Dat de komende jaren zwaar moet ingezet worden op een
efficiëntere uitbouw van het openbaar vervoer en fietspaden, weet bijna iedereen.
Immers, tussen 2008 en 2013 is het fileleed alleen maar toegenomen, en dit in
jaren van economische crisis. De economische heropleving zal hopelijk dit jaar
ontluiken, waardoor een verkeersinfarct dreigt. Een eerste conclusie is dan ook
dat de verschillende regeringen het mobiliteitsprobleem onvoldoende aangegrepen
hebben, of sterker nog, voor zich uitgeschoven hebben.Nu de verkiezingskoorts duidelijk in de Wetstraat aanwezig
is, wordt het mobiliteitsprobleem meer en meer een issue, dat aangewakkerd is
door de directies van De Lijn, de NMBS en diverse belangenverenigingen.
Drastische keuzes dringen zich op. De Lijn is vragende
partij om meer middelen te krijgen. Is deze vraag terecht? Ja, op een aantal voorwaarden.
Ten eerste moeten de gratis abonnementen voor bepaalde doelgroepen die zich
perfect een betalend ritje kunnen veroorloven afgeschaft worden, en vervangen
worden door hen een jaarlijks bedrag te betalen dat maatschappelijk verantwoord
is.
Ten tweede moet het aantal bussen en trams op drukke lijnen
omhoog en moet De Lijn overwegen om een aantal snelle verbindingen in te voeren
die voor de gebruikers een lichte meerkost zullen betekenen.
Ten derde moet de aansluiting op andere vormen van openbaar
vervoer efficiënter gemaakt worden. Een vlotte transitie maakt een tevreden
klant.
Ten slotte moet het basisrecht op mobiliteit herbekeken
worden. Het getuigt van onverantwoordelijkheid om bepaalde, dikwijls lange
verbindingen, in stand te houden voor enkele gebruikers. Moet men deze
gebruikers, vaak dorpelingen, in de kou laten staan? Neen. Deze mensen kunnen
worden bediend door kleinere busjes, al dan niet uitgebaat door De Lijn.
Ten slotte moet De Lijn andere inkomsten kunnen verwerven
door meer convenanten af te sluiten met
de privé-sector.
Vervolgens is er Koning Auto. Iedereen hoor ik zeggen dat er
teveel autos zijn behalve de zijne. Wat doe je eraan? De auto verder belasten
of een verschuiving van belasting naar gebruik (rekeningrijden) is geen optie.
Er moet gekeken worden in de richting van bedrijfswagens en de modaliteiten in
gebruik ervan. In plaats van het geven van een bedrijfswagen kan het
efficiënter zijn om telewerk aan te moedigen. Met de razendsnelle ontwikkeling
van de technologie, moet dit mogelijk zijn. Het aantal verplaatsingen kan
dalen, indien ook de NMBS mee op de kar springt. Naast een verdere uitbouw van
parkeerfaciliteiten aan strategisch gelegen stations, kunnen deze stations
perfect een ontmoetingsplaats zijn waar vergaderingen kunnen plaatsvinden. Dit
is ook een denkpiste die de gedelegeerd bestuurder van de NMBS bewandelt.