Met de fiets Ik ga op 1/9/2018 met de fiets naar Santiago de Compostela vertrekken via een grote omweg. Het Spaanse binnenland blijft me boeien, ik wil de 'Camino de Levante' opzoeken. Mijn eerste overnachting zal in Namen zijn, daarna Frankrijk in langs Givet, Charleville-Mezi�res, Verdun enz.. Dit prachtige land zal ik verlaten langs Beziers, Narbonne en Perpignan.
Dan volgt Girona in Spanje, verder zuidwaarts langs Morella, Teruel, Albaracin, de namen zullen bij velen vreemd in de oren klinken. Langs die laatste drie steden passeerde ik reeds met de fiets in 2013 op de Camino del Cid naar Valencia.
Wanneer ik Teruel zal doorfietsen op de nieuwe reis, dan zal mijn kilometerstand op 2178 staan. Wanneer ik een gemiddelde van 85km/dag zou kunnen doen zou dat op 25/9 kunnen zijn. Vandaar in Teruel heb ik nog 1176km af te leggen. Langs Cuenca, Mota del Cuervo, Toledo, Avila, Zamora, Ourence om op 8/10 Santiago te bereiken. Allemaal 'zal of zou', ik hoop heel erg dat het zo ongeveer zal verlopen. Het kan ook zijn dat het niet lukt en dat ik opgeef, maar het is dan maar zo.
Ongeveer half oktober zal ik terug thuis zijn.
03-10-2018
Dag 33
Om Toledo in te gaan moet ik de afdalen naar de brug. Vandaar de stad in, een doolhof met kronkelende straatjes omhoog. Toledo is mooi maar fietsen is bijna niet te doen.
In Toledo hebben na de reconquista in 1085 (= de Spaanse herovering op de Islam) joden, moslims en christenen enkele eeuwen vreedzaam kunnen samenleven. De kathedraal, gebouwd tussen 1227 en 1493, is een van de belangrijkste gotische kathedralen van Spanje. Het laatste avondmaal op een van de gevels is zeer uitzonderlijk. Een groep Aziatische toeristen schijnt dit ook te beseffen.
De kerk San Tomé heeft een moskee oorsprong. De toren heeft duidelijke Arabische bouwkenmerken. In de kerk bevind zich een van de belangrijkste schilderijen van El Greco, de schilder die in Toledo werkte en er overleed in 1641.
Toledo trekt toeristen aan van heel de wereld. Ik zie mensen in de straten, ze genieten. Het is voor mij ook een hoogtepunt op de camino de Levante, 'peregrinos' zie ik helemaal niet.
De 'Arco de Sangre', zo genoemd omdat er in de middeleeuwen een 'Heilige bloedkapel' was met bloed van Christus, zoals in Brugge. In de Islamperiode was de naam 'Bab-al-Yayl', wat in het Spaans 'Puerta de los Caballos' betekende en in het Nederlands 'Poort van de Paarden'. Op oude foto's die ik zag was alles rond de poort bijna helemaal anders, alleen de doorgang met hoefijzervormige bogen zijn dezelfde gebleven. Na de gevechten in 1936 rond het Alcazar tijdens de burgeroorlog stond er bijna niets meer recht, alleen de doorgang met de typische bogen waren gespaard. Wanneer men nu door de poort gaat zijn er trappen naar beneden, er staat er een beeld van Cervantes, de schrijver van El Quichote. Hij kijkt trots en ongenaakbaar voor zich uit. Achteromkijken is niet aan hem besteed, ook niet wanneer er daar een aanleiding voor is.
Bij het verlaten van de stad staat daar Frederico Bahamontes. Een prachtig bronzen beeld. Ik had hem natuurlijk liever echt tegengekomen, dan zou ik hem de groeten van Rik Van Looy gedaan hebben. Hij is met zijn 90 jaar nu de oudste levende tourwinnaar, zijn bijnaam is 'De Adelaar van Toledo'.
De inhuldiging van dit beeld van Bahamontes kan men op hier zien op een korte film van Youtube. De link: .......
https://www.youtube.com/watch?v=PwuDDYxUeSo
Torrijos - Cebreros. Afstand: 76km; 12,5 km gem. snelh.; 49,5km max. snelh..
Toen ik gisteren in Torrijos aankwam en aan enkele mensen vroeg waar ik ergens kon overnachten werd ik verwezen naar het stadhuis op de Plaza de San Gil. Ondanks dat het toch al een uur was waarop het gemeente personeel in België al lang thuis is kon ik er nog terecht. Het is een groot kasteel waar alle diensten van de stad zijn ondergebracht, het vroegere Palacio Don Pedro I de Castilla. Voor een wat oudere vrouwelijke bediende die waarschijnlijk op het punt stond om naar huis te gaan kwam ik er wel op een ongelegen moment aan. Er kwam heel wat administratief werk aan te pas, formulieren invullen waar ze dan fotocopies van nam, ook van mijn paspoort, alles in tweevoud. Ze was opvallend zwijgzaam, daarna ging ze met mij te voet naar de albergue. Ze vroeg om de volgende morgen de sleutel na het sluiten van de buitendeur door het geopende raam binnen te laten vallen.
Vandaag wanneer ik vertrek staan er al een hele tijd mensen te babbelen bij het raam langs waar ik de sleutel zou moeten binnen laten vallen. Ik doe dat niet en breng hem gewoon naar het stadhuis. Alles in orde natuurlijk, ik heb nu de gelegenheid om de patio te bewonderen.
Nog even het stadje in om te ontbijten, aan de kerk is men een podium aan het installeren. Het avondmaal in het restaurant La Perla was op alle gebied meegevallen gisteren. Daarom heb ik het nu terug opgezocht. Letterlijk gezocht, want ik vond vandaag La Perla toch zeker wel niet. Een politieagente te voet heeft me er naar toe geleid. Ik ben het nu volledig eens met de slogan 'de politie is uw vriend'.
Escalona is een stadje met ongeveer 3200 inwoners,. Er staat een enorme burchtruïne, een kuisploeg is er aan het werk. Dit laat veronderstellen dat men weet dat ze van belang is voor het toerisme.
Escalona heeft niet alleen een burchtruïne maar ook een typisch Spaanse plaza mayor. Het verderzetten van de camino is hier geen probleem, die muurschilderingen wijzen de weg, heel aangenaam. Ook bij het binnenkomen zag ik al dat hier talentrijke schilders aan het werk zijn geweest zijn.
Ik zie mensen die er leven zoals God in Frankrijk....of in Spanje. Het is ondertussen vijf over één op de plaza mayor. Tijd om te eten of om na de boodschappen naar huis te gaan, maar vlug elkaar nog wat op de hoogte brengen van het laatste nieuws.
Een oosters aandoend gebouw, tamelijk afgelegen, doet denken aan verhalen van 1000 en 1 nacht met 40 rovers, sultans, emirs en haremvrouwen. Een pelgrim trekt verder, juist daarom zijn de plaatselijke bewoners de pelgrims goed gezind, ze blijven toch niet.
Ik ga opnieuw uitkijken om te overnachten in een albergue. Ik kom aan een kerk in Cebreros waar men mij ziet voorbij fietsen. Ik wat verder stop ik en die mannen vragen zich af wat ik ga doen. Ik verneem er ook dat ik in een andere wijk in de omgeving van de kerk het politiebureel moet opzoeken. Daar kan de overnachting in de Albergue geregeld worden.
De albergue, eindelijk. Het was een heel gedoe. In het politiebureel dat ik na vragen en zoeken toch gevonden had was er gelukkig een agent aanwezig. Hij nam kontakt op met iemand die in Cebreros verantwoordelijk is voor de opvang van pelgrims. Ik werd naar een hotel gestuurd waar de receptionist me de sleutels gaf van een gebouw in de buurt van het hotel. Er naar toe, ik kreeg er geen enkele van de deuren open, terug naar het hotel. De receptionist ging nu met de auto mee. Er was ergens een achterdeur waar de sleutel op paste. Ik had de menu van de dag gezien in het hotel aan een normale prijs en ging er bijgevolg eten. Dat was een tegenvaller, ik zat er alleen. Ik had een visgerecht gekozen, de vis had veel graten en smaakte helemaal niet. Als dessert een appel en een abrikoos zonder smaak. Het was wel te verstaan een viersterren hotel, er logeerde niemand dacht ik achteraf. Ondertussen had er zich in mijn de kamer van de albergue nog een andere pelgrim geïnstalleerd. De man sliep al, of deed alsof, toen ik na het eten in de kamer kwam. Toen ik het stadje aankwam had ik me de avond had ik me heel anders voorgesteld.
Cebreros - Avila. Afstand: 44km; 9,6km/u gem. snelh.; 43,5km/u max. snelh..Pas deze morgen had ik kennis gemaakt met de slapende man van gisteravond. Een pelgrim te voet die 11 dagen geleden gestart was. In Albacete, een stadje op de camino de Levante tussen Valencia en Mota del Cuervo. Hij was hier van uit Cebreros meer dan een uur vroeger vertrokken dan ik.