Als Belg ben ik een curiosum in Southampton. En eigenlijk is dat vrij
logisch gezien de beperkte ruimte die ons land op de kaart inneemt (als
België al aangeduid wordt) en het geringe aantal Belgen in Southampton
(ik heb er al 3 geteld). De voornaamste reden is echter dat ik vertoef
tussen de voormalige wereldheersers (de Britten) en de huidige
werledveroveraars (de Amerikanen), en daar zijn ze zich op ongegeneerd
arrogante wijze van bewust. Tijd dus om België op de kaart te zetten,
en daar zijn we absoluut in geslaagd!
De bewuste avond ging door op het kot van Karen, PhD in steentijd
archeologie en fanatiek Club Brugge supporter. Als snacks hadden we
voorzien: Belgische salami, Belgische Gouda, Belgische chocomousse,
Belgische (?) wafels en een cake met Belgische chocolade. Onderaan ons
drankarsenaal bengelde een sixpack Stella, waarop blonde Leffe Magnums
en bruine Leffe volgden. In de middenklasse schitterden pareltjes als
Chimay wit en Chimay Blauw. Maar de bierkoelkast werd terecht
gedomineerd door zwaargewichten als LaTrappe Quadrupel (ondanks
Nederlandse herkomst geniaal), Westmalle tripel en St-Bernardus abt.
Het feestje startte een beetje in mineur, toen het brandalarm van het
gebouw afging op het moment dat ik de kamer betrad (ik had daar niets
mee te maken). Na een spoedige evacuatie, en het nodige gevloek op
brandbeveiligingssystemen die al afgaan wanneer ge patatten kookt
(serieus, dat was de reden), kon de Belgian night beginnen.
Aangezien we wisten dat iedereen vanaf het begin moppen zou beginnen
tappen, besloten we dat ik een lezing zou geven over ons land om het nodige respect af te dwingen. De
gasten luisterden geboeid naar mijn uiteenzetting van de Belgische
geografie, geschiedenis, politiek, wanpolitiek en biertraditie. Wees
gerust, ze hebben mijn gezaag niet langer dan 10 minuten moeten
aanhoren. Met deze achtergrondinformatie creëerden we de ideale sfeer
om ons vol eerbied naar het Belgische bier te wenden. Toen we de top
van onze bierpyramide hadden bereikt was de eerbied, evenals onze
inschatting van de zwaartekracht, echter ver zoek.
Iedereen heeft zich goed geamuseerd en de straffe verhalen van stoere
Belgen doen al de ronde in Southampton. Dat is dus de manier: één keer
belachelijk nationalistisch doen en ze hebben respect voor uw land. In
navolging van ons succes wordt volgende week een American night
georganiseerd, op dezelfde dag als de Amerikaanse verkiezingen. Ik ben
benieuwd welk aspect van hun cultuur ze durven te verdedigen!
Na een ganse week aan en rond mijn bureau te hebben doorgebracht, werd het tijd voor wat ontspanning. En waarom in Southampton blijven, de stad die sinds de tweede wereldoorlog niets meer te bieden heeft? Na een korte blik op google earth besloot ik richting het reusachtige beboste gebied ten westen van hier te trekken (zie foto), met het oog op ontdekkingen, avontuur en TREASURE!
Toen mijn Italiaanse kotgenoot en collega-archeoloog, Vito, van mijn plannen hoorde smeekte hij om mee te gaan. Vito zat al zes maanden in de UK om zijn Engels bij te spijkeren (wat niet echt blijkt te lukken) en is in die periode nooit buiten Southampton geweest. Gezien zijn vaardigheden als fiets-mechanicus, en mijn ongelofelijke luiheid, aanvaarde ik zijn gezelschap.
Toen we die bewuste zondagochtend op pad vertrokken was Zuid-Engeland gehuld in een dichte mist. We reden de stad door tot aan de pier, waar we de ferry richting Hythe namen. De 12 minuten durende overtocht verliep vlot maar niet zonder spanning. Uit het niets zagen we een reusachtig vrachtschip opduiken, op nog geen 50 meter van ons vandaan. De mist was echt grondig!
We fietsten het dorpje Hythe door tot aan de rand van het National Park. De ganse breedte van de toegangsweg was voorzien van een put waarover een raster met brede openingen lag, waarvan ik op het eerste zicht het nut niet inzag. Dit werd echter al gauw duidelijk: het park zat stampvol loslopend wild. We reden langs rustig grazende kuddes koeien, Schotse yakken (zo zagen ze er toch uit), pony's en paarden. Af en toe zagen we een eenzaam reusachtig hangbuikzwijn, met zijn gepiercte neus gretig op zoek naar truffels. Dit was echt het paradijs voor de jager, zelfs een blinde hoeft hier geen moeite te doen om fazanten te schieten, die al even nonchalant voorbij fladderen.
Na een tijdje kwamen we aan in een klein dorpje, met kleine huisjes, aan een klein meertje. Dit mooie dorpje tussen de groene heuvels (leek verdacht op Hobbiton uit Lord of the rings) kende de gepaste naam "Beaulieu", en was de eigendom van Lord Montague die in een paleis woonde dat groter was dan het dorp en met een persoonlijk domein inclusief golfterrein waarop een leger koeien zou kunnen grazen. Het klasseverschil is hier wat groter dan in België. Lord Montague vertoeft omwille van klimatologische voorkeur liever in Florida dan in Beaulieu, en bouwde zijn domein dan ook om tot een pretpark. De elite is hier wat creatiever dan in België.
Na het lokale theehuis te hebben gekeurd vervolgden we onze tocht richting Buckler's Hard, een Bokrijk-achtige recreatie van een 18de eeuws zeemansdorp. De toegansprijs van dit zeemansparadijs was evenals het pretpark van lord Montague boven mijn schraal studenten-budget. We besloten dan maar wat gratis asfalt te berijden. De redding kwam echter in de vorm van een stralende zon, die de groene heuvels en dichte wouden nog Lord of the rings-achtiger maakte. We trokken zuidwaarts tot we op de kust stootten. Het smalle maar prachtige steenstrand bood ons een schitterend zicht op de smalle zee-engte en the Isle of Wight, dat net voor de kust ligt. Misschien zijn daar nog schatten te ontdekken?! Ik begon echter honger te krijgen en stelde de verovering van het eiland dus voor onbepaalde duur uit. Met enkele schelpen en mooie slakkenhuisjes als trofee, trok ik samen met mijn kompaan terug huiswaarts.
En tot zover de kroniek van mijn eerste reis in Engeland. Vito heeft mijn fiets niet moeten repareren.
Ik heb een tijdje gewacht met dit eerste bericht aangezien ik genoeg
spannende verhalen wou verzamelen. Nu de tijd daar is krijgen jullie
ineens de volle laag!
Op zaterdag 27 september reed een glanzende Renault Espace met
Belgische nummerplaat doorheen het nog mistige Britse platteland. De
wagen kwam met gierende wielen tot stilstand op de bekiezelde oprit van
Bullar Road 48, Southampton. De bewoners van deze woning renden naar
buiten en keken in angstige verwondering naar het blitse voertuig. Het
zijportier vloog open, de toeschouwers namen een vage silhouet waar die
hen langzaam maar zeker tegemoet kwam. Ze keken met tranende ogen in
extase toe hoe TOM BRUGHMANS uit de wagen stapte en hun zijn eerste
woorden op het eiland gunde: "hello, I'm Tom"... Ik maakte dus kennis
met mijn kotgenoten, nam afscheid van mijn ouders en Annika, en het
avontuur kon beginnen.
Ons huis herbergt een internationale bende, waarbij ik als enige in
aanmerking kom om met een Brit te worden verward. Vito is een
Italiaanse student archeologie en monumentenzorg, en komt in
Southampton dezelfde opleiding volgen als ik (van de 8 mensen in mijn
richting zit er 1 in mijn huis ... zuiver toeval). Toen bleek dat de
olijfolie die ik meehad in zijn geboortedorp werd geproduceerd,
beschouwde hij me bijna als een broer (Italianen gooien met familiale
titels, zie 'The Godfather'). Emannuel is een Argentijnse elektronicus.
Hij kwam oorspronkelijk naar Engeland om elektronica te studeren in
Manchester, maar daar liep iets mis. Hij week vervolgens uit naar
London om te werken en wat geld te sparen, maar wist niet dat het quasi
onmogelijk is om te sparen in Londen. Hij is nu 29. Dan zijn er de drie
Bulgaren, Veli en het koppel Elena en Christo, alledrie met
onuitspreekbare achternamen. Wanneer je hen iets vraagt over Bulgarije
vervloeken ze de corruptie, de Russen, de Turken en krijg je er
vervolgens geen woord meer uit. Allemaal heeeeel aangename mensen!!
De eerste avond maakte Vito pizza's voor iedereen (hij kan dat want hij
is Italiaan). Na wat small talk besloten we aan culturele uitwisseling
te doen door elkaar te confronteren met onze nationale dranken. De
Argentijnen drinken heel de dag lang mate, de versnipperde blaren van
een plant die zoals thee worden bereid, en gedronken uit iets wat lijkt
op een halve kokosnoot met een metalen rietje. Niet onaangenaam, maar
eerder voor de liefhebbers. De Bulgaren hadden een klein flesje
zelfgestookt spul mee, Rakiye. Als je op de naam afgaat zou je een
anijsdrankje verwachten zoals elk mediterraan land er wel een heeft
(Raki, Ouzo, Pastis), het vocht proefde echter naar iets tussen grappa
en whiskey. Dat waren dus de eerste 44 graden in mijn bloed die avond.
Daarna was het mijn beurt. Als goede Belg had ik uiteraard een selectie
aan kwaliteitsbieren mee. Ter introductie schonk in een bruine Leffe,
waarna we over een witte en blauwe Chimay aanbelandden bij een St
Bernardus Abt. Aan het Italiaanse drankje zijn we die avond niet meer
geraakt.
Southampton stad is niet echt de moeite, en ik heb totnochtoe niemand
ontmoet die dit tegenspreekt. Zoals mijn reisgids zegt is het een
"down-to-business" havenstad, zonder enige charme. Die charme is
tijdens de tweede wereldoorlog platgebombardeerd, toen Southampton
fungeerde als één van de belangrijkste havens van de geallieerden
(vanwaaruit oa de kusten van Normandië werden bevrijd). De meest
boeiende plek is de american style shopping mall (zie foto) ... zegt genoeg.
De Universiteit ligt echter niet in dit drukke stadscentrum, maar in de
suburbs errond. Midden in een rustige woonwijk met veel groen ligt de
campus, een op studentenmaat geplande omgeving met alle voorzieningen
om je leven en studie te ondergaan. De School of Humanities is op een
apparte campus buiten dit studentenutopia gelegen, en binnen de
Humanities campus worden de archeologen als enigen in een eigen gebouw
ondergebracht. In deze geconcentreerde archeologische omgeving zal ik
het komende jaar vastroesten.
Tot slot nog iets over bier! De Britse pub-cultuur is niet te
vergelijken met standaard Belgisch cafégedrag. De Brit gaat om 17.30u
na het werk meteen naar de pub met zijn collega's. Arbeiders zitten in
de pub met hun bazen, studenten met hun proffen. Ze eten daar een
volvette gefrituurde maaltijd bestaande uit drie verschillende soorten
zetmeel producten (frieten, lookbrood en patatten op 1 bord) en een
stuk vlees. Soms vind je een verdwaalde tomaat of een bladje sla terug
op je bord, maar dit is dan eerder per ongeluk dan bij opzet. De pubs
serveren twee soorten bier: lagers (blonde gekoelde bieren met gas, een
gewone pint dus. De meeste lagers zijn import) en ales (donkere lauwe
bieren zonder gas). Het bier heeft welliswaar een lager alcohol
gehalte, maar het veneinige zijn de maten. Een pint gaat binnen als
water en je drinkt het even snel als een 25cl in België, maar
ondertussen heb je wel meer dan een halve liter bier in je lichaam. De
Britten hebben bovendien een zwakke weerstand tegen alcohol. Gevolg: om
22u uur is iedereen strontzat en tegen 23u sluiten alle pubs omdat
niemand meer recht kan staan.
De tocht die ik heb ondernomen om in de UK te geraken verliep vrij vlekkeloos. Ik werd toegelaten tot de richting van mijn keuze, bekwam de nodige financiële middelen en studeerde voldoende schitterend af. Maar bij mijn zoektocht naar een kot liep het een beetje mis. Aangezien alle nieuwe studenten aan de University of Southampton een kamer in één van de halls of residence gegarandeerd wordt, diende ik een aanvraag voor een dergelijke kamer in. Op 24 juli kreeg ik een kot aangeboden, ik moest wel binnen de tien dagen bevestigen dat ik dit kot wou door een storting van 350 pond uit te voeren. Gedurende die tien dagen was ik net wat aan het rondhossen in de woestijnen van het Midden-oosten, waar internet enkel voor terroristische doeleinden gebruikt mag worden. Geen kot dus. Ik was hier vrij kapot van, aangezien dit betekende dat ik zelf actief moest gaan zoeken naar een kot. Ik ben dan maar naar Southampton gevlogen om enkele kamers te bezichtigen. Drie van de vier panden waren verkrotte gedrochten die zelfs op de Belgische kotenmarkt enkel in absolute nood zouden worden aangesproken. Maar het vierde kot was prachtig! Een oud Victoriaans huis, met grote privé-vertrekken en kleine gemeenschappelijke ruimten. De hal is geschilderd in een frisse combinatie van gifgroen en zonsondergang oranje, en comfy chairs uit de jaren '50 zijn op schijnbaar willekeurige wijze in de ruimtes rondgestrooid. De keuken is voorzien van gasvuren, een oven en een wasmachine. De tuin is al even schitterend als de rest van het huis. Er is een brede oprit die uitgeeft op een ruime bekiezelde vlakte, ideaal voor BBQ feestjes. Het achterliggende grasveld wordt wekenlijks gemaaid door de gras-man van FC Southampton, in mooie lijntjes dus. Dit laatste kot heb ik genomen. Mijn slaapkamer is vrij ruim (ca. 18m²) en volledig gemeubeld. Bovendien krijg ik ook een kleine studerkamer, met een bureau en een boekenkast. Het huis is in een zeer rustige buurt gelegen, overvloedig voorzien van Indiche en Chinese take-aways. Hier ga ik dus 12 maanden leven. Als je vreest om mijn gezondheid, of me gewoon mist, mag je me steeds komen opzoeken! Mijn kamers zijn groot genoeg. (foto's op mijn Facebook!)
Vanaf 27 september zit ik voor 12 maanden in Engeland, waar ik een hele hoop avonturen zal beleven. Hiervan zal ik steeds verslag uitbrengen op deze blog (weliswaar altijd ietwat overdreven om de verhalen straffer te maken). Bijhorende fotoalbums vind je op mijn Facebook. Check deze site dus, en keep in touch!
The Crown The Mitre The Stag's Head The Hobbit Jesters' The Dolphin South Western Arms The Junction The Bridge Inn The Highfield The Plough (London) The Cowherds The Guide Dog The Bent Brief The Royal Oak (Winchester) Alfie's (Winchester) The Bishop on the Bridge (Winchester) The Wykeham Arms (Winchester) The Black Boy (Winchester)