Dat voetbal
gepaard gaat met emoties, is eigenlijk open deur intrappen. Wanneer het voetbal
geruime tijd aan de verwachtingen van het bestuur, de trainer, maar vooral de
supporters voldoet, is het allemaal peis en vree. Dit slaat echter om als er
geen punten meer gehaald worden en het spelniveau daalt. Het gemor bij de
supporters neemt toe, alsook de onzekerheid in de spelerskern.
Het bestuur
moet te allen tijde bovenstaan om de continuïteit van de club te bewaken. Het
bestuur moet een duidelijke visie hebben. Vaak is deze visie dode letter en
maakt men de visie afhankelijk van het project, wat meer laakbaar is omdat een
project niet thuishoort in het voetbal.
Neem nu KAA
Gent als voorbeeld. Na enkele heel mooie seizoenen, is het nu reeds 2 jaar een
stuurloos schip geworden. De bouw van de nieuwe arena heeft een zware impact
gehad op het sportieve maar mag nooit als excuus gebruikt worden. Het bestuur
beweert dat KAA Gent een nieuwe club is geworden: het budget stijgt jaarlijks
met 15%, het aantal toeschouwers is verdubbeld, enz. Toch neigen deze
beweringen naar misplaatste zelfgenoegzaamheid, want met het huidige spelniveau
zal het aantal abonnees hoe dan ook dalen.
Het wordt
tijd dat er sportief ingegrepen wordt. Als je in nauwelijks 2,5 jaar 4 maal van
coach wisselt, kom je in de problemen. Iedere coach stelt zijn eigen eisen,
heeft in de transferperiode heel wat inspraak en draagt bijgevolg heel wat
verantwoordelijkheid. De vraag die zich opdringt is: hebben de trainers van KAA
Gent niet te veel inspraak? Rednic, de huidige trainer, beschikt over een pak
spelers die gekocht zijn op voorspraak van de vorige trainer en een belangrijk
deel van hen past niet in de speelstijl van de trainer. Gevolg is een
spelersgroep die niet klit aan elkaar.
Velen
denken aan de komende transferperiode. Rednic heeft al 3 spelers op het oog die
toelaten zijn beoogde 4-4-2 opstelling te gebruiken. Maar de trainer heeft een
contract lopende tot juni 2014. Een contract dat verlengd kan worden indien een
plaats binnen de top 6 wordt bereikt of men tevreden is over het geleverde
werk. Een plaats in top 6 is weinig realistisch en dus moet het bestuur kleur
bekennen: ofwel men koopt de spelers van Rednic aan en men geeft de trainer
meteen een contract van minstens 1 seizoen, ofwel koopt men spelers die
uitvoerig gescout zijn en men bekijkt of de trainer kan functioneren met de
vernieuwde spelersgroep. Spelers kopen op zijn advies en de trainer 5 maanden
later laten is geen optie en leidt waardeverlies.
Wil KAA
Gent uitgroeien naar een gevestigde waarde in het Belgische topvoetbal, is het
hoog tijd dat het bestuur zijn verantwoordelijkheid opneemt en zich niet
afhankelijk laat maken door een trainer die eigenlijk maar een passant is voor
maximaal enkele seizoenen.
Johnny Thijs, een van de meest geprezen managers, ziet het niet meer zitten om een nieuw mandaat te krijgen bij B-post. Een bedrijf dat 12 jaar geleden rigide en absoluut niet concurrentieel was. Nu behoort het tot de Europese top. De hoofdreden van zijn nakend afscheid is zijn halvering van zijn jaarwedde. 650.000 euro is veel geld, zeker als de hoofdaandeelhouder de Belgische Staat is. En toch geef ik Johnny Thijs gelijk. Sinds kort is B-post een beursgenoteerd bedrijf. De verloning van het management van deze bedrijven ligt ruim boven het miljoen. Of dit nu ethisch is of niet, is een ander verhaal waarop geen eenduidig antwoord te geven is.
B-post en Belgacom hebben zoals aangehaald de Belgische Staat als aandeelhouder, waardoor de belastingbetaler het loon van het management betaald. In tijden van budgettaire krapte is het verklaarbaar dat de verloning van nieuwe mandaten naar beneden herzien worden. Maar in het geval van B-post is het zo dat de CEO minder zou verdienen dan zijn naaste kaderleden en dat zorgt voor ongezonde fricties. Bovendien was het de wens van de voltallige regering om door te gaan met Johnny Thijs, die zijn mandaat niet zou vervolledigen. Deze 2 gegevens indachtig, maakte het perfect mogelijk om een vergelijk te vinden voor Johnny Thijs.
Deze situatie die de regering nu geschapen heeft, mag nobel geheten worden, maar getuigt alweer van naïviteit en kortzichtigheid. De nieuwe CEO van Belgacom verdient een pak minder dan de CEO van Telenet, ook een beursgenoteerd bedrijf dat dezelfde services aanbiedt. En de beurs is onverbiddelijk: alles hangt af van winstmaximalisatie en de visie van het management.
Indien B-post en Belgacom concurrentieel en innovatief willen blijven, is het dringend tijd dat het gewicht van de Belgische Staat in deze bedrijven significant vermindert. Bovendien is een verkoop van aandelen goed voor de Belgische schatkist.