Geef je e-mail adres op
voor in de maillist te komen.
01-03-2010
Fossielen Haaientanden :
Fossielen Haaientanden : Van verschillende soorten haaien. Lange scherpe snijtanden, voor het verscheuren en het doorboren van hun prooi. Carcharias acutissima; Carcharias hopei. Striatolamia macrota.
De haaien en roggen ( Selachii ) zijn zeevissen, met uitzondering van enkele soorten. Deze uitzonderingen leven in de tropische zeeën om Amerika en India. Het geraamte van de haaien en roggen bestaat geheel uit kraakbeen; Het kan soms gedeeltelijk verkalkt zijn, maar heeft nooit echte beenachtige vormingen. Het gedeelte van de schedel waar zich de gevoelszenuwen en de hersenen bevinden, bestaat uit één enkel stuk kraakbeen. ( Kraakbeenvissen)
Fossielen Haaientand : Carcharocles auriculatus. Hoektand ( Zijtand) Reuzenhaai. Zowel de tand als de bijspitsen zijn gezaagd. Carcharocles auriculatus uitgestorven soort.
Fossiele dolfijnwervels : De laatste jaren komen steeds meer kleine dolfijnachtige voor aan onze kust het gaat meestal om bruinvissen, en kleine dolfijnachtigen van zowat 1,5m, lang en zelfs witsnuitdolfijnen.
Steenloper, tot 23cm, broedt langs arctische, Skandinavische en Finse kusten, vertoeft s'winters langs de Noordzee en het IJselmeer op het kustgesteente, zoals zijn naam het zegt, vind je de steenloper eerder op een stenige ondergrond dan op een zandgrond. Terwijl ze rond- lopen draaien ze voordurend steentjes en schelpjes om, op zoek naar kleine diertjes die zich eronder verschuilen.
Striarca lactea lactea : Melkwitte arkschelp tot 15mm groot. Heeft 30 tot 38 tandjes in slot, de grootste aan de randen, de kleinste in het midden, elke tand is fijn geribbeld. Soms te vinden tussen fijn schelpen gruis.Voorkomen holoceen, het holoceen is een geologisch tijdperk van 10.000 jaar geleden tot nu.
De zee is immers een onuitputtelijk reservoir van symbolen. Zij licht stil en is toch altijd in beweging, zij is vlakbij en eindeloos ver. Lieflijk en gevaarlijk, zij geeft leven en brengt de dood.... daarom fascineert de zee de dichters. Wandelaars en de zeilers en de badgasten, omdat zij er zichzef, hun lief. Hun angsten, hun verlangens en hun dromen in weerspiegeld zien.