Dan komen we aan de rivier. Er is een doorgang van 3 meter breed, 50 cm diep en 10 meter lang. De doorgang is heel slijkerig. We kunnen niet in het water zien hoe diep het is maar we peilen het met een wandelstok. We zien moddersporen van auto's die hier zijn vastgereden. Er liggen nummerplaten, houten planken en zelfs een hemd in de modder; allemaal voorwerpen die gebruikt zijn om er uit te geraken. Albert zegt hier rijden we zeker vast. Als we midden in het water blijven steken kunnen we zelfs de deur van de auto niet openen want dan loopt het slijkerige water zo binnen. Op hulp moeten we niet rekenen, er is 10-tallen km in de omtrek geen dorp te zien en een auto zijn we op heel de weg nog niet tegengekomen.
Wat nu ... ?
|