Goede vrienden en medeleden van VOS,
Toen de broers Van Raemdonck in augustus 1914 gehoor gaven aan de oproep van koning Albert Vlamingen, gedenkt de Slag der Gulden Sporen, en zich meldden als oorlogsvrijwilligers, waren zij nauwelijks de school ontgroeid: Edward was 19 jaar en Frans pas 17. Van Frans zijn meerdere brieven bewaard. Op 29 november 1915 schreef hij Wij willen van België maken een nieuw land
Een nieuw België moet verrijzen uit dezen krijg! In Vlaanderen Vlaamsch! Wallonië Fransch. Wij zijn Germanen, geen Latijnen! Wij willen recht! Een brief van 23 september 1916 eindigt met En als ik val, dan eerst voor Vlaanderen, en voor België daarachter! Beide broers sneuvelden in de nacht van 25 op 26 maart 1917 tijdens een Belgisch offensief te Steenstraete. Edward was toen 22 jaar en Frans was er 20. Hun namen, samen met die van Renaat de Rudder, Joe English, Bert Willems, Juul De Winde en vele anderen die hun jonge leven verloren aan het IJzerfront, staan diep in onze ziel gebrand. Als leden van VOS voelen wij ons verantwoordelijk voor de uitvoering van hun testament Zelfbestuur, Nooit meer oorlog, Godsvrede.
Ik wil drie aspecten van dit testament actualiseren: het zelfbestuur, de openheid als kenmerk van volwassen zelfbestuur, en de godsvrede.
Ons institutioneel einddoel is een zo groot mogelijk zelfbestuur voor Vlaanderen. We beschikken weliswaar over een aantal bevoegdheden zoals cultuur, onderwijs en wetenschapsbeleid, landbouw, ruimtelijke ordening, wonen, openbare werken en mobiliteit, ook economie, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Doch vele van die bevoegdheden zijn onvolledig door het feit dat ze gedeeld worden met de federale overheid. Bovendien valt de ganse Sociale Zekerheid (SZ) buiten de deelstatelijke bevoegdheden. Vlaanderen en Wallonië zijn volgens de bijzondere wet van 8 augustus 1980, met aanvullingen in 1988 en 1989, weliswaar bevoegd voor het gezondheidsbeleid, voor het gezinsbeleid, voor het bejaardenbeleid en voor elementen die met arbeid te maken hebben, namelijk het economisch beleid, de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. Doch die bevoegdheden zijn grotendeels lege dozen gebleven, omdat de SZ-sectoren, die de hefbomen zouden moeten zijn voor die beleidsvormen, in de handen van de federale regering gebleven zijn.
Zo zijn we verzeild in de voor een volksgemeenschap beschamende toestand waarin we wel bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid, doch niet voor de ziektekosten- en invaliditeitsverzekering. We zijn bevoegd voor het gezinsbeleid, doch niet voor de gezinsbijslagen.
We zijn bevoegd voor het bejaardenbeleid, doch niet voor de pensioenen. We zijn bevoegd voor het economisch beleid, de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, doch niet voor de werkloosheidsvergoedingen. Wij hebben meer ambitie dan verzamelaars te zijn van lege dozen of van autos zonder motoren: wij willen een eigen Vlaamse SZ. Naast de beschikking over een eigen SZ veronderstelt echt zelfbestuur ook de mogelijkheid om zelf de belastingen te innen, nodig om het eigen beleid te voeren. Op dit ogenblik bedraagt onze fiscale autonomie slechts ongeveer 20%; de overige 80% van onze middelen krijgen we van de federale overheid: dat is consumptiefederalisme.
Wij willen 100% fiscale autonomie: dan pas zullen de kiezers hun Vlaamse parlementsleden kunnen belonen of straffen op basis van hun beleid met de centen die ze rechtstreeks van hun kiezers hebben gekregen. Een laatste voorwaarde voor echt Vlaams zelfbestuur is een afzonderlijke en rechtstreekse stem in het Europees beleid. Nu wordt er slechts één stem, namelijk op federaal niveau, uitgebracht en in afwezigheid van consensus tussen de deelstaten brengt België geen stem uit.
Over de staatkundige vorm van dat zelfbestuur, confederalisme of een onafhankelijke Vlaamse staat in Europa, kunnen we van mening verschillen. Ook over de strategie om dat doel te bereiken, de geleidelijke weg of de ééntrapsraket, kunnen onze opvattingen uiteen lopen. Belangrijk is dat die meningsverschillen niet leiden tot gebrek aan samenwerking en immobilisme. Elke stap voorwaarts is een winstpunt op voorwaarde dat er in andere domeinen geen stap achterwaarts wordt gezet en op voorwaarde dat latere te zetten stappen niet geblokkeerd worden.
Externe en interne openheid zijn kenmerken van volwassen zelfbestuur. Vanuit ons groeiend zelfbestuur moeten we in de eerste plaats meer contact zoeken met Nederland. We moeten ook niet bevreesd zijn om vanuit de Vlaamse regering nu reeds samenwerkingsakkoorden af te sluiten met Wallonië. We moeten de boodschap uitsturen dat de Vlaams-Waalse samenwerking zal verbeteren naarmate het zelfbestuur van beide deelstaten groter wordt. Ook in de Europese Unie (EU) moet onze wil tot eerlijke samenwerking worden gehoord. Sinds jaren bestaat er discussie over het bestuursmodel dat de EU moet aannemen: enerzijds zijn er de federalisten die een sterk supranationaal bestuur willen boven de lidstaten, anderzijds de confederalisten die de Unie zien als een bond van staten die hun soevereine beslissingsmacht behouden en delen. Ik geloof dat de Europese volkeren het meest baat hebben bij een confederaal Europa. Doch Vlaanderen moet ook zijn vreedzaam gelaat aan de wereld tonen. Dat kan door een ruime bijdrage te leveren aan efficiënte ontwikkelingssamenwerking en door resoluut te kiezen voor ondersteuning van de pacificatie in oorlogsgebieden. Een volwassen zelfbestuur stimuleert ook interne openheid. De toegenomen inwijking van de laatste tientallen jaren stelt ons, en gans West-Europa, voor een nieuwe uitdaging. Door te verzaken aan een integratiebeleid heeft de federale overheid het probleem laten verrotten en heeft ze gemeend een oplossing te kunnen bieden door de snel-Belg-wet, die de Belgische nationaliteit tot een lachertje maakte. Op Vlaams niveau is er wel een inburgeringsbeleid aan het groeien. Het is onze menselijke en maatschappelijke plicht de hand te reiken aan de inwijkelingen die zich in onze volksgemeenschap willen integreren. Er is evenwel een probleem met de doorstroming van allochtonen naar de arbeidsmarkt en naar het hoger en universitair onderwijs. Een belangrijke oorzaak is de taalachterstand. Vlaams minister van Onderwijs en Werk, Frank Vandenbroucke, is zich daarvan bewust en stelde een inschrijvingsplicht van alle vijfjarigen in de kleuterschool in het vooruitzicht vanaf 1 september 2009. Dat is terecht, want taalachterstand van allochtonen in het lager onderwijs wordt zeer moeilijk ingehaald. Ondanks de goede wil van vele allochtonen en autochtonen blijven er echter vele vragen en problemen. Hoe kan de snel-Belg-wet teruggeschroefd worden? Hoe kan een te sterke aangroei van de inwijking beperkt worden? We wensen immers geen vreemden te worden in eigen land. Hoe kan gettovorming voorkomen worden? We wensen immers geen duale maatschappij met uitbarstingen van geweld zoals in de Parijse voorsteden. Hoe overtuigen we Marokkaanse en Turkse jongeren ervan dat er ook huwelijkspartners zijn in Vlaanderen en niet alleen in Marokko en Turkije, zodat het taalprobleem voor de kinderen niet steeds opnieuw vanaf nul herbegint? Zal de Islam in Europa evolueren naar een variant, waarin kerk en staat gescheiden worden? Laten we dus gastvrij doch niet naïef zijn.
Tot slot een woord over godsvrede. In mei 1917 werd door de Vlaamse legerleiding aan het IJzerfront naast de zelfbestuursgedachte ook het godsvredeprincipe aanvaard. In de praktijk hield dat in dat de schoolkwestie tot nader order zou worden opgeschort. Professor Eric Defoort verwoordde en actualiseerde datzelfde principe recent met de zin Als het om de natie gaat, zijn we één. Indien onze Vlaamse politici het cordon rond het Vlaams Belang zouden opheffen, zou het zelfbestuur een flinke stap dichterbij komen. Hier is werk aan de winkel, ook voor de politici van het Vlaams Belang. Als niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging hebben we daar echter geen rechtstreekse invloed op. Waar we wel iets rechtstreeks kunnen en moeten aan doen is de broedertwist tussen IJzerbedevaart en IJzerwake. Er zijn acties en reacties geweest, waarover de spons moet kunnen worden geveegd. Genereuze mensen van goede wil uit beide kampen moeten elkaar terug ontmoeten, afstappen van het eigen enige grote gelijk en terug met elkaar praten. Hierin kan VOS een bemiddelende rol spelen. Dan komt misschien de dag dat we het gebed voor het vaderland niet meer apart doch weer samen kunnen zingen.
BESLUIT
1. Ons institutioneel einddoel is een zo groot mogelijk zelfbestuur voor Vlaanderen. Over de staatkundige vorm daarvan en over de strategie om dat doel te bereiken kunnen we van mening verschillen, doch die meningsverschillen mogen samenwerking niet verhinderen.
2. Onze zorg voor de eigen identiteit moet samengaan met openheid van geest en hart voor inwijkelingen en voor de andere volkeren in de Europa en in de wereld, zonder te vervallen in naïeviteit.
3. De godsvrede, tijdens de eerste wereldoorlog aan het front geformuleerd als de wil tot samenwerking over de levensbeschouwelijke grenzen heen tussen Vlamingen die ijverden voor zelfbestuur, blijft voor ons allen een plicht indien we dat zelfbestuur werkelijk willen binnen halen.
ZO VLAAMS MOET VOS ZIJN!
Eric Ponette 8 maart 2008
|