Met nog één
Vlaamse klassieker te gaan, de Brabantse Pijl, kunnen de beschouwingen over de
Vlaamse voorjaarklassiekers geschreven worden. Meestal zullen deze gaan over de
geleverde prestaties van onze (Vlaamse) wielerhelden. Maar meer dan voorgaande
jaren moet er tijd vrijgemaakt worden om de leefbaarheid van de Vlaamse
klassiekers te vrijwaren. De diverse ongevallen indachtig, moeten er duurzame
maatregelen komen die het organisatorische van één klassieker overstijgen.
Het
ontbreekt het peloton sinds de eeuwwende aan leidersfiguren en collegialiteit.
We hebben een Boonen en een Cancellara die het peloton enigszins kunnen
dirigeren. In de Giro van enkele jaren terug deed Cancellara de rit
neutraliseren, wegens het gevaarlijke parcours. Anno 2014 zijn er tal van
toprenners in wording, vrijwel jonge talenten, die zich niet meer laten leiden
door collegas. Het ploegbelang is prioritair
Ook de top van het peloton wordt breder, dankzij de
specialisatie voor bepaalde koersen. Dit heeft als gevolg dat de finale wordt
aangesneden met 50 tot 60 renners die allemaal denken deze klassieker te kunnen
winnen. Hierdoor wordt het koerspatroon volledig hertekend. Vroeger steevast mocht
een kopgroep minuten wegrijden in de wetenschap dat ze in de finale tekort kwam
om het tot aan de meet uit te zingen. Eens de kopgroep weg was, zaten de
kopmannen op hun gemak en werden ze omringd door hun ploegmaten. Vandaag is dit
minder uitgesproken, waardoor de zenuwachtigheid in het peloton voortdurend
aanwezig is. In jargon uitgedrukt, de druk naar voor in het peloton neemt toe,
waardoor renners in gaten duiken die er niet zijn. Vandaar dat valpartijen
schering en inslag zijn.
Het in
gaten duiken vereist stuurmanskunst en in het peloton rijden, is een
uitdaging. In hun opleiding wordt daar veel te weinig aandacht aan geschonken.
De beste leerschool is de piste. Pistiers zal men zelden zien vallen en kunnen
veel gemakkelijker wringen doorheen het peloton. Niet zelden nemen ze hun
ploegmaten of kopmannen mee op sleeptouw.
Een
bijkomend probleem is dat renners vanuit de volgwagen gestuurd worden via een
communicatiesysteem, ook wel oortjes genoemd. De renners krijgen zoveel
consignes vanuit de ploegwagen dat de alertheid van deze renners afgebot
worden. Sterker nog, vanuit de ploegauto wordt voortdurend aangegeven om tijdig
te drinken en te eten. Op die wijze worden renners teletubbies. Zo wordt
vastgesteld dat in semi-klassiekers waarin geen oortjes aanwezig zijn, de
renners onbeholpen koersen, waardoor ze vlugger een klop van de hamer krijgen. De
natuurlijke selectie in de wedstrijd kent een normaler verloop. En vaak is het
zo dat er in die wedstrijden minder gevallen wordt.
Ten slotte
moeten de toeschouwers langs de weg, die elk jaar toenemen, meer discipline aan
de dag leggen. Wielrennen is bij uitstek de sport, waarbij supporters hun
idolen van zo dichtbij kunnen aanraken. Verschillende renners hebben daar
schrik voor. Ook staan mensen op gevaarlijke punten om toch maar die ene glimp
te kunnen opvangen. Renners die aan 60 km/uur rijden, hebben enkel oog voor het
wiel voor hen. En alles wat er langs hen gebeurt, wordt door hen niet gezien.