Het langverwachte vervolg op vorig
bericht:
De examenperiode was dus aangenaam maar slopend, en een break was noodzakelijk.
Coudy kwam dat bewuste weekend naar Southampton en we trokken er samen op uit.
We besloten the Isle of Wight te gaan verkennen, een groot eiland op enkele
kilometers voor de kust van Southampton. Het eiland kent een landschap met
glooiende groene heuvels en nauwelijks bomen. Mijn theorie is dat deze bomen
kapot gebombardeerd zijn door de Duitsers in WOII, aangezien Wight op de frontlinie
lag in de Battle for Britain ... meningen verschillen echter. In de 19de eeuw
had queen Victoria hier haar favoriete buitenverblijf/kasteel met uitgestrekte
tuinen, wat nu omgetoverd is tot een pretpark en een Country Club. Niet alleen
dit koninklijk optrekje werd echter vercommercialiseerd, het ganse eiland is
één vakantieoord met amusementsparken, historische sites, badplaatsen,
toeristische wandelingen, én Bungalowparken geschikt voor de laagsten der
Nederlanders.
Wij bezochten dit vakantie-eiland
echter in de winter, wat een zeer vreemde indruk van het eiland op ons naliet.
Op onze wandeling langsheen de noord-west kust passeerden we ontvolkte
bungalowparken, verlaten badplaatsen en gesloten recreatiegebieden. We liepen
gans alleen door de straten en met uitzondering van de rukwinden die onze oren
teisterden was het muisstil. Het was precies alsof we door een verlaten western
landschap liepen. Elk moment kon er een Sheriff van achter een hoek
tevoorschijn komen die ons op een schijnbaar nonchalante toon zou aanspreken:
"we don't like your kind here boys". De enigste beweging tussen de
bungalows waren de dorre bolle struikjes die voorbij rolden, en stof dat in
kleine wervelwinden ronddwaalde. Dit landschap nodigde dan ook uit om als
cowboys met O-benen door de straten te slenteren, handen klaar om bliksemsnel
colts uit de holsters te trekken. Zo trokken Sheriff Tom en Deputy Coudy
door het wilde westen van Wight, in verhitte discussies over de geologische
opbouw van het eiland en recente Western films.
Aangezien we nogal laat op onze
wandeling waren vertrokken werden we halverwegen overvallen door de schemering.
We stonden op dat moment net op een plateau met grasvelden vol konijntjes, aan
de rand van 100 meter diepe krijtkliffen. We stapten wat sneller door langs dit
pad in de hoop een dorpje te bereiken aan de westpunt van het eiland. Net toen
we aan de afdaling wilden beginnen gaf de zon volledig op, en moesten we onze
weg verderzetten in het licht van onze GSM's. Tot overmaat van ramp bleek dat
het afdalingspad niet echt eenduidig te volgen was. Het splitste op in enkele
zijwegen en we dienden te ontdekken welke we best konden volgen. Sommige paden
waren verdacht steil en waren eerder het gevolg van steenval dan bewuste
wegenbouw. Andere paadjes waren blijkbaar aangelegd door de konijnen, en waren
te smal en te verwarrend om ons op een veilige manier aan de voet van de
kliffen te brengen. Na het doorkruisen van een stuk wildernis in een
willekeurige richting kwamen we een aanvaardbare helling tegen die ons naar de
westpunt van het eiland leidde.
We hoopten hier enkele restaurants
of bars aan te treffen, maar het bleek weer een verlaten cowboydorp te zijn. We
namen dan maar de laatste bus (6u!!!) naar het dichtstbijzijnde stadje om
alsnog een kans te maken op een maaltijd. We vonden een lokale pub waar ze
heerlijke versgevangen vis serveerden, en we genoten van de Britten die wild
werden van een Dartsspel op TV. Na een gevaarlijke tocht op een onverlichte
baan zonder voetpad kwamen we terug aan op het hotel, waar we Earl Grey thee dronken,
een documentaire zagen over Desmond Tutu en Nelson Mandela, en flarden van Troy
en Planet of the Apes in ons opnamen.
Kortom een zeer aangename trip, die
een verrassend beeld van the Isle of Wight opleverde. In de zomer ga ik terug
voor the Isle of Wight Festival, wie gaat er mee??
09-03-2009 om 00:54
geschreven door Tom 
|