In the good old days of prog there were progressive musicians who could everything they touched, mutate into gold. Take for instance drummer extraordinaire Bill Bruford, who always did interesting things with Yes, King Crimson, UK, Genesis and his own fusion bands Bruford and Earthworks. It is a separate category; many are called, but only a few are chosen. Luckily the newest generation of prog musicians has its wizards too. Like American bassist William Kopecky, famous for his unique and expressive playing. That Parallel Minds debut in 2005 proved to be a more than succeeded album, was perhaps not only his merit, but still. I still put this CD into my player because of the wonderful bass lines. In Wisconsin-based Far Corner, Kopecky is of great value as well. This quartet, operating in a far corner of the musical universe, brings us top-notch instrumental chamber and classical rock that - from afar - reminds us of mid-seventies King Crimson and Univers Zero. But its definitely not a copycat. Classically trained composer and keyboardist Dan Maske fuses rock with Stravinsky and Bartok, and with jazz and zeuhl.
Far Corners second CD Endangered is a small miracle, because although complex and of instrumental virtuosity, it still is accessible music. The menacing, quasi improvised soundscapes are the least accessible, but the albums backbone are the four adventurous compositions. The basic sound is layed down by multiple percussion, cello, fretted and fretless bass and a variety of keys. The cello is sometimes electrified, which adds to the sonic heaviness; the instrument then sounds like a guitar riffing! Compared to the debut, the colour palette is expanded with violin, melodica and trumpet, providing surprising moments especially in the twenty-minute title track. The CDs title refers not only to the planets endangered species, but to adventurous music of artistic integrity. With Far Corner, our sector has gained yet another warm-hearted advocate.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:Progressive, Cuneiform, Far Corner, King Crimson
NeBeLNeST: ZePTO ( * * * * 1/2 )
It seems the adventurous Cuneiform label owns the rights on the dark side of prog in its most complex appearances (Far Corner, Present, Univers Zero). Considering the degree of difficulty, French instrumental quartet NeBeLNeST shines no less, and they act in the same sinister way. Their music is inventive, dark, angular. ZePTO is already their third record, and again it is a challenge, especially considering the relentless pace the listener has to keep up with. The complexity demands concentration, which leads to our emotional involvement. The songs with heads and tales are strong enough that they dont require vocal input. The last two tracks are rather unstructured free jazz improvisations clearly an acquired taste. Either way, all performances are rock solid. Each musician shines in his own right and demonstrates a stylistic versatility that reminds us of King Crimson. Olivier Tejedor delivers inverted melodies, and otherwise he juggles with some weird synthesizer flights. Drummer Michaël Anselmi acts like a Spanish fury and yet plays with admirable discipline. In guitar and bass you can hear some distant echoes from the Crimson king as well. Yet NeBeLNeST is far from being a copycat of the British masters. In other words, NeBeLNeST succeeds in creating a believable post-Crimson sound.
De Poolse neoproglegende Collage genereerde twee offshoots: Satellite en Believe. Deze laatste teert vooral op de talenten van gitarist Mirek Gil. Het album This Bread Is Mine doet net dat. Het keyboardaandeel is tot het minimum beperkt, de symfonische klanken borrelen vooral uit de gitaar en de viool van Satomi. In de beste tracks levert dat duellerend vuurwerk op. Jammer genoeg zijn niet alle songs even zorgvuldig uitgewerkt. De akoestische nummers vullen maar voegen weinig toe. De nieuwe zanger past wel bij de donkere ondertoon van het album, en ik verwacht dat hij - net als dit album - nog zal groeien.
Personeel: - Karol Wróblewski / vocals, flute and keyboards - Mirek Gil / guitars - Przemas Zawadzki / bass guitar - Vlodi Tafel / drums - Satomi / violin
Deze plaat zou je kunnen wijsmaken dat het hier om een obscure parel uit de beginjaren '70 ging. Van een kosmische retrotrip gesproken! Eigenlijk is dit het albumdebuut van een kwintet uit San Diego dat de taal van de psychedelische spacerock heel goed onder de knie heeft. De heren hebben zelfs een heel bijzondere teletijdmachine want de gangbare productievoorwaarden van veertig jaar terug werden liefdevol gekopieerd. Gelukkig is er goed nagedacht over de composities; hier geen doel- en oeverloos gejam. En men weet deksels goed hoe er opgebouwd moet worden naar een climax. Soms lijkt The Weirding wel het tweelingbroertje van Pink Floyd's Meddle. Dit is geen statisch rariteitenmuseum, maar entertainment in het kwadraat. En voor de toetsenfanaat een waar smorgasbord van mellotron, hammond en moog.
Personeel: - Richard Vaughan / guitar, mellotron, echoplex, vocals - Conor Riley / mellotron, arp odyssey, organ, guitar, vocals - Stuart Sclater / bass - David Hurley / drums, percussion, flute - Brian Ellis / guitar, moog, vocals
Beter laat dan nooit, mijn beste wensen voor een minstens even goed progjaar 2010 als de afgelopen twaalf maanden. Dank aan alle lezers voor hun steun en warme reacties. Hier gaan ze dan, mijn tien favoriete studioalbums van 2009...
1. Big Big Train - The Underfall Yard
2. Transatlantic - The Whirlwind
3. IQ - Frequency
4. Riverside - Anno Domini High Definition
5. Porcupine Tree - The Incident
6. Darwin's Radio - Template For A Generation
7. Dream Theater - Black Clouds & Silver Linings
8. Agents Of Mercy - The Fading Ghosts Of Twilight
9. Touchstone - Wintercoast
10. Secret Green - To Wake The King
Heb jij zelf ook een lijstje van beste progalbums? Van 2009 of van het voorbije decennium (2000-2009)? Laat het me weten!
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen) Tags:Progrock, top tien 2009
14-02-2010
Airbag: Identity ( * * * 1/2 )
Je moet het maar doen: als volstrekt onbekende band meteen de eindejaarslijstjes halen. De bandnaam bleek goed gekozen; met een enorme snelheid kwam dit vijftal uit een Noorse fjord opgedoken. Niet bepaald een plek waar authentieke progrock welig tiert. Noorwegen is Zweden niet. Met de landgenoten van Gazpacho heeft men de onversneden melancholie gemeen. Maar in tegenstelling tot wat hun lancering doet vermoeden, sleept Airbag zich van song naar song. Het sterk aan Floyd referende tempo wordt op de duur stereotiep; wat meer variatie had dit album flink vooruit geholpen. Zang en ritmesectie getuigen van een passende terughoudendheid. Identity is daarom vooral een gitaaralbum geworden. Inderdaad, bijzonder fraaie gitaarlicks, David Gilmour is nooit veraf. En af en toe gebeurt het: dan breekt de magie door. Als debuut mag dit er zijn, maar de troefkaarten zijn (nog) niet uitgespeeld. Als de zoektocht naar een eigen identiteit uiteindelijk beloond wordt, kan hier iets prachtigs uit groeien dat het Pink Floyd-epigonisme overstijgt.
Ondanks de beperkte output (twee studioalbums in 17 jaar) draaien deze veteranen al een hele tijd mee; gitarist Tim Birrell en bassist Jim Murdoch vonden elkaar al begin jaren '70 in de Schotse progband Armageddon. Nieuwe keyboardspeler Mike Varty (Shadowland) behoort tot de inner circle van Clive Nolan en verkreeg zo een optreden met audiovisuele registratie in de mooie zaal van het Poolse Katowice. Zoals steeds heeft het lokale Metal Mind team er geen half werk van gemaakt. Schijnen de heren op DVD eerder statisch over te komen, op de twee luisterschijven spatten de vonken eraf. Credo is dan ook één van de best bewaarde geheimen uit de Britse symfoscene. Wie heimwee koestert naar het vroege Marillion met Fish, moet hier absoluut mee kennismaken. De voor het merendeel uitgebalanceerde, theatrale prog met een knap vertellende Mark Colton maakt van This Is What We Do meteen een vertrouwd klinkend album waar het steeds prettig naar teruggrijpen is.
Personeel: - Mark Colton / vocals, percussion - Tim Birrell / guitars - Mike Varty / keyboards, vocals - Jim Murdoch / bass, vocals - Martin Meads / drums
Darwin's Radio: Template For A Generation ( * * * * 1/2 )
Het kan verkeren. Ruim tien jaar terug was Grey Lady Down een middelmatige neoprog-outfit die de clichés omtrent het genre vooral bevestigde. Vandaag maken bassist Sean Spear en toetsenist Mark Westworth deel uit van Darwin's Radio. Westworth vult zelfs in voor Martin Orford aan de knoppen van IQ. Maar dé onbetwiste leider is zanger en gitarist Declan Burke, die we al kennen van het laatste Frostalbum. Van zijn tribute band Spirit Of Rush brengt hij drummer Tim Churchman mee. De tweede langspeler van DR is een voltreffer, gemeten aan de sterkte van drie labyrinthische epics. Burke tilt zijn nieuwe band ver boven de middelmaat uit. De individuele talenten staan in dienst van overtuigende composities die dit 'sjabloon voor een generatie' steeds opnieuw boeiend inkleuren.
Personeel: - Declan Burke / vocals, guitar - Mark Westworth / keyboards, vocals - Sean Spear / bass, bass pedals - Tim Churchman / drums
Na de succesvolle Ayreon-projecten en een depressie schreef Arjen Lucassen een plaat over het schuldmechanisme van de mens. Geen schare fellow prog travellers deze keer; Guilt Machine is een kleine, hechte groep. Met één grote verrassing: Jasper Steverlinck, wiens hoge stemregister perfect past bij de felle uithalen van gitariste Lori Linstruth. Het donkere thema verdraagt geen massa's toetsensalvo's en symfonische gitaarsoli. In de plaats daarvan schildert Lucassen zoals zijn landgenoot Rembrandt in sobere streken, met een rijk clair-obscur. Maar dit is vooral het overtuigende progressieve debuut van zanger Steverlinck. Vòòr Guilt Machine had hij zelfs nog nooit van prog gehoord. Misschien hebben we met hem eindelijk onze ambassadeur in Vlaanderen?
Personeel: - Arjen Anthony Lucassen / backing vocals, guitars, keyboards, bass, mandolin - Jasper Steverlinck / vocals - Lori Linstruth / lead guitar - Chris Maitland / drums
RPWL-bassist Chris Postl droomde al een tijdje van een soloproject, en zie, Parzival's Eye werd meteen een all star cast met Yogi Lang, Alan Reed (ex-Pallas), Christina Booth (Magenta) en Ian Bairnson (Alan Parsons). Fragments begint overigens veelbelovend, met een epic waar de Genesis-invloed in het gitaar- en toetsenspel niet van de lucht is. Met de helft van broodheer RPWL aan boord, klinkt de plaat soms ook als euh... RPWL. Maar dan volgen middelmatige neoprog en ballads van dertien-in-een-dozijn waarin aan de fab four herinnerd wordt. Zelfs de vocale prestaties kunnen de zaak dan niet redden. Toegegeven, het zit uitstekend in elkaar, alles klopt, maar bij mij maakt het weinig los. Finaal is dit een onevenwichtige affaire.
Personeel: - Christ Postl / vocals, bass, keyboards, guitar - Christina Booth / vocals - Alan Reed / vocals - Ian Bairnson / guitars - Yogi Lang / keyboards - Ossi Schaller / guitars - Hannes Weigend / drums
Hoe bespreek je een album dat al door iedereen de hemel in geschreven is? The Resistance is inderdaad het magnum opus van het Britse powertrio. Leider Matthew Bellamy is de koning Midas van muziekland: alles wat hij aanraakt, verandert in goud. The Resistance is vooral een onweerstaanbare ode aan de schaamteloosheid. Het is schaamteloos retro (het Dr. Who thema in Uprising), schaamteloos imitatie (Queen naar de kroon gestoken in United States Of Eurasia), schaamteloos over the top (Guiding Light), schaamteloos Chopin (I Belong To You), schaamteloos prog (Unnatural Selection en MK Ultra) en schaamteloos klassiek (de symfonische suite Exogenesis). En daarbij steekt Bellamy schaamteloos zijn middelvinger op naar al die verwaande 'muziekcritici' die prog graag als pispaal gebruiken, die er niks van begrepen hebben en die het geknutsel, getape en gedreun dat vandaag 'pop' heet, heilig verklaren.
Personeel: - Mattew Bellamy / guitars, keyboards, voice - Christopher Wolstenholme / bass - Dominic James Howard / drums
Net op de valreep van het
nieuwe jaar verscheen het beste album van 2009. Big Big Train brengt met The
Underfall Yard een wervelende synthese van oude en nieuwe prog. Derivatief is
men echter allerminst zelden klonk prog zo origineel en tegelijk zo
vertrouwd. De groep rond Gregory Spawton en Andy Poole vat de typische
Englishness treffend samen. Dit is muziek met grootse gebaren, welluidendheid
in de traditie van het Britse orkest- en koorrepertoire, en een organische
samenklank. Maar ook thematisch hoort deze plaat perfect bij de charmante
eilandmentaliteit en de excentrieke bewoners: de teksten gaan o.a. over Master James
of St. George en Victorian Brickwork! Nieuwe zanger David Longdon (die naast Ray
Wilson nog auditie deed voor Genesis) is hier de ideale vertolker van. Wat een
heerlijke plaat!!!
Personeel:
- Andy Poole / bass,
keyboards
- Greg Spawton / guitars, keyboards, bass
- David Longdon / vocals, flute, glockenspiel
- Nick D'Virgilio / drums
additional musicians:
- Dave Gregory / guitars, electric sitar
- Francis Dunnery / guitar
- Jem Godfrey / synthesizer solos
- Rich Evans / cornet
- Dave Desmond / trombone
- Jon Foyle / cello
- Nick Stones/ french horn
- Jon Truscott / tuba
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Tags:Progrock, Big Big Train, Genesis, Spock's Beard
10-01-2010
Gong: 2032 ( * * * * )
Na de Radio Gnome Invisible-trilogie verlieten
Daevid Allen en Steve Hillage de cultband Gong. Onder de supervisie van
meesterdrummer Pierre Moerlen evolueerde Gong naar een uitstekende
fusionoutfit. Vijfendertig jaar later zijn Allen en Hillage opnieuw verenigd.
2032 klinkt als de troonopvolger van het meesterwerk You uit '74, al is de sound sterk geüpdatet.
Allen, ooit begonnen als beatnik in The Wilde Flowers (met Robert Wyatt), past
moderne zangtechnieken toe op vanouds surrealistische teksten. Maar hét
hoogtepunt van deze erg onderhoudende reünieplaat is de spacey gitaarmuur van
Hillage. De spacerockhippies zijn nog eens geland. Genieten geblazen!
Personeel:
-
Daevid Allen / vocals, guitars
- Gilli Smyth / space whisper
- Steve Hillage / guitar
- Miquette Giraudy / synthesizer, vocals
- Mike Howlett / bass
- Chris Taylor / drums
- Theo Travis / saxophone, flute
Niet elke supergroep slaagt erin een superalbum te maken. Herinner u Asia of GTR. Maar The Whirlwind is dus wel een dijk van een plaat. Naast de individuele virtuositeit is er de geweldige cohesie die men in enkele krappe studioweken aan de dag wist te leggen. Mike Portnoy wordt wel eens verweten dat hij obsessief alle gaatjes dicht mept, maar op The Whirlwind is de balans binnen het kwartet perfect. De vocale afwisseling tussen Stolt en Morse zorgt voor een duidelijke meerwaarde. Nadruk ligt op pakkende melodielijnen meer dan op technische krachtpatserij. Dé ster voor mij is bassist Pete Trewavas. De derde SMPT is een conceptalbum dat je 77 minuten op je stoel vastpint. Klaar om de wervelwind op te vangen. Dit is een regelrechte klassieker voor de volgende negentig jaar.
Personeel:
- Neal Morse / vocals, keyboards, acoustic & electric guitars - Mike Portnoy / drums, vocals - Roine Stolt / vocals, acoustic & electric guitars, mellotron, percussion - Pete Trewavas / bass, bass pedals, vocals
Transatlantic: The Whirlwind is een uitgave van InsideOut Records, 2009
Met elke nieuwe plaat leek Porcupine Tree dichter bij haar magnum opus uit te komen. Het geduld wordt beloond met het dubbelalbum The Incident. Wilson & Co triomferen op schijf één. Het titelnummer is een 55 minuten durende suite waarin er geen mus van de dakgoot valt zonder reden. Met één geweldige spanningsboog overklast PT zichzelf. Wat een rijke variëteit aan ideeën, waarbij niet geraakt wordt aan de cohesie. Een verhaal waarin een incidentje uitgroeit tot episch drama. Waar Blackfield het vooral compact houdt, daar kan Wilson nu vrij zijn gang gaan in fantastische gitaarsolos waarop hij zijn unieke stempel drukt. Dit is ook (alweer) het momentum van Gavin Harrison. Wat een uitzonderlijk drummer geen wonder dat Robert Fripp zelve hem vroeg voor King Crimsons veertigste verjaardag. Blijft nog de vraag waarom er een tweede schijf moest zijn. Misschien om het knappe Remember Me Lover een plaats te geven en tegelijk de stijlbreuk met de titelsong te respecteren. De drie andere songs komen in vergelijking als vullertjes over al is zelfs een gewoon PT-nummer superieur aan 90 procent van wat er algemeen op CD verschijnt. Een kniesoor dus die hierover struikelt.
Personeel:
- Steven Wilson / vocals, guitar, piano - Richard Barbieri / keyboards, synthesizer - Colin Edwin / bass guitar - Gavin Harrison / drums
Porcupine Tree: The Incident is een uitgave van Roadrunner Records, 2009
Wie herinnert zich nog Francis Lickerish, gitarist/componist van de originele line-up van The Enid? Na een jarenlange afwezigheid uit de scène in de tussentijd heeft hij luit leren spelen is de sympathieke Engelsman met zijn nieuwe band Secret Green aan een muzikaal hoofdstuk begonnen dat moeilijk Engelser kan. De gelijkenis met The Enid is overigens geen toeval: ook hier is sprake van dubbele toetsen, met naast Lickerish een tweede Enid-veteraan (William Gilmour). De statige symforock op To Wake The King wordt rijkelijk gelardeerd met middeleeuwse en folkinvloeden. De verschillende instrumentale dansvormen uit deze bloeiperiode van de westerse muziekcultuur volgen elkaar met vastberadenheid op. Hier ging duidelijk een gedegen studieronde aan vooraf. Het album is echter geen museum, maar een collectie die pretoortjes garandeert. Voor het vocale tegenwicht zorgt de zoetgevooisde sopraan van Hilary Palmer. Zo nestelt Secret Green zich in de cirkel van door frontvrouw geleide bands als Touchstone, The Reasoning, Panic Room en Mostly Autumn.
Personeel:
- Francis Lickerish / guitars, wind guitar, lute, bass guitar, keyboards and orchestra - Jon Beedle / guitar and balalaika - Hilary Palmer / flute, vocals - William Gilmour / keyboards - Matt Hodge / drums and percussion
Secret Green: To Wake The King is een uitgave van Holyground Records, 2009
Riverside: Anno Domini High Definition (¨* * * * * )
Riverside kan de grootse verwachtingen en ambities van de trilogie eindelijk van zich afschudden en speelt op hun vierde studioalbum met het duizendste gemak driekwartier verbazingwekkende progrock. Meer moet dat overigens niet zijn liever kort en krachtig dan digitale vulling. In deze nieuw ingeslagen richting is toetsenist Michal Lapaj een prominentere rol toebedeeld, en dat blijkt een uitstekende keus. Uit de rijk geschakeerde composities weerklinken tonnen zelfvertrouwen; het is alsof alles moeiteloos uit de handen wordt geschud. Het ensemblespel mag als modelvoorbeeld naar de rockschool en het conservatorium. Complexe muziek zonder een schijn van pretentie. Neen, dit kan niet beter. Een concertdatum om driemaal met rood in je agenda te onderstrepen: het Poolse viertal komt op 1 november naar Vosselaar.
Personeel:
- Mariusz Duda / vocals, bass, acoustic guitar - Piotr Grudzinski / guitars - Michal Lapaj / keyboards - Piotr Kozieradzki / drums
Riverside: Anno Domini High Definition is een uitgave van InsideOut Records, 2009
Weinig bandnamen zijn zo toepasselijk als Celestial Oeuvre: wat hier geserveerd wordt is een staalkaart hemelse muziek, een studieboek over het oeuvre van Yes. En het hele oeuvre, want zowel vroege Yes, klassieke Yes (met Wakeman) als jaren tachtig Yes (herinner u Trevor Rabin) komen langsgefietst. Op het gebied van de vocale harmonieën weerklinkt evengoed de invloed van Gentle Giant. Niet dat deze New Yorkse groep hetzelfde niveau haalt. Op productietechnisch vlak ontbreekt nog de ruimtelijkheid die de luisteraar naar hogere sferen voert. Waar zijn de spaties tussen de noten? Bovendien klinkt de strot van Joe Acaba vrij krampachtig hij bezit niet de naturel van een Jon Anderson. Maar deze down-to-earth-versie heeft zijn charmes.
Personeel:
Joe Acaba: vocals
Jose Damien: keyboards, bass, guitars
Joe Nardulli: electric guitar
Hector Lopez: drums
Celestial Oeuvre: This Mortal Coil is een uitgave van Unicorn Records, 2009
Gesticht in 1987, waren tot nu enkel een single en een compilatie de digitale getuigen van de opvallende competentie van deze Italiaanse band. Cage verdient inderdaad veel beter en wordt nu beloond met een echt studioalbum. Het is al te gemakkelijk om hen af te schilderen als een Genesis-epigoon. Cage is géén levend museum. Men heeft voldoende eigen inspiratie en invloeden (de fusion) in huis om af te wijken van de grote helden en de landgenoten van The Watch. Secret Passage herbergt veelzijdige en fantasierijke muziek, fris van de lever en schitterend uitgevoerd. De hoogstaande en dynamische composities zijn tot in de puntjes afgewerkt. Hier wordt een natuurlijk evenwicht bereikt tussen een dichterlijke stijl en een feilloze techniek. Natuurlijk moeten Genesis-fans deze plaat in huis hebben. Maar eigenlijk moeten alle progharten hier sneller van gaan kloppen. Dé verrassing van het jaar? In ieder geval één van de beste Musea-releases in lange tijd.
Personeel:
Augusto Morelli / Vocals Andrea Mignani / Guitar Alessandro Bugliani / Piano, Keyboards Claudio Franciosi / Keyboards Fulvio Mele / Bass Andrea Griselli / Drums
Cage: Secret Passage is een uitgave van Musea Records, 2008
Gazpachos nieuwe album Tick Tock klinkt bijzonder fraai. Het openingsnummer Desert Flight is er zelfs één om in te lijsten. Hoe men hier naar een hoogtepunt toewerkt, wekt terecht bewondering. The Walk trekt eerder slaapwandelend door de woestijn (het album baseert zich op de nefaste solovlucht van Antoine de Saint-Exupéry). Veel oosterse motieven hier, als uit een elegant muziekdoosje. Het ruim twintig minuten durende titelnummer geraakt beter euh van de grond. Hier gaat het drama weer voluit en bewijst men dat het onderwerp een interessant uitgangspunt kan zijn voor een symfonisch conceptalbum. In zijn beste momenten staat het Noorse zestal dichter bij het emotioneel oprechte Marillion dan de gezwollen pathetiek van Coldplay. Ook dankzij de uitstekende Steve Hogarth-kloon die Jan-Henrik Ohme eigenlijk is. Mooi van Sony dat ze deze band heeft opgepikt.
Personeel:
- Thomas Andersen / piano & keyboards - Jon-Arne Vilbo / guitar - Kristian Torp / bass - Mikael Kromer / guitar & violin - Robert R. Johansen / drums - Jan-Henrik Ohme / vocals
Gazpacho: Tick Tock is een uitgave van HWT Records en Sony, 2009