Met de fiets Ik ga op 1/9/2018 met de fiets naar Santiago de Compostela vertrekken via een grote omweg. Het Spaanse binnenland blijft me boeien, ik wil de 'Camino de Levante' opzoeken. Mijn eerste overnachting zal in Namen zijn, daarna Frankrijk in langs Givet, Charleville-Mezi�res, Verdun enz.. Dit prachtige land zal ik verlaten langs Beziers, Narbonne en Perpignan.
Dan volgt Girona in Spanje, verder zuidwaarts langs Morella, Teruel, Albaracin, de namen zullen bij velen vreemd in de oren klinken. Langs die laatste drie steden passeerde ik reeds met de fiets in 2013 op de Camino del Cid naar Valencia.
Wanneer ik Teruel zal doorfietsen op de nieuwe reis, dan zal mijn kilometerstand op 2178 staan. Wanneer ik een gemiddelde van 85km/dag zou kunnen doen zou dat op 25/9 kunnen zijn. Vandaar in Teruel heb ik nog 1176km af te leggen. Langs Cuenca, Mota del Cuervo, Toledo, Avila, Zamora, Ourence om op 8/10 Santiago te bereiken. Allemaal 'zal of zou', ik hoop heel erg dat het zo ongeveer zal verlopen. Het kan ook zijn dat het niet lukt en dat ik opgeef, maar het is dan maar zo.
Ongeveer half oktober zal ik terug thuis zijn.
01-10-2018
Dag 31 - 1 oktober 2018
Cuenca - Mota del Cuervo. Afstand: 124km; 16,8km/u gem. snelh.; 58,5km/u hoogste snelh. Spijtig dat ik het interessante Cuenca moet verlaten na enkel dat blitzbezoek gisterenavond. Het zou wel niet gemakkelijk geweest zijn om met de fiets naar boven de stad in te trekken. Ik ben reeds een maand onderweg en heb nog een lange weg te doen, vooral daarom ben ik er direct vertrokken. In de omgeving van mijn hostal zag ik gisteren reeds verschillende mooie muurschilderingen en ook een kleurige kerk.
Uit Cuenca vertrekken in de richting van Mota del Cuervo was niet gemakkelijk. Een stadsplan en mijn wegenkaart hielpen wel maar heb toch nog regelmatig de weg gevraagd, misschien wel 7 of 8 keer. Na enkele kilometers is het duidelijk geworden dat ik op de goede weg ben. Cuenca is ook een etappe plaats op de 'Camino de Santiago de la Lana', een weinig gekende weg naar Santiago de Compostela die begint in Alicante.
Bij een bron langs de baan midden in de velden heeft mijn fiets zich weer eens laten vallen. Het is nog altijd mooi weer, niet snik heet, ideaal eigenlijk. Het water komt wel van pas.
De heuvels worden steeds lager, op den duur zijn ze er niet meer.
Voor overnachting ga ik zeker tot in Mota del Cuervo fietsen, ik voel dat het kan. In de laatste dorpen is er misschien wel mogelijkheid om te overnachten maar ik stop niet meer. Eindelijk bereik ik de Camino de Levante in Mota del Cuervo.
Mota del Cuervo - Mora. Afstand: 102km; 16,6km/u gem. snelh.; 40,5km/u hoogste snelh.. Overnacht in hostal Plaza waar ik geen avondmaal en geen ontbijt kon nemen. Dit werd ruimschoots gecompenseerd door een heel goede kamer en een zeer vriendelijke uitbaatster. Patricia is haar naam, was ook al naar Santiago de Compostela geweest. Ze heeft iets met toerisme, ook met fotografie, heeft enkele blogs waarvan ze me het adres gaf en noteerde de mijne.
De zeven molens op een heuvel boven Mota zijn een bezoek waard, ze staan er al van in de 16-de eeuw. Vandaar heeft men een prachtig uitzicht op het stadje.
Don Quijote met daarachter de vlakte waarin de camino de Levante verder gaat, noordwestelijk, mijn richting. Er is ook een ruta de Don Quijote, die hier een stuk samenloopt met de camino de Santiago.
Een kapel toegewijd aan San Isidro van Madrid. Door de deur die gesloten is zie ik zijn beeld met onderaan een engel die aan het ploegen is in zijn plaats omdat hij het zelf niet meer kon. Op veel plaatsen in Spanje ziet men deze voorstelling.
Don Quijote had een zeer grote liefde voor Dulcinea. Volgens hem een hoofse en begeerlijke prinses die hier in El Toboso woonde. In werkelijkheid was ze een eenvoudige boerendochter die Aldonza Lorenze heette. In zo ver hier van werkelijkheid sprake kan zijn staat haar huis hier nog. Met wat goede wil ziet men Dulcinea hier ook rondlopen. Of bevindt ze zich in la oficina de turismo ? Daar vraag ik haar een stempel op een blad dat ik vanaf vandaag aan mijn geloofsbrief van het Vlaams Genootschap heb geniet. Ik krijg een stempel op voorwaarde dat ik in Santiago voor haar zal bidden.
De wegen zijn nu vlak, het zal daarom zijn dat ik mij in form voel. Ik probeer min of meer zo goed mogelijk de camino de Levante met de fiets te doen bij middel van een Duitstalige gids voor pelgrims te voet. De beschrijving in de gids volgt hier de baan, een strook juist er naast. Wat moet het zijn om al stappende zo een pad kilometers lang te volgen. Met de fiets is het al tamelijk eentonig.
Spanje behoort bij de 3 grootste wijnlanden van de wereld. La Mancha is niet alleen het grootste wijngebied van Spanje, maar ook van de wereld. Wijn coöperatieven zie ik regelmatig opduiken langs de baan. In Vila de Don Fadrique aan de poort van zo een coöperatieve ziet iemand van het bedrijf mij foto´s nemen. Ik wordt uitgenodigd om binnen te komen. Er staan hier een vijftiental tanks waarin de wijn kan gisten. In elke tank gaan 460.000 liters. Omdat het ondertussen opnieuw warm weer is, biedt de man mij tot tweemaal toe fris drinkwater aan. Ik had me daarvoor juist al kunnen voorzien van vers water daarom kwam dat zo niet van pas. Ik hoopte dat ze me wat wijn zouden laten proeven.......dat is niet gebeurd.
Mora wordt mijn doel vandaag. Tembleque heeft een buitengewone plaza mayor uit de 17-de eeuw. Grotendeels helemaal omringd door huizen met balkons, de plaza moest kunnen dienst doen voor stierengevechten. Er mogen duidelijk geen auto's parkeren, er zijn geen winkels, bars of eetgelegenheden. Bijgevolg is er weinig beweging, nu en dan zijn toch er mensen die de plaza levendiger maken.
Heel de dag gefietst op vlakke wegen. Op het einde gaat mijn weg toch weer omhoog. Dat nieuwe gebergte zag ik van ver reeds liggen en dichterbij komen. Prachtige landschappen nu. Rond 8u zal ik Mora bereiken, ik had het veel vroeger gewild.
Mora - Torrijos. Afstand: 71km; 13,4 gem. snelh.; 45,5km/u max. snelh.. Ik had me van Mora iets anders voorgesteld, door de naam dacht ik aan de Moorse periode in Spanje, het is wat te hedendaags. Alhoewel de toren van het gemeentehuis valt op door zijn vorm en kleuren. Het stadje is een belangrijk centrum van olijfolie, vroeger en nu.
Het is opnieuw warmer vandaag. We gaan naar 30 º denk ik. In de omgeving van Almonacid de Toledo valt me een steengroeve op door de grijs - blauwe kleur van het gesteente. In de streek is de kleur van de grond totaal anders. Van heel ver al had ik een burchtruïne opgemerkt, links van de baan nu dichterbij. Onbeweeglijk als een karkas van een uitgestorven dier, staat of ligt ze daar boven op een heuvel. Ik kan mijn ogen bijna niet geloven, de rood - bruine kleur is totaal ongewoon. Voor een oude weg in La Mancha te bewaken was daar al in het jaar 848 een door de moslims opgerichte versterking.
Van in Nambroca volg ik resoluut een weg van de pelgrims te voet, een stuk camino dat kan gedaan worden met de fiets volgens mijn gids. Het is eens wat anders maar het wordt al vlug moeilijk. Mijn gemiddelde snelheid zal weer naar beneden gaan. Zand wordt een probleem, men blijft er in steken met de wielen, daarna kom ik op nog maar eens op een hobbelige weg met veel stenen. Mooi maar ik zal dit best niet te veel doen. Het is een opluchting wanneer ik het dorp Burguillos de Toledo bereik.
De Taag ligt aan mijn voeten, aan de overzijde op de andere oever Toledo. Mijn tocht was dan toch niet zo onmogelijk als gevreesd. Ik ben blij dat ik dit mooi panorama na 19 jaar terugzie. Nu met de fiets...en vertrokken uit Duffel, ik kan het zelf nauwelijks geloven.
Het is een indrukwekkende stad voor meer dan helft omringd door een bocht van de Taag. Het was een tijd de hoofdstad van Spanje tot Filips II in 1561 naar Madrid vertrok. In en rond het Alcazar, dat boven de stad uitsteekt, had gedurende twee maanden van 1936 een strijd plaats, die een van de beslissende veldslagen was in de Spaanse burgeroorlog.
Om Toledo in te gaan moet ik de afdalen naar de brug. Vandaar de stad in, een doolhof met kronkelende straatjes omhoog. Toledo is mooi maar fietsen is bijna niet te doen.
In Toledo hebben na de reconquista in 1085 (= de Spaanse herovering op de Islam) joden, moslims en christenen enkele eeuwen vreedzaam kunnen samenleven. De kathedraal, gebouwd tussen 1227 en 1493, is een van de belangrijkste gotische kathedralen van Spanje. Het laatste avondmaal op een van de gevels is zeer uitzonderlijk. Een groep Aziatische toeristen schijnt dit ook te beseffen.
De kerk San Tomé heeft een moskee oorsprong. De toren heeft duidelijke Arabische bouwkenmerken. In de kerk bevind zich een van de belangrijkste schilderijen van El Greco, de schilder die in Toledo werkte en er overleed in 1641.
Toledo trekt toeristen aan van heel de wereld. Ik zie mensen in de straten, ze genieten. Het is voor mij ook een hoogtepunt op de camino de Levante, 'peregrinos' zie ik helemaal niet.
De 'Arco de Sangre', zo genoemd omdat er in de middeleeuwen een 'Heilige bloedkapel' was met bloed van Christus, zoals in Brugge. In de Islamperiode was de naam 'Bab-al-Yayl', wat in het Spaans 'Puerta de los Caballos' betekende en in het Nederlands 'Poort van de Paarden'. Op oude foto's die ik zag was alles rond de poort bijna helemaal anders, alleen de doorgang met hoefijzervormige bogen zijn dezelfde gebleven. Na de gevechten in 1936 rond het Alcazar tijdens de burgeroorlog stond er bijna niets meer recht, alleen de doorgang met de typische bogen waren gespaard. Wanneer men nu door de poort gaat zijn er trappen naar beneden, er staat er een beeld van Cervantes, de schrijver van El Quichote. Hij kijkt trots en ongenaakbaar voor zich uit. Achteromkijken is niet aan hem besteed, ook niet wanneer er daar een aanleiding voor is.
Bij het verlaten van de stad staat daar Frederico Bahamontes. Een prachtig bronzen beeld. Ik had hem natuurlijk liever echt tegengekomen, dan zou ik hem de groeten van Rik Van Looy gedaan hebben. Hij is met zijn 90 jaar nu de oudste levende tourwinnaar, zijn bijnaam is 'De Adelaar van Toledo'.
De inhuldiging van dit beeld van Bahamontes kan men op hier zien op een korte film van Youtube. De link: .......
https://www.youtube.com/watch?v=PwuDDYxUeSo
Torrijos - Cebreros. Afstand: 76km; 12,5 km gem. snelh.; 49,5km max. snelh..
Toen ik gisteren in Torrijos aankwam en aan enkele mensen vroeg waar ik ergens kon overnachten werd ik verwezen naar het stadhuis op de Plaza de San Gil. Ondanks dat het toch al een uur was waarop het gemeente personeel in België al lang thuis is kon ik er nog terecht. Het is een groot kasteel waar alle diensten van de stad zijn ondergebracht, het vroegere Palacio Don Pedro I de Castilla. Voor een wat oudere vrouwelijke bediende die waarschijnlijk op het punt stond om naar huis te gaan kwam ik er wel op een ongelegen moment aan. Er kwam heel wat administratief werk aan te pas, formulieren invullen waar ze dan fotocopies van nam, ook van mijn paspoort, alles in tweevoud. Ze was opvallend zwijgzaam, daarna ging ze met mij te voet naar de albergue. Ze vroeg om de volgende morgen de sleutel na het sluiten van de buitendeur door het geopende raam binnen te laten vallen.
Vandaag wanneer ik vertrek staan er al een hele tijd mensen te babbelen bij het raam langs waar ik de sleutel zou moeten binnen laten vallen. Ik doe dat niet en breng hem gewoon naar het stadhuis. Alles in orde natuurlijk, ik heb nu de gelegenheid om de patio te bewonderen.
Nog even het stadje in om te ontbijten, aan de kerk is men een podium aan het installeren. Het avondmaal in het restaurant La Perla was op alle gebied meegevallen gisteren. Daarom heb ik het nu terug opgezocht. Letterlijk gezocht, want ik vond vandaag La Perla toch zeker wel niet. Een politieagente te voet heeft me er naar toe geleid. Ik ben het nu volledig eens met de slogan 'de politie is uw vriend'.
Escalona is een stadje met ongeveer 3200 inwoners,. Er staat een enorme burchtruïne, een kuisploeg is er aan het werk. Dit laat veronderstellen dat men weet dat ze van belang is voor het toerisme.
Escalona heeft niet alleen een burchtruïne maar ook een typisch Spaanse plaza mayor. Het verderzetten van de camino is hier geen probleem, die muurschilderingen wijzen de weg, heel aangenaam. Ook bij het binnenkomen zag ik al dat hier talentrijke schilders aan het werk zijn geweest zijn.
Ik zie mensen die er leven zoals God in Frankrijk....of in Spanje. Het is ondertussen vijf over één op de plaza mayor. Tijd om te eten of om na de boodschappen naar huis te gaan, maar vlug elkaar nog wat op de hoogte brengen van het laatste nieuws.
Een oosters aandoend gebouw, tamelijk afgelegen, doet denken aan verhalen van 1000 en 1 nacht met 40 rovers, sultans, emirs en haremvrouwen. Een pelgrim trekt verder, juist daarom zijn de plaatselijke bewoners de pelgrims goed gezind, ze blijven toch niet.
Ik ga opnieuw uitkijken om te overnachten in een albergue. Ik kom aan een kerk in Cebreros waar men mij ziet voorbij fietsen. Ik wat verder stop ik en die mannen vragen zich af wat ik ga doen. Ik verneem er ook dat ik in een andere wijk in de omgeving van de kerk het politiebureel moet opzoeken. Daar kan de overnachting in de Albergue geregeld worden.
De albergue, eindelijk. Het was een heel gedoe. In het politiebureel dat ik na vragen en zoeken toch gevonden had was er gelukkig een agent aanwezig. Hij nam kontakt op met iemand die in Cebreros verantwoordelijk is voor de opvang van pelgrims. Ik werd naar een hotel gestuurd waar de receptionist me de sleutels gaf van een gebouw in de buurt van het hotel. Er naar toe, ik kreeg er geen enkele van de deuren open, terug naar het hotel. De receptionist ging nu met de auto mee. Er was ergens een achterdeur waar de sleutel op paste. Ik had de menu van de dag gezien in het hotel aan een normale prijs en ging er bijgevolg eten. Dat was een tegenvaller, ik zat er alleen. Ik had een visgerecht gekozen, de vis had veel graten en smaakte helemaal niet. Als dessert een appel en een abrikoos zonder smaak. Het was wel te verstaan een viersterren hotel, er logeerde niemand dacht ik achteraf. Ondertussen had er zich in mijn de kamer van de albergue nog een andere pelgrim geïnstalleerd. De man sliep al, of deed alsof, toen ik na het eten in de kamer kwam. Toen ik het stadje aankwam had ik me de avond had ik me heel anders voorgesteld.
Cebreros - Avila. Afstand: 44km; 9,6km/u gem. snelh.; 43,5km/u max. snelh..Pas deze morgen had ik kennis gemaakt met de slapende man van gisteravond. Een pelgrim te voet die 11 dagen geleden gestart was. In Albacete, een stadje op de camino de Levante tussen Valencia en Mota del Cuervo. Hij was hier van uit Cebreros meer dan een uur vroeger vertrokken dan ik.
Na de beklimming in een grandioos landschap zie ik in de verte iemand op mijn baan. Misschien is het de pelgrim van de Albergue. Hij is het, hier pas hebben we onze namen uitgewisseld, zijn naam is Alberto. Alberto Contador maak ik er van, hij kende hem ook natuurlijk.
Een afdaling tot in het dorp San Bartolemé de Pinares. Ik heb er in een bar een bocadillo gegeten. Het was meer een uitgestelde desayuno. Een ontbijt dus, want ik wou niet ontbijten in het hotel na dat slechte avondmaal gisteren. Toen ik juist buiten kwam en klaar was om verder te fietsen kwam Alberto hier reeds aan. Hij gaat in dit dorp overnachten, het is ondertussen bijna twee uur. Voor mij begint hier de tweede en zwaarste klim van de dag.
In San Bartolomé de Pinares vinden de Luminaries plaats in de nacht van 16 januari 2019. Het is een traditionele "zuiverende rite" die deel uitmaakt van de gebeurtenissen van de San Antón-festiviteiten, op 16 en 17 januari.
Op 16 januari (de dag voor San Antón) om 19.30 uur begint de mis ter ere van de heilige. Om 21:00 uur beginnen de bellen te rinkelen. Dan zijn er vele ruiters uit verschillende dorpen met hun paarden verzameld aan de deur van het gemeentehuis, naast het parochiale huis. De parochiepriester zegent alle paarden.
Dan volgt het moment dat de ruiters door de voordien aangestoken vuren draven. Het gaat over het zuiveren van de dieren met de rook van het vuur, gedurende een uur gaan ruiters door de verschillende vuren in het dorp.
De volgende dag, 17 januari 2019, vindt de act van "The Cintas" plaats. Het bestaat uit een race van ruiters die ook wat linten moeten pakken die aan een touw hangen.
De oorsprong van dit eeuwenoude gebruik gaat terug op een epidemie van pest die de paardenpopulatie bijna had gedecimeerd. Om de overlevende dieren te beschermen, werd dit "zuiverende ritueel" bedacht.
Op deze videofilm kan men zien hoe het er aan toe gaat. https://www.youtube.com/watch?v=ukdB1cf25bk
De baan is hier en daar omzoomd door rotsblokken, zo grillig opgestapeld dat men niet kan begrijpen hoe het kan. Tot in El Herradón nog lichtjes dalend, had ik de indruk. Daarna begint de klim naar El Boqueron.
Avila bereiken wordt mijn doel. Ik zal niet kunnen vermijden dat het mijn kortste rit van mijn reis tot nu toe wordt. Zwarte stieren zien me voorbijrijden, ik stop op veilige afstand. Ik neem foto's in tegenlicht, ik kan moeilijk anders. Te voet van de baan gaan tot dat ik de stieren zou zien met de zon in de rug leek me wat te gewaagd en te moeilijk. Nu het resultaat, er is bijna geen enkele doortekening in hun zwart lijf. Er is een stier bij zonder gezicht die pal naar mij kijkt.
Ik ben in een hostal in het centrum van de stad, vlakbij de plaza mayor, later op de avond wordt het drukker. Het is zaterdagavond, het is duidelijk dat er iets te doen is.
De jaren 2017 en 2018 zijn jubileumjaren in verband met de heilige Teresia van Avila. Nadat ik mij geïnstalleerd heb in het hostal wandel ik eerst nog even tot bij de indrukwekkende stadsmuren. Daarna stel ik vast dat er in de stad een avondfeest bezig is, een fanfare speelt muziek op de plaza mayor, zeer mooi. Ik ga ergens eten en ondertussen is op het zelfde plein, op een groot podium, een heel andere show begonnen.
Avila - Medina del Campo. Afstand: 95km op de fiets, 13km in de auto; 13,6km/u gem. snelh.; 46,5km/u hoogste snelh..Avila was gisteravond een bruisende stad. Vandaag is het normale leven hervat, alleen mensen die boodschappen doen of nog wat opruimen zie ik op de plaza mayor. Heel opvallend is dat er van het grote podium waar de show met orkest en dans werd opgevoerd niets meer te zien is.
Ik ga Avila niet verlaten zonder het klooster van Santa Teresa op te zoeken. Er is een religieuze bijeenkomst gepland zodat ik er best niet binnen ga, een stempel op mijn stempelblad kan best. Van op afstand zie ik iemand met een rugzak, hij vraagt de weg, dat is duidelijk. Ondertussen weet ik dat er ook een regionale camino is, de 'Camino de Avila'. Het is een weg die verschillende belangrijke plaatsen uit het leven van Teresa verbindt. Terwijl de wandelaar of pelgrim daar maar blijft ronddraaien blijft de stichtster van de 'Orde van ongeschoeide Karmelietessen' rustig op een bank zitten.
Van bij het uitkijkpunt van de 'Vier Zuilen' ziet men de stad met de omwalling in zijn geheel liggen. De ideale plaats om te poseren met Avila op de achtergrond. De heilige Teresa leefde in 16-de eeuw, een tijd toen met Filips II het religieuze fanatisme ten top was gedreven,Teresa deed er flink aan mee. Ook in de 15-de eeuw was dat al zo met koningin Isabel la Católica die ook in Avila regelmatig verbleef. Haar biechtvader Tomás de Torquemada werd aan het hoofd gesteld van de inquisitie. Joden, Moslims werden uitgewezen of ter dood gebracht wanneer ze zich niet bekeerden, ook heksen belanden op de brandstapel. De stadsmuren waaraan men veel vroeger rond het jaar 1090 was beginnen bouwen konden tegen dit alles geen bescherming bieden.
Verder op de Camino de Santiago. In een van de volgende dorpjes vond ik een kleine bakkerij zodat ik brood heb en enkele koeken, verder niets voorlopig. Ik had me in Avila moeten bevoorraden. De bakkerin was opvallend vriendelijk en trachtte me zelfs in het Engels te bedienen. Ook de mensen in de straat zijn door mij niet gestoord. Het leven lijkt hier eenvoudig, zeker voor enkele koeien die daar plots te voorschijn komen.
Ik waag het nog eens om me op de camino van de voetgangers te begeven. Ik spaar hier misschien enkele kilometers mee uit.
Het landschap is eens te meer zeer kleurrijk, de baan kronkelt mooi verder tussen de heuvels. Ik mag spreken van een vlakke rit vandaag.
Gotarrendura, ook een heel klein dorp, ligt zowel op de camino de Santiago als op de camino Avila. Later lees ik ergens dat de ouders van Teresa de Avila hier getrouwd zijn. Het zou bijgevolg kunnen dat Teresa in dit dorp geboren is en niet in Avila zoals algemeen aanvaard.
Arévalo, een stadje met veel geschiedenis. Koningin Isabella die later de de Katolieke genoemd werd heeft een deel van haar jeugd hier doorgebracht in het nu prachtig gerestaureerd kasteel. Het was zij die Cristoffel Colombus steunde om op ontdekkingstocht uit te varen, zodat hij in 1492 Amerika kon ontdekken. In dat zelfde jaar heeft Granada, het laatste Moorse bolwerk in Spanje, zich aan haar onderworpen. Haar man koning Ferdinand zal ook wel zijn inbreng hebben gehad maar zij was officieel de wettelijke troonopvolgster van Castilla. Zij samen hebben dan alle delen van het huidige Spanje verenigd.
Arévalo, het is ongeveer half vijf, nog 35km te doen. In mijn gids lees ik dat een zandweg langs de autostrade de Santiago weg naar Medina del Campo is en ook te doen is met de fiets. Ook enkele bewoners van het stadje zeggen dat. Langs gewone banen moet men veel omweg doen. Dus ik ben op die weg, die ik pas na lang zoeken gevonden had. Het is een zeer hobbelige weg, naast de autostrade, amper berijdbaar. Ik heb er ontzettend veel tijd op verspeeld, daarom ben ik er in de helft ongeveer afgegaan. Op zo een weg 35 km afleggen en hij werd nog slechter, voor fietsers onmogelijk. Omstreeks kwart voor acht heb ik een platte band, op een normale asfaltbaan. Ik herstel zo vlug als ik kan. Dan zie ik dat mijn voorste band ook plat is. Met veel moeite in de duisternis de reserve binnen band er in gekregen. Daarna verder met nog 16km te doen tot Medina del Campo. In Moraleja de las Panaderas, het volgende dorp, vraag ik aan enkele mensen dat er overnachtingsmogelijkheid is. Dat kon niet in het dorp, een van de mannen stelt voor dat hij mij naar Medina del Campo wil voeren. Deze man heeft dan zelf voor mij nog naar enkele hostals gebeld in de stad en een geboekt. Ook de bagage nog mee binnen gebracht. Ik zal hem nooit vergeten.
Medina del Campo - Toro. Afstand: 70,5km; 14,5km/u gem. snelh.; 45,5km/u maks. snelh..Opnieuw een onaangename verrassing. Mijn fiets uit de garage van de hostal gehaald en de achterste band is opnieuw plat. Nog onaangenamer wordt het wanneer ik vaststel dat ik mijn doosje met plakgrief niet meer heb. Dat zal gisteravond blijven liggen zijn langs de baan waar ik die dubbele bandbreuk had. Het is zondag, volgens de uitbater van de hostal zou er een velomaker open zijn in de stad. Te voet er naartoe om plakgrief te kopen, de herstelling gedaan. Pas omstreeks 11u30 de hostal verlaten.
In de 15-de eeuw werd in Medina een massale burcht gebouwd. Koningin Isabella de Castilla of Isabella la Católica woonde een hele tijd in het stadje, in dit kasteel had ze ook haar vertrekken.
De bewoners van Medina del Campo kunnen Isabella, ooit de machtigste koningin in Spanje, niet vergeten. Op verschillende plaatsen in het stadje met ongeveer 9.000 inwoners wordt men aan haar herinnerd. Ook al door de naam van het hotel en hostal waar ik overnachtte. Toen reina Isabel in de 15-de eeuw veel in Medina del Campo verbleef, was het een van de belangrijkste Spaanse steden van Spanje geworden. Ze woonde niet alleen in de plaatselijke burcht maar had ook een paleis in het centrum waar ze overleed op 26 november in 1504.
Omstreeks 13u30 vertrokken in Medina. Na een twintigtal kilometers kom ik Villaverde de Medina, bij het uitrijden van het dorp opnieuw platte band, de voorste. Ik kon op het voetpad veilig herstellen.
Verder op lange rechte banen, soms licht golvend, de wind stond goed. Het landschap veranderd tijdelijk wanneer ik aan de Duero kom. Later komt mijn doel van de dag Toro in het zicht. Dit stadje ook bekend om zijn wijn ligt op een hoge oever boven de Duero. Zo heb ik vandaag nog klimwerk op het einde.