ik speel mijn leven niet in driekwartsmaat maar in een ritme dat geen constante kent behalve die van veel te snel en elke toon te zacht, te hard, te dof, te schel te levensecht
Categorie:A. in vrije vorm
14-08-2010
Zomerwandeling
Na ons nat avontuur duurde het twee dagen eer onze
bergschoenen droog waren. Toen het eindelijk zover was, zat de gletsjer ook iets
minder in de wolken. Dus slikten we 's ochtends bij het ontbijt een
Hou-maar-alles-binnen-pilletje, namen de lijnbus en reden de Stelviopas op. Bij
elk van de 48 bochten toeterde de chauffeur even, kwestie van de tegenliggers
te verwittigen. Helemaal betoeterd stapten we boven aan de pas uit en voelden
onmiddellijk dat het eufemistisch gesproken aan de ietwat frisse kant was. De
regenjasjes werden uitgehaald, niet omwille van een dreigende bui, maar tegen de kou. De zonnepetten werden opgezet, niet tegen de zon, maar tegen de wind. Zo
begonnen we aan wat volgens de borden een wandeling van vier uur zou worden: de
Goldseewanderung.
We waren nog maar goed vertrokken of onze handen voelden
reeds versteven aan. Handschoenen en mutsen lagen veilig thuis, in onze Vlaamse kast, dus
moesten we inventief zijn. Een handdoekje kon rond een hand gewikkeld worden en
het nylon zakje waarin een regenjasje had gezeten paste ook net om een hand. En
hé... had mijn echtgenoot geen twee paar kousen aangetrokken? Huppekee, één
paar werd aangeslagen om mijn handen warm te houden. Tot slot werden enkele
wandelstokken ingeschroefd en in de rugzak gestoken zodat resterende handen in
broekzakken konden verdwijnen. De kapjes van onze regenjasjes werden over de
zonnepetten getrokken en met een sluiting vastgezet.
Een eindje verder kwam een dame in trainingpak ons tegemoet gejogd.
Ze stopte even en mijn man vroeg hoelang ze erover gedaan had om tot daar te
geraken. Eine Stunde! Wij knikten bewonderend. Eén uur in het doorgaan en één uur in het
terugkeren, voegde ze eraan toe. "Aber jetzt bin ich mude." Zo?
Aangemoedigd door de prestatie van deze dame probeerden we de pas erin te
houden, zonder daarom minder te genieten van het fabuleuze uitzicht of minder
onze zakdoek uit te halen om onze kille neuzen te snuiten. De Goldsee, riep
mijn man en wees naar een plas water in de diepte. Ik weigerde te geloven dat
dit buitenmaats voetbad een "See" kon zijn, maar toen ik met eigen
ogen het bord met de naam erop zag staan, capituleerde ik.
Nog steeds goed ingepakt volgden we het pad. Plots kwam ons
een dame tegemoet in short en topje met spaghettibandjes. Het strand kan nu niet
veraf meer zijn, verwittigde ik onze kinderen. De volgende tegenligger was een
kudde schapen. We lachten met de grappige snuiten die de schapen trokken tijdens
het kauwen. Na dik drie uur stappen kwamen we aan bij de Furkelhütte waar ik
met smekende blik informeerde of ze ook warme wijn serveerden. Of ik niet
liever Glühwein wenste? Minuten later legde ik mijn handen rond het dampend glas en snoof met
rode neus de kruidige geur op. Ah, wat kan een zomerwandeling in de bergen toch
heerlijk zijn.
Categorie:N. nieuws/columns
10-08-2010
Wat een geluk
We zouden een wandeling maken op grote hoogte. We konden met
een bus de Stelviopas oprijden, ginder het wandelpad nemen naar de
Furkelhütte en vandaar met de stoeltjeslift terugkeren naar het dal. Enig
probleem:het weer. De gletsjer zat in
de mist en de lucht was grijs met dreigende wolken. Volgens de hotelbaas zou
het absoluut niet regenen. Toch stelden we onze hoogtestage liever een
dagje uit en kozen voor een wandeling dichterbij, naar de Berglhütte. Die
wandeling overbrugde op een relatief korte afstand een hoogteverschil van 600
meter. Ik had de hele tijd het gevoel
dat ik aan het traplopen was. Na driekwart van de beklimming passeerde ons in
tegenovergestelde richting een Engelse familie die ons de Apfelstrüdel
(alweer...) aanraadde. Na 14.786 treden kwam de hut in zicht. Omdat ik zelf
meer zin had in iets hartigs, bestelde ik een kom Gulaschsuppe, de rest van het
gezin koos voor de Apfelstrüdel. De jongen noteerde de bestelling. Toen hij naar
de keuken wilde vertrekken, viel het hem te binnen dat de Strüdel op was. Leuke
Engelsen: de laatste porties verorberen en dan de wandelaars het water in de
mond laten komen! Dan maar een Linzer Torte. We lieten het ons smaken en vroegen
ons af hoe men toch al die spijzen en dranken naar de hut brengt. Ze ligt
onbereikbaar voor een helikopter en er is geen kabellift te bespeuren. Hoe men
het doet wanneer er veel proviand moet worden ingeslagen, weten we niet, maar
we hoorden van andere hotelgasten dat de zoon voor de kleinere boodschappen
"gewoon" even naar het dal loopt. U wenst Kaiserschmarren, mevrouw?
Geen probleem! Het poedersuiker is wel op, dus als u enkele uurtjes geduld
hebt, ga ik die snél even halen. Nog een thermosje koffie ondertussen?
Toen we uit de hut kwamen, zagen we nog wel een hand, maar lang
geen dal meer voor ogen. Hoho, wat een mist! Plezant, geheimzinnig,
spookachtig, dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. We volgden, nog net niet
op de tast, het pad naar beneden. Toen we onder de mist kwamen, voelden we echter
- letterlijk - nattigheid. De lieflijke dropjes werden dikke druppels en
uiteindelijk werd het een Plensbui met hoofdletter, die met korte tussenpozen
twee uur aanhield. Al snel waren we een lopende voorstelling van de nieuwste
zegswijze "nat tot op het gat". Tot overmaat van ramp begon het te
onweren. De bliksem flitste rond onze oren, op luttele seconden gevolgd door de
donder. Doodsbang raceten we door het naaldbos, waarbij we bij elke looppas het
water tussen onze tenen voelden naar boven stromen in onze bergschoenen.
Kleddernat kwamen we toe in het hotel. De receptioniste wees
ons het Trockenraum aan, waar in de winter de skikledij en -schoenen gedroogd worden en waar wij onze natte kleren
van het lijf stroopten. In minimale kledij, om geen aanstoot te geven, ging
mijn echtgenoot onze badjassen halen. Rillend van de kou kropen we in de sauna en daarna onder het donsdeken. Omdat het Trockenraum 's avonds voortekenen van vijvervorming vertoonde, bood de hotelbaas (die gezien zijn
leeftijd gelukkig nooit de job van weerman zal ambiëren) aan om onze kleren in
de droogkast te stoppen. Onze schoenen, die we bij aankomst in het hotel hadden
leeggegoten in de bloembakken, werden gevuld met oude kranten en in het
chauffagehok geplaatst, dicht bij de ketel. Wat een geluk dat we die ochtend besloten hadden niet naar de Stelvio
te gaan, we waren de dans toch maar mooi onsprongen!
Categorie:N. nieuws/columns
05-08-2010
Smulpapen
Ik heb een gezin van smulpapen. En ik ben de smulsmurf.
Gelukkig heeft niemand van ons aanleg om te verzwaren, anders rolden wij 's
ochtends de deur uit. Soms denk ik dat ik Watetenwevanavond heet, gezien dit
het eerste is dat ik te horen krijg wanneer de kinderen van school komen.
Maar zelfs voor ons is teveel teveel, dat hebben we tijdens
deze reis herontdekt. Bij het uitkiezen van een hotel zijn de beoordelingen van
de maaltijden door vroegere gasten van doorslaggevend belang. Als er gesproken
wordt over een karig ontbijt of als door een dame, die wij ervan verdenken aan
het lijnen te zijn, wordt geopperd dat het avondmaal "bescheiden maar zeer
smaakvol " is, dan haken wij af. Op reis wensen wij aan te zitten aan een
Bourgondische feestdis, rijkelijk voorzien van voorafjes en nadientjes. Dat was
net wat vroegere gasten van Hotel Madatsch ons beloofden.
De eerste dag kwamen we vier uur later toe dan voorzien. De
Duitsers wachten namelijk ieder jaar met het plannen van hun wegenwerken tot
wij onze reis geboekt hebben. Daarna is het als bij toeval steevast óns traject
dat moet vernieuwd worden. Blijkbaar hadden we via Zwitserland moeten rijden,
dan was de file-ellende ons bespaard gebleven. We geraakten echter veilig en
wel, zij het verlaat, met de stijve beentjes onder onze mooi gedekte tafel. Een
zesgangendiner bij kaarslicht? Na veertien uur en een half in een auto zegden
wij niet neen. Ook niet tegen het ontbijtbuffet de volgende ochtend. Uit alle
verse broodjes koos ik er één uit waarvan de smaak me verraste door een héél
lichte anijstoets. Ik ben niet zo gek op anijs, maar ik heb wel elke dag zo'n
aparte "Vinschgauer" gegeten (genoemd naar de streek in Zuid-Tirol
waar wij verbleven). Drie keer per week organiseerde de hotelbaas een kleine
receptie met aperitief en hapjes, tijdens dewelke we konden kennismaken met de
andere gasten, en waarna het gebruikelijke vijf- of zesgangendiner volgde.
Na enkele dagen overvloed lieten onze magen weten dat het
ook wel iets minder mocht zijn. Dus werd er al eens een portie soep geweigerd
of vroegen we tot geamuseerde verbazing van de kelner slechts twee
voorgerechten en twee lege borden om daarop de helft van de reuzenportie over
te scheppen. Op een dag gebeurde het onvoorstelbare: ik vroeg om mij geen
dessert te brengen. Wirklich
nicht? No thanks, these portions are too big. I really had enough. Dat de kelner even later toch met vier mooi gedresseerde borden uit
de keuken kwam, had niets te maken met een eventueel minder goede kennis van het Engels. Hij zette één bord neer voor de dochter, één voor de echtgenoot, één voor de
zoon... Daarna plaatste hij het laatste bord op zijn linkerhandpalm, op mijn
ooghoogte... en draaide het met rechterduim en- wijsvinger langzaam rond. Und? Was sagen Sie jetzt? fleemde hij glimlachend. Ach, kom hier met dat bord, zuchtte ik, ten teken van overgave. En zie: hij verstond zomaar Nederlands!
Categorie:N. nieuws/columns
03-08-2010
Weer thuis
We hebben de bergen de bergen gelaten en zijn weer thuis. Eén berg is ons gevolgd: de vuile was. Nu ik
het propere sokken- en slipjesbestand weer tot normale proporties heb kunnen
doen stijgen (om van de quasi volledige iets-meer-stof-bevattende zomercollectie
te zwijgen), ga ik enige anekdotes voor de vergetelheid behoeden. Je maakt wat
mee wanneer je op reis bent. Twee weken uit huis bezorgen je een schat aan
inspiratie. Eerst moeten die hersencellen natuurlijk terug wennen aan het
Nederlands. De eerste dagen thuis had ik de neiging om
"Entschuldigung" te zeggen waar een "sorry" op zijn plaats
was.
Ik ken zeer weinig Duits, dus moet ik me uit de slag trekken met
Frans, Engels en bestoft Spaans. Vervelend vind ik dat! Wil je de kelner vragen
om de chef een compliment door te geven voor het superieure dessert, dan sta je
daar met je mond vol tanden waar de restanten Halbgefrorene Amarettomousse mit
Schokolade Blitze und marinierte Erdbeeren nog aan kleven.
Hoewel we volgens de
landkaart in Italië verbleven, konden we op elke hoek Apfelstrüdel mit
Vanillesauce krijgen, maar toen mijn dochter verlekkerd naar Tiramisu op zoek
ging, vond ze het niet op de menukaarten. De streek heet niet voor niets
Zuid-Tirol. Alle plaatsnamen staan er eerst in het Duits en dan in het
Italiaans. In elke winkel, hotel of restaurant word je in het Duits bediend
door personeel in typisch Tiroolse klederdacht.
Toen we met de auto de 48
haarspeldbochten van de Stelviopas namen (de genummerde borden wellicht gesponsord
door Touristil) en boven in een
Zuid-Tiroolse versie van Blankenberge terechtkwamen, spraken de verkopers in de
souvenirwinkeltjes echter Italiaans! Zo ook de kelner in de bar van het 3.170 meter hoog gelegen Hotel Livrio, dat ongetwijfeld genomineerd is voor de prijs van Lelijkste Hotel ter Wereld en enkel te
bereiken is via een peperdure kabellift. Heisse Schokolade mit Sahne? Daarvoor moest
hij een collega halen die Duits verstond. Een perfect tweetalige dame legde mij
uit dat het personeel boven aan de Stelvio Italiaans spreekt, omdat het afkomstig
is uit Bormio, het eerste dorp aan de andere kant van de bergpas... die in Zwitserland
ligt. Ik verpinkte niet eens. Ik kom uit België, wanneer het talen betreft, schrik
ik nergens meer van.
Op 8 april van dit jaar plaatste ik een stukje getiteld "De weg naar Gent". Deze tekst was de aanleiding tot het schrijven van volgend sonnet. Wie de tekst wil (her)lezen, kan in het archief in de rechterkolom op "4-2010" klikken. Daarna naar onder scrollen.
Op weg
Stelt u zich voor: een stad na middernacht,
een echtpaar loopt door de verlaten straten,
in opperbeste stemming. Onverwacht
stopt er een auto en stopt ook het praten.
Een man stapt uit en heeft niet in de gaten
hoe bang zij zijn, op bruut geweld bedacht,
omdat hij zelf, gevolgd door onverlaten,
ternauwernood ontsnapte aan de jacht.
Daar staan ze, oog in oog met elkaars angst.
De vreemdeling vertelt zijn wedervaren,
van hen gedrieën is hij zelf het bangst.
Hij moet naar Gent, waar zijn familie woont.
Hun glimlach brengt zijn beven tot bedaren.
Daar gaan ze. Wie heeft wie de weg getoond?
Categorie:B. sonnetten
15-07-2010
Moe
Wat heb ik een mottige nacht achter de rug. Ik ben doodop. Gisterenavond ben ik pas na het inventariseren van het hele schapenbestand van Schotland in slaap gevallen. Ontelbare keren wakker
geworden, onder andere van gesnurk aan gene zijde en van pijn in de knieën aan deze zijde (ik
heb dat de laatste tijd vaker, misschien zijn het krimppijnen). Uiteindelijk
het Grote Ontwaken, terwijl het nog pikdonker was. Zo pikdonker als slaand op het betreffende lichaamsdeel van een Afrikaan van tegen de evenaar. En dan wachten op het Licht en
op de wekkerradio.
Om, wanneer die laatste dan uiteindelijk begint te spelen en via gene
zijde direct het zwijgen wordt opgelegd, te denken dat ik de paar maten popmuziek enkel gedroomd heb. Nee hoor, het is dag! Een klets water in het gezicht, een paar koppen koffie en een paar boterhammetjes moeten me opkikkeren. Het gisterenavond uit de diepvriezer gehaalde half brood blijkt rozijnenbrood te zijn. Donderdag wordt plots een beetje zondag. De eerste, wat droge snee wordt gepromoveerd tot toast. Lekker, met goede boter, of boerenboter zoals wij thuis zegden. De broodrooster vindt echter dat het nog lang geen zondag is en spuwt een halfverbrande toast uit, die ik koppig toch naar binnen speel, na het afbreken van de zwartste stukken. 's Mans brooddoos wordt liefdevol gevuld en uitgewuifd. Straks ga ik boodschappen doen. De tassen hangen al klaar... onder mijn ogen.
Categorie:N. nieuws/columns
12-07-2010
Voetbal
Voetbal, ik word er niet koud en niet warm van. Enige jaren
terug mocht ik via het systeem van Chinese vrijwilliger als gezelschapsdame van een klant fungeren. De vrouw had via een wedstrijd, georganiseerd door de
bank waar ik toen aan het loket zat, een zitje in de Business seats gewonnen.
Eerst een lekker menuutje, overgoten met bijpassende wijntjes, dan een
comfortabele zetel om hoog en droog de match te volgen. Nu ja, droog... we
werden voldoende voorzien van allerlei natjes.
Of ze een voetballiefhebber was? Welnee, ze deed gewoon mee
aan alle wedstrijden in de hoop ooit iets te winnen, vertrouwde ze me toe. En
kijk, het was haar gelukt: ze had prijs! Naar het voetbal! We waren de enige
vrouwen in het gezelschap en amuseerden ons opperbest. Het eten smaakte, de
wijn ook. Verzadigd ploften we in de zachte zetels. De match begon, ons
babbeluurtje ook.
Oh? Was het al koffiepauze? Sorry, halftime bedoel ik. Time for
desert! En een pousse-cafeetje. Giechelend trokken we opnieuw
richting zeteltjes. Vreemd, dat onze ploeg blijkbaar in eigen doel trachtte te
shotten. Hoezo? Was dat ons doel niet meer? Hadden we gewisseld? We stoorden er
ons niet aan en babbelden verder. Plots stonden alle mannen in de kamer recht.
Beteuterd rondden de klant en ik ons gesprek af, niet wetend welke ploeg
gewonnen had.
Hieraan moest ik gisteren terugdenken toen ik het laatste
kwartier van de match Nederland-Spanje bekeek, de verlengingen en het doelpunt
van Spanje. De oranjegekte was misschien wat overdreven, anderzijds trad het
land toch als één natie naar buiten.
Stel je voor dat België mee had mogen doen aan het WK.
Veronderstel heel even dat we een paar matchen hadden gewonnen. Hoe zouden
"wij" gesupporterd hebben? Met de nationale driekleur in onze handen?
Met zwart-geel-rode strepen op onze gezichten? Met dito mutsen en pruiken? Of
zouden de straten gevuld geweest zijn met Vlaamse leeuwen en Waalse hanen? En wat
als het dan geen Iniesta was die de beslissende bal het net inschoot, maar zo'n
leeuwke, of zo'n haantje? Was het dan op slag toch een Belg geworden?
Categorie:N. nieuws/columns
07-07-2010
Azijn
"Nee,
het is niet gemakkelijk. - Tuurlijk, tuurlijk! - Ja, ge kunt niet anders
hé." Haar helft van het gesprek is door iedereen te volgen. Een vrouw is
aan de balie gaan staan. De belster klemt haar gsm tussen oor en schouder en
praat verder. Ondertussen neemt ze het boek, scant het in, neemt het biljet van
20 euro, legt wisselgeld op de balie, steekt boek en kassabon in een plastic
zakje. Dat alles zonder één woord met de klant te wisselen, zonder haar een
blik te gunnen.
Een meisje
en een jongen komen naar de balie met een Bongobon en een boek in de vorm van
een pizza. "Ik ga u moeten laten. - Ja (zucht), het is druk." Of in
de Bongobon ook het proeven van de wijnen inbegrepen is? Nee, het is enkel een
bon om wijn mee te kopen. Of ze die bon met het proeven erbij misschien ook
heeft? Zou kunnen. Verveeld wijst ze naar het rek. Of het dezelfde prijs is?
Nee, het zijn allemaal verschillende prijzen. Overbluft door deze overdaad aan
hulp beslissen de jongelui de bon toch maar te kopen. Zou ze hem alstublieft
willen inpakken? Zonder te antwoorden neemt ze het doosje en draait zich om.
Wanneer ze het prijsetiket er heeft afgehaald komt de jongen opgewekt met een
ander doosje naar de kassa: gevonden! Met een gezicht alsof ze zelf azijn aan
het proeven is, hoort de onwillige sommelier het meisje vragen of ze
alstublieft déze bon wil inpakken en niet de andere.
Er wordt
afgerekend: Bongo in feestkostuum en pizza verdwijnen samen in een zakje. Blij
dat ze het perfecte cadeau gevonden hebben, zelfs zonder hulp van de boze heks,
wensen Hans en Grietje haar nog een fijne namiddag toe. Zij hoopt in stilte dat
ze verloren lopen in het grote winkelbos. Brr, dan is het mijn beurt om mijn
vinger door de tralies te steken.
Misschien
denkt ze dat alle boeken in haar winkel unieke exemplaren zijn. Dat alle
auteurs een nergens anders te verkrijgen boek hebben geschreven, speciaal voor
haar. Háár boeken dus, die ze eigenlijk liever niet verkoopt. Wat zal ze
gelukkig zijn dat ik voortaan mijn boeken elders ga kopen. Daar waar ik er een glimlach
als gratis bladwijzer bijkrijg.
Categorie:N. nieuws/columns
04-07-2010
Op kamp
Hij is op kamp
vertrokken. Alleen. Met een klasgenootje, met honderden andere kampgangers,
zonder ons. Zijn zus gaat al jaren op kamp. Die laat ons nog voor de
jaarwisseling al weten dat ze de volgende zomer weer op kamp gaat, samen met
haar vriendin. Voor het geval we zouden durven twijfelen.
Hij niet.
Toen ik begin dit jaar polste of hij dan nooit zin had een weekje te gaan
ravotten met leeftijdsgenootjes, besliste hij plots het ook eens te proberen.
Over hoeveel nachten spraken we? Zeven. Ik zag hem de zeven nachten ver van
huis afwegen tegenover het eventuele meerplezier. Het risico leek draaglijk...
als er iemand uit zijn klas meeging. Ik vroeg wiens ouders ik moest opbellen.
De moeder die ik aan de lijn had, was onmiddellijk enthousiast, net als de zoon.
En dus
staan we hen op de eerste dag van de grote vakantie samen uit te zwaaien. Een
half uur lang, omwille van de schijnbewegingen die de bus maakt. Twee moeders, twee
zonen. Twee slaapzakken, twee bomvolle tassen met ondergoed, T-shirts, shorts,
zonnemelk factor 50 omdat 100 niet bestaat, en alles wat nodig is om een week
te overleven vanonder moeders vleugels.
Thuisgekomen
zoek ik een kaartje. De dochter is het gewoon maffe post te krijgen van het
thuisfront. Hij niet. Twee schaatsende ijsberen onder een lucht vol sneeuw?
Ideaal. Op de sjaals van de beren schrijf ik respectievelijk zijn naam en die
van het klasgenootje. Kaartje geschreven, adres op de envelop, postzegel erop,
klaar op de keukentafel. Daarna leg ik de computer aan. Ah, een mailtje van de
muziekleraar. Dat onze zoon in september voor de start van zijn trompetlessen
misschien een gloednieuw instrument mag gebruiken want de school gaat er een
extra aankopen. Ondanks het half uur uitzwaaien en het schrijven van een
kaartje roep ik luidkeels YENTE! om hem het goede nieuws te melden.
Categorie:N. nieuws/columns
29-06-2010
Overmacht
terwijl haar lichaam zich mee laat voeren
met de stroom en loom ter ruste ligt
spartelen gedachten stroomopwaarts tegen
al schijnt de zon, er moet zoveel
wachten op regen is geen optie
teveel te doen brengt ook verveling
zonnestreling doet zo'n deugd
als men zich eraan over geeft
dus laat ze wachten wat al wacht
strekt gewillig de slanke benen
en schikt zich naar Ra's overmacht
Categorie:A. in vrije vorm
23-06-2010
Experimenteel
Vorig jaar (of is het al twee jaar geleden, Vadertje Tijd
heeft tegenwoordig loopschoenen met vering) zouden we naar een optreden gaan
van een "human beatbox". Off the record heette die.Op het internet vonden we positieve
commentaren over de heren Vandeplaat en op Gijbuisvonden we te gekke filmpjes. Wij dus
dolenthousiast een fantastische avond tegemoet.
Dachten we.Aan de kassa
haalden we onze gereserveerde tickets af en daarna keuvelden we wat.
"Spijtig hé dat Off the record ondertussen gesplit is." Gesplit?
Hoezo, gesplit? Had de aangekondigde beatbox opgehouden te bestaan? Wie zou er
dan het podium bestijgen? "Een
groepje gitaristen. Afwachten wat het gaat worden want het is
experimenteel." Ikterug naar de
kassa . Men van het loket dacht dat wij op
de hoogte moesten zijn want Men van de reserveringen had Ons toch verwittigd?
Neen, Men van de telefoon had Ons overgeslagen. Men van de telefoon had niet
eens Ons nummer. "Oh. Maar het
wordt goed, hoor. Het is experimenteel!" We hadden nu toch al ons jaarlijks
bad genomen, dus konden we net zo goed blijven. Ons onderdompelen in het gitaristische experimentele.
Deuren open. Wij binnen. Een immens doek onttrok het podium
aan ons zicht. Licht uit, experiment aan. Er werden in hels tempo allerlei
beelden geprojecteerd op het scherm, een kakafonie aan kleuren, afgewisseld met
zwart-wit, oude beelden, nieuwe beelden, bewegend, stilstaand, portretten,
landschappen, en ondertussen schalden de gitaren. Voor ons onzichtbaar, maar
des te beter te horen. Gelukkig had ik in mijn jaszak kleine plukken watten
zitten. Die zitten daar vaak, om ze zeker niet te ontberen als we gaan wandelen
of gaan fietsen. Ik heb kouwelijke gehoorhangen. En gevoelige, zeker op experimenteel vlak.
Nochtansviel het best
te pruimen, dat optreden. Ik begreep dan ook niet waarom na elk stuk de zaal
een beetje verlatener oogde. Met watjes in de oren en de ogen gesloten (je weet
maar nooit of je niet voorbestemd bent voor epilepsie) viel het allemaal goed
mee. Je kunt niet overal een melodie willen in herkennen.
Na de laatste beproeving der watjeslozen kwamen de
gitaristen vanachter hun podiumbreed doek, kijken of er enig applaus te rapen
viel. Eén van hen had zowaar een filmcamera op de schouder en filmde het nog
aanwezige publiek. Als materiaal om te gebruiken wanneer ze zich gingen
voorstellen bij andere organisatoren van culturele evenementen. "Zie je
wel, er zat nog publiek in de zaal toen het optreden afgelopen was. En sommigen
applaudisseerden!"
Daarna gingen wij op een terrasje iets drinken, om te
bekomen van het experiment. Aan de tafeltjes rondom ons zaten enkele
mensen met een verwilderde blik in de ogen, het haar recht. Ook
proefkonijnen.
Categorie:N. nieuws/columns
22-06-2010
Strijd - gezongen versie
Ik maakte vandaag een strijdlustige melodie voor het (oudere) gedicht "Strijd", te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
wanneer mijn bede wordt verhoord oranjerode wolken kolken vanaf mijn kruin tot aan mijn tenen dan sijpelt na verloop van tijd het overschot aan vrolijkheid langs wangen, armen, borst en benen weg
zo weg als rood nooit rood geweest en eens die stroom op gang gebracht wordt donderdonker nagedacht dat is een kwaal die nooit geneest ik val mezelf dan weer zo tegen en regen het oranjerood eruit
(Dit is één van de winnende gedichten in de categorie volwassenen van de poëziewedstrijd 2008 van vtb-vab Opwijk, gepubliceerd in de toen uitgebrachte bundel. Het staat ook in mijn eigen bundel Verzinnen.)
Categorie:C. gedichten op rijm
31-05-2010
Meander
In het literair e-zine Meander verscheen afgelopen weekend een interview met mij. Er werden ook drie gedichten gepubliceerd: Kalme zee, Grind en Taalbarrière.
Als je in een stukje (20/4/2010 "Algemene vergadering cultuurraad Ronse") schrijft dat je het jammer zou vinden wanneer de streektalen volledig verloren zouden gaan, dan moet je zelf het goede voorbeeld geven. Dus zong ik mijn gedicht "Intriest" ook eens in het dialect van mijn jeugd. Dit is de streektaal van de regio ten noorden van Gent (Oostakker, Zaffelare, Lochristi,...), niet te verwarren met het Gents, wat totaal andere klanken kent.
De gezongen versie is - zoals altijd - te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
Wie ervan houdt, zal wellicht ook de gezongen versie van "Van de regen in de soep" kunnen appreciëren: "Van de reëne in de soepe".
Categorie:N. nieuws/columns
27-05-2010
Taalbarrière
wij spraken nooit dezelfde taal al peuterde de kleuter die ik was letters uit zijn mond ik kraaide nimmer zijn gemak noch zijn onvermogen wel eigen wisselwoorden die hij niet verstond
stappen, fietsen, autorijden: vreemde talen die hij sprak of liever, schreeuwde tot het kristallen lexicon van mijn kinderliefde brak
deelden wij geen idioom waarop we samen konden bogen nu het zijne is vergeeld de harde kaft heeft losgelaten aanhoren wij elkanders taal met mededogen
(Met dit gedicht won ik de derde prijs in de Hilarion Thans poëziewedstrijd 2008.)
Categorie:A. in vrije vorm
24-05-2010
Intriest
de lage zon schildert een zebrapad
in onze diepe, lege tuin
de buren leveren boomzwarte verf
wij een grasgroene straat
daar waar het kippenhok niet staat
komen er al paaltjes uit de grond
met grijs kippengaas errond
zal ik oversteken? gaan kijken
waar ik later eieren zal rapen
stront van legstokken zal schrapen
ach, stel je voor dat het noodlot
de trein die ginder verder rijdt
vandaag plots van de sporen scheidt
zoals een dooier van het wit
dan tokken hier bij voorbaat
zulke intrieste weeskipjes
(de luchtige gezongen melodie is te beluisteren op http://veradebrauwer.punt.nl/)
Categorie:A. in vrije vorm
Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.