Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Met Jongste (*) naar de kapper is normaal geen enkel probleem. Meestal gaan we op een moment dat het er niet druk is. Eventjes moeten we dan gewoonlijk wat wachten op de rode bank, waar maar drie mensen kunnen plaatsnemen. Ik neem dan een tijdschrift uit één van de lectuurbakken en mijn zoon kijkt wat rond of leest een strip. Enkele minuutjes maar, want hij is altijd snel aan de beurt. Maar deze keer is het drukker dan anders. De rode bank zit al vol als we binnenkomen. We moeten blijven staan. Een Onverwachte Omstandigheid. Voor Jongste zijn veranderingen, of dingen die anders lopen dan verwacht, altijd moeilijk. Zoals "drukte" en "moeten wachten" ook altijd moeilijk zijn. Ook nu zie ik het: hij wiebelt van het éne been op het andere, loopt wat heen en weer en er is die herkenbare onrust in z'n blik. "We kunnen zo meteen wel zitten," fluister ik "kijk die éne mevrouw is al bijna klaar." Ik ga op zoek naar iets te lezen. Tijdschriften zijn er genoeg, maar voor kinderen is er niets bij. Geen strip dus. En we hebben er zelf geen bij. Nóg een Onverwachte Omstandigheid. Na een poosje wachten komt er een plaatsje vrij op de bank. Nu zit er alleen nog een mevrouw en in het midden een wat oudere heer. Jongste gaat vlug op het vrijgekomen plaatsje zitten. Natuurlijk is dat niet beleefd en hoort hij eerst mij te laten plaatsnemen. En ik hoor het hem zo aan te leren. Maar ik zeg niets en laat hem doen. Dit is echt niet het moment om hem met wellevendheidsregels te overvallen. De mijnheer in het midden denkt er anders over. Hij wendt zich verontwaardigd naar mijn zoon en zegt hard en op afkeurende toon: "Zeg, zoude gij nie eerst uw moeder laten zitten?" Jongste lijkt hem niet te verstaan. Hij kijkt verschrikt en schuift nog verder naar de kant, weg van die meneer. Ik probeer de situatie te redden. "O, maar hij laat nog genoeg plaats voor mij!" glimlach ik, en zet me op de plek tussen hem en mijn zoon in. Blijf wat vooraan op de rand, omdat ik echt niet tegen die man wil aanzitten. En Jongste, goudeerlijk zoals hij is, fluistert me toe: "Eigenlijk liet ik geen plaatsje voor jou hoor...! Ik was gewoon bang van die enge meneer!"
Dertien jaar geleden geschreven voor de schoolkrant:
De grootste droom van onze kleine man is: "papa worden". O ja, ook brandweerman of politieagent of landbouwer of kraanman. Dat wil hij ook allemaal wel, zo nu en dan. Maar boven alles zou hij een papa willen zijn. Niet dat hij daarmee de status van het vaderschap beoogt. Het woord "papa" heeft voor hem ook een andere betekenis. Zo versta ik het toch uit kleine gesprekjes. Zoals die avond als hij tegen bedtijd nog erg druk is. "Kindje," verzucht ik "wat zal ik een gelukkig mens zijn als jij straks slaapt." "Ben jij een mens?" vraagt hij, de rest van de boodschap negerend. "Ja." "Maar een andere mens als onze papa hé?" "Hoezo?" vis ik. "Omdat onze papa..eh..eh..onze papa is een papamens....!" "O, en dan ben ik zeker een mamamens." "Ja, jij bent een mamamens." Papamensen en mamamensen dus. Aardig gevonden als je de woorden "man" en "vrouw" nog niet kent. "En" vraagt hij "ben ik ook een mens?" "Ja, jij bent ook een mens. Jij bent een kleine mens." "Ja, ik ben een kindje-mens." En ons kindje-mens wil, liefst zo vlug mogelijk, een grote papamens of kortweg "papa" worden. Veel van wat hij doet, speelt of vraagt staat in functie van dat groot ideaal. Zo informeert hij haast elke dag of er spek op het menu staat en reageert verontwaardigd als dat niet zo is. Ik weet niet beter of spek is veruit zijn lievelingskostje. Tot hij op een morgen zegt: "Ik moet veel spek eten, want ik wil wel een papa worden hé!" "Moet je daar spek voor eten?" vraag ik verwonderd. "Jaha, onze papa heeft dat gezegd." "Wat heeft papa dan gezegd?" "Dat ik eerst nog veel spek zal moeten eten." Er is nog een grote hindernis die hij te nemen heeft om zijn droom waar te maken. Hij heeft namelijk nog elke nacht een pampertje nodig. En hij weet best dat grote papa's niet meer in hun bed plassen. Die morgen als hij opstaat, nog meer vervuld van zijn grote droom dan anders, staat zijn besluit dan ook vast. "Ik wil geen pamper meer," kondigt hij vastberaden aan, "ik ga niet meer in mijn bed doen." "O nee?" twijfel ik, terwijl ik de doornatte luier in de vuilbak mik. "Nee!" zegt hij ferm. "Oké, we gaan het de volgende nacht zonder proberen." Terwijl ik hem help bij het wassen en aankleden speurt hij zijn lijfje af naar tekenen van ophanden zijnde mannelijkheid. Hij gaat voor de spiegel staan en tilt zijn hemdje hoog op. "Kijk eens," roept hij "ik heb al papaborsten!" Geluk heeft hij: kleine meisjes met gelijklopende ambities moeten daar gewoonlijk langer op wachten. Dan houdt hij me een klein armpje voor. "Ik heb ook al haartjes op mijn ammeren!" Ik kijk naar het nauwelijks zichtbare beetje blonde dons. "O ja!" Met moeite onderdruk ik een glimlach om zijn zo héél ernstige gezichtje. Met diezelfde ernst observeert hij even later zijn oudere broertje, die nog in zijn hemdje zit. "Heb jij al papaschouders?" vraagt hij dan. Grotere broer is wel te vinden voor een babbel tussen mannen in spé. En hij is best optimistish. "We hebben alleen nog geen baard!" besluit hij. "Nee, die moet nog groeien." De volgende morgen staat kleine man weer een stapje dichter bij zijn ideaal: voor de eerste keer is zijn broekje nog droog... .
Nota: Kleine man van toen is ondertussen een opgeschoten tiener geworden van om en bij de 1.90m
Ik maak er mijn jongste van tijd tot tijd attent op voorzichtig te zijn met te harde geluiden, omdat die het gehoor kunnen beschadigen. Als hij bijvoorbeeld op de computer een spelletje speelt met een hoofdtelefoon op. "Op de muziekschool zegt men dat je een goed gehoor hebt, dat mag je niet verprutsen hé! Daar heb je het zeker nodig om goed te kunnen horen!" zeg ik hem op een keer. Even later is hij aan het spelen met enkele vriendjes. Eén van hen roept hem nogal hard in het oor. Hij reageert verschrikt: "Hé zeg, wel oppassen voor mijn oren hé! Ik heb die nog nodig voor de muziekschool!"
Pa (zo goed als 78) is nog een hele krasse. Woont sinds het overlijden van Ma alleen in zijn appartement in Middelkerke. Hij bereddert daar zijn huishouden, ontvangt bezoek, beluistert de belevenissen en zorgen van zijn zeven kinderen en hun aanhang, reist met tram en trein heel wat keren per jaar naar het binnenland om hier en daar een handje toe te steken en vooral de vele verjaardagen te vieren. Ook is hij prima vertrouwd met computer en internet. "Zo een blog maken, is dat niets voor jou?" vroeg hij me enkele maanden geleden. "Jij schrijft toch graag?" "Een blog?" viel ik uit de lucht. "Welja, dat is helemaal niet moeilijk!" en hij troonde me mee naar z'n computer om me te laten zien wat een blog eigenlijk is en hoe je die aanmaakt. "Interessant" vond ik, en sloeg het gegeven op in mijn hoofd. In de map "Nog wel eens, misschien, als ik ooit eens tijd heb..." Het "ooit" veranderde in "binnenkort". Ik besloot eens een kijkje te nemen en heb enkele avonden zitten surfen in wat ik hier al "Blogland" heb zie noemen. En zo wisselde "binnenkort" voor "nu meteen". En voilà, hier zijn we dan.
Want ik schrijf inderdaad graag. Niet dat ik mezelf zie als een literair of groot poëtisch talent. Eerder als een grote babbelkous. Maar toch kan ik, en hou ik ervan om gedachten, ervaringen en gevoelens in woorden te vangen en mee te delen. Ik tracht geboortekaartjes, nieuwjaarswensen, bedankjes aan leerkrachten e.d. wat persoonlijker te maken met eigen tekstjes. En ik heb vele jaren meegewerkt in de redactie van het schoolkrantje van de basisschool van onze kinderen. Daarvoor schreef ik cursiefjes, anekdootjes en tekstjes. De cursiefjes betroffen eerst onze oudste kinderen, die destijds alledrie op die school zaten. "Met kinderen gaandeweg" had ik ze genoemd. Later kwam ons nakomertje erbij en nog later werd hij alleen het middelpunt van mijn schrijfsels, als enige die nog op de basisschool zat.
Ons jongste kind ontwikkelde zich wat anders. Toen hij zes was kreeg hij de diagnose ASS (autisme spectrum stoornis). Ik kon met de "gaandewegjes" niet meer verder alsof hij een gewone jongen was. Het was stoppen met het cursiefje of het over een andere boeg gooien. Ik ben dan een nieuw cursiefje gestart dat ik "Nak Omertje" noemde. En waar ik vertelde wat het betekende samen te leven met een kind dat "anders" is. Vorig schooljaar is onze jongste van school veranderd, en zit hij in een auti-klasje in het Buitengewoon Onderwijs. Dat was dan ook voor mij, na dertien jaar, het einde van mijn medewerking aan de "Wist-je".
En ziehier, een nieuw kanaal gevonden dus. Ik hoop er wat van te maken. En wil hierbij ook graag putten uit wat ik vroeger neerschreef en wat, vooral voor mijzelf, een schatkist is aan, anders wellicht vergeten, herinneringen. Ik hoop heel erg dat ook u, lezer, er plezier aan beleeft!
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek