Gesticht in 1987, waren tot nu enkel een single en een compilatie de digitale getuigen van de opvallende competentie van deze Italiaanse band. Cage verdient inderdaad veel beter en wordt nu beloond met een echt studioalbum. Het is al te gemakkelijk om hen af te schilderen als een Genesis-epigoon. Cage is géén levend museum. Men heeft voldoende eigen inspiratie en invloeden (de fusion) in huis om af te wijken van de grote helden en de landgenoten van The Watch. Secret Passage herbergt veelzijdige en fantasierijke muziek, fris van de lever en schitterend uitgevoerd. De hoogstaande en dynamische composities zijn tot in de puntjes afgewerkt. Hier wordt een natuurlijk evenwicht bereikt tussen een dichterlijke stijl en een feilloze techniek. Natuurlijk moeten Genesis-fans deze plaat in huis hebben. Maar eigenlijk moeten alle progharten hier sneller van gaan kloppen. Dé verrassing van het jaar? In ieder geval één van de beste Musea-releases in lange tijd.
Personeel:
Augusto Morelli / Vocals Andrea Mignani / Guitar Alessandro Bugliani / Piano, Keyboards Claudio Franciosi / Keyboards Fulvio Mele / Bass Andrea Griselli / Drums
Cage: Secret Passage is een uitgave van Musea Records, 2008
Gazpachos nieuwe album Tick Tock klinkt bijzonder fraai. Het openingsnummer Desert Flight is er zelfs één om in te lijsten. Hoe men hier naar een hoogtepunt toewerkt, wekt terecht bewondering. The Walk trekt eerder slaapwandelend door de woestijn (het album baseert zich op de nefaste solovlucht van Antoine de Saint-Exupéry). Veel oosterse motieven hier, als uit een elegant muziekdoosje. Het ruim twintig minuten durende titelnummer geraakt beter euh van de grond. Hier gaat het drama weer voluit en bewijst men dat het onderwerp een interessant uitgangspunt kan zijn voor een symfonisch conceptalbum. In zijn beste momenten staat het Noorse zestal dichter bij het emotioneel oprechte Marillion dan de gezwollen pathetiek van Coldplay. Ook dankzij de uitstekende Steve Hogarth-kloon die Jan-Henrik Ohme eigenlijk is. Mooi van Sony dat ze deze band heeft opgepikt.
Personeel:
- Thomas Andersen / piano & keyboards - Jon-Arne Vilbo / guitar - Kristian Torp / bass - Mikael Kromer / guitar & violin - Robert R. Johansen / drums - Jan-Henrik Ohme / vocals
Gazpacho: Tick Tock is een uitgave van HWT Records en Sony, 2009
Ontdekt door John Mitchell (It Bites, Arena) leverde dit kwintet met Discordant Dreams een indrukwekkend debuut af. Met Wintercoast wordt nu bevestigd. Het totaalgeluid is harder maar bloedmooi, hier klinkt een professionele band met tonnen zelfvertrouwen. De geëlaboreerde composities zijn progressiever en ambitieuzer van opzet. Ook de (samen)zang van Kim Seviour en Rob Cottingham zet rasse schreden vooruit. De mix van epische progrock en zeer aansprekende melodieuze rock moet een groter publiek kunnen aanboren. Na enkele te brave leerlingen (Karnataka, Magenta en Mostly Autumn) schuift eindelijk een band met frontvrouw (en met ballen) naar de voorste bank van de klas om haar rechtmatige plaats onder de toppers op te eisen. Een band met grootse verwachtingen.
Personeel:
Kim Seviour - Vocals Rob Cottingham - Vocals, Keyboards, SFX. Adam J Hodgson - Guitars, Backing Vocals. Paul "Moo" Moorghen - Bass Guitars, Backing Vocals. Alasdair Melville - Drums and Percussion
Touchstone: Wintercoast is een uitgave van Heavy Right Foot Records, 2009
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Tags:Touchstone, It Bites, John Mitchell, progrock
09-08-2009
Galahad: Resonance ( * * * * 1/2 )
Ondanks een klein en wisselvallig oeuvre behoort het Britse Galahad tot de toppers van de zogenaamde neoprog. Dat hebben ze vooral te danken aan hun laatste studioschijf. De in Polen opgenomen live plaat Resonance stond in het teken van deze Empires Never Last en laat dan ook een band horen op het hoogtepunt van hun kunnen. De albumversies waren al niet misselijk, maar hier horen we de elektriciteit in de lucht hangen. Een razend knap opgebouwde setlist, met als opener het Romeo & Julia-thema van Prokofiev, sleept je mee in een wervelwind van klanken. Geweldige spanningsbogen worden geconstrueerd waardoor je gemakkelijk de hele plaat op de punt van je zetel uitzit. Niet alleen instrumentaal is dit een tour de force; de charismatische leadzanger Stuart Nicholson heeft een stem die de luisteraar onweerstaanbaar onder hypnose brengt.
Personeel:
- Roy Keyworth / guitar - Stuart Nicholson / vocals - Spencer Luckmann / drums - Dean Baker / keyboards, backing vocals - Lee Abraham / bass guitar, backing vocals
Galahad: Resonance live in Poland is een uitgave van Metal Mind Productions, 2009
Op de ietwat sentimentele coda na zou je niet zeggen dat dit het afscheidsconcert van zanger/componist Michael Sadler was. Maar goed ook, want de man weet zichzelf al genoeg in de schijnwerpers te plaatsen. Dat kan ook gezegd worden van invallende batsman Chris Sutherland, die zichzelf in de bloemetjes zet met een aardige drumsolo. De capaciteiten van bassist en keyboardspeler Jim Crichton, toch één van de sterkhouders, blijven dan weer onderbelicht. De balans zit enkel goed voor Ian Crichton en Jim Gilmour, niet toevallig de belangrijkste solisten. Het concert is een goede mix van oude en nieuwe Saga. De oudere fan zal zeker het meest genoegen nemen met puntgave uitvoeringen van klassiekers als The Perfectionist en Dont Be Late. Contact: live in Munich levert het overtuigende bewijs dat Saga gratievol ouder wordt. Beeld- en geluidskwaliteit zijn voortreffelijk. Duitse grondigheid, zeg maar.
Personeel:
Michael Sadler: vocals, keyboards
Jim Crichton: bass, keyboards
Ian Crichton: guitars
Jim Gilmour: keyboards, vocals
Chris Sutherland: drums, percussion
Saga: Contact is een uitgave van Insideout Music SPV, 2009
Het Schotse Pallas was in de jaren tachtig één van die neoprogressieve pioniers in het zog van vaandelschip Marillion. Met één klassieker onder de arm (The Sentinel) dook men vervolgens ondergronds om niks meer van zich te laten horen. Tot in 98 hun comeback aangekondigd wordt. Met Beat the Drum, The Cross and the Crucible en The Dreams of Men keert Pallas even zelfzeker terug als de godin Pallas Athene uit het hoofd van Zeus kwam. Het live in Polen opgenomen Moment to Moment legt de afgelegde weg bij wijze van synthese vast. En je hoort, je weet dat dit een goede show was. Waarom zijn we dan weinig enthousiast? Omdat deze registratie te wensen overlaat. Het geluidsbeeld mist diepte, waardoor alles dof klinkt. Vooral de drums zijn de dupe van dit staaltje amateurisme. Neen, dit had anders en beter gekund.
Personeel:
- Alan Reed / Lead vocals - Graeme Murray / Bass, bass pedals, vocals - Niall Mathewson / Guitars - Ronnie Brown / Keyboards - Colin Fraser / Drums, vocals
Pallas: Moment to Moment is een uitgave van Metal Mind Productions, 2009
North is alweer de zevende langspeler van het Duitse kwartet Everon en het is me een raadsel dat deze jongens niet bekender zijn. Dit is knap geproduceerde melodieuze progrock met een Rush en Saga insteek. Van Duitse bands wordt gezegd dat ze vooral Teutoonse bombast voortbrengen. Gelukkig wordt dit vooroordeel hier bevestigd. De refreinen nemen vaak de vorm aan van hymnen. Instrumentaal wordt elk gaatje vakkundig dichtgemetseld. Tegelijk maakt het album een zeer uitgebalanceerde indruk. Productioneel geven de cello en de orkestraties een duidelijke meerwaarde. Belangrijk in een Duitse band: zangpartijen zonder accent. Meer nog, bandleider Oliver Philipps is een zeer overtuigend vocalist, met een sonore stem die soms aan Greg Lake doet denken. Ook erg on-Duits: humor ( luister naar het instrumentale Woodworks). Ja, de briljante bombast van North tovert voorwaar een glimlach op het gelaat.
Personeel:
Oliver Philipps / Vocals, guitars, piano, keyboards and orchestrations Ulli Hoever / Guitars Schymy / Bass Christian "Moschus" Moos / Drums, percussion en met: Judith Stüber / Vocals Rupert Gillet / Cello
Everon: North is een uitgave van Mascot Records, 2008
Het is al van Awake (1994) geleden dat Dream Theater nog met zon prachtschijf de neus aan het venster stak. Tegelijk is Black Clouds & Silver Linings een van hun meest toegankelijke werken. Al is dat in het geval van deze leerling-tovenaars een relatief begrip. Smullen valt er genoeg, zowel voor de progfan als de metalhead. We horen niet vaak zon geïnspireerd snarenwerk als dat van Petrucci en Myung. Petrucci's solo's zijn geen ingewikkeld kluwen (doorgaans het domein van gitaristen die zo de eigen onkunde of beperking maskeren) maar zijn perfect volgbaar; het keurmerk van de echte virtuoos. Toetsen- en drumpartijen zijn evenredig inventief, en LaBrie is ondanks alle tegenspraak een geweldige zanger, punt. De eerste epic A Nightmare to Remember is al meteen een stereofonisch hoogtepunt. Geweldige spanningsbogen, lekker strak gespeeld. A Rite of Passage is hard en tegelijk bloedmooi. Het sluitstuk van de trilogie tegen de alcoholduivel is het knallende The Shattered Fortress waarin de dubbele basdrums van Portnoy overuren maken. De indrukwekkendste songs zijn gereserveerd als laatste; DT toont zich hier van zijn melodieuste kant. The Best of Times is met zijn heldere, open gitaarakkoorden de song waarmee de band het dichtst bij haar grote voorbeeld Rush aanleunt. Portnoy herinnert hier met warme genegenheid aan zijn vader, die in de loop van de opnamen aan kanker overleed. Voor The Count of Tuscany schieten de superlatieven tekort. Inzake dynamiek, ensemblespel, vocale harmonieën en episch drama onovertroffen in hun oeuvre. Dream Theater is op dit moment gewoon het beste rockorkest op deze planeet.
Personeel:
John Petrucci / guitar John Myung / bass Mike Portnoy / drums James LaBrie / vocals Jordan Rudess / keyboards en met: Jerry Goodman / Violin
Dream Theater: Black Clouds & Silver Linings is een uitgave van Roadrunner Records, 2009
KLASSIEKER: Odyssey: The Greatest Tale ( * * * * * ); The 7 Samurai ( * * * * )
Geef nu toe: welk genre is beter geschikt om de epische vertellingen van Homeros op muziek te zetten, dan de symfonische rock. De verhalen over de zwerftocht van Odysseus behoren tot de oudste uit de wereldgeschiedenis. Ze hebben al generaties mateloos geboeid vanwege hun universele herkenbaarheid en de sterke beelden van menselijk leed en leven die erin vastgelegd zijn. Zo is de Odyssea gaan behoren tot het culturele erfgoed van de mensheid en tot de canon van de westerse kunst. Om maar even aan te geven hoe ambitieus dit nieuwe project van het Franse label Musea Records en het Finse magazine Colossus wel is. De ervaring die men heeft opgedaan met The Colossus of Rhodes (2005), betaalt zich hier uitstekend af. Maar de affiche van Odyssey: The Greatest Tale (2005) oogt nog indrukwekkender. De negen deelnemers moesten wel volgende voorwaarden in acht nemen. Elke bijdrage is gebaseerd op een boek uit de Homerische verhalencyclus, zodat deze 3CD-box in 220 minuten de volledige verhaallijn uiteenzet. Symfo was zelden zo episch van opzet als op dit project. Ook moest elke song de geest ademen van de classic prog, minstens 20 minuten dus, en op analoge instrumenten die het vintage geluid van de jaren zeventig oproepen.
Frankrijk wordt uitstekend vertegenwoordigd door de bands XII ALFONSO en MINIMUM VITAL. Wat beide hier laten horen, behoort gemakkelijk tot het beste wat ze al geschreven hebben. De bijdrage van Minimum Vital is zelfs een toonbeeld van compositie. De folkinvloeden zijn evident en de spirituele Yes klanken komen meer dan eens om het hoekje kijken. Niettemin hebben beide groepen duidelijk een eigen visie. Het Zweedse SIMON SAYS staat garant voor een steviger potje progrock, met Emersoniaanse toetsen en tegen een hels tempo. Je zult je geen seconde vervelen. Het Canadese NATHAN MAHL brengt overtuigende symfo in de stijl van Camel, wat sinds de rol van toetsenist Guy Leblanc op het laatste Camel album niet mag verwonderen. De Argentijnen van NEXUS maken hier een grootse indruk: een razend knappe compositie in een voorbeeldige uitvoering. Je vraagt je af waarom deze band niet bekender is bij de gemiddelde progliefhebber. In een gelijkaardige stijl, maar toch weer op hun eigen manier toont ook het Braziliaanse AETHER hoeveel talent men in huis heeft. Vooral de gitaar zorgt voor menige momenten van melodische pracht. CONSORZIO ACQUA POTABILE (C.A.P.) brengt de klassieke Italiaanse symfoschool opnieuw tot leven met veel fluitspel, hammondorgel en akoestische gitaar. Misschien niet bijster origineel, maar de meeslepende uitvoering tilt deze groep boven elke verdenking uit. Het bucolische karakter wordt systematisch onderbroken door fellere passages. De theatraalste versie komt van het Venezolaanse TEMPANO, dat start met vocale dramatiek en uitmondt in een romantisch slot met akoestische gitaar en mellotron. De bekendste deelnemer is wel GLASS HAMMER, met een epic die op het elan van hun dubbelalbum The Inconsolable Secret voortborduurt.
Overbodig te zeggen dat deze flinke brok literair drama perfect tot zijn recht komt in het theater van de prog. Meer zelfs, dit verzamelalbum brengt het gouden tijdperk van de seventies wel heel erg dichtbij. Het zet bovendien de standaard waartegen alle toekomstige verzamelplaten afgemeten zullen worden! Odyssey is een heuse krachttoer en gewoonweg één van de beste platen die de laatste jaren gemaakt zijn.
Na de artistieke successen van The Colossus of Rhodes en Odyssey moést de samenwerking tussen Colossus en Musea wel een vervolg krijgen. Film bleek de ideale inspiratiebron. Er zijn al drie albums verschenen die gebaseerd zijn op de spaghettiwesterns van Sergio Leone. En er is The 7 Samurai (2006) naar de gelijknamige klassieker van de Japanse filmreus Akira Kurosawa. Een indrukwekkend staaltje epische cinema die op zijn beurt de ideeën leverde voor George Lucas Star Wars. Zoals bekend moet de digitale technologie ook op dit enkele album wijken voor de warme, organische klanken van Hammond, Moog en Mellotron. De bijdrage van (alweer) CAP is een feest van herkenning: de variërende aanpak met analoge toetsen, fluit, viool en krachtig akoestisch en elektrisch gitaarspel houdt je de volle twintig minuten op de punt van je stoel. De Italiaanse zang versterkt het dramatische karakter van deze breedvoerige maar erg toegankelijke compositie. Tempano, dat op Odyssey al sterk uit de hoek kwam,zorgt eveneens voor melodieuze symfo met vloeiende overgangen, maar in een heel andere stijl. Wat zij brengen, is het best te omschrijven als een virtuoze genreoefening. Vooral de toetsen zorgen voor pakkende momenten. The Farmers getuigt van grootse klasse, evenwaardig aan het beste van The Flower Kings of Neal Morse/Spocks Beard. Afronden doet het eigenzinnige Italiaanse combo TAPROBAN. Eigenzinnig, want ondanks de typische elementen uit de oude Italiaanse school en het ELP-repertoire, horen we in The Bandits een volstrekt nieuw geluid, versterkt met klarinet, sax, en mandoline. Zowel Odyssey als The 7 Samurai mogen beschouwd worden als tijdloze progklassiekers.
Odyssey: The Greatest Tale en The 7 Samurai zijn uitgegeven door Musea.
Volgens het boek 20th Century Rock and Roll: Progressive Rock van de Canadese progkenner Jerry Lucky is het Italiaanse Deus Ex Machina één van de vijftig meest relevante progressieve groepen van de afgelopen veertig jaar. Om samen met Yes en King Crimson in de eregalerij te mogen pronken, heb je natuurlijk een knap palmares. Imparis is al het zesde album en laat een groep horen op het toppunt van zijn kunnen. De machtige tenorstem van Alberto Piras veegt alle concurrenten op een hoopje. Bevlogen lyrische momenten mogen vooral op het conto van de viool geschreven worden. Die aan de jazzrock schatplichtige instrumentale virtuositeit geldt overigens over de hele lijn. Het navelstarende sologefreak blijft op de studiotracks gelukkig binnen de perken. Zo niet de bonustrack, maar live zien we zoiets sneller door de vingers. Ongelooflijk trouwens dat de vijf studionummers in drie dagen opgenomen werden in Parijs. Bij het album zit een DVD met een concertregistratie uit 2006 en interviews. In Parijs, uiteraard.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:Deus Ex Machina, Rock Progressivo Italiano, progrock
13-06-2009
The Watch: Live ( * * * * )
De scheidingslijn tussen tribute band en groep met eigen repertoire is in het geval van The Watch niet altijd even duidelijk. Zeker nu dit Italiaanse kwintet rondtoert met de Genesis klassieker Nursery Cryme. Maar, epigonisme of niet, hun competentie is boven elke verdenking verheven. Daarvan legt deze concertopname opnieuw krachtig getuigenis af. Elk studioalbum komt aan bod, ook het debuut toen ze nog onder de naam The Night Watch opereerden. Alle songs zijn stevig in reliëf gegoten en krijgen energieke uitvoeringen. Alles klinkt als vintage Genesis, en toch is deze band niet zozeer interessant om zijn museale kwaliteiten, maar omdat ze de rechtmatige troonopvolger is van een pionier die het genre verhief tot tijdloze kunst. De registratie zorgt voor een realistisch klankbeeld en de balans tussen de instrumenten en Rossettis karakteristieke zang is voortreffelijk. Voor wie de band nog niet kent, is deze staalkaart de ideale kennismaking.
Personeel:
Simone Rossetti / vocals, flute Ettore Salati / guitar Roberto Leoni / drums Marco Schembri / bass Sergio Taglioni / keyboards The Watch: Live is een uitgave van Lizard, 23 december 2008
Ruim een uur boeiende instrumentale muziek brengen, kom daar maar eens mee om tegenwoordig. Het Spaans-Venezolaanse Kotebel doet het reeds op hun vijfde studioalbum in tien jaar. De dubbele keyboards zorgen natuurlijk voor de sterk symfonische inslag. Met hun originele kleurenpalet schilderen ze de meest groteske voorhistorische monsters en fantasiedieren waartoe ook de mythische staartetende oerslang Ouroboros behoort. De klassieke invloed is het duidelijkst in het titelnummer, dat na de introductie van het thema uitwaaiert over zeven variaties en uitmondt in een coda. Hier geen doelloos solistisch gefreak; het ijzeren ensemblespel zorgt voor de broodnodige coherente visie. De gitaar (nu eens symfonisch, dan weer aanleunend bij de fusion) laat zich wel eens verleiden tot een solo, maar de input van de anderen is minstens evenwaardig. Ouroboros biedt knap uitgebalanceerde symfo. De breedvoerigheid moet u er wel bijnemen. De bonustrack is een live uitvoering van stukjes uit de Mysticae Visiones suite van het gelijknamige album.
Personeel:
Carlos Plaza / keyboards Adriana Plaza / keyboards Carlos Franco / drums & percussion Jaime Pascual / bass César Garcia Forero / guitars Kotebel: Ouroboros is een uitgave van Musea Records, 2009