30 juni 2010 laatste dag eerste doortocht Almaty
Vandaag is het de laatste keer dat we Aibar kunnen bezoeken. Vannacht of liever gezegd morgenvroeg nemen we het vliegtuig richting Brussel.
We wachten op hem in de gang van het weeshuis. We zien hem komen aanrennen en hij wil het gebruikelijke kamertje binnen. Pas als hij binnen is, ziet hij wat wij al lang gezien hadden: er zitten daar twee vreemde (lees Franse) dames. Ze durven nogal.
We zijn dan ook genoodzaakt om naar buiten te trekken. In een klein speeltuintje eet Aibar eerst zijn banaan, zijn zelfgeplukte krieken, een wortel, drinkt hij water en appelsap enz.
Hij rent vandaag weer heen en weer. Hij wil iedereen die hem passeert iets zeggen, precies of hij denkt dat het weldra niet meer zal kunnen.
Om de één of ander onverklaarbare reden stapt er een man verkleed als Donald Duck de muren van het weeshuis binnen. Hoewel de man zeker twintig of dertig meter van ons is verwijdert, is Aibar duidelijk onder de indruk. Hij gaat op zijn hurken zitten en bespiedt de man; die na enkele minuten het domein verlaat. We maken ons de bedenking dat het geen goed idee zal zijn om direct Donald zijn vriendjes te gaan bezoeken in Disneyland.
Iets voor dat ons bezoekuur verstrijkt, worden we aangesproken door An. en de opvoedster van Aibar. Ze vertellen ons dat we afscheid dienen te nemen van Aibar. Aan Aibar zeggen ze, wordt verteld, dat wij morgen gewoon zullen terugkomen. Als wij waarschijnlijk al lang in de lucht hangen, zullen ze hem dan vertellen dat het nog even zal duren voor hij ons zal terugzien en mag meevliegen naar België. We vinden het een vreemde manier om afscheid te nemen. Protesteren kunnen we niet; in welke taal zouden we Aibar immers kunnen duidelijk maken dat we hem morgen niet terug kunnen komen bezoeken en dit ook nog eens zonder de jongen in verwarring te brengen dat we hem nooit meer komen opzoeken?!
Hoewel we het spel meespelen, heeft hij blijkbaar door dat dit niet zo maar een afscheid is altijd. Hij staat erop ons te begeleiden naar de auto. We geven hem een knuffel en stappen in. Maar de deur moet toch nog terug even open. We zien hem nog eens lachen en werpen hem enkele kushandjes toe. Het is de eerste keer gedurende ons bezoek dat hij niet onmiddellijk naar binnen loopt. Hij blijft bij zijn opvoedster staan. Het kan niet anders of hij weet dat er iets anders is. Slim bazeke, maar dat heeft hij van zijn vader.
s Middags even vlug iets gegeten en ons kot aan kant gemaakt. Twee maanden scheiden ons nu nog om van een drie- in een vierkoppig gezin te veranderen. Het zullen, dat weten we nu al, twee zware maanden worden. Elke dag zal weer afgeteld worden. Elk document zal weer aanzien worden als een overwonnen hindernis. Maar, we willen toch positief eindigen, er is licht aan het einde van de (Kazachsche) tunnel.
|