De gele weg richting het zuiden begon stilaan wat meer heuveltjes te bevatten. Op de kaart hadden we dit al wel zien aankomen, maar je blijft hopen dat ze ernaast zit. Ze zat er mooi op. Voor Jagodina hadden we een vijftal klimkilometers tegen 8%, met daarna een afdaling tot in de stad, die we dan maar ineens doorbolden ook. Paracin was ons eigenlijke einddoel van die dag, maar door de vooruitgang van gisteren hebben we daar uiteindelijk rond 13u al kunnen lunchen. Daar werden we aangesproken door een jonge zwitserse met de woorden: Where the hell are you from? Alsof je echt wel goed gek moet zijn om hier wat te komen rondfietsen. Een babbel verder reden we door naar Deligrad, waar we de laatste 2 frisdranken uit winkeltje dronken: een coca en een benni cola, die we halfweg dan maar uitwisselden om smaken te vergelijken. Coca won. Een duitssprekende oudere dam gaf ons nog bijzonder verse druiven mee, en zo fietsten we de laatste kilometer naar Rutevac, waar we langs de weg een erf met daarop een kerk en twee huizen zagen. Na even aandringen bij de bewoners (wij zijn zindelijk, erg stil, en hebben ons eigen eten bij!!!) mochten we onze tent tussen de pruimenbomen posteren. Uiteindelijk kregen we ook van hen weer fruit en toegang tot drinkwater, wat erg welkom was.
Vandaag was de dag van grote mijlpalen in de tocht . We overschreden niet alleen de 1000km, maar ook onze grote vriend de Donau, die we al die tijd gevolgd hebben, moeten we links van ons laten liggen om meer richting het zuiden te kunnen trekken. De weg uit Belgrado was zoals de meeste wegen uit grote steden, onaantrekkelijk, omhoog, druk en door arme wijken... Vlak voor Smederevo besloot mijn achterband om plat te gaan en een kwartiertje en vuile handen later zaten we voor de laatste maal aan de Donau bokes te eten, vlakbij het fort. Van hieruit: pal naar het zuiden! Onderweg maakten we kennis met enorm veel roadkill (honden, katten, vogels, slangen, ...) en met een speciale bouwstijl. De benedenverdieping van de meeste huizen was af en bewoond, net als de meestal piekfijne tuin, maar daar bovenop stond vaak een etage in ruwbouw. Geen ramen of deuren, alsof ze rekening houden met grote overstromingen of abrupte gezinsuitbreiding. Ons doel was te overnachten in een klooster niet te ver van Velika Plana, maar navraag in de buurt maakte duidelijk dat daar niet geslapen kon worden. Een beetje verder, in de buurt van Markovac vonden we wel een mooi plaatsje langs een rivier en een spoorweg, veel treinen hebben we die nacht niet gehoord.
Die ochtend moesten we onze fietsplannen richting Nis even uitstellen omdat Sam zijn knie niet deed wat een knie zou moeten doen: plooien zonder pijn. Maar niet getreurd, dit zorgde voor een grondig nazicht van de fietsen en ons kookstel. Sam kwam er zo bv achter dat zijn voorwiel niet echt stevig in zijn vork zat, mooi! `s Avonds kon sam dan terug deftig wandelen en zijn we inkopen gaan doen om te koken voor onze gastheer/dames: Alex, Maya en Dragana. Afsluitend gaf sam een jongleerles en kropen we onze nest in, uitkijkend naar dee regen die die nacht zou moeten vallen, de eerste regen in twee weken tijd....
Ook minder goed nieuws: Ward heeft een job, en een job verwacht dingen, dus moet Ward jammer genoeg naar huis terug. Rond drie uur hebben we hem ˝tot ziens" gezegd op de luchthaven van Belgrado, want het plan is nog steeds dat hij rond november terugkomt naar waar ik dan ook zijn mag (Jordanië?).
Hierna was het tijd voor een was en een plas en ging Alex (een huisgenoot) ons met de fiets rondleiden in de stad. Een minpuntje: Alex is een triathleet en is dus niet vies van wat kilometers, en wij wel op een rustdag. Het resultaat was een mooie lange tocht langs stukken van Belgrado die we anders nooit waren tegengekomen. Ten oosten van de stad bevind zich een gigantische groene vlakte met gratis ruimte voor zo goed als alle (water)sporten, ontspanning, restaurantjes,enzovoort...echt knap om zien. Nadien inviteerden we alle roomies op een lekkere fles Yelen Pivo (goei bier! zeker na drie weken heineken) en tikte ik deze laatste woorden in.
Wat de toekomst brengt weten we niet, maar onze beperkte ervaring zegt: over drie dagen Ni, over zes dagen Sofia, over 20 dagen Istanbul? No rush, der Weg ist das Ziel zeiden ze ons vandaag nog... en zo is het ook!
Van grote stad naar grote stad: een zeldzaamheid op onze route. Een Poolse tegenligster kon ons vertellen dat onze weg "apart from two hills very flat" was. Nu viel die eerst hill toch mooi tegen. Ondanks de hellingen die we al gedaan hadden, was een helling van 6-8% gedurende 4 km toch iets wat we nog niet gedaan hadden. Gelukkig kwam na dit halfuur stampen een afdaling die zo geleidelijk ging dat je een tiental minuten de pedalen niet hoefde rond te laten gaan, nice! Ook de windgoden waren ons goedgezind, heel de weg richting Belgrado blies hij netjes in de rug, waardoor we veel te vroeg op onze bestemming aankwamen. Zelfs een zwemmetje in de Donau (samen met een stel koeien, maar dat stoorde hen niet) bij Suduk kon dit niet verhelpen.
In Belgrado aangekomen droegen we onze fietsen naar de 2e verdieping van een app-gebouw van een vriendin (Maya) van een vriendin van Sam, en trokken we de met de bus de stad in. Daar deden we een salsacafeetje en enkele kilometers sightseeing. Aangezien een bus terug onvindbaar was waren we verplicht een taxi terug te nemen. Sjieke stad, Belgrado, zeker het fort!
Een mooie ochtend in de schaduw, enig! Sam verjaart: ballonnen aan de fiets, een exclusief lokaal ontbijtje met drinkyoghurt, muntjes, koffiekoeken, appelsiensap,... Na dit plezant intermezzo snel terug over naar de orde van de dag: Fietsen! Een dagje Donau volgen bracht ons bij de stad Loki, waar we -speciaal voor sams verjaardag, maakt dat mee!!!- een terraske hebben gedaan, en ook onze volgende grens overstaken, van Kroatië naar Servië! Vukovar vertoonde nog tekenen van de oorlog die zich hier twintig jaar geleden heeft afgespeeld... We reden vele afdalingen en hellingen door, aangezien de geschiedenis had bepaald dat elk dorp zich in een put moest bevinden, en een weg rond die put heiligschennis moet zijn geweest. Deze putten door kwamen we op een 20 km van Novi Sad, waar ik besloot dat een langzamer tempo me beter zou liggen (mijn kniën begonnen wat lastig te doen), en ik niet graag heb dat mensen op me wachten. Conclusie: Sam en Ward reden alvast vooruit naar de grote stad waar we een slaapplaats hadden gereserveerd, en ik maalde een beetje trager dezelfde weg af om een twintig minuten later deze mooie stad binnen te rijden. Slaapplaats bij Anna was prima, alsook de douche mocht er wezen! Anna had een cafeetje iets verderop (Bike Kitchen) waar iedereen, en dus ook fietsers, welkom zijn voor een optredentje, een pintje, of een herstelling aan zijn fiets. Een leuke avond en weer een lokaal drankje (Rakija?) rijker konden we tegen 2u ons bedje gaan beslapen.
Aan de plaatsnamen te zien verwijderen we ons stilaan van de Westerse beschaving, wat communicatie met de lokale bevolking er niet gemakkelijker op maakt. Veel gebaren, glimlachen, tekeningetjes en een mix van alle talen die we kennen maken het ons mogelijk om alles te vinden wat we nodig hebben: zwemplaatsjes, nectarines, slaapplaatsen, verharde wegen...
We werden gewekt door een vroege Ward die er weer erg veel zin in had, rond half zeven hoorden we hem al druk in de weer met vanalles en nog wat. Hoeveel lawaai kan een mens maken met plastic zakjes ? Gelukkig kreeg hij hulp van een werfleider die ons kwam melden dat onze slaapplaats binnen het halfuur een stofwolk zou worden, dus hadden we weinig andere keus dan op te krassen. Tien minuten later kwam inderdaad de eerste graafmachine al naast onze tent staan. Wijle weg natuurlijk. Vijftig meter verder kreeg ward een platte band en hadden sam en ik rustig de tijd om te ontbijten, soms kunnen pannes ook mooi uitkomen dus .
Een stuk van 36 km onverharde weg veroorzaakte redelijk wat vertraging, doordat een omweg die op de kaart goed te volgen leek, in werkelijkheid doodliep op een riviertje. Nadat we al onze pistes hadden bekeken (zie foto) besloten we nog enkele kilometers onverhard voort te bollen om later een omweg te nemen. De dag voerde ons naar Osijek, een mooie stad aan de Donau, waar we een zwemmeke konden doen, en wat inkopen konden doen, zoals het speciale verrassingsontbijt voor sam de volgende ochtend.
Na Osijek reden we nog 15 km naar een afgemaaid veldje, waar we de muggen voor waren om ons tentje op te zetten.
Dag 7: Budapest -(trein)- Szekszard -(Fiets)- Mohacs 105km
We begonnen vandaag met een treinritje van Budapest naar Szekszard, om wat tijd in te halen, en sprongen daar om 12u bij 35 graden op het zadel. De Donauroute liep over een dijk van verharde en onverharde stukken die eindeloos leek te kronkelen doorheen bossen van hoge bomen. Ward zijn ligfiets is niet erg aangepast voor de onverharde stukken en na een tijd besloten we op te splitsen. Ward deed een omwegje van 10km terwijl sam en ik vrolijk doorploeterden over de onverharde weg richting Mohacs. Daar aangekomen namen we de ferry naar de overkant van de rivier, samen met een hoop locals en enkele paarden.Nu was het tijd om een slaapplaats te vinden. De gps liegt nooit en een padje zou ons naar de oever van de donau brengen waar we rustig konden beginnen koken. De gps loog: het pad werd steeds meer onbegaanbaar en bleef koppig evenwijdig met de rivier, met tussen ons in niets dan dichtbegroeid bos. Tot overmaat van ramp werd het we gretig begroet door hordes muggen die zich niets aangetrokken van de ettelijke dode broertjes die we al hadden platgeslagen op onze armen, benen, hoofd... Er zat niets anders op dan dit hellepad helemaal terug af te leggen, ieder voor zich. Na een kwartiertje stonden we met drie puffend buiten het bos en reden dan maar 5 km verder naar een open veldje. Het kon ons echt niet schelen of we daar gingen verjaagd worden of niet, daar waren we te moe voor.
Vandaag leidde Marcell ons de hele dag rond door Budapest. Gewapend als echte toeristen met fototoestel en kaartje trokken we met de metro en te voet de stad door. Het prachtige parlement, de opera, de citadel en het stadsslot passeerden de revue. Ergens in een achterbuurt vonden we een soort zomerbar om enkele cafe frappes te smaken.`s Avonds tijdens de pintjes en pizza merkten we echter dat de komende dagen erg (ERG) zwaar gingen worden (150km/dag) om op tijd in Belgrado te zijn zodat ward zijn vlucht terug kon halen. Een noodplan werd met de hulp van marcell uitgewerkt en we kwamen uit bij een half dagje sporen ipv fietsen...Met die stress achter de kiezen: slapen!