Mindfulness. Zegt het u iets? Ik las er artikels over en dacht dat het wel iets voor mij kon zijn. Dus schreef ik me in voor een cursus. Gedurende acht weken komt een groepje stresskippen één maal per week bij elkaar, onder leiding van de Grote Afkickkip en de andere dagen maken ze een uurtje per dag vrij om te oefenen. Oefenen? Inderdaad, we krijgen huiswerk: we moeten leren leven in het hier en nu, we moeten zijn. Ik vind dat geen onzin, anders had ik me niet ingeschreven. Ik vind het eigenlijk zo waar, zo poepsimpel, dat ik het gevoel heb dat ik zelf de grondlegger ben van die theorie. Maar de praktijk lijkt een ander paar mouwen.
Telkens ik dergelijk artikel of een boek over dit thema las, zat ik te knikken: ja, hoor, this is it baby, this is THE way of living. Van zodra het boek uit was, werden echter ook de prachtige inzichten terzijde gelegd. Vandaar dat ik op cursus ben gegaan. Ik heb op het intakeformulier plechtig aangekruist dat ik elke dag van de acht weken zal oefenen (anders mocht ik niet deelnemen). Volgende zaterdag wil ik natuurlijk niet als een gieter afgaan als de Grote Afkickkip op haar rustige en begripvolle manier aan ons allen vraagt of we flink gemediteerd hebben.
Zondag is het niet gelukt. Megadrukke dag, feestje elders, bezoek thuis, de was en de plas en doodop in bed, met iets van een beginnend schuldgevoel. Maar, zoals ik zaterdag gehoord had: elke dag, elk momént is een nieuwe mogelijkheid, je kan steeds herbeginnen, vriendelijk tegenover jezelf. Dus stelde ik vriendelijk mijn hoop op de volgende dag.
Maandag. Half tien 's avonds. Een ineengezakte pudding beslist dat uitstel uit den boze is. Er wordt puddingsgewijs gemediteerd, basta. Onze CD/DVD-speler werd onlangs vervangen door een Blu-ray versie, dus moet het schijfje in een ander laatje dan hetgeen waar ik het laatste decennium een vertrouwensrelatie mee had opgebouwd. De natuur heeft mij stiefmoederlijk bejegend, ik ben geen nerd en heb jammer genoeg niet het excuus een beauty te zijn. Wat ik ook probeer, ik krijg het ding niet aan de praat, ondanks het gegoochel met drie afstandsbedieningen. Hop, daar schiet de televisie ongevraagd aan (ik zwéér dat hij uitstond!) en op het TV-scherm duikt een lijstje op: Track 1 Track 2 Track 3. Ik kies voor track 3, de bodyscan, het langste nummer: 42 minuten zaligheid waarmee ik mijn schuld van gisteren probeer in te lossen.
Daar klinken de belletjes al! Snel spring ik de zetel in, ga languit liggen en luister naar de kalmerende stem van de vrouw die mij zegt dat ik okee ben, dat alles okee is, dat niets moet, dat ik nu enkel mag zijn. Zucht... ja, zijn... ja, okee... oww... als die TV de hele tijd aan blijft staan, dan branden die letters weer in op het scherm. Foert, dan is het maar zo. Ja, ik voel mijn adem, ja, in mijn buik, ja... die letters branden in!!! Ik huppel van de zetel naar de TV om die uit te schakelen, waarop ook mijn mindful-dame prompt het hazenpad kiest. Even een andere afstandsbediening proberen? Dit knopje in? Of uit? De CD even herladen? Of moet die versterker toch op DVD en niet op CD? Een Blu-ray is toch een soort DVD? Nee? Groempf.
Hondserdanhondsmoe en kattigerdankattekoleirig kruip ik onder de dekens, mét kersenpitkussen, zónder meditatie. Ik ben helemáál niet okee! En die Blu-ray speler ook niet! En die stomme TV evenmin. Ik verfoei de buitenlandse beurs die mijn man - degene die opstandige toestellen wél getemd krijgt - heeft opgeslokt. Knarsetandend eis ik mijn CD-speler terug. Wat een gesukkel, wat ben ík een sukkel.
Eén troost: de volgende zeven zaterdagen mag ik sukkel-onder-de-sukkels zijn. En halverwege de ochtend is er pauze, met koekjes! Geloof me, het zijn gaat je veel beter af met een chocolaatje of koekje in de mond.
Categorie:N. nieuws/columns
31-01-2010
Gedicht van de Stad Ronse 2010
Op 28 januari nam ik deel aan de feestelijke avond georganiseerd door de werkgroep Gedichtendag van de Cultuurraad van de stad Ronse. We werden verwelkomd in een witte tent op de markt, waar we een bekertje glühwein of groentensoep aangeboden kregen. Telkens er voldoende mensen waren, werd een groepje gevormd om de poëziewandeling te starten "in, op en onder het stadhuis". In de statige inkom werden gedichten voorgedragen, in verschillende burelen (zelfs in het bureau van de burgemeester), in de gemeenteraadszaal mochten we plaatsnemen aan de lange tafel en werd er met veel verve een fabel van Jean de la Fontaine voorgelezen. Heel gedurfd: in "De hond die de maaltijd bracht aan zijn baas" werd het verbrassen van het belastinggeld door de schepenen en hun zakenvrienden op de korrel genomen! In een ander lokaal kregen we een aangrijpend toneelstukje te zien dat het drama van Sabine Dardenne en Laetitia Delhez verbeeldde. We mochten ook een kijkje nemen in het kille "cachot" waar het toepasselijke gedicht Gevangenis te horen was.
Het "streepje muziek" en bijhorend drankje ging aan de twee laatste groepen voorbij gezien de voortschrijdende tijd. Er waren immers enorm veel deelnemers, een 240-tal (men heeft op een bepaald moment de inschrijvingen moeten stopzetten). Toen we in de zaal kwamen waar de prijsuitreiking plaats zou hebben, zat deze inderdaad al goed vol. Gezien mijn nominatie kreeg ik een plaatsje vlak bij het podium. Na een verwelkomingswoord door de burgemeester, maakte kinderboekenschrijfster Brigitte Minne op een heel aparte manier de namen bekend van de winnaars in de categorie kinderen jonger dan 12 jaar: Liam Decaluwé en Ismaël Rabhioui. De winnaars in de categorie jeugd (12 tot 18 jaar) waren Jana Dupont, Wouter Persoons en Lies Cansse. Toen was het de beurt aan de categorie volwassenen. Omdat tijdens de inleiding door voorzitter Marc De Turck een regel uit één van mijn genomineerde gedichten werd geciteerd en ook het woord "druppelsgewijs" viel, begon er bij mij een belletje te rinkelen... maar nog vóór ik de kans had goed en wel te beseffen wat dat gerinkel kon betekenen werd mijn naam reeds vernoemd en werd ik op het podium gevraagd.
Uit het juryverslag:
"Hoe 'door de tijd beslagen... herinneringen' op de grens van het nu-en-latermoment weer opwellen tot breekbare onzekerheden over wat de toekomst nog kan ontvouwen. Die 'gedichte' gedachte heeft de jury weten te boeien en vrijwel unaniem - "vanuit een buikgevoel" - ervan overtuigd de inzending "Druppelsgewijs" te bekronen als Gedicht van de Stad Ronse 2010 in de categorie der volwassenen."
Ik mocht toen mijn gedicht voordragen en nadat ik vermeld had dat ik kort tevoren ook een melodie bedacht had voor dit gedicht, mocht ik het ook zingen. Omwille van de emotie klonk mijn stem wat beverig (vond ik), maar het enorme applaus overtuigde mij ervan dat het publiek het toch kon waarderen.
De andere genomineerden waren Patrick Maroye, Cyrius Deheyt en Cyriel Gladines. Alle winnende en genomineerde gedichten, alsook de in het stadhuis voorgedragen gedichten werden gepubliceerd in een fraai bundeltje dat gratis werd uitgedeeld aan alle aanwezigen en dat eveneens kan worden afgehaald op de dienst cultuur van de Stad Ronse.
Na de prijsuitreiking werd het woord gegeven aan Pjeroo Roobjee, die gedichten van Hugo Claus voordroeg, af en toe onderbroken door een stukje saxofoonmuziek van Ben Sluijs. Daarna kwam de eregast van de avond voor de microfoon te staan: Jan Decleir. Die bracht met veel overtuigingskracht een gedeelte uit de monoloog "Gilles!", eveneens van Claus. Het was een feest hem bezig te horen: wat een acteur!
Tijdens de receptie was er ruimschoots gelegenheid om kennis te maken met mensen uit de cultuurraad, om te praten over gedichten, om te bedelen om een handtekening van Jan Decleir (welke échte Vlaming kan zeggen dat hij géén fan is van Decleir?) en om.... jawel, op de foto te mogen staan met hem, terwijl ik mijn trofee in handen hield: een staande koperen plaket, met daarop de alom bekende versregel van Lucebert "alles van waarde is weerloos" en de vermelding "Ronse gedichtendag 2010".
De nacht was kort, maar de herinneringen zullen duren... al zullen ook zij een waas krijgen en "druppelsgewijs" minder scherp worden.
Categorie:N. nieuws/columns
27-01-2010
Morgen: gedichtendag 2010
Druppelsgewijs
door de tijd beslagen krijgen herinneringen een waas zoals het lang ongebruikte glas dat achter in de kast staat
weet je nog of je zoet of bitter dronk? of het tikken van twee glazen klonk? of daarbij ogen straalden, stemmen streelden?
je slaat breekbare gedachten tegeneen en wat je toen zo zeker wist tracht je nu opnieuw te weten
elk heden heb je slechts te leen over de grens van het moment ligt het druppelsgewijs vergeten
Dit is één van mijn twee genomineerde gedichten in de wedstrijd van de Stad Ronse n.a.v. gedichtendag, met als thema "Over de grens". Om de gezongen versie te beluisteren, klik hier.
Categorie:A. in vrije vorm
25-01-2010
Stanka !
Voor meer informatie over deze nieuwe versvorm (een persiflage op de haiku): zie mijn bericht van 11 januari.
De regels in het kort: de stanka is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen.
***
een olifant plast vijftig liter daags, dat is dus geen kattenpis
***
de kameleon ook zonder baard niet herkend als geheim agent
***
jong kroostrijk gezin moeder wil niet aan de pil sloot vol kikkerdril
Categorie:E. stanka's
21-01-2010
Genomineerd in gedichtenwedstrijd Ronse
Ik kreeg bericht dat allebei mijn inzendingen werden genomineerd in de gedichtenwedstrijd editie 2010 georganiseerd door de Stad Ronse. Het thema was "Over de grens", wat ook het thema is van gedichtendag dit jaar.
Op 28 januari zijn de "Muzen in de stad": om 18u30 begint een poëziewandeling "in, boven en onder het stadhuis", om 20u30 start de academische zitting waar de winnende gedichten worden bekendgemaakt. Daarna brengen Jan Decleir en Pjeroo Roobjee een gevarieerd programma, begeleid door saxofonist Ben Sluijs. Aansluitend volgt een receptie.
Indien u zelf aanwezig wenst te zijn, moet u reserveren bij de Dienst Cultuur, tel. 055/23.28.01 of op cultuur@ronse.be Deelname is 5 euro per persoon.
Om de gezongen versie te beluisteren, klikt u hier.
Categorie:B. sonnetten
13-01-2010
Gebed aan de computer
Aangespoord door het voorbeeld van twee dichters op Het Vrije Vers schreef ook ik een pastiche op "Gebed aan de schrijfmachine" door Gerrit Achterberg.
Gebed aan de schrijfmachine
Machine, die het lied bevat, dat aan mijn vingers moet ontvallen: vergeef hun een voor een en allen het in u aangerichte kwaad.
Mogen zij zich tot vuisten ballen en samenvouwen in gebed over uw toetsen en getallen en leren uwe blinde wet.
(Gerrit Achterberg)
Gebed aan de computer
Computer, die gedichten kent waar ík nog geen idee van heb, vergeef me dat ik tranen dep en bid dat gij een inval zendt.
Mijn vuisten slaan op uw klavier want inspiratie is ver weg en wat ik op uw toetsen leg, is slechts mijn hoofd, geen schrijfplezier.
(Vera De Brauwer)
Categorie:C. gedichten op rijm
12-01-2010
Stanka !
Voor de regels waaraan een stanka - een persiflage op de haiku - moet voldoen: zie de tekst van gisteren.
de ooievaar vliegt bij vieze luier van 't kind liefst met tegenwind
***
duizend keren tik hooggehakt blijft ze een stoot oma duizendpoot
***
werkmier zijn is zwaar de baas heeft het veel leuker als mierenneuker
Categorie:E. stanka's
11-01-2010
Ik hou niet van haiku's.
Ik hou niet van haiku's. Ik kan begrijpen dat sommigen er wél van kunnen genieten, maar ik dus niet. Zeventien lettergreepjes waarin je je ei kwijt kan. Dat moet een héél klein eitje zijn, met een dooiertje van niets. En die eitjes hebben allemaal dezelfde kleur want elke haiku wordt verondersteld een intense natuurervaring te verwoorden. Als je die ervaring moet samenballen in drie uitgerokken gedachtestreepjes moet het inderdaad wel héél intens en compact zijn. Vandaar dat er zo vaak diezelfde geconcentreerde regendruppels in voorkomen, en bloesems, en wind, en vogeltjes... De haiku is in oorsprong een Japanse dichtvorm. Japanners hebben hun eigen taal, hun eigen schrift en een héél andere manier van communiceren, van kijken naar de dingen. Ik heb me laten wijsmaken dat vragen op zulke manier gesteld worden dat er steeds een positief antwoord mogelijk is, want een negatief antwoord is onbeleefd en dus uit den boze.
Men heeft die Japanse dichtvorm zo goed en zo kwaad als het kon naar het Nederlands vertaald, zodat men ook Nederlandstalige haiku's kon maken. Stel dat Japanners onze Belgische biefstuk/friet zouden willen vertalen. Frieten zijn te typisch Belgisch (vergelijk het met ons schrift), dus nemen ze in plaats daarvan iets Japans... eureka: rijst! En dan dat biefstuk, zo atypisch Japans (dat zou dan onze veel directere manier van communiceren kunnen voorstellen)... daar nemen ze toch gewoon vis voor? Een vis die ook in onze wateren voorkomt natuurlijk, het is immers een vertaling van ónze biefstuk/friet: de haring! Ziezo: haring/rijst, de Japanse versie van biefstuk/friet.
Persoonlijk vind ik het geen grote kunst in het Nederlands zeventien lettergreepjes ineen te knutselen die over de natuur gaan. Om me te amuseren heb ik er een persiflage van gemaakt: de stanka. De naam is ontleend aan het welriekend karakter van mijn eerste stukje dat de haiku op de humoristische korrel nam. Het is me er helemaal niet om te doen een kruistocht te beginnen tegen haiku's of hun schrijvers (elk doet zijn ding). De stanka is niet meer dan de light verse haiku.
Maar... dit lachertje heeft wél regels. De stanka is natuurgerelateerd (breed opgevat) en heeft een verrassend of humoristisch element, liefst in de laatste regel. Hij telt drie regels, bestaande uit 5-7-5 lettergrepen. De laatste twee regels rijmen.
De "oerstanka":
geurend naar lente omploegd veld op zijn paasbest na de kar met mest
Andere voorbeelden:
bij drie promille ging ze joelend uit haar dak de mug die hem stak
vader paard vermoedt dat vrouwlief hem heeft verschalkt want hun veulen balkt
Categorie:E. stanka's
08-01-2010
Zwijgrecht
waarover zwijgen we? dat waarvoor in het woordenboek van ons gevoel geen woord te vinden is? dat waarvoor we met alle woorden die ons ter beschikking staan kunnen duelleren?
wie gebruikt als eerste zijn tong voor de taal en niet om er zijn wonden mee te likken waar de stilte reeds als een pleister op ligt
ja? jij? zweeg je iets?
Categorie:A. in vrije vorm
07-01-2010
A small stone for a man, a giant rock for a kidney
Ziezo, ik ben gescand, mijn streepjescode werd vanochtend ingelezen in de kliniek van Ronse. Het vermoeden bestaat dat ik weer met nierstenen zit. Dat is een oud zeer. Ik werd geboren met een afwijking die gelukkig voor mij pas werd vastgesteld toen ik al uit garantie was. Terugdragen naar de ooievaar was er voor mijn ouders niet meer bij. Jammer genoeg waren er tegen dan ook geen wisselstukken meer op de markt voor dit verouderd model en dus werd het opereren en behelpen.
Als kleuter had ik regelmatig buikpijn (kan ik me niet herinneren, maar het verhaal doet de ronde) en dus ging moeder met mij bij de huisarts. Die stelde vast via een wichelroede dat ik een zwak levertje had en dat men er moest op letten dat ik niet teveel chocolade, eieren, frietjes, mayonaise, kortom al wat lekker is, at. Dus lette ik mijn hele jonge leven op, maar af en toe (gemiddeld zo'n drie keer per jaar) verging ik toch van de pijn in mijn rechterzij. De pijn kwam vooral 's nachts op en altijd was er wel een oorzaak te vinden: ik had het aangedurfd twéé eieren te eten, ik had een te grote portie frieten verorberd, ik had een gans chocolade paasei naar binnen gespeeld enz. Maar soms, heel soms had ik de buikpijngoden niet getart en werd ik toch gestraft. Zo lag ik een nacht krom van de pijn omdat ik een half brikpak Minute Maid had leeggedronken (ik kijk nog steeds argwanend naar het schap waar de dozen Minute Maid staan in de supermarkt en ik koop met een veel geruster gemoed Appelsientje). Tijdens het afzwaaifeestje van mijn neef had ik blijkbaar teveel verschillende drankjes soldaat gemaakt, met een slapeloze nacht als gevolg. En na een avondje uit in Het Wit Paard in Blankenberge, waar je in plaats van entree te betalen een reuzegrote consumptie kocht ("voor mij een litertje limonade alstublieft"), deed ik ook geen oog dicht. Jongens, wat een lever had ik toch, een kurkdroge, zo één die tegen geen vet en tegen geen nattigheid kon!
Toen ik vierentwintig was, vertrouwde een collegaatje mij toe dat zij óók een zwak levertje had, overgehouden aan het bezoek van nonkel geelzucht. En dus, raadde zij me aan, moet je véél drinken als je nog eens een crisis hebt, om je lever te zuiveren. Tijdens een weekendje Valkenburg kreeg ik weer pijn. "Zou mijn lever geen Hollandse maaltijd verdragen?" vroeg ik me af. Ik dronk er lustig op los, een beekje water kabbelde naar mijn nieren. En de pijn? Werd almaar erger én erger... Bij thuiskomst naar mijn eigen huisdokter gestapt die wat beter bij de pinken was en de tarotkaarten in zijn schuif liet liggen voor tijdens het weekend. Hij stuurde me door voor verder onderzoek en toen werd vastgesteld dat er niets mis was met mijn lever, maar dat ik wel een afwijking had aan de rechternier : een congenitale pyelo-ureterale junctiestenose (dat staat heel chic op mijn visitekaartje), oftewel een aangeboren vernauwing tussen de nier en de urinebuis. Dat beekje water kon met andere woorden niet tijdig afgevoerd worden en een ballon kun je ook niet blijven opblazen zonder desastreuze gevolgen. Er werd dus een flinke rits gestoken in mijn rechterzij, maar ik kon tijdens mijn herstel wel naar hartenlust chocoladerepen smikkelen.
Alles bleek in orde, tot ik zwanger werd en de niercrisissen terugkwamen. Het begon met een licht, zeurend gevoel dat ik heel verontrust - aan de gynaecoloog meldde. Die wou me eerst niet geloven: Ge zijt geopereerd aan uw nier en alles is hersteld. Alsof IK niet wist wat pijn aan mijn nier was! Na de eerste niercrisis, die naar goede gewoonte een uur of twaalf duurde, geloofde hij me al een beetje. Er volgden bezoekjes aan mijn dierbare vriend de uroloog, echootjes, een beetje medicatie (weinig tot niks, gezien mijn zwangerschap), het steken van een stentje omdat de niercrisissen steeds frequenter werden et voilà, na negen maanden : een gezonde baby en een uitgeputte moeder.
De eerste nierstenen werden verbrijzeld : It's a small stone for a man, but a giant rock for a kidney. Om een lang verhaal kort te maken: er volgden nog wat niercrisissen, nog een baby, nog twee verbrijzelingen en dan acht jaar absolute rust, in de nieren althans. In zoverre dat ik moest controleren waar mijn rits zat om te weten wat mijn slechte kant was. Maar nu weet ik dus ook zonder controle weer waar het niertje wringt. Er zijn erger dingen, véél erger dingen, en toen ik vanochtend door de gangen van het ziekenhuis liep, prees ik me gelukkig dat ik maar dát mankeer...
Categorie:N. nieuws/columns
04-01-2010
Ons kippetje Yvonne
Ons kippetje Yvonne heeft ons verlaten, ze zal voortaan geen eieren meer leggen. Zo'n pluimenbos, daar viel niet mee te praten, behalve tok wist zij niet veel te zeggen.
Een beetje dom of enkel braaf, gedwee? De underdog, al heeft ze nooit geblaft. De bazige, de felste van de twee (Yvette dus) heeft haar meermaals afgestraft.
Yvonne, zij kreeg een grafje bij de ren waar nu per dag één eitje valt te rapen. 't Is slechts een kip waardoor ik treurig ben, waardoor zoonlief vannacht niet in kon slapen.
Maar in de hemel vieren ze nu feest: het is al lang geen kip aan 't spit geweest...
Categorie:C. gedichten op rijm
03-01-2010
Nieuwjaarswens met strik errond
Terwijl men je op allerhande gedichtensites met poëtische nieuwjaarswensen van de sokken slaat, moet ik in gebreke blijven. Ik kan dat niet. Ik kan geen mooi verpakte wensen uit mijn mouw schudden en evenmin uit mijn toetsenbord. Daar waar vrienden en kennissen wellicht verwachten iets origineels, of op zijn minst ongewoons, op mijn nieuwjaarskaartjes aan te treffen, staan daar o schande - meestal slechts de standaard formules en daaronder de namen van onze gezinsleden. Dit jaar vond ik het zelfs ongepast de voorgedrukte wensen nog eens over te schrijven, alsof ik er anders vanuit ging dat al wie bevoorrecht is één van onze kaartjes te mogen ontvangen de voorkant van het hem toebestemde exemplaar niet eens had bekeken.
Nochtans heb ik op zich niets tegen nieuwjaarsgedichten, er bestaan echt wel smakelijke exemplaren, vooral als ze met een humoristisch sausje overgoten zijn. Veelal worden dezelfde ingrediënten gebruikt: het afsteken van vuurwerk (vooral in Nederlandse gedichten populair), stoppen met roken, diëten, niet meer roddelen, vriendschap, Liefde-met-hoofdletter, kortom: genieten van het leven zonder de excessen.
Welnu... ik wens iedereen hetzelfde, zonder het exces van een poëtische doos errond en een glanzende cliché strik.
Maar... om u niet op uw dichterlijke honger te laten zitten, volgt hier als afsluiter de haiku, werkelijk een uniek exemplaar want het is de enige die ik ooit zal schrijven (waarover later meer). Geïnspireerd door oudejaarsnacht:
Een gelukkig en gezond 2010 voor uzelf en al wie u dierbaar is.
Categorie:N. nieuws/columns
29-12-2009
Opgebaard vervoerd
Gisteren een dagje geopenbaarvervoe..., opengebaard verv..., opgebaard vervoerd. We startten blij- en vooral warmgemutst in het station van Oudenaarde, alwaar we onze trouwe vierwieler op de parking achterlieten. We boemelden tot in Gent Sint-Pieters, het eindstation van onze eerste treinreis. Er zit niet veel systeem in het omroepen van het eerstvolgend station waar halt gehouden wordt. Nu eens wel, dan weer niet, maar het eindstation wordt hoe dan ook afgeroepen. Dat ontlokte mij een aantal weken geleden - als enige - een schaterlach. Dames en heren, we komen aan in Gent Sint-Pieters. Vijf seconden radiostilte. Het station werd er plots nog aan toegevoegd...
De trein is altijd een beetje reizen, volgens de NMBS. En altijd een beetje verrassend! Ons vervoermiddel naar het kuststation Knokke had twintig minuten vertraging. Toen het kwam aangekropen werd er omgeroepen dat de reizigers voor Knokke in het eerste deel van de trein moesten plaatsnemen, de reizigers voor Blankenberge in het laatste deel (in Brugge werd de trein in twee gesplitst). Ik grapte nog: Hoe weten we waar het eerste deel eindigt? en: Wat doen ze met de reizigers in de middelste wagon? De trein was óvervol, ook de gangpaden. Alle Belgen naar zee! Toen we een tijdje aan het bollen waren, kwamen we via medepassagiers te weten dat de héle trein naar Blankenberge reed, dat was in Hasselt (!) reeds aangekondigd. Luttele minuten later werd ons via het omroepsysteem inderdaad meegedeeld dat reizigers voor Knokke desgewenst konden meerijden tot Blankenberge en daar de kusttram konden nemen. Dat wist men dus wél al in Limburg en nog niet in Gent? Na de trein dus de kusttram (veel tram, weinig kust want het is allesbehalve een mooi traject) en in Knokke ook nog de bus naar het Zwin. Grote affiches HET ZWIN IN DE WINTER... maar geen bus die er in de winter naartoe rijdt. We reden mee tot het eindpunt en deden de rest te voet. Het zwin is naar mijn gevoel te plat om echt móói te zijn. Ik hou van heuvels, niets aan te doen. Dus gingen we naar de verlaten duinen voorbij het Zoute : práchtig! Zeker in het winterse zonlicht.
Na een lange strandwandeling terug de bus naar Knokke genomen waar de kinderen een uurtje konden schaatsen op de ijspiste terwijl mijn man en ik het glühweinstalletje leegdronken. Daarna een portie friet-met-mayonaise-én-stoofvleessaus. C'est du chocolat qu'on met dessus? vroeg een Franstalige man mij met een grote glimlach op de lippen. Oui, du chocolat chaud! Vous devez l'essayer, c'est bon, antwoordde ik. Knokke, Het Zoute, men slaat je met Frans om de Nederlandstalige oren alsof dat deel van de kust aan Frankrijk grenst, terwijl het het meest noordelijk deel is van de Belgische kust! Ik heb niets tegen Frans (ik studeerde romaanse filologie), maar ik heb er wel een hekel aan als men je niet (óók) in het Nederlands kan te woord staan. Dit overkwam een collega van mijn echtgenoot toen die in een ijssalon in Knokke zijn ijscoupe enkel in het Frans kon bestellen. Sorry, dan zou ik groen uitslaan. (Une coupe pistache!)
De terugreis verliep zonder problemen, we haalden zelfs onze aansluiting in Gent ondanks de kleine vertraging van onze trein uit Knokke. (Welke trein moeten we hier hebben, mama? Dé trein Yente. Maar van welk perron? Van hét perron, er vertrekt hier maar één trein uit Knokke.)
Onderstaand niemendalletje schreef ik een jaar of zeven geleden:
Een dag aan zee geeft veel plezier: een koffie drinken op de pier, een lange wandeling op 't strand en tussen tenen kriebelt zand...
Oh néé! Het moet wel winter zijn! Dán vind ik 't zeetje reuzefijn. Geen blote lijven, geen gesmeer, maar rust en stilte des te meer.
Bottienen, wanten, muts en sjaal, een rooie neus, 't mag allemaal. En als de vrieszon 't zeetje raakt dan is míjn dagje strand volmaakt.
Categorie:N. nieuws/columns
25-12-2009
Kerst 2009
Hohohoo... Kerst zit er weer (bijna) op. Nu nog oudejaarsavond overleven. Vorige week zijn we enkele dagen naar Center Parcs geweest: Het Heijderbos, in Nederland. Het contrast kon niet groter zijn: met onze warme jassen, mutsen en handschoenen aan door de dikke laag sneeuw naar de "Jungle Dome", waar we de ganse bepakking achterlieten in kastjes. De kinderen trokken hun trui uit, korte broek aan en liepen dan in T-shirt in een nepjungle, met nepregen, hangbruggen, klauterparcours, trommels, nep Afrikaanse tronen, nepmaskers, nepwatervallen enz. Maar wel de grootste, prachtigste en échtste nepperdannep die ik ooit zag! Behalve de jungle, stond natuurlijk ook het subtropisch zwemparadijs op ons programma. Alleen heet dat tegenwoordig de "Aqua Dome", wat groter en belangrijker klinkt. Gelukkig voor mij waren daar ook "hot whirl pools". Niet dat ik zo graag als een soepkip gaar zit te koken in een pot bubbelend chloorwater, maar het deed wel enorm deugd aan mijn pijnlijke rug en schouder. Natuurlijk geneest een ontstoken spier daar niet van, dus kwam ik eenmaal terug thuis onder de infraroodlamp en aan de fluorescerende oranje pillen te zitten. Gezellig, op kerstavond, de lampen gedimd... de kindertjes rond hun oplichtende moeder...
Geschreven door Paul Ilegems zondag, 13 december 2009 13:04
Glühwein- en kruidengeur! Dàt wordt de colbolprijs! Mooie collage En prettig qua stof
Nu nog de naam van de Overgelukkige: Vera De Brauwer! Verdiend hoor! En of!
Maar ook Van Velzen plakt Allervoortreffelijkst En Van den Born dan! Je voelt dat: een prof!
Zodat ook zij met de Frietkoterijverzen Worden bedacht (Alsook wierook en lof)
Wat heb ik gewonnen? "De nooit herdrukte en volstrekt onvindbare bundel Frieten bakken van Paul Ilegems uit 1981." Dankzij de kakelverse eitjes van ons Yvonne en ons Yvette maak ik de smakelijkste mayonaise voor erbij...
Categorie:G. collagebollekes
10-12-2009
Houvast
hoe kan het dat een halm meer houvast biedt dan een boom?
als ik mijn armen sla rond die kloeke stam kunnen mijn vingertoppen elkaar niet raken ze tasten in onzekerheid
bij elke halm daarentegen die ik met de pink omvat beeld ik me in: die kan ik aan die is van mij
al groeit hij net zo goed op land dat mij niet toebehoort
Categorie:A. in vrije vorm
02-12-2009
Collagebolleke (4)
Een laatste colbolleke... op een iets gedurfdere toon. Het kan uw koude nachten misschien wat opwarmen?
Categorie:G. collagebollekes
28-11-2009
Collagebolleke (3)
De winter staat voor de deur... dus knipte ik een colbolleke bij elkaar in winterse sfeer.
(Klik op de foto om de tekst beter te kunnen lezen.)
Categorie:G. collagebollekes
27-11-2009
Collagebolleke (2)
Eens je je een tijdje over het collagebolleke hebt gebogen, lees je de reclamefolders met andere ogen: steeds speurend naar zeslettergrepige woorden... En dan komt er het volgende uit de bus.
"Tijden veranderen"
(klik op de foto om de tekst beter te kunnen lezen)
Categorie:G. collagebollekes
Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.