Geef je e-mail adres op
voor in de maillist te komen.
19-03-2013
Glauconietzandsteen :
Platte vervormde zandsteen, meestal zijn ze groengeel van kleur, de kleur is afkomstig van het mineraal glauconiet, men noemt deze stenen dan ook glauconietzandstenen, ze vormen het hoofdbestand van de eocene tertiare lagen. Gesteente vervormd door erosie. Rond Knokke en nabij het Zwin zijn het vooral boven-Eocene kalkzandsteenfragmenten herwerkt uit Tertiair substraat, vooral daar vindt men ook fossiele schelpen op het strand, het gaat hier voornamelijk over (Cardita planicosta en Turritella sp uit het boven-Eoceen.
Zwerfstenen ; afdrukken sporen op gesteente,we kunnen afdrukken (fossielen) beschouwen als foto's uit een ver verleden, die een indruk geven hoe de aarde er vroeger uit zag,en net zoals bij historische documenten kunnen we er een belangrijke les uit leren voor het heden.
Klasse ; Trilobita-trilobieten cambrium- perm. Deze totaal uitgestorven categorie zeegeleedpotigen wordt vaak samen met fossielen van typ- ische zeedieren als stekelhuidigen, koralen en tentakeldragers aangetroffen. De lichaamsbouw van hun fossiele restanten geeft informatie over hun levenswijze, net als de ontwikkeling (facie) van de sedimenten waarvan ze onderdeel zijn. meestal leefden ze in ondiepe wateren niet ver van de kust, en gewoonlijk bevinden ze zich in fijn zand, leemachtige kalksteenlei, kalkrotsen of kwarts. Trilobieten waren uitsluitend paleozï- sche dieren, ze kwamen al voor in het onder-Cambrium. De grootste bloei werd bereikt in het boven-Cambrium en het Ordovicium, in het sil- tuur werd hun ontwikkeling geremd, maar in het Devoon maakte de gehele groep een nieuwe ontwikkeling door en ontstonden nieuwe types. In het Carboon daalde het aantal soorten en exemplaren aanzienlijk. Uit het perm kennen we nog maar één familie, Phillipsidae, die echter teg- en het einde van het Paleozoïcum verdwijnt, de trilobieten sterven tegen het eind van het Paleozoïcum uit.
Paleogene krab ; krab bewaard in donkerbruine steenkern, krabbenschild van het genus Coeloma Tertiair het krabbenschild is gevonden in de zwinstreek (knokke) langs de Belgische oostkust.
Panenka behoort tot een Paleozoische groep van de tweekleppige. Panenka heeft een dunne, symmetrische, licht ovale tot ronde schaal met straalsgewijs gerangschikte ribben die slechts door iets bredere groeven van elkaar gescheiden zijn, de kleine top van het omhulsel is opvallend in de richting van de slotlijn gebogen en licht naar het voorste gedeelte van de schaal geknikt. De lunula is klein, het slot is onvolmaakt en heeft slechts zwak ontwikkelde tanden. Het genus was in het Siluur en het Devoon van Europa en Amerika verspreid.
Rugose koralen, holtedieren die uitsluitend in zeeën leven, koralen hebben over het algemeen een cilindrische of kegelvorm. De mondopening gaat over in de slokdarm die naar de holte leidt, die door vlezige tussenwanden septa (mesenterium) is verdeeld rond de mond is een krans van schouders, waarvan de hoeveelheid overeenkomt met het aantal mezenteria. Sommige koralen scheiden in het mezoglea geisoleerde kalkhouden- de fijne naalden of hoornachtige elementen af.