuvreren. Beetje bij beetje komt de wagen dwars over de weg, met de neus naar de afgrond en het losse zand.
|