Vorig jaar (of is het al twee jaar geleden, Vadertje Tijd
heeft tegenwoordig loopschoenen met vering) zouden we naar een optreden gaan
van een "human beatbox". Off the record heette die.Op het internet vonden we positieve
commentaren over de heren Vandeplaat en op Gijbuisvonden we te gekke filmpjes. Wij dus
dolenthousiast een fantastische avond tegemoet.
Dachten we.Aan de kassa
haalden we onze gereserveerde tickets af en daarna keuvelden we wat.
"Spijtig hé dat Off the record ondertussen gesplit is." Gesplit?
Hoezo, gesplit? Had de aangekondigde beatbox opgehouden te bestaan? Wie zou er
dan het podium bestijgen? "Een
groepje gitaristen. Afwachten wat het gaat worden want het is
experimenteel." Ikterug naar de
kassa . Men van het loket dacht dat wij op
de hoogte moesten zijn want Men van de reserveringen had Ons toch verwittigd?
Neen, Men van de telefoon had Ons overgeslagen. Men van de telefoon had niet
eens Ons nummer. "Oh. Maar het
wordt goed, hoor. Het is experimenteel!" We hadden nu toch al ons jaarlijks
bad genomen, dus konden we net zo goed blijven. Ons onderdompelen in het gitaristische experimentele.
Deuren open. Wij binnen. Een immens doek onttrok het podium
aan ons zicht. Licht uit, experiment aan. Er werden in hels tempo allerlei
beelden geprojecteerd op het scherm, een kakafonie aan kleuren, afgewisseld met
zwart-wit, oude beelden, nieuwe beelden, bewegend, stilstaand, portretten,
landschappen, en ondertussen schalden de gitaren. Voor ons onzichtbaar, maar
des te beter te horen. Gelukkig had ik in mijn jaszak kleine plukken watten
zitten. Die zitten daar vaak, om ze zeker niet te ontberen als we gaan wandelen
of gaan fietsen. Ik heb kouwelijke gehoorhangen. En gevoelige, zeker op experimenteel vlak.
Nochtansviel het best
te pruimen, dat optreden. Ik begreep dan ook niet waarom na elk stuk de zaal
een beetje verlatener oogde. Met watjes in de oren en de ogen gesloten (je weet
maar nooit of je niet voorbestemd bent voor epilepsie) viel het allemaal goed
mee. Je kunt niet overal een melodie willen in herkennen.
Na de laatste beproeving der watjeslozen kwamen de
gitaristen vanachter hun podiumbreed doek, kijken of er enig applaus te rapen
viel. Eén van hen had zowaar een filmcamera op de schouder en filmde het nog
aanwezige publiek. Als materiaal om te gebruiken wanneer ze zich gingen
voorstellen bij andere organisatoren van culturele evenementen. "Zie je
wel, er zat nog publiek in de zaal toen het optreden afgelopen was. En sommigen
applaudisseerden!"
Daarna gingen wij op een terrasje iets drinken, om te
bekomen van het experiment. Aan de tafeltjes rondom ons zaten enkele
mensen met een verwilderde blik in de ogen, het haar recht. Ook
proefkonijnen.
Categorie:N. nieuws/columns
22-06-2010
Strijd - gezongen versie
Ik maakte vandaag een strijdlustige melodie voor het (oudere) gedicht "Strijd", te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
wanneer mijn bede wordt verhoord oranjerode wolken kolken vanaf mijn kruin tot aan mijn tenen dan sijpelt na verloop van tijd het overschot aan vrolijkheid langs wangen, armen, borst en benen weg
zo weg als rood nooit rood geweest en eens die stroom op gang gebracht wordt donderdonker nagedacht dat is een kwaal die nooit geneest ik val mezelf dan weer zo tegen en regen het oranjerood eruit
(Dit is één van de winnende gedichten in de categorie volwassenen van de poëziewedstrijd 2008 van vtb-vab Opwijk, gepubliceerd in de toen uitgebrachte bundel. Het staat ook in mijn eigen bundel Verzinnen.)
Categorie:C. gedichten op rijm
31-05-2010
Meander
In het literair e-zine Meander verscheen afgelopen weekend een interview met mij. Er werden ook drie gedichten gepubliceerd: Kalme zee, Grind en Taalbarrière.
Als je in een stukje (20/4/2010 "Algemene vergadering cultuurraad Ronse") schrijft dat je het jammer zou vinden wanneer de streektalen volledig verloren zouden gaan, dan moet je zelf het goede voorbeeld geven. Dus zong ik mijn gedicht "Intriest" ook eens in het dialect van mijn jeugd. Dit is de streektaal van de regio ten noorden van Gent (Oostakker, Zaffelare, Lochristi,...), niet te verwarren met het Gents, wat totaal andere klanken kent.
De gezongen versie is - zoals altijd - te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten:
Wie ervan houdt, zal wellicht ook de gezongen versie van "Van de regen in de soep" kunnen appreciëren: "Van de reëne in de soepe".
Categorie:N. nieuws/columns
27-05-2010
Taalbarrière
wij spraken nooit dezelfde taal al peuterde de kleuter die ik was letters uit zijn mond ik kraaide nimmer zijn gemak noch zijn onvermogen wel eigen wisselwoorden die hij niet verstond
stappen, fietsen, autorijden: vreemde talen die hij sprak of liever, schreeuwde tot het kristallen lexicon van mijn kinderliefde brak
deelden wij geen idioom waarop we samen konden bogen nu het zijne is vergeeld de harde kaft heeft losgelaten aanhoren wij elkanders taal met mededogen
(Met dit gedicht won ik de derde prijs in de Hilarion Thans poëziewedstrijd 2008.)
Categorie:A. in vrije vorm
24-05-2010
Intriest
de lage zon schildert een zebrapad
in onze diepe, lege tuin
de buren leveren boomzwarte verf
wij een grasgroene straat
daar waar het kippenhok niet staat
komen er al paaltjes uit de grond
met grijs kippengaas errond
zal ik oversteken? gaan kijken
waar ik later eieren zal rapen
stront van legstokken zal schrapen
ach, stel je voor dat het noodlot
de trein die ginder verder rijdt
vandaag plots van de sporen scheidt
zoals een dooier van het wit
dan tokken hier bij voorbaat
zulke intrieste weeskipjes
(de luchtige gezongen melodie is te beluisteren op http://veradebrauwer.punt.nl/)
Categorie:A. in vrije vorm
20-05-2010
Het groene monster jaloezie
Op vier mei hemelde ik het nieuwste boek van Bernard Dewulf op. Ik vond "Kleine dagen" een parel en ik wist niet eens dat het genomineerd was voor de Libris literatuurprijs. Toen ik vernam dat Bernard de prijs gekregen had, was ik enorm blij voor hem. Een verzameling columns over het dagdagelijkse leven, meestal over zijn
kindertjes, en dat wint zo'n prestigieuze prijs. Fantastisch toch? Geen
hoogdravende prietpraat, geen oeverloos geneuk, geen zwartmakerij van collega-schrijvers, geen would be-literatuur, gewoon lieflijke verhaaltjes, maar dan wel verteld op een onnavolgbare manier, met Stijl ! Haaa... verademing. Ik gun het hem zo!
En wat zie je dan? Dat een net-niet-winnaar groen uitslaat van jaloezie. Dat hij het niet kan verkroppen dat iemand die "maar" columns schrijft die prijs wint. Dat er op Knack.be op 18 mei een column verschijnt waarin hij de stijl van de winnaar (wiens naam hij vijf keer vernoemt) belachelijk maakt en daar bovenop nog de persoon zelf ook. Hij heeft het er in zijn kwaadwillig stukje onder andere over dat mensen stinken, dat ze zich door de stank verbonden kunnen voelen. Meneer Peter Terrin, zoals ù stinkt, kunnen alleen andere jaloerse dikke nekken zich met u verbonden voelen...
Categorie:N. nieuws/columns
18-05-2010
Gezongen versie van Verzinnen
Voor het eerste sonnet uit mijn gelijknamige bundel met vormvaste gedichten heb ik onlangs een melodie bedacht. Deze is te beluisteren op mijn weblog met gezongen gedichten: http://veradebrauwer.punt.nl/ Wie geïnteresseerd is in de bundel, kan mij mailen.
Verzinnen
Er liggen veertien regels op de loer. Ik weet nog niet of zij een valstrik spannen, misschien mij naar verlegenheid verbannen om een gedicht dat slechts een woordensnoer
is, zonder inhoud of belang; droog voer, terwijl in fijner schotels, ranker kannen de poëzie verlokt tot proeven van een geraffineerder maal (zoals de Cour
du Nord serveert, zegt Michelin). Ach wat... wie weet gaat het wel andersom, zodat de verzen niet proberen míj te vangen
maar dat ik hén verleid. Kom dichterbij,... kom, luister naar mijn sprakeloos verlangen, verzin een lied, ver-zin wat leeft in mij.
Categorie:B. sonnetten
13-05-2010
Oepetijs
Vorige week vrijdag, op de uitreiking van de Jotie T'Hooft poëzieprijzen 2010 heb ik enorm genoten van het allereerste optreden van Oepetijs, de groep van jeugdschrijver Marc de Bel. Als u deze groep ooit ergens op een affiche ziet prijken: ga luisteren, het is absoluut de moeite waard! Marc leest gedichten voor en de zangeres brengt onder instrumentale begeleiding bijpassende liedjes of een gezongen versie van het voorgedragen gedicht.
Ik had een promotie gezien: 25% korting bij aankoop van
Goodyear-banden. De eerste keer dat ik in de garage kwam, was het type banden
dat mijn autootje nodig had uitgeput. Maar de daarop volgende week zouden ze er
zeker zijn. Voor alle zekerheid belde ik de week nadien eerst even op. Het is
een heel eind omrijden als ik daarlangs wil passeren na het werk. De man kon zich niet herinneren dat ik al eens
in zijn werkplaats gestaan had. Ja hoor, de banden waren binnen, type H. Komt u maar langs! Ik begon aan de filerijke
omweg... meter per meter schoof ik naar mijn bestemming. Daar aangekomen meldde
ik mij: "'t Is voor die banden, ik heb daarstraks gebeld." "Ah?
Dat zal met nen collega geweest zijn. Zet u een beetje, het zal nog effekes
duren." Effekes een goed half uur later was het mijn beurt. Dat het voor
die banden was, dat ze de eerste keer niet binnen waren, maar nu wel. Of ik de
maat kende? Omdat ik ze net zo goed ken als die van mijn beha, diepte ik een papiertje op: "195/60
R15 88". De man bekeek zijn PC-scherm, fronste de wenkbrauwen (wat meestal
geen teken is van voorradige banden) en zei allervriendelijkst: "Die
hebben we niet binnen hoor." Niet binnen? Waren ze na mijn telefoontje van
een uur geleden al allemaal weer de deur uit? Of ik nog wist wie ik gesproken
had? Natuurlijk niet. Hij ging even informeren bij de baas. Ik zag de twee elkaar
verbouwereerd aankijken. Plots zag ik de enige mogelijke reden. "Dat is hier
toch het Antwerpenplein hé?" wees ik naar buiten. "Ha nee, dat is
hier De Sterre, het Antwerpenplein dat zijn onze collega's aan de Dampoort."
Had ik doodgemoedereerd naar de verkeerde Midas-vestiging gebeld. Als ik wou, mocht ik drie kwartiertjes wachten ( "'t
is spitsuur hé"), dan lieten ze de banden overbrengen van ginder. Ik bedankte
voor het aanbod en zei dat ik wel terugkwam.
En nu liggen er dus nieuwe
banden op mijn auto. Gloednieuwe, met eindeloos diepe profielen. Ik moet
opletten dat ik me er niet te diep over buig want als ik erin val, vind niemand
me nog terug. Het zijn H-banden. Er lagen eigenlijk T-banden op, maar die
raakten om commerciële redenen niet voorradig. Vanaf nu kan ik dus
aan een maximum snelheid van 210 km/u rondsnorren. Gelukkig maar, die 190 km/u waartoe
mijn vorige banden zich leenden, waren echt wel peanuts, zeker in de bebouwde
kom. Die T staat niet voor niets voor Traag...
Categorie:N. nieuws/columns
08-05-2010
Jotie T'Hooft Poëzieprijs
Gisteren vond in Eine de uitreiking van de Jotie T'Hooft poëzieprijs plaats. Nee, ik viel niet in de prijzen... maar onze dochter Silke wél! Ze veroverde in haar leeftijdscategorie (12 tot 15 jaar) de derde prijs met haar gedicht "Wachten". Het thema voor deze categorie was "Aan mijn prinses".
Het was een gevarieerde avond met voordracht en muziek. Wat bij ons gezin het meest in de smaak viel, was het optreden van Marc de Bel en "zijn" zangeres en gitarist. De zangeres bracht met haar zuivere, warme stem enkele gedichten van Marc de Bel in het dialect: prachtig! Ook het optreden van Willy Pirotte mocht er zijn. Vooral bij de mooie vertelling "De man in de wolken" had hij het publiek in de ban.
Wachten
Leunend over het balkon wachtte ze,
op iemand die niet komen zou.
In de verte dreef een melkwitte wolk
die in haar gedachten
veranderde in een stoere hengst
die haar droomprins bij haar bracht.
"Aan mijn prinses",
de eerste regel van een nooit verstuurde brief
van haar allereerste lief,
waarop ze maanden had gewacht.
Terwijl ze zich losrukte van het balkon
greep het verdriet haar bij de keel.
Ze vulde een emmer met tranen
en begon met het poetsen van haar luchtkasteel.
Silke Henry
In bijlage: een foto van Silke die haar gedicht voordraagt
Ik heb me nog eens lekker ouderwets geërgerd. Het onderwerp
van mijn ergernis was één van de bedrijfsleiders die in het TV-programma
"Mijn restaurant" de verschillende restaurants ging keuren. Toen hij
achteraf zijn mening mocht ventileren, sprak hij de bescheiden woorden:
"Zoals ik in mijn bedrijf ook altijd zeg: silver is for losers".
Mijn door-kleurshampoo-verdoezeld-grijze haren rezen te berge. Het
zelfverklaard genie bloosde er niet eens bij, keek onverstoord in de lens.
Zou zo iemand ooit een vrouw in zijn van alle luxe voorziene
glimmende paleis durven binnenlaten? Stel je voor dat een nietsvermoedende dame
voor deze man in zijn hypermoderne keuken de meest exquise maaltijd moet bereiden.
Zou het kunnen dat hij de goedheid heeft
haar ongetwijfeld totale miskleun te vergeven? In de veronderstelling
natuurlijk dat ze het perfecte lichaam heeft, alles in goddelijke proporties op
de juiste hoogte. Haar jarenlange (maar ook weer niet té lange) succesvolle
carrière als gerespecteerde zakenvrouw niet te vergeten.
Stel je het onvoorstelbare voor... dat hij haar meetroont
naar bed. Het bed met de zijden lakens, de hoofdkussens gevuld met dons
van de uiterst zeldzame Arrogantis-eend. Dat zij hem het verrukkelijkste, meest fantastische orgasme bezorgt dat ooit een man op aard heeft mogen beleven.
Dat hij haar de gunst verleent zijn ultrahoogbegaafde kinderen te dragen. Kinderen die
geen beugel of bril nodig hebben, die uitblinken in alles wat ze ondernemen:
goud in atletiek, prima ballerina, zwarte gordel, virtuoos, noem maar op.
Nee. Het kan onmogelijk aangenaam leven zijn onder het dak
van deze man, noch prettig werken in de firma waar Pierre Perfect de gouden plak
zwaait. Laat ons hopen dat het een vrijgezel is die een éénmanszaak runt...
Categorie:N. nieuws/columns
04-05-2010
Lezen
Ik ben aan het lezen. Dat is niet zo bijzonder. Ik vind het een
prachtig boek. Dát is wel bijzonder, voor mij. Lezen zorgt jammer genoeg
regelmatig voor een teleurstelling. Ik lees steeds de achterflapen enkele lukraak gekozen paragrafen voor ik
een boek ontleen. Toch lijkt het er achteraf soms op dat die flaptekst een heel
ander boek beschreef of dat de paragrafen in een ander verhaal thuishoorden dan hetgeen ik zelf heb
gelezen. Natuurlijk koop ik ook boeken, maar dan meestal diegene
waarvan ik op voorhand weet dat ik niet bedrogen uitkom. Ik heb dus veel boeken
staan in mijn boekenkast die ik tevoren in de bibliotheek heb ontleend. Of die
ik in de boekhandel heb uitgelezen. Stiekem, verscholen tussen de Italiaanse kookboeken
en de bloemschikcursussen, zoals ik deed met de bundel"Gedichten voor gelukkige mensen"
van Bart Moeyaert. Het winkelpersoneel kon niet klagen: ik heb de bundel na het
lezen netjes gekocht, zoals normale mensen doen.
Soms voel ik mij een parelvisser, wanneer ik uit de massa
nepparels die verspreid liggen op de bodem van de literatuurzee een echte
bovenhaal. Een kanjer van een parel, een glanzend wonder van woordkunst. Dan wordt het
plezier van de ontdekking, van de verrukking niet overschaduwd maar wel begeleid door een stille jaloezie. Dan wroeten gedachten als
"ik wou dat ik dit geschreven had" of "waarom schrijf ík
-verdomme- niet zo goed?" in het genot van het lezen, als een mol in de
groententuin. Dat heeft niets te maken met zucht naar winst. Misschien zelfs
niet met de drang naar prestige of bewondering door anderen. Het heeft eerder te maken met
eigenwaarde, fierheid op mezelf. Vera, kijk toch eens hoe origineel je het
banale verwoordt, hoe subliem je ieders alledaagse pruik presenteert. De vitrine
van de ijdelheid.
Ach, ik heb er vrede mee . Zolang ik boeken ontdek als
"Marcel" van Erwin Mortier of "Kleine dagen" van Bernard
Dewulf, kan ik mij erbij neerleggen dat ik zelf geen mooischrijver ben. Overigens,
het lezen van zulke boeken vraagt nogal wat minder tijd dan het schrijven
ervan. Zo heb ik nog ruimschoots tijd over voor allerlei andere zaken of... om te zoeken naar andere juweeltjes in boekvorm!
Categorie:N. nieuws/columns
29-04-2010
Gaan
laten we de vredespijp begraven
ziek als we zijn van de serene roes
ach, ook de strijdbijl is aan ons niet besteed
wij hebben geen weet
van hoe het vechten moet
met vergieten van bloed
wij steken niet, we dreigen
wij breken niet, we zwijgen
ik ga
jij gaat
het ga je goed
Categorie:A. in vrije vorm
26-04-2010
Complimenten en cadeautjes
Er werd bij ons thuis niet kwistig omgesprongen met
complimenten. Dat strookte met de huiselijke credo's 'niet opvallen' en 'niet stoefen'
(opscheppen). Gecombineerd met een aangeboren bescheidenheid leidde dit ertoe
dat ik nooit goed overweg heb gekund met complimentjes. "Ach, zo bijzonder is dat niet,
hoor." Als ik het niet zeg, dan denk ik het wel. Hebt u de neiging om
aan elke bezoeker die een presentje meebrengt te zeggen dat ze dat echt niet
hadden moeten doen? Hoe onbeleefd van u... en van mij want ik doe het ook,
alsof ik me schuldig voel hem of haar uitgenodigd te hebben. Terwijl ik zelf
natuurlijk nergens met lege handen toekom én terwijl ik eigenlijk heel blij ben
met de bloemen of het flesje wijn.
Complimentjes geven, daarin ben ik daarentegen altijd een
kei geweest. Geen valse, stroperige mouwfrotterij, neen, het gemeende
gelukwensen of prijzen. Waarom zou ik een collega of iemand die vóór me staat
aan de kassa niet complimenteren met die prachtige rok of dat magnifiek halssnoer?
De kans is klein tot onbestaande dat ze die zelf gemaakt heeft, maar toch vind
ik zo'n complimentje gepast. Ik prijs haar immers voor haar keuze, ik bevestig haar goede smaak, hoe subjectief dat ook moge zijn. Altijd verschijnt er dan een glimlach en volgt er
een dankjewel. Natuurlijk ben ik niet op missie om ieders dag goed te maken en
loop ik niet met een bomvolle tas complimentjes rond die tegen de avond leeg
moet zijn, maar u begrijpt waar ik naartoe wil.
Of misschien ook niet... want ik wou het over een ander
soort complimentjes en cadeautjes hebben. Die waarbij je je echt geen houding
weet te geven of die je ronduit liever niet krijgt. Toen ik dertig werd kreeg
ik van mijn tien jaar jongere zus een pot antirimpelcrème en een tube tegen
oogwallen cadeau. Ik bekeek het attente geschenk met een mengeling van ongeloof
en afgrijzen, vooral omdat ik snel doorhad dat het niet als grap bedoeld was.
Van een dierbare vriendin kreeg ik ooit een mysterieus cadeau. Om uw fantasie
voldoende speelruimte te laten, geef ik hier geen nadere beschrijving. Ik
reageerde enthousiast: "Dát is iets speciaal! Wat is het eigenlijk?"
En vriendin, al even enthousiast: "Ha, dat weet ik niet! Maar ik zag het
staan in een winkel en ik dacht dat het echt iets voor jou was!" Vriendin
gaf mij dus een apart geformuleerd compliment voor mijn vindingrijkheid, voor
mijn verbeeldingskracht!
Onlangs mailde iemand mij de vleiende opmerking dat hij dacht
dat ik iets heel intellectueels en gestudeerds deed op een universiteit "toch
wel professor of zo, en nu blijk je een bankemployee te zijn". Snif,
sorry, ik ben inderdaad maar een simpele duif. Helpt het mijn imago een beetje
uit het slop als ik zeg dat er wel gigantische bedragen langs mijn toetsen
passeren?
Overigens wil ik u als afsluiter nog de raad geven
toch niet al te kwistig om te springen met complimentjes en alleen gemeende
flatterende opmerkingen te maken. U dient er immers rekening mee te houden dat
de 'schitterende' vaas waarmee u uw vrienden onlangs complimenteerde (maar die
u eigenlijk een wangedrocht vindt) misschien straks uw eigen dressoir zal
sieren. Want welk passender cadeau dan een identieke vaas kunnen zij meebrengen
als ze volgende week bij u op bezoek komen?
Categorie:N. nieuws/columns
20-04-2010
Algemene Vergadering Cultuurraad Ronse
Op vraag van voorzitter Marc De Turck gaf ik afgelopen zondag een korte voordracht tijdens de algemene vergadering van de Cultuurraad van Ronse. De bijeenkomst ging door in het sportcentrum Rosco. De meer dan honderd aanwezigen werden bij aankomst vergast op verse koffie of warme chocolademelk, op lekkere boterkoeken, croissants en chocoladebroodjes. Ook de nieuwe inwoners van Ronse waren uitgenodigd zodat zij konden kennismaken met de diverse werkgroepen en de tachtig (!) verenigingen die Ronse rijk is. Na dit gezellig ontbijt, dat in mijn ogen veel weg had van een familiereünie (men viel elkaar in de armen, er werd gekust en van ver gezwaaid), opende Joris Vandenhoucke, schepen van cultuur, de vergadering... in het Ronsisch. Men wil het gebruik van het dialect in Ronse aanzwengelen. Persoonlijk juich ik dat toe. Hoewel een goede beheersing van de standaardtaal noodzakelijk is, zou ik het jammer vinden als op termijn de streektalen zouden verdwijnen. Maar ik pleit schuldig... ook mijn kinderen kennen het dialect van mijn jeugd niet meer. Wij spreken thuis een soort "gekuist dialect" (of V.A.N.? Verloederd Algemeen Nederlands?). Toen ik jaren geleden tijdens een wandeling opmerkte dat het "toch wel nen vriejen schuûnen buûm" was, die we passeerden, vroeg Silke wat "nen buûm" wel mocht zijn. Schande, mijn bloedeigen dochter "die giênen buûm van nen struik kost onderschieën". En "'t ges rond den buûm" kende ze natuurlijk ook niet. Misschien moet ik af en toe een dagje dialect inlassen.
Maar ik dwaal af. De schepen deed zijn best, hoewel hij toegaf uit noodzaak de Ronsische "dictionnaire" geraadpleegd te hebben. Daarna was het woord aan de voorzitter, en één na één stelden de diverse werkgroepen zichzelf voor. Zelf vond ik de uitleg van de werkgroep Beiaard de boeiendste en ik nam mij voor om zeker naar één van de beiaardconcerten te gaan luisteren. Nadat de werkgroep Gedichtendag een woordje uitleg had gegeven over hun werking, mocht ik mijn ding doen. Eerlijk gezegd ben ik nog nooit op zulke uitbundige manier en met zulke superlatieven aangekondigd (waarvoor dank!) Gezien er meermaals op het spreken van het dialect was teruggekomen, bracht ik onder andere "Van de reëne in de soepe" ten gehore en het winnend Gedicht van de Stad Ronse 2010.
Na de werkgroepen kregen ook de geïnteresseerde verenigingen de mogelijkheid zich kort voor te stellen, waarna de voormiddag werd afgesloten met een verzorgde receptie. Ik zag de verantwoordelijken van De Vrolijke Kring terug, maakte kennis met de dames van vereniging Markant en vatte samen met Cathérine Van Ongevalle het ludieke plan op om nóg een nieuwe vereniging op te richten, nl. die van de ex-winnaars van de poëziewedstrijd van Ronse (Cathérine won deze prijs in 2004).
Bedankt dat ik erbij mocht zijn!
Categorie:N. nieuws/columns
17-04-2010
De Vrolijke Kring
Op de prijsuitreiking van de poëziewedstrijd van Ronse (gedichtendag 2010) kwam ik in gesprek met Marleen Van Der Poten, één van de verantwoordelijken voor de groep cultuur van De Vrolijke Kring uit Ronse, een vereniging waar armen het woord nemen. We spraken af dat ik voor de kinderen uit De Vrolijke Kring een gorgelvoordracht zou geven. Vorige woensdag was het zover. Ik werd heel hartelijk ontvangen met een kus, vers gezette koffie en zelfgebakken koekjes.
Nadat iedereen een plaatsje gekregen had aan de lange tafel, begon ik met een klein woordje uitleg over wat een gorgelrijm nu precies is. Dan las ik het allereerste gorgelrijm voor, De blauwbilgorgel van Cees Buddingh'. Na deze opwarming ging ik van start met mijn eigen gorgelrijmen. Ik las eerst de tekst voor en gaf dan de gezongen versie ten beste. Snoevedorus, De knast, Willie de urk, De vonzigaard,..., ze passeerden allemaal de revue, ook de allerjongste telg uit de familie gorgelrijmen, De koeliebrom, geschreven naar aanleiding van mijn bezoek aan De Vrolijke Kring.
Het werd leuk, zeker toen ik de tekst van De griespardot en Het groenpoepkuiken, die ik op een enorm groot blad papier had geschreven, omhoog hing. Op die manier konden we allemaal samen zingen (ja, ook de vele volwassenen!) Toen de kinderen een tekening maakten over hun favoriete gorgel (waaronder - natuurlijk - de griespardot), deed ik het tweede deel van mijn voordracht, de ernstige gedichten voor het volwassen publiek. Na afloop was er nog ruimschoots tijd om te antwoorden op de vele vragen en om gewoon even te babbelen bij een kopje koffie. Toen ik vertrok kreeg ik een mooie tekening cadeau én een doos met die lekkere koekjes!
Categorie:N. nieuws/columns
Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.