Deze Pleistocene zoogdiertanden worden regelmatig gevonden langs de belgische Oostkust. De Oostkust is het paradijs voor Pleistocene zoogdier resten, brokken en stukken worden met grote zakken gevonden.
Complette resten zijn zeer schaars tot zeldzaam.
Het meest voorkomend fossiel van pleistocene zoogdierresten zijn de fossiele tibias van herten soorten en rendieren, ze worden meest gevonden langs
de oostkust, van Oostende tot in de zwinstreek Knokke, dit wijst erop dat ze in grote kuddes voorkwamen in de laatste ijstijd. De oostkust is een paradijs voor fossielezoekers,voornamelijk voor prehistorische zoogdierresten en pleistocene fossiele schelpen.
Tanden of kiezen determineren is geen gemakkelijke zaak, er is zeer weinig of niets te vinden in de literatuur of aan vergelijkings materiaal, er is zeker enige studie aan verrijst. Hier zien we enkele recente paardentanden, lings van boven naar onder zien we enkele snijtanden, verder enkele kauwtanden, de bovenkaak tanden van het paard zijn min of meer vierkant van vorm, de onderkaaktanden zijn meer rechthoekig van vorm.
Hier zien we enkele tanden of kiezen van het wilde zwijn (sus scrofa) Lings boven, zien we een stuk schedel met een grote bovenhoektand verder enkele knobbelkiezen, varkens zijn alleseters, ze leven zowel van plantaardig als van dierlijk voedsel.
Hier zien we enkele recente tanden of kiezen van het huisrund. (koeien) Een tand of een kies bestaat uit dentine of tandbeen, het email of het glazuur en cement. De tand bestaat uit een kroon en uit één of meerdere wortels, de kroon is het gedeelte, dat boven het tandvlees uitsteekt, en de wortels worden verankerd in het kaakbeen.
Zoogdieren uit de prehistorie middelhansbeenderen. ( Middelhansbeen metapode) van een ree en een hert. Het bovenste middelhansbeen dat we hier te zien krijgen is het middelhansbeen van een ree, het bot is sterk of zwaar gefossiliseerd. Het middelste middelhansbeen dat we hier te zien krijgen is een middelhansbeen van het hert, ook dat bot is zwaar gefossiliseerd. Het onderste middelhansbeen dat we hier zien is ook een middelhansbeen van een hert, dat bot is niet gefossiliseerd en komt uit een latere periode het Holoceen zo'n 10.000 jaar geleden, de zwaar gefossiliseerde beenderen komen uit het pleistoceen. Het rendier is zeer verwant met het edelhert en de reebok, het is de enige soort waarbij het wijfje hetzelfde gewei draagt als het mannetje. De bijzonder dichte vacht beschermt het rendier tegen de koude, het rendier is van zeer groot nut, de huid kan gelooid worden, het vlees is eetbaar en de botten kunnen gebruikt worden voor gebruiksvoorwerpen te maken. Rendieren leven van gras,bladeren en korstmossen.
Knieschijf (patella) knieschijf beentjes zijn moeilijk te achter hallen van welk zoogdier het juist is, de afgebeelde knieschijfjes zijn afkomstig uit het holoceen zo 'n 10.000jaar geleden en zijn geen fossiel. Hier volgt een lijst van fossiele zoodierresten die men kan vinden langs de Belgische kust ; van de wolharige mammoet, de wolharige neushoorn, wilde paarden, de bison-steppewisent, de muskusos, wilde zwijnen, beren, de grotten leeuw, herten soorten, de ree, wilde schapen, de wolf, en de poolvos, van al deze prehistorische zoogdieren worden geregeld fossiele zoogdierresten terug gevonden, ook als strandvondsten. Goed om weten is, dat er op sommige plaatsen langs de Belgische kust, veel oudere fauna gevonden wordt dan op andere plaatsen, voor oudere fauna zijn Duinbergen, Knokke,en de Zwinstreek zeer goede zoekplaatsen, ook in Cadzand word er oudere fauna gevonden.
Halswervel van een zoogdier,afkomstig uit het holoceen ± 10.000 jaar oud, wervel uit de laatste ijstijd. Halswervel (vertebrae cervicales) de halswervel is mogelijk van een rendier of van een edelhert ?,de hoogte van deze dieren licht tussen 1 tot 1.20m hoog. Prehistorische dierresten, veel verschillende diersoorten worden gedeterminineerd door het vinden van hun botten en tanden maar het blijft toch nog een zeer moeilijke opdracht,door gebrek aan meer bewijsmateraal van andere dieren.