Dertien jaar geleden geschreven voor de schoolkrant:
De grootste droom van onze kleine man is: "papa worden". O ja, ook brandweerman of politieagent of landbouwer of kraanman. Dat wil hij ook allemaal wel, zo nu en dan. Maar boven alles zou hij een papa willen zijn. Niet dat hij daarmee de status van het vaderschap beoogt. Het woord "papa" heeft voor hem ook een andere betekenis. Zo versta ik het toch uit kleine gesprekjes. Zoals die avond als hij tegen bedtijd nog erg druk is. "Kindje," verzucht ik "wat zal ik een gelukkig mens zijn als jij straks slaapt." "Ben jij een mens?" vraagt hij, de rest van de boodschap negerend. "Ja." "Maar een andere mens als onze papa hé?" "Hoezo?" vis ik. "Omdat onze papa..eh..eh..onze papa is een papamens....!" "O, en dan ben ik zeker een mamamens." "Ja, jij bent een mamamens." Papamensen en mamamensen dus. Aardig gevonden als je de woorden "man" en "vrouw" nog niet kent. "En" vraagt hij "ben ik ook een mens?" "Ja, jij bent ook een mens. Jij bent een kleine mens." "Ja, ik ben een kindje-mens." En ons kindje-mens wil, liefst zo vlug mogelijk, een grote papamens of kortweg "papa" worden. Veel van wat hij doet, speelt of vraagt staat in functie van dat groot ideaal. Zo informeert hij haast elke dag of er spek op het menu staat en reageert verontwaardigd als dat niet zo is. Ik weet niet beter of spek is veruit zijn lievelingskostje. Tot hij op een morgen zegt: "Ik moet veel spek eten, want ik wil wel een papa worden hé!" "Moet je daar spek voor eten?" vraag ik verwonderd. "Jaha, onze papa heeft dat gezegd." "Wat heeft papa dan gezegd?" "Dat ik eerst nog veel spek zal moeten eten." Er is nog een grote hindernis die hij te nemen heeft om zijn droom waar te maken. Hij heeft namelijk nog elke nacht een pampertje nodig. En hij weet best dat grote papa's niet meer in hun bed plassen. Die morgen als hij opstaat, nog meer vervuld van zijn grote droom dan anders, staat zijn besluit dan ook vast. "Ik wil geen pamper meer," kondigt hij vastberaden aan, "ik ga niet meer in mijn bed doen." "O nee?" twijfel ik, terwijl ik de doornatte luier in de vuilbak mik. "Nee!" zegt hij ferm. "Oké, we gaan het de volgende nacht zonder proberen." Terwijl ik hem help bij het wassen en aankleden speurt hij zijn lijfje af naar tekenen van ophanden zijnde mannelijkheid. Hij gaat voor de spiegel staan en tilt zijn hemdje hoog op. "Kijk eens," roept hij "ik heb al papaborsten!" Geluk heeft hij: kleine meisjes met gelijklopende ambities moeten daar gewoonlijk langer op wachten. Dan houdt hij me een klein armpje voor. "Ik heb ook al haartjes op mijn ammeren!" Ik kijk naar het nauwelijks zichtbare beetje blonde dons. "O ja!" Met moeite onderdruk ik een glimlach om zijn zo héél ernstige gezichtje. Met diezelfde ernst observeert hij even later zijn oudere broertje, die nog in zijn hemdje zit. "Heb jij al papaschouders?" vraagt hij dan. Grotere broer is wel te vinden voor een babbel tussen mannen in spé. En hij is best optimistish. "We hebben alleen nog geen baard!" besluit hij. "Nee, die moet nog groeien." De volgende morgen staat kleine man weer een stapje dichter bij zijn ideaal: voor de eerste keer is zijn broekje nog droog... .
Nota: Kleine man van toen is ondertussen een opgeschoten tiener geworden van om en bij de 1.90m
|