Van harte welkom op de webstek van VOS Oost-Vlaanderen met meer informatie over de Oost-Vlaamse VOS activiteiten en werking. Neem regelmatig eens een kijkje.
Solidariteit met zwakkeren en minderbedeelden in de samenleving is een belangrijke menselijke waarde. Maatschappelijke solidariteit is echter geen absoluut begrip: ze heeft bepaalde kenmerken en is aan randvoorwaarden verbonden. Wanneer de Vlamingen een gebrek aan solidariteit verweten wordt door te pleiten voor een eigen Sociale Zekerheid (SZ), moet onderzocht worden of die beschuldiging terecht is: ze moet getoetst worden aan die kenmerken en randvoorwaarden.
Kenmerken van en randvoorwaarden voor solidariteit
Sociale solidariteit verloopt in concentrische kringen
Solidariteit berust op vrijwilligheid en op democratische inspraak
Solidariteit veronderstelt doorzichtigheid
Solidariteit veronderstelt verantwoordelijkheid van beide partijen: gever en ontvanger
Solidariteit is verbonden met omkeerbaarheid
Solidariteit veronderstelt respect en wederkerigheid van de ontvanger
Toepassing op de Vlaams-Waalse financiële solidariteit
1.Concentrische kringen
Sociale solidariteit verloopt in concentrische kringen met als middelste kring het gezin en daar rond in ons geval de Vlaamse volksgemeenschap, de federale staat, de Europese Unie en de wereld. Dat is een gewone vaststelling.
De financiële solidariteit van Vlaanderen met Wallonië en Brussel verloopt actueel via de SZ, de financiële verrichtingen van de federale overheid en via de financiering van gemeenschappen en gewesten door de federale overheid: samen goed voor 4,2% van het Vlaamse primaire inkomen in 2003 volgens de ABAFIM-studie (1).
Wanneer de geldtransfers, die voortvloeien uit de afbetaling van de interestlasten op de staatsschuld, daaraan worden toegevoegd, komt men tot een transfer van 6,6% van het Vlaamse primaire inkomen of bruto regionaal product (BRP) (2).
Het geldtransfer van België naar de Europese Unie bedraagt minder dan 0,5% van het bruto nationaal inkomen (BNI) (3).
En in 2007 besteedde België 0,43% van zijn bruto nationaal product (BNP) aan ontwikkelingssamenwerking (4).
Er is dus kwantitatief een duidelijk verschil tussen de financiële solidariteit van Vlaanderen met Wallonië en Brussel en die van Vlaanderen met de EU en de wereld.
Waarom zou Vlaanderen dan geen interne solidariteit mogen organiseren die groter is dan die met Wallonië en Brussel?
Om het met een boutade te zeggen: wie beweert financieel even solidair te zijn met de derde wereld als met zijn gezin, leeft in utopia.
2.Vrijwilligheid en democratische inspraak
De vorming van de Vlaamse deelstaat is pas begonnen in 1970 en die Vlaamse staatsvorming is ver van voltooid: bij gebrek aan bevoegdheden heeft Vlaanderen nu nauwelijks vat op de solidariteit binnen de eigen volksgemeenschap. De huidige SZ is een erfenis, gekregen van de Belgische staat en is geen beslissing van de Vlaamse regering.
In de toekomst zal de interpersoonlijke solidariteit bijgevolg meer en meer ingericht worden binnen de gemeenschappen door overheveling van de daartoe noodzakelijke hefbomen: een volwaardige fiscale autonomie en een eigen beheer van de SZ. Die inrichting zal gebeuren op basis van democratische besluitvorming in de parlementen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap.
De financiële solidariteit tussen de gemeenschappen zal dan op een onderhandelde basis worden ingericht: dan pas zullen de randvoorwaarden van vrijwilligheid en democratische inspraak gegarandeerd zijn. Ludo Abicht verwoordde die voorwaarde als Geen solidariteit zonder soevereiniteit (5).
3 Doorzichtigheid
De geldtransfers na de laatste wereldoorlog uit Vlaanderen naar Wallonië en Brussel werden voor het eerst in kaart gebracht door de KU Leuven tussen 1980 en 90 (6), en later door de KBC (7) en de diensten van de Vlaamse Administratie ABAFIM (1, 8).
Die geldtransfers werden en worden namelijk niet openbaar gemaakt door de federale overheid.
De voorwaarde van doorzichtigheid en openbaarheid van bestuur is dus allerminst vervuld.
4.Verantwoordelijkheid
Solidariteit moet rekening houden met de verantwoordelijkheid van de gever.
Om een idee te krijgen over de omvang van de Vlaamse solidariteit binnen België (tot 6,6% van het Vlaamse BRP per jaar) kan de vergelijking gemaakt worden met de financiële solidariteit van West-Duitsland, dat jaarlijks 4% van zijn BBP (bruto binnenlands product) transfereert naar Oost-Duitsland (9, 10).
De Vlaamse economische vooruitzichten zijn in vergelijking met de gemiddelde welvaart in de EU niet rooskleurig, Vlaanderen moet bovendien rekening houden met de kosten van de vergrijzing die vroeger begint dan in Wallonië en tenslotte heeft Vlaanderen ook zijn armen, zijn vierde wereld. Vlaanderen moet dus voorzichtig omgaan met zijn middelen en mag de volgende generaties niet opzadelen met schulden.
Doch ook de ontvanger moet verantwoordelijkheidszin vertonen en daar wringt het schoentje: de geldtransfers uit Vlaanderen worden in Wallonië hoofdzakelijk gebruikt voor consumptie en te weinig voor investeringen in nieuwe werkgelegenheid. Ze verzachten de pijn, doch halen Wallonië niet uit de diepe put van de werkloosheid. Bovendien heeft Wallonië ook zijn rijken en mogen de Waalse politici best eens nadenken hoe zij de solidariteit binnen Wallonië beter kunnen organiseren.
Het Waalse volk is niet slechter of beter dan het Vlaamse. Teleurstellend evenwel is de geringe ambitie van de Waalse politici om hun volk uit de put te trekken.
5.Omkeerbaarheid
Een dikwijls geformuleerde tegenwerping tegen de toewijzing van de SZ aan beide deelstaten is de stelling dat vroeger, toen Wallonië welvarender was, de geldstroom van Wallonië naar Vlaanderen verliep.
De uitgebreide SZ, zoals we die nu kennen, dateert pas van na de laatste wereldoorlog. Welnu, Prof. Paul Van Rompuy en zijn Leuvense collegas evenals anderen bestudeerden de periode vanaf 1975 en toonden continu transfers van Vlaanderen naar Wallonië aan (6).
En de periode tussen 1955 en 1975, in haar geheel bekeken en bestudeerd door licentiaat Economie Gerd Dottermans (KU Leuven), brengt ook alleen transfers aan het licht van Vlaanderen (en Brussel) naar Wallonië (11).
Vóór de laatste wereldoorlog kan men wel spreken over tewerkstelling van Vlamingen in Waalse industriebekkens, doch dat is iets anders dan transfers in de SZ. Bovendien hebben die Vlamingen, die omwille van het werk naar Wallonië verhuisden, ook bijgedragen tot de Waalse welstand en zij hebben zich op een loyale wijze in het nieuwe milieu geïntegreerd: de familienaam van menig Waals politicus liegt er niet om.
Uit een studie van Prof. Juul Hannes (VUB en RUG) blijkt overigens enerzijds dat Vlaanderen in de periode 1830 1914 zelfbedruipend was: het % afgedragen belastingen stemde in die periode namelijk overeen met het bevolkingspercentage. Anderzijds werd Vlaanderen in die periode door het Belgisch investeringsbeleid niet verwend: het % van de openbare investeringen (wegen, spoorwegen, waterwegen) in Vlaanderen was beduidend kleiner dan het bevolkingspercentage. In die periode van het economisch arme Vlaanderen was er dus geen geldstroom van Wallonië naar Vlaanderen (12).
Een andere populaire stelling luidt dat de Vlaams-Waalse geldstroom weldra zal omkeren, zoals beweerd wordt door meerdere vakbondsleiders. Zij steunen zich hiervoor op de snellere vergrijzing van de Vlaamse bevolking.
De simulatieberekeningen van ABAFIM tot 2030 wijzen er echter op dat de geldstromen niet zullen omkeren van Wallonië naar Vlaanderen, zelfs niet wanneer Wallonië Vlaanderen zou inhalen inzake werkgelegenheidsgraad (1).
De randvoorwaarde van de omkeerbaarheid is dus in de feiten niet vervuld.
6.Respect en wederkerigheid
Financiële solidariteit veronderstelt steeds respect en loyaliteit van de ontvanger. Vlaanderen verwacht van de Franstaligen respect voor het territorialiteitsbeginsel, voor de toepassing van de taalwetten te Brussel en voor het Vlaamse recht op zelfbestuur.
Doch aan die kant blijft Franstalig België potdoof.
Elk ander volk dan het Vlaamse zou in die omstandigheden de geldstroom onmiddellijk stoppen: men spuwt niet in de hand van de gever.
De actie Red de solidariteit
Einde september ll. werd door de christelijke en socialistische vakbonden een petitieactie gestart, ondersteund door Belgische vlaggen aan huisgevels, als reactie tegen de splitsingsvoorstellen die bij de federale regeringsonderhandelingen op tafel lagen.
Dit offensief werd gelanceerd onder de sluwe misleidende slogan Red de solidariteit en We willen solidariteit en geen splitsing (13).
Over die splitsingsvoorstellen schrijft Luc Van der Kelen, lid van de Raad van bestuur van B-Plus: De Vlaamse onderhandelaars hadden, niet zonder gevaar voor de eigen geloofwaardigheid, rekening houdend met de Franstalige gevoeligheden een heel gemodereerde lijst samengesteld, waarin de quasi totaliteit van de sociale zekerheid werd ontzien de interpersoonlijke solidariteit zou onaangetast blijven. (14).
Red de solidariteit heeft dus een andere agenda dan het handhaven van de solidariteit: de vakbonden willen niet het risico lopen hun politieke en financiële macht te zien afkalven.
Deze actie is een regelrechte manipulatie van een goedgelovige publieke opinie. Jammer voor organisaties die kunnen terugblikken op een verdienstelijk sociaal verleden.
Besluit
Niemand kan Vlaanderen het recht ontzeggen om een eigen SZ in te richten met volledige bevoegdheden inzake normering, uitvoering en financiering: dat is het recht van elke volwassen natie.
Daarvoor pleiten ook een aantal zakelijke argumenten: het leggen van eigen klemtonen, het voeren van een efficiënt beleid met coherente bevoegdheidspakketten en responsabilisering tot een spaarzaam beleid; die argumenten gelden ook voor Wallonië.
De hoge graad van de huidige financiële solidariteit van Vlaanderen met de Franse Gemeenschap beantwoordt niet aan de randvoorwaarden van soevereiniteit, doorzichtigheid, verantwoordelijkheid, omkeerbaarheid, respect en wederkerigheid.
Niettemin pleit ik er voor dat Vlaanderen, na de overheveling van fiscaliteit en volledige volwaardige SZ naar beide deelstaten, bereid zou zijn tot een onderhandelde financiële solidariteit met Wallonië. Ludo Abicht koppelde aan zijn reeds vermelde solidariteitsvoorwaarde:Geen soevereiniteit zonder generositeit (5).
Die solidariteit kan de vorm aannemen van een financieel hulpplan met resultaatsverbintenis inzake de Waalse werkgelegenheidsgraad en afnemend in de tijd. Daartegenover staat dan ook de voorwaarde van federale loyaliteit, die moet blijken uit de toepassing van de taalwetgeving in Brussel, uit het stoppen van het Franstalig taalimperialisme met pogingen tot gebiedsuitbreiding van Brussel en op de taalgrens en uit het afzien van verdere pogingen om Vlaams zelfbestuur te boycotten.
Zelfs in het scenario van een splitsing van België zal Vlaanderen de bespreking van een solidair financieel overgangsplan niet weigeren.
Mogen we dromen van een nieuwe generatie Waalse politici, die samen met Vlaamse politici, de motor worden van Waals en Vlaams zelfbestuur? De haan en de leeuw, niet als tegenstanders doch als medestanders
Bibliografie
1. Samenvatting van de ABAFIM-studie in Waar Maas en centen vloeien , 2005, p. 7- 10,Uitgave van het Aktiekomitee voor een Vlaamse Sociale Zekerheid; www.akvsz.org
2. Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa: Denkgroep In de Warande, 2005, p. 155,164
3. Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa: Denkgroep In de Warande, 2005, p. 164
4. A. De Greef: België geeft een pak minder aan het Zuiden, De Standaard, 05.04.08
5. Ludo Abicht: Geen solidariteit zonder soevereiniteit, in Naar een Vlaamse Sociale Zekerheid en fiscaliteit, juli 1998, p. 10- 13, Uitgave van het Aktiekomitee voor een Vlaamse Sociale Zekerheid
6. Rapport van de Club van Leuven: Vlaanderen op een kruispunt, Lannoo 1990, p. 140- 151
7. Johan Van Gompel en Bart Van Craeynest: Financiële transfers tussen de Belgische gewesten herbekeken, KBC Asset Management, mei 2003
8. J. Van Gompel en B. Van Craeynest: Financiële transfers tussen de Belgische gewesten: actualisering, 2004, Studie in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (ABAFIM)
9. J. Ragnitz: Wie hoch sind die Transferleitungen für den neuen Länder?, IWH-Pressemitteilung, Halle, 21/2003
10. The Economist: Germanys depressed East, 26.05.07
11. Gerd Dottermans: Financiële stromen tussen de gewesten in België 1955 - 1975, licentiaatsthesis Toegepaste Economische Wetenschappen KU Leuven, 1997
12. Juul Hannes: De mythe van de omgekeerde transfers Fiscale prestaties van Vlaanderen, Wallonië en Brabant 1832 -1912, Roularta Books 2007
14. Luc Van der Kelen: Het Laatste Nieuws, 17.08.07
Eric Ponette 14 april 2008
Deze tekst werd inhoudelijk onderschreven door het Dagelijks Bestuur van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) op 21 april 2008.
27-04-2008
Meer solidariteit door gelijkwaardigheid.
Op 22 februari 2008 publiceerde de Gravensteengroep haar eerste manifest. Daarin sprak zij haar gehechtheid aan het principe van de solidariteit uit. De samenhang van solidariteit en wederzijds respect vormt de basiswaarde van een rechtvaardige maatschappij. Institutionele hervormingen moeten de realisatie van dergelijke waarden dichterbij brengen.
In een tijd van toenemend individualisme is solidariteit de beste garantie om de kloof tussen arm en rijk, tussen individu en gemeenschap, tussen staten en regio's te overbruggen. Eensgezindheid over dit nobele ideaal lijkt vanzelfsprekend. Maar een nauwkeurige analyse van het principe en de toepassing ervan toont aan dat de verwezenlijking van een authentieke solidariteit in onze samenleving steeds moeilijker wordt. Uitgerekend ter verdediging van de solidariteit wil de Gravensteengroep het vaak foutieve en lege gebruik van het begrip aan de orde stellen, meer bepaald door wie voorbijgaat aan fundamenteel democratische principes.
In de loop van de geschiedenis krijgt het begrip solidariteit verschillende betekenissen, wat een slordig en manipulatief gebruik in de hand werkt. Aan het einde van de achttiende eeuw betekent solidariteit de wederzijdse morele verplichting van personen voor en tegenover elkaar. Tijdens de Franse Revolutie is ze synoniem voor 'broederlijkheid'. Naast de principes van 'vrijheid' en 'gelijkheid' wordt de broederlijkheid de derde grote waarde van de Verlichting en de moderniteit. Vanaf het midden van de negentiende eeuw geraakt de term ingeburgerd in de sociale emancipatiestrijd, wanneer arbeiders staken uit solidariteit met hun lotgenoten elders. Het socialisme van de drie opeenvolgende "Internationales" beschouwt die grensoverschrijdende solidariteit als één van de vaste pijlers van de maatschappelijke ontvoogding. Toch schiet deze solidariteit van bij de aanvang schromelijk tekort jegens de 'verworpenen der aarde' in de Europese kolonies. Uiteindelijk worden in Europa, na de beide wereldoorlogen, systemen van Sociale Zekerheid opgebouwd, die echter uitsluitend op nationale basis functioneren. Deze laatste, reële beperking van de solidariteit tot de eigen natie, vormt onmiskenbaar een minpunt ten opzichte van het 19de-eeuwse principe. Zo overstijgt de solidariteit weliswaar de fabrieksmuren, maar blijft ze tegelijk structureel binnen de landsgrenzen gevat. Buiten die grenzen geldt slechts de aloude "liefdadigheid".
In een context van geleidelijke verbrokkeling van de verzorgingsstaat wordt aan de term solidariteit steeds vaker een wisselende inhoud toegekend. Paus Johannes Paulus II maakt in 1987 van de solidariteit opnieuw een christelijke deugd, nl. die van wederzijdse morele verantwoordelijkheid. Zowel het 'Verdrag van Maastricht' (1992) als 'Een Grondwet voor Europa' (2004) verheffen de solidariteit tot basisprincipe. Maar de teksten blijven uiterst vaag over de vraag hoe die verplichting tussen overheid en burgers moet worden geregeld. Regeringsleiders hebben in naam van de solidariteit tijdens de voorbije jaren ongehinderd maatregelen genomen - bijv. inzake fiscaliteit - die allesbehalve ten goede komen aan wie echt solidariteit behoeft. Het begrip is inmiddels zozeer moreel beladen, dat elke kritische analyse ervan onmogelijk wordt en de politieke discussie erover verstomt.
Solidariteit moet de relatie tussen individu en maatschappij regelen. Zij vormt een reactie tegen het vooropstellen van het eigen belang en betekent een bewuste keuze voor de verbondenheid met anderen. Het solidariteitsprincipe stoelt op de idee van gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid. Het veronderstelt wederkerigheid en vrijwilligheid. Wie zich solidair verklaart, aanvaardt een gedeelde verantwoordelijkheid, vanuit het diepe morele besef dat het normaal is dat wij de medemens hulp bieden, wanneer wij daartoe in staat zijn. In een solidaire samenleving wordt louter liefdadigheid vervangen door een sociale structuur, die niet zomaar het leed verzacht, maar ook en vooral de economische en politieke ongelijkheden aanpakt, die van dat leed de oorzaak vormen.
Vanuit die beschouwingen wordt duidelijk hoe principieel de Gravensteengroep is in haar verdediging van de solidariteit. Maar dit principe wordt in de huidige Belgische context misbruikt. Wie in dit land durft te pleiten voor het verder ontwikkelen van de regionale solidariteit, die vandaag één van de wezenlijke voorwaarden vormt voor het behoud van de solidariteit in België, wordt bij voorbaat verdacht gemaakt. Wie daarentegen in naam van de solidariteit de historisch vergroeide en beperkende structuren verdedigt, werpt zich graag op als de verdediger van de sociale democratie. Is het dan niet aangewezen dat Vlaanderen solidair is met Wallonië, met Brussel? Jazeker. Dit is trouwens ook een sociologisch en economisch feit. Maar leven in gelijkwaardigheid en verbondenheid veronderstelt meer dan sociaal-economische solidariteit alleen. Een gelijkwaardige en solidaire samenleving is immers niet realiseerbaar zonder politieke transparantie en zonder politieke solidariteit. Wie sociale solidariteit verwacht, maar tegelijk de politieke solidariteit hypothekeert, ondermijnt zelf, als eerste, het principe van de solidariteit. Dit ontwricht de democratie.
In dit land zijn institutionele hervormingen hoogdringend. Het naast elkaar bestaan van deelstaten, als gelijkwaardige partners, biedt mogelijke garanties voor een reële én realiseerbare solidariteit, voor een op maat gemaakte invulling van regionale behoeften en individuele noden, en voor het aanpassen van onze sociale zekerheid aan nieuwe internationale uitdagingen. De overdracht van sociale, fiscale en economische kernbevoegdheden zal de inwoners van dit land in staat stellen om beter, op een democratische en gelijkwaardige manier, samen te werken.
Tijdens de crisis van de afgelopen maanden werd ons ten onrechte voorgehouden dat 'meer Vlaanderen' tegelijk 'minder Wallonië' betekent. Die voorstelling van zaken zal de spanningen slechts doen toenemen, tot het wellicht te laat zal zijn voor een redelijke en op wederzijds respect gebaseerde oplossing. De oplossing van communautaire problemen moet politici aanzetten tot transparantie omtrent hun solidaire intenties, en dit zowel op het vlak van de politieke, de sociale als de regionale solidariteit.
03-04-2008
Gravensteendebat.
Graag vestigen wij uw aandacht op onderstaande interessante activiteit.
Links flamingantisme, een contradictio in terminis?
Voor- en tegenstanders van het Gravensteenmanifest aan het woord. Linksen en flaminganten, het lijkt geen goeie combinatie te zijn. Terwijl de laatsten maar blijven hameren op het belang van een staatshervorming, zeggen de eersten dat er belangrijker problemen zijn, zoals de vergrijzing, de opwarming van het klimaat en de om zich heen grijpende privatisering en neoliberalisering. In het verleden is de combinatie van socialisme en nationalisme vaak ook al gevaarlijk gebleken. Solidariteit voor het eigen volk, gecombineerd met een drang naar dominantie over andere volkeren, het kan niet goed aflopen. Of toch?
Zou het niet kunnen dat een 21ste eeuws socialisme en een 21ste eeuws nationalisme door de gewijzigde omstandigheden elkaar als bondgenoot kunnen vinden? De rol die staten bijvoorbeeld kunnen spelen in de strijd tegen het wereldwijd oprukkende neo-liberalisme, dat door het oplossen van steeds meer nationale grenzen, zijn kapitaal supersnel uit een regio kan wegtrekken? Of de rol die nationale gemeenschappen kunnen spelen in het tegengaan van het groeiend individualisme en de eenzaamheid, die verantwoordelijk zijn voor 7 zelfmoorden per dag (!) in Vlaanderen? Of de emancipatie van ex-koloniale volkeren die nu misschien politiek onafhankelijk zijn, maar zeker nog niet economisch? Als zij als gemeenschap opkomen voor de onafhankelijkheid van hun eigen staat, zijn zij dan nationalisten?
Het klassieke beeld van de verzuurde, onverdraagzame, onsolidaire, vlaggenzwaaiende nationalist is dus te eenzijdig. Dat vonden ook de auteurs van het Gravensteenmanifest (22 feb). Daarover organiseren wij op 15 april, in auditorium E van de Blandijn een academisch debat, met twee ondertekenaars van het manifest en een vurige tegenstander ervan.
prof. Eric Defoort (KUB, voorzitter VVB) prof. Peter De Graeve (UA) prof. Eric Corijn (VUB, tegenmanifest) moderator: Miel Dullaert (Meervoud)
Gravensteendebat Dinsdag 15 april 20.00 u Aud. E Blandijn inkom gratis
Via de media en de pers werd de laatste maanden een virtuele 'campagne' gevoerd voor de onafhankelijkheid van Gent en de uitsluiting van de West-Vlamingen. Er ontstond echter ook een tegenbeweging G plus (www.bloggen.be/gplus) die het spelletje meespeelde.
G plus onderschrijft de boodschap voor verdraagzaamheid en solidariteit, maar betreurt de associatie tussen separatisme en onverdraagzaamheid. Ze reageren vanuit een Vlaamsgezinde overtuiging tegen de karikaturen van de N-GA. In onderstaand opiniestuk maakt G plus het standpunt duidelijk.
Voor wie wil verder denken
oproep voor een eerlijke discussie.
Sinds de Gentse nieuwjaarsreceptie vormen het internet en de media door de N-GA de arena voor de onafhankelijkheid van Gent en de uitsluiting van West-Vlamingen. Van bij de aanvang is het ludiek karakter overduidelijk. De boodschap van verdraagzaamheid komt goed uit de verf. G plus speelt als virtuele beweging het karikaturale spel mee.
Als initiatiefnemers van G plus betreuren we echter dat alle clichés op een hoopje worden gegooid. N-GA maakt een duidelijke associatie tussen onafhankelijkheid en racisme. Waarom? Zijn flaminganten per definitie racisten? Separatisme en discriminatie zijn geen synoniemen. Wie een eerlijke discussie wil aangaan, dient zich te wapenen met oprechte argumenten. Iedere kritische stem weerleggen met clichés en vooroordelen is dubieus.
De groeiende complexiteit in België door diverse bestuursniveaus en het kluwen van bevoegdheden vormt een uitdaging, maar surrealisme oogt dan wel mooi op doek, het werkt niet als politieke structuur. Alleen oogkleppen verhinderen het erkennen van de verschillende leefwerelden tussen noord en zuid. Dat vormt geen probleem, ware het niet dat daardoor ingrijpende maatregelen uit de weg worden gegaan. Een specifieke situatie vergt een specifiek antwoord. Het erkennen van verschil hoeft niet gepaard te gaan met het etaleren van eigen superioriteit en de wil om te domineren.
Een staat is een abstract begrip en een tijdelijke sociale constructie. Geen doel op zich, maar een structuur waarbinnen de samenleving zich ontplooit. Vandaag vervagen de grenzen en de 19de eeuwse natiestaat wordt uitgehold door de Europese integratie. Een grens hoeft niet langer een belemmering te zijn. Regionale autonomie gaat hand in hand met internationale samenwerking en de EU schept kansen.
De impasse rond de regeringsvorming toont aan dat de staatshervorming een heikel punt blijft. Gezien het nemen van beslissingen het loslaten van alternatieven impliceert en over de Belgische constructie een discussie ten gronde onmogelijk blijkt, is het verleden een opeenstapeling van gemiste kansen. Tot nu toe heeft geen enkele staatshervorming tot een bevredigende oplossing geleid. Met de ingrijpende socio-economische uitdagingen is er geen ruimte voor immobilisme en politieke spelletjes. Autonomie betekent als alternatief noch een eindpunt, noch een garantie voor euforie, maar een nieuwe dynamiek. Een status quo staat voor Vlaanderen en Wallonië gelijk met achteruitgang.
Het is opmerkelijk hoe sommigen iedere vorm van interdependentisme afzweren, maar krampachtig vasthouden aan de Belgische structuur. Men ontpopt zich als internationalist, maar denkt sterk vanuit een Belgisch referentiekader. België lijkt ideaal en een toonbeeld van solidariteit. Alternatieven zijn hen vreemd en een solidaire Vlaamse staat ondenkbaar.
Wij kanten ons resoluut tegen iedere vorm van onverdraagzaamheid, discriminatie en racisme. Een samenleving moet optreden tegen onrecht en gelijke kansen creëren. Solidariteit tussen mensen, regio's en staten is noodzakelijk. We stellen vast dat de transfers hoofdzakelijk fungeren om een economische toestand artificieel op te krikken. Ze weerhouden de politici ervan om (doorgaans onpopulaire) maatregelen te treffen. Trouwens, Vlaanderen heeft alle belang bij een heropleving in Wallonië. Bruggen bouwen kan pas op solide oevers. Deze overbruggen een kloof, maar negeren het niet.
Wij koesteren ook de hoop op verandering en revolutie. Wij hebben oog voor de mondiale problemen, maar zien hierin geen alibi om de eigen onvolkomenheden niet aan te pakken. Wij willen iedereen de hand reiken die op een eerlijke manier wil verder denken over de toekomst van de instellingen. Behoort een 'post-België' dan tot de mogelijkheden? Het is niet evident om de huidige paradigma's in vraag te stellen en het valt te begrijpen dat sommigen deze ingrijpende vragen liever negeren.
Wij wensen N-GA veel succes met de actie voor solidariteit, maar hopen dat de link met de onafhankelijkheidsgedachte achterwege blijft.
Robrecht De Wolf, Walter van Waterloo, Liesbeth Schrijvers en Johan Rombaut.
Initiatiefnemers van G plus
23-03-2008
Tibet is nog steeds een bezet land.
Met de Olympische spelen in het vooruitzicht staat de kwestie van Tibet volop in de schijnwerpers. Om de aandacht te verstigen op Tibet publiceren we een artikel van Hans Govaerts dat eerder verscheen in De VOS.
Tibet is nog steeds een bezet land.
Al meer dan 50 jaar is Tibet bezet door communistisch China. Binnen enkele maanden organiseert China de olympische zomerspelen. Spelen die volgens het olympisch handvest als doel hebben een vreedzame samenleving aan te moedigen. Een ideaal moment om Tibet en China even onder de loep te nemen.
De Chinese bezetting
In 1949 werd de nationalistische regering van China door Mao Tse Toeng en zijn Chinese communistische partij omver geworpen. Maos bevrijdingsleger viel in oktober 1950 Tibet aan. Op een leeftijd van 16 jaar begon toen de 14de Dalai Lama aan zijn bewind. De Verenigde Naties boden geen hulp en op 23 mei 1951 werd in Peking besloten dat Tibet voortaan integraal deel zou uitmaken van China. De Dalai Lama werd een vazal van de Chinese regering. De Tibetanen werden geacht trouw te zijn aan het Chinese communistische systeem of ze werden mishandeld.
In 1956 brak een opstand uit in het oosten van Tibet. In de jaren daarna breidde de opstand zich uit tot in centraal Tibet. Tijdens het Tibetaanse Nieuwjaar in 1959 hadden de Chinezen de Dalai Lama gedwongen een dansvoorstelling bij te wonen, maar ze eisten dat hij aanwezig zou zijn zonder zijn gebruikelijke lijfwacht. Toen dit onder de bevolking bekend raakte, braken rellen uit. Tibetaanse soldaten uit het Rode Leger liepen over naar het verzet en deelden wapens uit aan de bevolking. Het paleis van de Dalai Lama werd omsingeld door demonstranten die hem wilden beschermen tegen de Chinezen. Terwijl Tibetanen en het Rode Leger elkaar in de straten van de hoofdstad Lhasa te lijf gingen, vluchtte de Dalai Lama naar India. Kort voor het overschrijden van de grens verklaarde de Dalai Lama de overeenkomsten met China ongeldig.
De Chinese bezetting had verstrekkende gevolgen. Het uitoefenen van religieuze riten werd verboden. Veel mensen werden in het openbaar terechtgesteld. Dorpen werden vernietigd en de inwoners werden gekruisigd of opgehangen. Vrouwen en meisjes werden gedwongen tot sterilisatie en zwangere vrouwen tot abortus. Zelfs zuigelingen werden gedood met dodelijke injecties. Tibet was verwoest. Meer dan 1,2 miljoen Tibetanen zijn gedood sinds de inval van de Chinezen. In 1985 kregen de Tibetanen voor een stukje hun godsdienstvrijheid terug.
Wat later, in maart 1989, werd er opnieuw gemanifesteerd voor onafhankelijkheid. Er werden slechts 16 betogers gedood, maar de vele nonnen en monniken die deel namen aan de acties werden later brutaal gemarteld. De staat van beleg werd uitgeroepen en bijna 2.000 mensen werden het daaropvolgende jaar geëxecuteerd. In oktober 1989 kreeg de Dalai Lama, die geweld altijd heeft afgewezen, de Nobelprijs voor de Vrede. China was het niet eens met deze toekenning en beweerde dat het Nobelprijscomité zich bemoeide met interne zaken. De Dalai Lama probeerde in 1990 en 1993 een compromis te sluiten met China, maar opnieuw werd dit geweigerd.
Mensenrechten
Al meteen bij de toewijzing van de spelen aan Peking in 2001 rees een storm van protest. Een land dat op grote schaal de doodstraf toepast, waar vrijheid van meningsuiting uiterst beperkt is en persvrijheid onbestaande, waar dissidenten gemarteld worden en in kampen heropgevoed; hoe kon daar de olympische boodschap van vrede en verdraagzaamheid uitgedragen worden? Volgens organisaties zoals Amnesty International kreeg Peking de spelen pas toegewezen nadat het land beloofd had de mensenrechtensituatie te verbeteren. Maar 5 maanden voor de spelen is er volgens velen nog altijd geen vooruitgang, integendeel. Buitenlandse journalisten kunnen nu weliswaar onafhankelijk hun werk doen, maar voor de gewone Chinees is er niets veranderd. Laat staan voor de minderheden in China.
De Chinese overheid pakt mensenrechtenactivisten nu harder aan dan tevoren, vooral hun advocaten worden geïntimideerd en bedreigd. Ook is er nog altijd geen vrij internet in de Chinese Volksrepubliek en nog altijd worden religieuze en etnische minderheden waaronder de Tibetanen onderdrukt.
Ook worden er nieuwe schendingen gerapporteerd die het gevolg zijn van de organisatie van de spelen. Voor de aanleg van de olympische faciliteiten worden duizenden mensen gedwongen hun huis te verlaten. Er zijn verhalen bekend van mensen die door bulldozers van hun bed gelicht werden. Slachtoffers van gedwongen uitzettingen worden niet of nauwelijks vergoed. Wie protesteert, krijgt een gevangenisstraf.
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) ontkent echter dat er beloftes inzake de mensenrechten werden geëist van China. Chinese politici zouden enkel gezegd hebben dat ze ervan overtuigd zijn dat de spelen een positieve bijdrage aan het land zullen leveren, ook inzake mensenrechten. Het zou dus gaan om een overtuiging, niet om een belofte. Ook Jacques Rogge, voorzitter van het IOC, zei onlangs totaal geen spijt te hebben van de keuze voor China. Het is ontgoochelend dat het IOC de mensenrechtenschendingen niet openlijk veroordeelt. Het IOC heeft op die manier een misschien wel unieke kans gemist om druk uit te oefenen op China.
Tibet naar de Olympische Spelen?
De Olympische Spelen die er aan komen zetten heel wat Tibetanen aan tot actie. Zo zijn eind vorig jaar nog 100 Tibetaanse manifestanten bij de zetel van het IOC samengekomen om de deelname van Tibet aan de spelen af te dwingen. Maar het IOC moest ze teleurstellen. In het reglement staat dat enkel de landen die over een erkend nationaal comité beschikken naar de spelen mogen. En de Tibetanen vallen onder het olympisch comité van China, aldus het IOC. Tibet hoopte desondanks een dertigtal leden naar de spelen te kunnen sturen.
De Tibetanen waren gefrustreerd door deze uitspraak van het IOC. Het distantieert zich van zijn eigen principes, vinden ze. We hebben ongeveer 30 atleten, allemaal vluchtelingen die buiten China leven. Geen van hen wil onder de Chinese vlag deelnemen. We hoopten een signaal te kunnen sturen naar het Tibetaanse volk, dat lijdt onder de Chinese bezetting. Spijtig genoeg kan of wil het IOC deze wens niet inwilligen. De spelen zullen dus helaas geen veranderingen brengen voor het bezette en onderdrukte Tibet.
Hans Govaerts (Verschenen in De VOS)
16-03-2008
Hoe Vlaams moet VOS zijn?
Goede vrienden en medeleden van VOS,
Toen de broers Van Raemdonck in augustus 1914 gehoor gaven aan de oproep van koning Albert Vlamingen, gedenkt de Slag der Gulden Sporen, en zich meldden als oorlogsvrijwilligers, waren zij nauwelijks de school ontgroeid: Edward was 19 jaar en Frans pas 17. Van Frans zijn meerdere brieven bewaard. Op 29 november 1915 schreef hij Wij willen van België maken een nieuw land Een nieuw België moet verrijzen uit dezen krijg! In Vlaanderen Vlaamsch! Wallonië Fransch. Wij zijn Germanen, geen Latijnen! Wij willen recht! Een brief van 23 september 1916 eindigt met En als ik val, dan eerst voor Vlaanderen, en voor België daarachter! Beide broers sneuvelden in de nacht van 25 op 26 maart 1917 tijdens een Belgisch offensief te Steenstraete. Edward was toen 22 jaar en Frans was er 20. Hun namen, samen met die van Renaat de Rudder, Joe English, Bert Willems, Juul De Winde en vele anderen die hun jonge leven verloren aan het IJzerfront, staan diep in onze ziel gebrand. Als leden van VOS voelen wij ons verantwoordelijk voor de uitvoering van hun testament Zelfbestuur, Nooit meer oorlog, Godsvrede.
Ik wil drie aspecten van dit testament actualiseren: het zelfbestuur, de openheid als kenmerk van volwassen zelfbestuur, en de godsvrede.
Ons institutioneel einddoel is een zo groot mogelijk zelfbestuur voor Vlaanderen. We beschikken weliswaar over een aantal bevoegdheden zoals cultuur, onderwijs en wetenschapsbeleid, landbouw, ruimtelijke ordening, wonen, openbare werken en mobiliteit, ook economie, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Doch vele van die bevoegdheden zijn onvolledig door het feit dat ze gedeeld worden met de federale overheid. Bovendien valt de ganse Sociale Zekerheid (SZ) buiten de deelstatelijke bevoegdheden. Vlaanderen en Wallonië zijn volgens de bijzondere wet van 8 augustus 1980, met aanvullingen in 1988 en 1989, weliswaar bevoegd voor het gezondheidsbeleid, voor het gezinsbeleid, voor het bejaardenbeleid en voor elementen die met arbeid te maken hebben, namelijk het economisch beleid, de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. Doch die bevoegdheden zijn grotendeels lege dozen gebleven, omdat de SZ-sectoren, die de hefbomen zouden moeten zijn voor die beleidsvormen, in de handen van de federale regering gebleven zijn.
Zo zijn we verzeild in de voor een volksgemeenschap beschamende toestand waarin we wel bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid, doch niet voor de ziektekosten- en invaliditeitsverzekering. We zijn bevoegd voor het gezinsbeleid, doch niet voor de gezinsbijslagen.
We zijn bevoegd voor het bejaardenbeleid, doch niet voor de pensioenen. We zijn bevoegd voor het economisch beleid, de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, doch niet voor de werkloosheidsvergoedingen. Wij hebben meer ambitie dan verzamelaars te zijn van lege dozen of van autos zonder motoren: wij willen een eigen Vlaamse SZ. Naast de beschikking over een eigen SZ veronderstelt echt zelfbestuur ook de mogelijkheid om zelf de belastingen te innen, nodig om het eigen beleid te voeren. Op dit ogenblik bedraagt onze fiscale autonomie slechts ongeveer 20%; de overige 80% van onze middelen krijgen we van de federale overheid: dat is consumptiefederalisme.
Wij willen 100% fiscale autonomie: dan pas zullen de kiezers hun Vlaamse parlementsleden kunnen belonen of straffen op basis van hun beleid met de centen die ze rechtstreeks van hun kiezers hebben gekregen. Een laatste voorwaarde voor echt Vlaams zelfbestuur is een afzonderlijke en rechtstreekse stem in het Europees beleid. Nu wordt er slechts één stem, namelijk op federaal niveau, uitgebracht en in afwezigheid van consensus tussen de deelstaten brengt België geen stem uit.
Over de staatkundige vorm van dat zelfbestuur, confederalisme of een onafhankelijke Vlaamse staat in Europa, kunnen we van mening verschillen. Ook over de strategie om dat doel te bereiken, de geleidelijke weg of de ééntrapsraket, kunnen onze opvattingen uiteen lopen. Belangrijk is dat die meningsverschillen niet leiden tot gebrek aan samenwerking en immobilisme. Elke stap voorwaarts is een winstpunt op voorwaarde dat er in andere domeinen geen stap achterwaarts wordt gezet en op voorwaarde dat latere te zetten stappen niet geblokkeerd worden.
Externe en interne openheid zijn kenmerken van volwassen zelfbestuur. Vanuit ons groeiend zelfbestuur moeten we in de eerste plaats meer contact zoeken met Nederland. We moeten ook niet bevreesd zijn om vanuit de Vlaamse regering nu reeds samenwerkingsakkoorden af te sluiten met Wallonië. We moeten de boodschap uitsturen dat de Vlaams-Waalse samenwerking zal verbeteren naarmate het zelfbestuur van beide deelstaten groter wordt. Ook in de Europese Unie (EU) moet onze wil tot eerlijke samenwerking worden gehoord. Sinds jaren bestaat er discussie over het bestuursmodel dat de EU moet aannemen: enerzijds zijn er de federalisten die een sterk supranationaal bestuur willen boven de lidstaten, anderzijds de confederalisten die de Unie zien als een bond van staten die hun soevereine beslissingsmacht behouden en delen. Ik geloof dat de Europese volkeren het meest baat hebben bij een confederaal Europa. Doch Vlaanderen moet ook zijn vreedzaam gelaat aan de wereld tonen. Dat kan door een ruime bijdrage te leveren aan efficiënte ontwikkelingssamenwerking en door resoluut te kiezen voor ondersteuning van de pacificatie in oorlogsgebieden. Een volwassen zelfbestuur stimuleert ook interne openheid. De toegenomen inwijking van de laatste tientallen jaren stelt ons, en gans West-Europa, voor een nieuwe uitdaging. Door te verzaken aan een integratiebeleid heeft de federale overheid het probleem laten verrotten en heeft ze gemeend een oplossing te kunnen bieden door de snel-Belg-wet, die de Belgische nationaliteit tot een lachertje maakte. Op Vlaams niveau is er wel een inburgeringsbeleid aan het groeien. Het is onze menselijke en maatschappelijke plicht de hand te reiken aan de inwijkelingen die zich in onze volksgemeenschap willen integreren. Er is evenwel een probleem met de doorstroming van allochtonen naar de arbeidsmarkt en naar het hoger en universitair onderwijs. Een belangrijke oorzaak is de taalachterstand. Vlaams minister van Onderwijs en Werk, Frank Vandenbroucke, is zich daarvan bewust en stelde een inschrijvingsplicht van alle vijfjarigen in de kleuterschool in het vooruitzicht vanaf 1 september 2009. Dat is terecht, want taalachterstand van allochtonen in het lager onderwijs wordt zeer moeilijk ingehaald. Ondanks de goede wil van vele allochtonen en autochtonen blijven er echter vele vragen en problemen. Hoe kan de snel-Belg-wet teruggeschroefd worden? Hoe kan een te sterke aangroei van de inwijking beperkt worden? We wensen immers geen vreemden te worden in eigen land. Hoe kan gettovorming voorkomen worden? We wensen immers geen duale maatschappij met uitbarstingen van geweld zoals in de Parijse voorsteden. Hoe overtuigen we Marokkaanse en Turkse jongeren ervan dat er ook huwelijkspartners zijn in Vlaanderen en niet alleen in Marokko en Turkije, zodat het taalprobleem voor de kinderen niet steeds opnieuw vanaf nul herbegint? Zal de Islam in Europa evolueren naar een variant, waarin kerk en staat gescheiden worden? Laten we dus gastvrij doch niet naïef zijn.
Tot slot een woord over godsvrede. In mei 1917 werd door de Vlaamse legerleiding aan het IJzerfront naast de zelfbestuursgedachte ook het godsvredeprincipe aanvaard. In de praktijk hield dat in dat de schoolkwestie tot nader order zou worden opgeschort. Professor Eric Defoort verwoordde en actualiseerde datzelfde principe recent met de zin Als het om de natie gaat, zijn we één. Indien onze Vlaamse politici het cordon rond het Vlaams Belang zouden opheffen, zou het zelfbestuur een flinke stap dichterbij komen. Hier is werk aan de winkel, ook voor de politici van het Vlaams Belang. Als niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging hebben we daar echter geen rechtstreekse invloed op. Waar we wel iets rechtstreeks kunnen en moeten aan doen is de broedertwist tussen IJzerbedevaart en IJzerwake. Er zijn acties en reacties geweest, waarover de spons moet kunnen worden geveegd. Genereuze mensen van goede wil uit beide kampen moeten elkaar terug ontmoeten, afstappen van het eigen enige grote gelijk en terug met elkaar praten. Hierin kan VOS een bemiddelende rol spelen. Dan komt misschien de dag dat we het gebed voor het vaderland niet meer apart doch weer samen kunnen zingen.
BESLUIT
1. Ons institutioneel einddoel is een zo groot mogelijk zelfbestuur voor Vlaanderen. Over de staatkundige vorm daarvan en over de strategie om dat doel te bereiken kunnen we van mening verschillen, doch die meningsverschillen mogen samenwerking niet verhinderen.
2. Onze zorg voor de eigen identiteit moet samengaan met openheid van geest en hart voor inwijkelingen en voor de andere volkeren in de Europa en in de wereld, zonder te vervallen in naïeviteit.
3. De godsvrede, tijdens de eerste wereldoorlog aan het front geformuleerd als de wil tot samenwerking over de levensbeschouwelijke grenzen heen tussen Vlamingen die ijverden voor zelfbestuur, blijft voor ons allen een plicht indien we dat zelfbestuur werkelijk willen binnen halen.
ZO VLAAMS MOET VOS ZIJN!
Eric Ponette 8 maart 2008
04-03-2008
De Vlaamse Beweging mobiliseert!
Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
roept iedereen op tot medewerking
Het Algemeen Bestuur van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) heeft op 21 januari 2008 besloten dat de politieke situatie noopt tot verhoogde waakzaamheid vanwege alleVlaamse burgers en politici en tot mobilisering van de ruime Vlaamse Beweging.
De oproep 'Het OVV mobiliseert voor Vlaams Zelfbestuur' is dadelijk als persbericht aan de media bezorgd en is ook opgenomen in de gratis nieuwsbrief van webstek www.ovv.be en in de
Na de verkiezingsdag van 10 juni 2007 heeft het OVV niet stilgezeten. Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur, met daarin de vertegenwoordigers van de lid-verenigingen, hebben de zes maanden lang durende onderhandelingen over de regeringsvorming aandachtig gevolgd, vooral wat daarin over de staatshervorming werd gezegd. Het OVV heeft 12 keren schriftelijk gereageerd op wat vanuit Vlaams standpunt niet door de beugel kon: brieven aan informateur en formateur, brieven aan de Vlaamse leden van de Kamercommissie Binnenlandse Zaken (over B-H-V), standpunten via persberichten, e.a. Zie www.ovv.be Rubriek Actuele Standpunten en Berichten.Ook persoonlijke contacten met politici via telefoon, e-post en vergaderingen. Ook de lid-verenigingen waren bedrijvig met hun standpunten in hun tijdschriften en webstekken, in Open Brieven en conferenties.
De zes maanden onderhandelingen bleven zonder resultaat. Of misschien toch? Bij de Franstaligen is blijkbaar het besef gegroeid dat zij niet kunnen blijven 'non,non et non' zeggen en dat er dan toch
mag worden gepraat over een staatshervorming. Er kwam een uitgebreide 'interim-regering' met daarin aan Franstalige zijde alle partijen, maar aan Vlaamse zijde niet. Die krijgt tot 23 maart de tijd om te beslissen over een aantal hoogdringende dossiers en om de grote lijnen overeen te komen voor een staatshervorming, na 23/3 door een nieuwe (?) regering uit te werken en uit te voeren (!?)
Wij zijn nu acht maanden verder. Niemand weet met zekerheid welke staatshervorming dezeinterim-regering de burgers gaat voorstellen. Het Comité van Wijzen (sic) onderhandelt voort. De canapé-politiek is terug. De Octopus-werkgroep wacht op voorstellen. De journalisten doen hun werk. De kranten melden dat de staatshervorming in fasen zal verlopen en geven een lijst van 14
voorstellen voor de eerste fase door de nieuwe regering aan de Kamer voor te leggen na 23 maart.
Bij nader toezien gaat het echter om 'borrelnootjes' ( de Ikea wet, de huurwet...). Maar daartussen verdoken: 500 miljoen euro of 20 miljard oude BF voor het Brussels Gewest! Dat is geen borrelnootje, maar een eis van eerste orde. Overigens ook een prioriteit van het establishment ter 'versterking van de federale cohesie'!
Als de Vlaamse partijen dit goedkeuren, geven zij een belangrijk drukkingsmiddeluithanden,versterken zij het Brussels Gewest en niet de Vlaamse en Waalse deelstaten en geven zij eenpremieaan de Franstalig-Brusselse partijen die in Brussel de taalwetten boycotten en de verovering en verfransing van Halle-Vilvoorde nastreven.
Daar staat ook geen enkele wezenlijke Vlaamse eis tegenover.Niet de splitsing van B-H-V. (voor de vorming van een regering). Niets voor de versterking van de deelstaten, geen fiscale en financiële autonomie, geen defederalisering van de gezondheidszorg, van het kindergeld of van het werkgelegenheidsbeleid. Maar Brussel staat wel al op de eerste rij, om nog eens te krijgen. Bovenop
de jaarlijkse storting van 84 miljoen euro door de federale regering via het Beliris Fonds. Geld dat voor meer dan 60% door Vlaanderen wordt opgebracht, zoals de andere transfers.
Dit schouwspel heeft lang genoeg geduurd. De 'wijzen' onder de Vlaamse politici komen de Vlaamse burgers nog eens uitleggen dat het beter is met kleine pakjes te werken. De wezenlijke eisen komen beter later. Wij hebben er geen vertrouwen in. De geschiedenis heeft ons geleerd dat zeker in België uitstel afstel betekent en dat derhalve het wezenlijke eisenpakket nooit aan bod komt. Dan is het opnieuw 'non,non et non'. 178 jaren strijden tegen onderdrukking en voor volwaardige Vlaamse zelfstandigheid, dat is genoeg. De staatshervorming in fasen afwerken is aanvaardbaar als iedere fase tenminste één Vlaamse eis van wezenlijk belang bevat, er mogen dan nog enkele borrelnootjes bij.
Dus: de Vlaamse Beweging mobiliseert. In deze eerste fase om het volk te informeren, zijn waakzaamheid te verhogen en klaar te maken voor de actie.
Daartoe dient in iedere gemeente, deelgemeente of wijk een actiecomité te worden opgericht, noem het in deze fase een 'waakzaamheidscomité'. Dringend! De plaatselijke afdelingen van de OVV-lidverenigingen worden uitgenodigd om daartoe samen het initiatief te nemen. Maar alle personen, andere verenigingen en groepen die willen meedoen, zijn welkom.
Wie initiatief neemt en/of wil meewerken geve zich op aan het OVV-secretariaat via:secretariaat@ovv.beoftel: 03//320.06.31.
Ook op landelijk vlak zijn acties van de OVV-lidverenigingen in voorbereiding.
Om tijdig op de hoogte te zijn en te blijven, vraag de gratis nieuwsbrief aan op www.ovv.be.
VOS Oost-Vlaanderen ondersteunt het waardevolle manifest van de Gravensteengroep (zie onderstaand). Indien u het manifest wenst te ondertekenen, klikt u het best door naar: http://www.gravensteengroep.org/petitie.php.
De ondertekenaars van dit manifest, die zich de Gravensteengroep* noemen, vertrekken vanuit verschillende politieke en ideologische uitgangspunten, maar zijn het eens in hun gehechtheid aan de democratie en de mensenrechten. Zij stellen de waarden van vrijheid, gelijkheid, solidariteit en wederzijds respect centraal, en wijzen alle vormen van racisme en xenofobie radicaal af.
Zij zijn echter verontrust door het feit dat in de recente discussies over de staatshervorming de indruk wordt gewekt dat redelijke en rechtvaardige Vlaamse eisen telkens weer met (extreem-) rechts gedachtegoed worden geassocieerd. Daarom wensen ze de volgende standpunten naar voren te brengen.
Bij het ontstaan van België in 1830 heeft de francofone bourgeoisie de kans schoon gezien haar prioriteiten veilig te stellen, door een regime te installeren dat essentieel op sociale ongelijkheid en discriminatie van de Vlaamse taal en bevolking was gefundeerd. Die sociaal-economische ongelijkheid is mettertijd in grote mate weggewerkt dankzij een strijdbare arbeidersbeweging. Het recht op eigen taal en cultuur hebben de Vlamingen echter moeten afdwingen via een kluwen van ondoorzichtige compromissen. Het resultaat is een omslachtige staatsstructuur, een institutionele doolhof met zeven parlementen en zes regeringen. Onze 'imago-schade' in het buitenland wordt niet alleen veroorzaakt door de voorbije formatiecrisis, maar ook door de chaos die de Belgische constructie na 177 jaar lapwerk kenmerkt. De verkiezingsuitslag van 10 juni 2007 in Vlaanderen is mede veroorzaakt door het ongenoegen over deze historische vergroeiing en lijkt een onomkeerbare optie op de toekomst te nemen.
Dat een flink deel van de Vlaamse culturele wereld de intellectuele moed mist om deze analyse te maken, is onbegrijpelijk. Dat ze zich, samen met de oude Belgische elites, vastklampt aan een Belgische status-quo, is onaanvaardbaar. Dit zelfverklaard 'progressief Vlaanderen' stelt zich behoudsgezind op en dreigt de trein van de geschiedenis te missen. Ons aanknopingspunt is niet een belegen Vlaams romantisme, maar wel de Verlichtingsfilosofie, het democratisch gelijkheidsbeginsel, een moderne visie rond decentralisatie, subsidiariteit, schaalverkleining en regionale autonomie die overal in Europa aan de orde is, van Schotland tot Kosovo, en van Catalonië tot Estland.
Centraal staat daarin het principe van territorialiteit. In 1962-63 werden de definitieve grenzen vastgelegd van Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België, als taalkundige én culturele ruimtes binnen het Belgisch federaal bestel. Dit nadat al in 1932 de eentaligheid der regio's -mede onder sterke Waalse druk- werd aanvaard. De taalgrens heeft hier in dit opzicht de kracht van een staatsgrens. Zo'n ruimtelijke afbakening impliceert bepaalde spelregels, nodig voor een gezond sociaal weefsel. Wereldwijd beschouwt men het namelijk als evident dat een immigrant, mits een aanpassingsperiode, zich inburgert door zich de taal van het nieuwe thuisland eigen te maken. Dit doet geen afbreuk aan de mensenrechten inzake godsdienst, culturele eigenheid of taalgebruik in de privé-sfeer. Laagopgeleide allochtone migranten doen deze inspanning met vrucht, terwijl veelal hoogopgeleide Franstalige inwijkelingen in Vlaanderen dit om principiële redenen niét blijken te doen, hierin gesteund door hun politici. Sommigen menen zelfs dat het volstaat, in een grensgemeente een meerderheid te verwerven, om de grenzen te verplaatsen. Daarmee ondergraven ze het principe van de politieke solidariteit tussen de gewesten, en meteen ook van de Belgische federale structuur op zich. Men kan zich indenken hoe de Fransen zouden reageren, mocht een Duitstalige meerderheid in een Franse grensgemeente eventjes de grenzen tussen beide landen willen wijzigen...
De ondertekenaars van dit manifest vinden daarom dat elke discussie over sociaal-economische solidariteit onmogelijk wordt, indien men de politieke solidariteit, d.w.z. het wederzijds respect voor grens en ruimte niet eerbiedigt. Er is een ommekeer in de mentaliteit nodig bij de francofone politici: wij hoeven dit respect niet 'af te kopen'. De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is een toepassing van dat in de grondwet verankerd territorialiteitsbeginsel. Daarnaast vormt reële tweetaligheid in Brussel, als hoofdstedelijk gewest, de laatste kans voor België om als confederale staat te overleven.
Als een consensus over deze basisbeginselen wordt afgewezen, is elke discussie over staatshervorming zinloos. Noodgedwongen moeten we dan de nodige stappen zetten om de regio's als onafhankelijke staten deel te laten uitmaken van de Europese Unie. Overigens, in de post-Belgische context van de Europese samenwerking kan interregionale solidariteit maximaal spelen. Wij willen, als welvarende regio, zowel de interpersoonlijke als de interregionale solidariteit in stand houden. Met ons hoofd én met ons hart. Maar niet met een latent onbehagen omtrent cultuurimperialisme, ongezond parasitisme, en verborgen partijpolitieke agenda's.
Dit België is zonder duidelijke, onherroepelijke afspraken niet werkbaar; wie een hervorming in deze democratische zin afwijst, pleit in feite voor de ontbinding van die staat. In het verlengde van deze moderniseringsgedachte vragen wij transparante politieke structuren, responsabilisering van de regionale besturen, de toepassing van democratische grondrechten, en onschendbaarheid van taalgrenzen. Met onze Franstalige vrienden als het kan, zonder hen als het moet.
Meer autonomie zal eenieder tot voordeel strekken. Gelukkig groeit aan beide zijden van de taalgrens het besef dat ook Franstalig België zijn eigen groeikansen hypothekeert in de mate dat het zich laat gijzelen door politici die zweren bij de status-quo.
De oude vijandbeelden moeten vervangen worden door nieuwe samenwerkingsverbanden, gebaseerd op een evenwicht tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Wallonië als bevriende partnernatie lijkt ons een aantrekkelijker perspectief dan een staatsbestel dat zich van de ene crisis naar de andere voortsleept.
Namens de Gravensteengroep,
Etienne Vermeersch Jan Verheyen Frans-Jos Verdoodt Piet van Eeckhaut Jef Turf Bart Staes Johan Sanctorum Jean-Pierre Rondas Yves Panneels
Chris Michel Bart Maddens Paul Ghijsels Paul De Ridder Dirk Denoyelle Peter De Graeve Eric Defoort Jo de Caluwe Ludo Abicht
07-02-2008
Nieuwjaarsboodschap VOS Oost-Vlaanderen.
Beste vrienden van het Verbond VOS Oost-Vlaanderen
Vandaag zijn we de laatste zondag van de maand januari. Dus nog net gepast om u allen, in naam van het bestuur, een vreugdevol, gelukkig, gezond en naar lijf en leden voorspoedig 2008 te wensen.
We hebben dit jaar gekozen om geen eminente of gekende spreker uit te nodigen om het nieuwe jaar te starten. De reden daarvoor is dat een gevraagde spreker ons op de nieuwjaarsreceptie van veleden jaar liet stikken en dat nadien het bestuur heeft beslist dat onze receptie in de toekomst enkel dient te gebeuren om in alle gezelligheid onder vrienden het glas te heffen.
Toch is het nuttig om even stil te staan bij wat wij het voorbije jaar in grote lijnen zelf hebben georganiseerd:
Om te beginnen onze zeer geslaagde nieuwjaarsreceptie.
Op 21 maart: een debat over het Warandemanifest: Vlaanderen onafhankelijk ism met VVB Gent, ANV, Vlaanderen-Europa en KVHV Gent.
Van 6 tot 11 mei zijn we op reis gegaan naar Berlijn.
Op 8 juli onze jaarlijkse 11-juliviering in het teken van de open frontbrief aan koning Albert.
Op 29 september een grootse Renaat De Rudderherdenking ten Landegem, naar aanleiding van zijn 90 jarig overlijden.
Tussendoor zijn we aanwezig geweest op, of actief meegewerkt aan, allerhande manifestaties om er maar enkele te noemen: Zangfeest, IJzerbedevaart, 11-novemberherdenkingen en zovele andere plaatselijke activiteiten.
Beste vrienden, wat mij ook het voorbije jaar gunstig gestemd heeft, is dat bij de gewone Vlaamse bevolking het politieke bewustzijn enorm is toegenomen. Dat BHV moet worden gesplitst, dat een grote doortastende staatshervorming absoluut noodzakelijk is voor een beter, eerlijker en solidair bestuur in Vlaanderen en Wallonië, daarvan is tegenwoordig bijna elke Vlaming van overtuigd. Positief was de Vlaamse eendracht, op één spreekwoordelijke uitzondering na, in de kamercommissie van Binnenlandse Zaken op 7 november bij de stemming over BHV.
De aanslepende onderhandelingen om tot een definitieve regering te komen, baart iedereen zorgen. De Belgen vrezen dat een verregaande staatshervorming het einde van het land België betekent. Zij vergeten hierbij dat een staatshervorming die niet ver genoeg gaat dit einde alleen zal versnellen.
Voor ons is 2008 een bijzonder jaar: het is 90 jaar na het einde van de grote oorlog. De Vlaamse soldaten aan het IJzerfront bleven teleurgesteld achter. Voor de Vlaamshatende officierenkaste waren zij enkel maar kanonnenvlees geweest. Maar bij de Vlaamsbewuste soldaten groeide iets moois, namelijk het ideaal van een Vlaanderen dat vreedzaam en zelfbewust zou groeien in een vredevolle wereld.
Ook willen wij hier in Oost-Vlaanderen dit jaar terug enkele studiedagen inrichten en dit met andere Vlaamse verenigingen die ons genegen zijn met name de VVB, met een meer politieke inhoud, en het DF met een meer culturele inhoud.
Zeker en reeds vastgelegd is de algemene ledenbijeenkomst van het Verbond VOS hier in dit gebouw op 8 maart, waar wij allerhande definitieve besluiten voor de toekomst van VOS zullen vastleggen. Vergeten we ook de Gouwreis niet van 26 tot 30 mei. U ziet het, 2008 wordt opnieuw een goedgevuld en boeiend jaar.
Het rest mij alleen nog even het glas te heffen op het nieuwe jaar en iedereen nog een aangenaam samenzijn toe te wensen.
Jacques De Groeve voorzitter VOS Oost-Vlaanderen
06-02-2008
Vlaamse beweging in actie.
De Vlaamse Beweging wordt kritischer tegenover de Vlaamse onderhandelaars, meldde De Standaard (28 jan.). Niet alleen omdat er Vlaamse partijen er vooralsnog niet in slagen om een staatshervorming richting meer Vlaanderen te onderhandelen. Maar vooral omdat bepaalde partijen blijkbaar van plan zijn de staatshervorming van richting te doen veranderen. De Vlaamse Volksbeweging (VVB) en het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV)zullen bijzonder scherp reageren mochten de onderhandelingen leiden tot een federale kieskring, een paritaire senaat, samenvallende verkiezingen, of gemorrel aan de grenzen van Brussel. Politieke Partijen die die deur openzetten mogen rekenen op scherpe acties tot aan de eerstvolgende verkiezingen (of het nu gaat om federale, om regionale of om samenvallende verkiezingen).
'Zes maanden bleef de toon in alle verklaringen van de Vlaamse Beweging verrassend positief. Sinds vorige week is dat veranderd', schreef Guy Tegenbos in De Standaard.
Tegenbos leidde dat terecht af uit de mededelingen van het OVV, de koepel van Vlaamse verenigingen, met onder meer IJzerbedevaartcomité, Davidsfonds en Gezinsbond -persbericht: zie bijlage).
Minder scherp gezien is dat er pas nu reactie komt. Eind november doofden onder meer Vlaamse Volksbeweging en IJzerbedevaartcomité (Eric Defoort, Peter De Roover, Walter Baeten) met felle kritiek het vuur onder de kookpan van Leterme. De vis in de pan was behoorlijk rot, en dat vonden zij niet alleen, zo bleek de daaropvolgende dagen. De "bakte" ging niet door. Maar dit terzijde.
Ook nu weer nadert een bijzonder kritisch moment.
OVV en VVB hebben op 31 januari overlegd over de te volgen strategie voor de komende weken en maanden. Op zaterdag 8 maart organiseert de VVB met steun van OVV actiemomenten in alle Vlaamse provincies.
Op de webstek van de Vlaamse Volksbeweging lazen we onderstaande passage:
Het IJzerbedevaartcomité besliste haar manifestatie te verplaatsen van zondag 24 naar zondag 31 augustus. Het deed dit op vraag van de lokale overheden', schreef De Standaard (4 feb.). De 81ste IJzerbedevaart omvat naast een mis en een herdenkingsplechtigheid op de IJzerweide, ook optredens van o.a. het Vlaams Symfonisch Orkest en Willem Vermandere. Daarnaast zijn er 'recreatieve randactiviteiten op diverse locaties in de historische binnenstad (fietsen,wandelen, kaaifeesten, boottochten op de IJzer .)'.
Het IJzerbedevaartcomité zou van plan geweest zijn de plechtigheid een week te vervroegen, omdat de normale datum (laatste zondag augustus) dit jaar de vooravond is van de start van het schooljaar (maandag 1 september) . Het comité vreesde dat daar door heel wat jonge gezinnen zouden afhaken.
Op WTV-Focus en in De krant van West-Vlaanderen (3 feb.) kon worden vernomen dat hiervoor nog een andere reden was dan de vraag van de lokale overheden: zondag 24 augustus, die zondag eerder dus, valt samen met de IJzerwake in Steenstrate.
Commentaar (Jan Van de Casteele)
Het zal wel niet zo bedoeld zijn, maar IJzerbedevaarders kunnen nu ook naar Steenstrate en omgekeerd. Het zou al veel zijn als onderling gekrakeel uitblijft (1), als de voorzitters van de beide manifestaties zich (onder meer) concentreren op het gemeenschappelijke doel: meer Vlaanderen (2) en als ze dringend op zoek gaan naar een inderdaad niet evident, maar nodig evenwicht tussen traditie en vernieuwing (3). Beide manifestaties kunnen aan hun grote gelijk ten onder gaan. Alleen op het kruispunt van al die wegen ligt er misschien nog ooit iets moois.
Bron: www.vvb.org
30-01-2008
Het OVV mobiliseert voor Vlaams zelfbestuur.
Persbericht: Het OVV mobiliseert voor Vlaams zelfbestuur.
25 januari 2008
Verontrust door de politieke impasse roept het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) de Vlaamse politici op om de Franstaligen ervan te overtuigen dat meer deelstaat- bevoegdheden (zoals afgesproken in de resoluties van het Vlaams Parlement in 1999 en in de regeerakkoorden van 1999 en 2004) op termijn ook in het voordeel van Wallonië en de Franse Gemeenschap zijn.
De Vlaamse onderhandelaars moeten daartoe de belangrijke eisen, zoals de communautarisering van de gezondheidszorg, onmiddellijk op tafel leggen.
Het gebrek aan democratische representativiteit aan Vlaamse zijde van de Octopusgroep ondermijnt de geloofwaardigheid en aanvaarding van zijn besluiten.
Het OVV vraagt aan de Vlaamse politici dat ze alle voorstellen tegenhouden die knagen aan Vlaams grondgebied, Vlaamse macht, Vlaams geld, dus:
·Geen uitbreiding van Brussel, op geen enkele manier
·Geen bijkomende voorrechten voor Franstaligen, noch in faciliteitengemeenten, noch elders
·Geen afstand van Vlaamse bevoegdheden aan de federale overheid
·Geen paritaire Senaat met verdere minorisering van de Vlaamse democratische meerderheid
·Geen federale kieskring die B-H-V uitbreidt tot heel Vlaanderen
·Geen gelijktijdige federale en deelstaatverkiezingen met alle verwarring van dien en degradatie van de deelstaten tot vazallen van de federale regering
·Geen bijkomende communautaire grendels.
maar wel de democratisch gestemde zéér ruime autonomie en geleidelijke afbouw van de transfers vanuit Vlaanderen, om o.a. de vergrijzing, een betere afstemming tussen gezin en arbeid te kunnen betalen, en echte solidariteit.
Wij eisen een grondige en volwaardige staatshervorming! We roepen alle Vlamingen op om mee te werken aan deze mobilisering.
VOS Oost-Vlaanderen ondersteunt de oproep van het OVV ter mobilisatie voor Vlaams zelfbestuur.
Verontrust door de politieke impasse roept het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) de Vlaamse politici op om de Franstaligen ervan te overtuigen dat meer deelstaat- bevoegdheden (zoals afgesproken in de resoluties van het Vlaams Parlement in 1999 en in de regeerakkoorden van 1999 en 2004) op termijn ook in het voordeel van Wallonië en de Franse Gemeenschap zijn.
De Vlaamse onderhandelaars moeten daartoe de belangrijke eisen, zoals de communautarisering van de gezondheidszorg, onmiddellijk op tafel leggen en bovendien stand houden bij de verdere afhandeling van hun wetsvoorstel over Brussel-Halle-Vilvoorde.
Het gebrek aan democratische representativiteit aan Vlaamse zijde van de Octopusgroep ondermijnt de geloofwaardigheid en aanvaarding van zijn besluiten.
Het OVV vraagt aan de Vlaamse politici dat ze alle voorstellen tegenhouden die knagen aan Vlaams grondgebied, Vlaamse macht, Vlaams geld, dus:
Geen uitbreiding van Brussel, op geen enkele manier.
Geen bijkomende voorrechten voor Franstaligen, noch in de faciliteitengemeenten, noch elders.
Geen afstand van Vlaamse bevoegdheden aan de federale overheid.
Geen paritaire Senaat met verdere minorisering van de Vlaamse democratische meerderheid.
Geen federale kieskring die B-H-V uitbreidt tot gans Vlaanderen.
Geen gelijktijdige federale en deelstaatverkiezingen met alle verwarring van dien en degradatie van de deelstaten tot vazallen van de federale regering.
Geen bijkomende communautaire grendels.
maar wel de democratisch gestemde zéér ruime autonomie en geleidelijke afbouw van de transfers vanuit Vlaanderen, om o.a. de vergrijzing, een betere afstemming tussen gezin en arbeid te kunnen betalen, en echte solidariteit.
Wij eisen een grondige en volwaardige staatshervorming! We roepen alle Vlamingen op om mee te werken aan deze mobilisering.
VVB en Davidsfonds pleiten voor 'open' Vlaamse Beweging.
In een volgelopen Gentse Lakenhalle pleitten Eric Defoort (voorzitter) en Peter Peene (voorzitter Davidsfonds) op de nieuwjaarsreceptie van de Vlaamse Volksbeweging op 19 januari 2008 voor een vernieuwde Vlaamse Beweging. Weg van de verkramptheid en de frustraties, maar opener, diverser, creatiever, positiever. Dat was de belangrijkste boodschap naast de traditionele eisen (grote staatshervorming, BHV, geen federale kieskring). De opvallende aanwezigheid van Vlaamsgezinde politici en figuren van rechts én links kan een signaal zijn dat die ontwikkeling succesvol kan zijn.
Peter Peene hekelde de drogredenen die de tegenstanders van een grote staatshervorming inroepen om niets te doen (alarmberichten over economische schade, over schade aan het imago van België in het buitenland, over het zogezegd voorbijgaan aan de échte problemen...). Ook over het herhaaldelijk inroepen van de fameuze solidariteit was hij kritisch, want er is nog altijd geen sluis gebouwd, laat staan dichtgegaan op het transferkanaal.
Positief noemde hij de onbetwistbare groei van politieke bewustzijn van de Vlaming sinds 10 juni en de toenemende eensgezindheid over grote doelstellingen: splitsing BHV, absolute noodzaak van een staatshervorming.
Peene was duidelijk kritisch over de rol de Vlaamse Beweging. Ze stond erbij en keek ernaar, terwijl de frustratie om de geringe aandacht in de pers groter werd. Maar pessimisme is geen goeie raadgever, waarschuwde hij. Zwaartepunt en kracht van de Vlaamse Beweging zijn immers deels verschoven van de opinievorming en de actiegroeperingen naar de (beïnvloeding van) politieke besluitvormers en politieke partijen.
Peene benadrukte de verschillende rol van Davidsfonds en VVB. Sinds 1875 zet het Davidsfonds cultuur in als dé hefboom voor ontvoogding en emancipatie. Soms profileerde de vereniging zich nadrukkelijk politiek (nooit partijpolitiek!), vanaf 1980 weer voluit cultureel en terughoudend tegenover het innemen van politieke standpunten en moties. In 2007 (aanloop federale verkiezingen) gebeurde dat wél, in een Open Brief met een minimumprogramma voor een staatshervorming (sterk gebaseerd op Resoluties Vlaams Parlement]. Toch is de DF-kerntaak via cultuur bouwen aan een beter Vlaanderen. (vanuit zorg en inzet voor taal, cultuur, identiteit).
De Vlaamse Volksbeweging was volgens Peene als politieke boodschapper nadrukkelijker aanwezig, dankzij de vernieuwing aan de top en de nieuwe koers, van grote betekenis voor de hele Vlaamse Beweging. Hij somde een aantal ontwikkelingen op die van essentieel belang zijn voor de VVB en de Vlaamse Beweging: - Bruggen slaan tussen alle Vlaamsgezinden - streven naar een open Vlaanderen - werken aan een positieve stijl - weg van het eeuwige onderlinge getwist - weg van een bekrompen, eng-nationalistische visie van het kaakslagflamingantisme - openheid in de waardering voor mensen uit andere culturen die zich in Vlaanderen integreren, en in de relaties met andere culturen buiten Vlaanderen - creativiteit en originaliteit naar de vorm. Hij pleitte voor een veelvormiger Vlaamse Beweging, die in haar midden de diversiteit moet cultiveren, wil ze meer mensen bereiken. Mag 2008 voor Vlaanderen en voor de Vlaamse Beweging een scharnierjaar worden en laten we daar samen werk van maken, besloot Peene.
VVB-voorzitter Eric Defoort bevestigde de nieuwe koers die de VVB wil varen. De Vlaamse Beweging is in de loop van de voorbije decennia in overwegende mate een aangelegenheid geworden van stromingen, indicivduen, organisaties die denken en handelen rechts tot uiterst rechts van het centrum... Die toenemende eenzijdige oriëntatie is inhoudelijk schadelijk en een substantiële bedreiging voor de slagkracht van de Beweging, aldus de VVB-voorzitter.
De VVB wil het anders en was duidelijk tevreden met de gevarieerde aanwezigheid van politici uit diverse formaties (Geert Lambert en Jan Roegiers van Spirit, Ludwig Caluwé en Pol Van den Driessche van CD&V, Bart De Wever, Helga Stevens, Sarah Smeyers en Jan Jambon van N-VA, Bruno Valkeniers, Rita De Bont en Francis Van den Eynde van Vlaams Belang)
Niet onopgemerkt waren ook de prominenten uit de Beweging, van links tot rechts (Jef Turf, Ludo Abicht, Lionel Vandenberghe, Johan Van Slambroeck van IJzerwake, Walter Baeten van het IJzerbedevaartcomité, Roger Pauly van de Gezinsbond, prof. Matthias Storme...)
Onder de vele politici die zich lieten verontschuldigen vermeldde Defoort op hun verzoek Danny Van den Bossche (sp.a) en Bart Staes (Groen!)
Defoort wees erop dat links van het centrum men zich nog altijd uiterst schichtig tot afwijzend opstelt tegenover Vlaamse nationale bezorgdheden. Ten dele onze eigen fout (t is goed in t eigen hert te kijken), maar ten dele ook omdat links schrikbarend conservatief reageert op en omgaat met nationale problematiek, dit in tegenstelling tot het buitenland (Schotland, Catalonië...)
In zijn analyse van de huidige politieke toestand rond de interim-regering citeerde Defoort Bart Sturtewagen (De Standaard) en prof. Bart Maddens (KU Leuven) in hun kritiek op de gemiste kans om het politieke zwaartepunt naar de deelstaten te verleggen. Het tij kan nog gekeerd, 23 maart 2008 (afloop Verhofstadt III) is een nieuwe vervaldatum.
Ook Defoort had het over het vaak ontweken debat over solidariteit en citeerde met bijval Siegfried Bracke (VRT): Di Rupo kies voor Wallonië, dat is zijn horizon. Daar spelen niet alleen de volgende verkiezingen, daar speelt ook zijn solidariteit.
Defoort had het kort over de belangrijkste Vlaamse eisen: niet raken aan de taalgrens en grenzen van Brussel, splitsing BHV en geen federale kieskring. Hij daagde de tegenstanders van Vlaamse autonomie en onafhankelijkheid uit om de voordelen van België op te sommen. Zijn het misschien de vele grendels, pariteiten, convergenties....waarin Vlaamse werkgevers en werknemers worden opgesloten?... Separatisme mag geen scheldwoord zijn, aldus Defoort, die nogmaals Bracke citeerde: Het naderende einde van België als bruikbaar bestuursniveau was voor de VRT-man de opmerkelijkste ontwikkeling in het voorbije jaar (eindejaarsvragen Humo)
Defoort wil dat de regionale krachten (minister-presidenten en parlementsvoorzitters) de politieke touwtjes in handen nemen. Ik wil een kwartet bestaande uit José, Marleen, Rudy en Kris.
Separatisme om het separatisme is geen doel. Wat erop volgt is dat wel. Onafhankelijkheid is een positieve situatie van ontvoogding en zelfstandigheid, aldus nog Defoort, en een voorwaarde om nadien te komen tot nieuwe samenwerkingsverbanden (eventueel in een confederatie van Vlaanderen met Nederland en Wallonië).
Jan Van de Casteele
Bron: www.vvb.org
19-01-2008
Stop de isolatie van de Gazastrook!
De politieke, economische en sociale isolatie van de bezette Gazastrook is een schending van het internationaal recht en heeft verstrekkende gevolgen voor de toekomstige vrede, ontwikkeling en veiligheid in de regio.
Wij, de ondertekenende internationale, Palestijnse en Israëlische ontwikkelings- en mensenrechtenorganisaties, roepen dringend op tot het stopzetten van de Israëlische blokkade en de internationale isolatie van de Gazastrook en tot dialoog en verzoening tussen de Palestijnse partijen. We pleiten eveneens voor het einde van Israëls veertigjarige bezetting in het belang van vrede en rechtvaardigheid voor iedereen.
Israëls veertigjarige bezetting van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem is en zijn beleid van afsluiting en isolatie hebben de bezette Palestijnse gebieden sterk versnipperd.
Israël startte zijn afsluitingsbeleid in de Gazastrook in het begin van de jaren 90. Sindsdien is de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling en de economie zienderogen achteruitgegaan. Vandaag zijn 1,5 miljoen Palestijnen opgesloten in de Gazastrook, enkel voorzien van druppelsgewijze humanitaire hulp. Ze zijn volledig afgesneden van de Westelijke Jordaanoever en de buitenwereld, zonder dat ze beschikken over de essentiële benodigdheden om te overleven, laat staan zich te ontwikkelen. Meer dan 80% van de bevolking leeft onder de armoedegrens.
Israël verzaakt aan zijn verplichtingen als bezettende macht omdat het de Gazastrook, afsluit, het als vijandig gebied behandelt, de toevoer van brandstof vermindert en dreigt met het afsluiten van de elektriciteit. Het treedt niet alleen het internationaal humanitair recht met de voeten. Maar zijn illegale beleid van collectieve bestraffing vergroot bovendien de frustratie en de wanhoop in de Gazastrook. Dit leidt niet tot veiligheid voor Israëlis of Palestijnen. De veiligheid van beide partijen is immers onlosmakelijk verbonden met elkaar.
De internationale gemeenschap heeft deze situatie verergerd door de Gazastrook verder te isoleren en de Westelijke Jordaanoever voorop te stellen bij de levering van hulp en het aanhalen van de diplomatieke banden. Hierdoor liet ze 1,5 miljoen mensen achter in armoede. Het gewelddadige einde van de Palestijnse eenheidsregering in juni 2007 en de breuk tussen Hamas in de Gazastrook en Fatah in de Westelijke Jordaanoever hebben de isolatie van de Gazastrook op de spits gedreven, ten koste van de gemarginaliseerde bevolking.
De voortzetting van dit isolatiebeleid is illegaal en zal enkel leiden tot meer leed. Dit bemoeilijkt vrede voor de hele regio. Prioritair zijn:
Het recht op werk en een adequate levensstandaard. De economie is verwoest aangezien 85% van de fabrieken de deuren sloten, 70.000 arbeiders hun baan verloren, import en export onmogelijk is en productie stil ligt.
Het recht op gezondheidszorg. Door de verslechterde omstandigeheden en het tekort aan medische voorraad kunnen de ziekenhuizen de patiënten onvoldoende behandelen in de Gazastrook. Patiënten die medische verzorging nodig hebben die niet beschikbaar is in de Gazastrook krijgen echter vaak geen toestemming om het gebied te verlaten.
Het recht op onderwijs. Studenten worden verhinderd om te studeren aan universiteiten op de Westelijke Jordaanoever of in het buitenland. Schoolboeken kunnen niet langer worden gedrukt door het tekort aan materiaal. De volgende generatie wordt het recht op onderwijs ontzegd, met verstrekkende gevolgen voor ontwikkeling.
Het recht op leven. De isolatie van de Gazastrook heeft geen eind gemaakt aan de Palestijnse raketaanvallen op Israël. De hele bevolking in de Gazastrook staat bloot aan Israëlische militaire aanvallen. Volgens het international recht moeten alle burgers, Israëlis en Palestijnen, beschermd worden.
Actieplatform Palestina, Adalah: The Legal Center for Arab Minority Rights in Israel, Addameer Prisoner Support and Human Rights Association, Al Haq, Al Mezan, Arab Human Rights Association, BADIL Resource Center for Palestinian Residency and Refugee Rights, Association belgo-palestinienne, Broederlijk Delen, Btselem, CARE International UK, Christian Aid, CODA International, Council for Arab-British Understanding, Culture and Free Thought Association, Defense for Children International-Palestine Section, Diakonia, Gaza Community Mental Health Programme, Gisha: Legal Center for Freedom of Movement, HaMoked, Housing and Land Rights Network - Habitat International Coalition, Ittijah-The Union of Arab Community Based Associations, Medical Aid for Palestinians, Medico International, Near East Council of Churches, Norwegian Church Aid, Palestinian Agricultural Relief Committees (PARC), Palestinian Centre for Human Rights, The Palestinian-International Campaign to End the Siege on Gaza, Palestinian Medical Relief Society, Palestinian NGO Network (PNGO), Physicians for Human Rights Israel, Plateforme des ONG françaises pour la Palestine, Public Committee Against Torture in Israel, Swedish Cooperative Centre, Trócaire, War on Want, Womens Affairs Centre, YMCA Rehabilitation Program and Beit Sahour YMCA, YMCAYWCA Joint Advocacy Initiative
Gelukkig weten Amerikanen niet te veel over Belgische politiek. Na een satelliet-interview met De Zevende Dag vroeg de cameraman op het dak van het CBS-gebouw mij of Brussel naast België lag. Hij had gehoord dat beide iets met elkaar te maken hadden.
Bestaat België nog?
Zodra ik echter een politiek geïnteresseerde Amerikaan ontmoet, volgt onvermijdelijk de vraag of België nog bestaat. Ik dedramatiseer en antwoord dat België zes regeringen heeft en er slechts één in moeilijkheden zit. Kortom: Belgium is not yet running out of governments. De verbazing over het aantal regeringen is meestal ook het einde van de dialoog.
De one liner waarmee ik de situatie probeer te redden, neemt natuurlijk niet weg dat er wel degelijk een probleem is. Internationaal wordt België gezien als een land dat bezig is te verdwijnen. Het is een Kingdom in its final days.
België is afgelopen
Het duurde lang voordat de internationale pers in de gaten had hoe ernstig de politieke crisis in Brussel was. Daarna kwamen alle grote Amerikaanse kranten met verhalen over het uiteen vallen van het land. De publieke opinie vatte de toestand met gekende haast samen: België is afgelopen, volgende onderwerp graag.
Een internationaal handelsmerk
De federale structuren zijn natuurlijk wat taaier dan buitenstaanders denken maar zelfs de meest geoefende Wetstraat deskundige kan niet meer ontkennen dat het Belgisch model vastzit. Tot voor kort was dit model een internationaal handelsmerk.
Ik herinner me hoe Jos Chabert, als Brussels minister voor het leven, naar Jeruzalem reisde om het Belgische model aan te prijzen voor de co-habitatie van Joden en Palestijnen. Ook in de Balkan crisis dook het Belgisch model regelmatig op als modus vivendi voor bijvoorbeeld Bosnie-Herzegovina.
Zelfs de vroegere secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, zag het Belgisch model als oplossing voor de jarenlange blokkade in Cyprus. Het Belgisch model had dus een intrinsieke waarde.
Bouwstenen
Eerlijk gezegd, zitten er in het Belgisch model veel bouwstenen voor het construeren van een maatschappij met bevolkingsgroepen die om één of andere redenen fricties hebben. Denk maar aan de scheiding tussen zaaks- en persoongebonden materies. Daarmee kan men een culturele autonomie bewaren binnen een samenleving die één fysieke infrastructuur veronderstelt.
Voor Sarajevo is zoiets nu een oplossing. Ook in Kosovo zal de EU elementen uit het Belgisch model voor de dag moeten halen om een samenleving levenswaardig te houden, naast uiteraard de
financiële steun.
Geen exportmiddel meer
Maar de voortdurende crisis heeft het Belgisch model als exportmiddel kapot gemaakt. Een Belgische minister van Buitenlandse Zaken moet nu in het buitenland uitleggen dat België nog bestaat. Ook de premier krijgt overal vragen. Tijdens een bezoek aan de Algemene Vergadering van de VN moet dat vrij irritant zijn geweest.
De lamme en de blinde
En ook het internationale zakenleven vraagt zich af hoe het nu eigenlijk zit. De buitenwereld ziet dat er in dat model ergens een ongeneesbaar virus van splitsing zit. De politicus die nu naar Israël, de Balkan, Congo of Cyprus trekt met het Belgisch model wordt weggelachen. Zo gaat De Gucht geregeld naar Congo om te spreken over nationale eenheid. Dat is gelijk de lamme die de blinde vertelt hoe hij de marathon kan winnen.
Derk-Jan Eppink
Bron: http://www.politiek.net/diogenes/22920
14-01-2008
Gouwreis naar Beieren, München en de Koningskastelen.
Op gebied van natuurpracht, bergen, kunst en prachtige kastelen, een werkelijk onvergetelijke reis in een aangenaam gezelschap en met onderlegde begeleiding.
Programma
Maandag 26 mei 2008:
Vertrek om 07.00 uur te Gentbrugge (Dienstencentrum - Braemkasteelstraat).
Met regelmatige stops en een vrije lunch naar Beieren in de omgeving van Oberammergau. Avondmaal en overnachting in hotel Ludwig der Bayer te Ettal.
Dinsdag 27 mei 2008:
Ontbijtbuffet in het hotel.
Bezoek aan het sprookjeskasteel van Ludwig II Neuschwanstein.
Nadien een wandeling in het stadje Füssen (grens met Oostenrijk).
Om te eindigen bezoek aan de kerk Wieskirche (behoort sinds 1983 tot het UNESCO wereld-erfgoed).
Avondmaal in het hotel.
Woensdag 28 mei 2008:
Ontbijtbuffet in het hotel.
Daguitstap naar München met eerst een bezoek aan de zomerresidentie van de Beierse koningen: Nymphenburg.
Wandeling met gids door het historische centrum van München met o.a.:
De Marienplatz en het Neues Rathaus;
de Asamkirche, Peterskirche, Frauenkirche, Michaelskirche, Theatinerkirche;
de Feldherrnhalle;
de Residenz;
het Hofbräuhaus;
En zoveel meer (ook tijd om te winkelen)
Avondmaal in het hotel.
Donderdag 29 mei 2008:
Ontbijtbuffet in het hotel.
Bezoek aan de distillerie en de Klosterbasilika met de sacristie in Ettal.
Bezoek aan het kasteel Linderhof, het buitenverblijf en ook het enige afgewerkte kasteel van Ludwig II met prachtige tuin en nagemaakte grotten.
Vrijdag 30 mei:
Ontbijtbuffet en uitchecken in het hotel.
Terugreis naar Gent met de gebruikelijke tussenstops.
Halfpension in:
Hotel Ludwig der Bayer
Kaiser Ludwig Platz 10-12
82488 Ettal
tel.: 0049/8822.9150
Is ook in de prijs inbegrepen:
4 x ontbijtbuffet,
4 x een viergangen menu s avonds,
Nederlandstalige reisleiding,
de inkomgelden voor:
Neuschwanstein, Linderhof, Wieskirche,
Nymphenburg, abdij Ettal (ong. 40 )
Niet inbegrepen:
Middagmaal op 26 mei in snelwegrestaurant.
Alle middagmalen, waarvoor tijdens de uitstappen voldoende tijd wordt vrijgemaakt.
Inschrijven vóór 1 maart door betaling van een voorschot van 150 per persoon via de bankrekening van VOS en met vermelding van het gewenste kamertype. Het saldo moet ons bereiken ten laatste op 10 april op KBC 737 0217896 77 (opgelet dit is de nieuwe rekening van VOS Oost-Vlaanderen).
12-01-2008
Nu of nooit
Het is dit jaar 90 jaar geleden dat er een einde kwam aan de Grote Oorlog. Aan het front was een samenhorigheidsbesef gegroeid tussen de Vlamingen, gediscrimineerd omwille van hun taal en afkomst. Na de wapenstilstand streefden zij verder naar samenwerking over hun levensbeschouwelijke verschillen heen. Gelovig of vrijzinnig, het maakte niet uit. In hun eisen tot zelfbestuur en nooit meer oorlog verenigd, brachten zij het beginsel van de godsvrede in de praktijk. Hun idealen inspireren ons nog altijd. Samenhorigheid is verzoenbaar met diversiteit.
Naast het respect voor andermans opvattingen bestaat er ook het respect voor gemaakte afspraken, bijvoorbeeld de taalgrens en de taalwetgeving in het Brusselse Gewest. Die afspraken worden echter niet nageleefd. De toepassing van de taalwetgeving in Brussel laat nog altijd te wensen over. In de Vlaamse Rand worden de Vlamingen getart door burgemeesters van het Front démocratique des Francophones (FDF), die met het Nederlands de vloer aanvegen. Dit incivieke gedrag wordt door alle Franstalige partijen goedgepraat. Allemaal vragen zij de uitbreiding van het Brusselse gewest op grond van de sociologische realiteit van de uitbreidende verfransing - eigenlijk een carte blanche. Niet verwonderlijk liet Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen zich ontvallen dat hij de wetsovertredingen spuugzat was. Maar de Franstalige partijen en media volharden halstarrig in den boze. Zij zijn maar civiek als het hen goed uitkomt. En in toepassing van de Franstalige godsvrede kwalificeren ze elke standvastige Vlaamse politicus die weerwerk biedt als een extremist.
De Vlamingen zijn - om de woorden van minister Keulen te herhalen - de Franstalige oekazes spuugzat. Het is nu of nooit om af te rekenen met àlle Franstalige vetos. Als wij Vlamingen in meerderheid kiezen voor het confederalisme of separatisme is dat niet beschamend zoals de Franstaligen, maar ook sommige Vlamingen ons aanwrijven - maar een politiek legitiem streefdoel. Dat snappen de Walen blijkbaar niet. Er valt vooral heil te verwachten van sociaal-economische argumenten om hen over de streep te trekken. Vlaanderen moet een eigen tewerkstellings- en gezondheidsbeleid kunnen voeren, een eigen fiscaliteit kunnen ontwikkelen. Gebeurt dat niet, dan komt niet alleen de vastheid van de Vlaamse, maar ook van de Franstalige welvaart in het gedrang. En dan verliest zowel Noord als Zuid.
De Franstaligen moeten ervan worden overtuigd dat de overdracht van ruime bevoegdheidspakketten zal uitlopen op een win-winsituatie, in het voordeel van zowel de Vlamingen als de Franstaligen. En vliegen vang je niet met azijn, maar met stroop. Het komt er dus op aan iedereen hiervan te overtuigen. Een sterk en zelfbewust Vlaanderen zal meer middelen kunnen spenderen om zowel intern als extern solidair te zijn. Vanuit een grote sociale bewogenheid zal Vlaanderen de eigen noden beter kunnen ondersteunen. En op basis van objectieve en transparante criteria kan het ook afspraken maken met onze Waalse buren, met andere regios en landen. Voor dat scenario gaan we.
Philippe Haeyaert - Algemeen voorzitter VOS Januari 2008
10-01-2008
De verliezersnota.
Guy Verhofstadt is een knap politicus. Met zijn nota over de staatshervorming slaagt hij er weer in de indruk te wekken een staatsman te zijn die zich boven de kibbelende kabouters verheft. Yves Leterme moet een staatshervorming uitdokteren, maar Verhofstadt zal het huiswerk even snel in zijn plaats maken. Want, moet de boodschap luiden, 'ik kan het wel'. Vloeit er geen akkoord uit, dan is het de schuld van Leterme. Pak aan,Yves.
De meest positieve beoordeling van de nota in Vlaanderen luidt dat beide zijden water in de wijn moeten doen. Verhofstadt, de man van het evenwicht. Wat stellen we vast? De regeringspartijen PS en CDH noemen de 'evenwichtige' nota onaanvaardbaar. VLD gaat akkoord. SP.A spreekt van een constructieve basis. Groen!, de meest belgicistische partij in Vlaanderen, is zonder meer 'enthousiast'. CD&V ('nuttig', zegt Etienne Schouppe, 'interessant en belangrijk', vindt Leterme) durft geen kritiek te uiten en vlucht voor de eigen schaduw. Zelfs de N-VA blijft om onduidelijke redenen voorzichtig en beperkt zich ertoe de betekenis van het document, dat Leterme dus 'belangrijk' noemt, te minimaliseren.
De toon is meteen gezet. De nota vormt een goede basis. De Vlaamse partijen die mogen meedoen, zijn content en dus moet er alleen nog wat worden opgeschoven in francofone richting. Psychologisch hangt politiek Vlaanderen al in de touwen.
Men kan analyseren wat er niet in de nota staat. Nogal wat van de Vlaamse verzuchtingen - goedgekeurd in het Vlaams parlement, opgenomen in Vlaamse regeerakkoorden, opgenomen in verkiezingsprogramma's van partijen die daarmee de stembusslag wonnen - zijn met geen vergrootglas terug te vinden. We noemen maar de gezondheidszorg, waarvan de defederalisering toch wel van het grootste belang is.
Anderzijds wordt een aantal bevoegdheden wel naar de deelstaten gebracht. Tot zo ver krijgen we de discussie over halfvolle en halflege glazen. Iedereen beseft dat niet alle Vlaamse wensen meteen zullen verwezenlijkt worden, maar dat stappen vooruit gezet zouden worden. Op dit punt kan enige Vlaamse mildheid in de beoordeling verdedigbaar zijn. Maar een sluitstuk voor decennia, zoals Verhofstadt nastreeft, kan dit natuurlijk niet zijn.
Niet het hele programma uitvoeren is geen kiesbedrog. Ingaan tegen het eigen programma is dat wel.
Het Vlaams kartel wou een staatshervorming die het zwaartepunt naar de deelstaten zou verschuiven. Nu liggen een federale kieskring (een internationaal onuitgegeven politiek fantasietje), een paritaire senaat met grondwetgevende bevoegdheid (verder blokkeren van de democratische meerderheid), nieuwe faciliteiten in de zes en samenvallende verkiezingen op tafel. Had CD&V die zaken voor de verkiezingen bespreekbaar genoemd, dan was er niet eens een Vlaams kartel geweest, leidde Leterme nu gefrustreerd de Vlaamse regering en moest Pieter De Crem zijn loopbaan als oppositieleider voortzetten. De basis van het Vlaams kartel-akkoord wordt daarmee opgezegd en meteen het contract met de kiezer.
Geen sprake meer van een onverwijlde en rechtlijnige splitsing van BHV. Slikken maar, CD&V.
Het Sint-Michielsakkoord, het voorbeeld van Bart De Wever, wordt fundamenteel uitgehold met de samenvallende verkiezingen. (Overigens ook een democratische enormiteit die nergens ter wereld bestaat. In dit land laten we de kiezer liefst zo weinig mogelijk aan het woord.) Uppercut voor De Wever.
De Vlaamse overheid wordt opzijgeschoven met federale oekazes over het minderhedenverdrag, schoolinspectie in de faciliteitengemeenten, rondzendbrief-Peeters. Kris Peeters tegen het canvas.
In een federaal akkoord worden afspraken gemaakt die een inmenging vormen in de Vlaamse autonomie, waardoor de deelstaten ondergeschikt worden gemaakt. Zelfs in het ophemelende commentaar van De Standaard op de nota-Verhofstadt lezen we van het 'gevaar voor een bevoogde autonomie van de deelstaten'. Er komt orde op zaken. De federatie wordt weer het uitgangspunt. Lekker vuurtje stoken met de fundamentele Vlaams kartel-beginselen.
We zouden vanuit Vlaams oogpunt Verhofstadts oefening de 'verliezersnota' kunnen noemen. Applaus op de banken van de partijen die op 10 juni een opdoffer kregen. Haaks in fundamentele punten op het programma van de winnaars van die dag.
Zijn verkiezingen dan inderdaad een wat lastig maar formeel noodzakelijk ritueel dat liefst zo weinig mogelijk invloed mag hebben op wat 'staatsmannen' bedisselen? Wat een verkiezingszege werd voor meer Vlaanderen, zou eindigen in meer Belgische tang op de deelstaten?
Het werkstuk van Verhofstadt is in ieder geval de natte droom van de Vlaamse oppositiepartijen Vlaams Belang en LDD. Als dit uitgevoerd wordt, winnen ze de volgende verkiezingen met de vingers in de neus.
Een grondige staatshervorming is nodig. Maar beter geen dan wat hier op tafel ligt. Laat het Vlaams kartel dan de eer aan zichzelf houden en voor de oppositie kiezen. Voor een fatsoenlijke politicus is de keuze tussen eervol woord houden en tot elke prijs deelnemen aan de macht gemakkelijk. Met deze nota wint in elk geval de anti-politiek. Dat is politiek die ingaat tegen gedane beloften. Als Vlaming ben ik teleurgesteld. Als kiezer voel ik me bedrogen.
Peter De Roover is de politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging.
01-01-2008
2008!
In de eerste plaats wensen we iedereen een fantastisch 2008 toe met veel geluk, voorspoed en een goede gezondheid. Laten we hopen dat in het nieuwe jaar werk zal worden gemaakt van meer Vlaanderen en vrede in de wereld.
Er mag dan al voor de kerstvakantie een interimregering zijn gevormd, daarmee zijn de cruciale hete hangijzers nog niet van de baan. Van enige euforie bij de aanvang was niets te merken en zelfs intern werden kritische bemerkingen geplaatst bij deze constructie. Misschien heeft België het gezicht voor het buitenland even kunnen redden, maar meer dan schone schijn kunnen we het niet noemen.
Alle aandacht is nu gericht op 23 maart, want dan zouden de grote lijnen voor een volgende staatshervorming worden gepresenteerd en zal Guy Verhofstadt (Open VLD) het roer doorgeven aan Yves Leterme (CD&V). Als minister in de nieuwe interimregering heeft Leterme de opdracht om deze staatshervorming op gang te brengen en de Franstaligen over de streep te halen. De vraag blijft of de huidige interimcoalitie de verschillende socio-economische programmas zal kunnen verzoenen? De crisis is even bezworen, maar niet opgelost.
Daarenboven ziet het er niet rooskleuriger uit. De mensen voelen nu ook dat het economisch niet voor de wind gaat en zien dat de koopkracht daalt. Met andere woorden worden we allemaal een beetje armer, en daar ligt de man in de staart wel wakker van. Het wordt ook steeds duidelijker dat deze dossiers nauw verbonden zijn met de communautaire situatie. In die zin lijkt 2008 een cruciaal jaar te worden.
De berichtgeving uit de wereld is aan het begin van het nieuwe jaar niet rooskleurig. In Kenia leidden de protesten na de omstreden presidentsverkiezingen tot een waar bloedbad. De waarnemers spraken van betwistbare verkiezingen en noemden het resultaat ongeloofwaardig. Ondertussen houdt het geweld aan en internationaal wordt gevreesd voor een etnische zuivering. Na de moord op de oppositieleidster Benazir Bhutto, is het protest in Pakistan geëscaleerd tot een gewelddadig treffen. In Irak bleek 2007 voor de Amerikaanse soldaten het zwartste jaar te zijn sinds de invasie in 2003. In volle feestvreugde werden we opgeschrikt door nieuwe bomaanslagen in Algerije en Sri Lanka, het aanhoudende geweld in het Midden Oosten, . Er is nog veel werk aan de winkel voor een vredevolle en rechtvaardige wereld.
Laten we in 2008 samenwerken voor een beter Vlaanderen en een betere wereld! Zo zetten we ons samen in om, trouw aan onze erflaters, het IJzertestament te realiseren.
-Activiteiten-
28 februari 2010 - 14u30 72ste Vlaams Nationaal Zangfeest: 'Vlaanderen aan zet!' Lotto Arena (Antwerpen)
30 mei - 3 juni 2010 Gouwreis: 'Ile De France'
juli 2010 Guldensporenviering Dienstencentrum (Gentbrugge)